tan Heiisdeis en Altena omelerwaai EERSTE BLAD. feuilleton" Brieven uit Amsterdam. Marie Stevenson. ,S<- 1(65. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 23 JANUARI - 2- ELVIRA. (12 TOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjs- verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentien 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht. Belasting ontduiken is een maatschappe lijke zonde, die welig tiert onder alle wereld streken. Ook in Nederland wordt ze bedreven en in Amsterdam op groote schaal. Op zóó groote sehaal zelfs, dat 't me wonder lijkt, dat daar niet al lang een stokje bij gestoken is. Wanneer ik ooit in den Amsterdaoischen gemeenteraad word gekozen voorloopig is 't gevaar daarvoor niet groot dan zal ik niet rusten voor de volksvertegenwoor diging diep doordrongen is van de nood zakelijkheid eener ingrijpende wetsher ziening. De hoofdkwaal schuilt in art. 245 der Gemeentewet, welke luidt: »in de hoofde lijke omslagen of andere plaatselijke directe belastingen worden uitsluitend aangeslagen zjj, die in de gemeente hun hoofdverblijf houden en zij, die er verblijven.* Een andere kwaal is deze, dat de hoofd stad te klein is. Ze is uit de kleeren ge groeid en is zeer bezwaarlijk uit te leggen. Wanneer ge een wandeling maakt in de buitenbuurten, zijt ge vóór ge er aan denkt Amsterdam uit en looptin Sloten ofNieuwer- Amstel, welke laatste gemeente vooral, tal van rijkbevolkte straten bevat, totaal be volkt met Amsterdammers, d. w. z. met lieden die in de hoofdstad zaken doen en brood verdienen en maar geen belasting be- stad dreigt. Volgens het jongste verslag omtrent de heffing der gemeentebelasting blijkt dat in 1890 het aantal belasting schuldigen was toegenomen met 1309, met een belastbaar inkomen van f 1.297.140. Dat is een goed nummer, doch er staat tegenover dat vertrokken zijn 1339 met een inkomen van f 2.171.570. Hieruit volgt dat groote inkomens worden afgeschreven en slechts matige binnenkomen. Van de inkomens boven f 2200 zijn in 1890 264 vertrokken en van deze ruim 35 percent naar omliggende bovengenoemde gemeenten, dus kennelijk met het doel om van daar uit de zaken in de hoofdstad te blijven be sturen. Dat gaat zoo 't eene jaar na 't andere en ondertusschen worden zjj, die volhouden, steeds zwaarder getroffen. Voor dit jaar is de inkomstenbelasting op 3y2 percent be paald en wordt gerekend op een opbrengst van f 2.490.000. De snaren worden al strakker gespannen en de verhuizing zal op grooter schaal voortgang hebben, tenzij, zooals ik boven opmerkte, van hooger hand hierin wordt tegemoet gekomen. Ondertusschen groeit bij al dit gaan en komen de massa steeds aan. Op 31 Dec. 1890 telde de stad 417.530 inw. en dit getal was op denzelfden datum van 1891 gestegen tot 426.480. Gaan vele welgestelde Amsterdammers naar elders, aan behoeftigen is ook dezen winter geen gebrek. Het stedelijk bestuur, de kerkelijke besturen, tal van vereenigingen en particulieren hebben handen vol werk de noaddruftigen te ondersteunen. Kinder voeding wordt op ruime schaal verstrekt te verdienen. Wie er reden van klagen heeft, de firma Van Lier, bestuurder van het Grand Theatre in de Amstelstraat over het Panopticum, heeft deze week reden een schoon feest te vieren, het 50-jarig bestaan van haar in stelling. Dit feest zal niet zonder veel blijken van belangstelling passeeren, want Van Lier is een geliefkoosde plek in de kunstwereld. Door den ouden heer heeft Amsterdam kennis aangeknoopt met de groote Duitsche en Fransche artisten en de zonen volgen het voetspoor van hun waardigen vader. Na den brand van den Stadsschouwburg, en nu het Ned. Tooneel optreedt in het P. v. V. gaat Amsterdam naar Van Lier, men kan daar althans verstaan wat op 't tooneel ge sproken wordt en wanneer men daarbjj in aanmerking neemt dat het personeel van 't kan niet begrijpen "dat er menschen zijn, en zelfs uitte men al spoedig allerlei ver die dit stuk telken jare gaan liooren, en onderstellingen over Constans' stilzwijgend- zoo zijn er velen. Amsterdam, 18 Jan. '92. J. L. JL5 ti i t e n 1 a 11 ci heid tegenover de aantijgingen van diefstal, moord en ander schoons. Evenals men bjj Constans' spoedige zelfverdediging zou ge roepen hebben: »Wie zich verontschuldigt, beschuldigt zich,« zoo fluisterde men nu Nog geen vijf weken geleden was 't naar van stilzwijgendheid, die gelijk staat met aanleiding van de godsdienst-quaestie, dat volledige bekentenis, van een bont geheeten Frankrijks Kamer de algemeene rust en koe, die nimmer geheel vlekkeloos is enz. kalmte kwam verstoren door een tumult,'en dat was den boulangisten een kolfje dat begon met een eenparige en heftige ge- naar hun hand. moedsbeweging des heeren volks vertegen- j In zoo'n troebel watertje was nog wel woordigers en eindigde met een geduchten kans een vischje te snappen. En zij waagden woordenstrijd, die allicht in een algemeene de kans en slaagden, ten deele althans, en hartverheffende kloppartij had kunnen De afgevaardigden Lesenne en Laur, beiden ontaarden. Die Fransche Kamer moge dan volbloed-boulangisten en handige debatters, ook geen navolgenswaardigo voorbeelden zouden de lont in het buskruit werpen door geven aan de leden der overige Europeesche de regeering te interpelleeren over de boven- Grand Theatre de vergeljjking met andereParlementen ondanks al het afkeurens- genoemde artikelen in de Intransigeant, gezelschappen doorstaan kan, begrijpt men,waardige en demoraliseerende van dergelijke getiteld: Veertig jaren uit het leven van dat de zaken in dezen tijd niet slechttumulten, hebben zij voor het publiek toch een minister.De premier toonde den boozen immer iets vermakelijks:'t is zoo iets pikants toeleg van de heeren volkomen te doorzien als een vier- of vijfhonderdtal mannen van en weigerde daarom de beantwoording der beschaving en ontwikkeling hun overkropt interpellatie, wat Laur heette »een ingrijpen gemoed lucht geven in uitgezochte scheld- in de rechten der afgevaardigden om een lid talen. Ik noem alleen Sloten en N.-Amstel, omdat ze onmiddellijk aan ons grenzen,aan schoolgaande kinderen, gratis brood en maar ook in Diemen, Watergraafsmeer.koffie, 's morgens en 's middags, aan ieder beide eveneens aan de grenzen en in de die zich slechts aanmeldt, en dat aantal verder gelegen plaatsen Haarlem, Bussum,1 gaat per dag het 2maal duizend te boven. Hilversum wouen Amsterdammers, die 's morgens naar stad komen, zaken doen in de hoofdstad, kantoor of winkel houden, enz. en 's avonds per spoor vertrekken, terwjjl ze ons, die ons die weelde niet kunnen of mogen veroorloven, voor de be lasting laten opdraaien. Met een paar cijfers wil ik deze ver zuchting toelichten, ge zult dan zien dat hier werkelijk een groot gevaar voor de Uit het fransch door XIII. Den volgenden morgen verliet hij Rome opgewonden van vreugde. Sedert drie maan den had hp niet aan Mevrouw Stevenson geschreven, die hem waarschijnlijk nog niet verwachtte, hij wilde evenals alle afwezigen, haar eens verrassen. De reis duurde hem onmeteljjk lang. Op de hoogte van Westminster Road, op de plaats der Obelisk gekomen, kon zijn oog de plaats ontwaren waar de familie Stevenson woonde. William begint te beven, hij staat stil, zijn hart klopt met ongekende snelle be weging hij zag de vensterluiken van de woning van Mevrouw Stevenson, en die waren gesloten. Tot overmaat van schrik zag hij iemand het huis ingaan, die een doodkist op den schouder droeg. Gelukkig voor hen, die werkeloos rond- loopen, doch minder gelukkig voor de stedelijke kas, noodzaakt de sneeuwlaag de stadsreiniging eenige honderden, alle losse werklui aan te stellen om de sneeuw op hoopen te vegen en weg te brengen. En viel er nog zesmaal zooveel en moest de directie zesmaal zooveel volk hebben, ze kan ze bij duizenden krijgen, 't gaat bij de werving op vechten af om een dagloontje William kreeg een duizeling, een kreet ontsnapte hem: Marie! Marie! is het Marie!* gilde hij. Toen verzamelde hij door zijn kraebtigen wil al zijn moed bijeen, in een oogwenk bereikte hij de woning, steeg als een spook, zonder tot iemand een woord te spreken de vier verdiepingen op, en bereikte de deur der woging van de familie. Die deur stond half open; hij kwam in de eerste kamer, die ledig was en ging naar de tweede kamer. Toen zag hij zijne tante die in stilte aan het hoofdeinde van het bed zat te weenen waar Marie onbewegelijk op neerlag. William uitte een kreet en viel bewuste loos neer. Toen hij weêr bijgekomen was, zat hij in de eerste kamer in den leunstoel zijner tante; Mevrouw Stevenson wijdde hem al hare zorghij zag haar aan en herkende haar nauwelijks, zoo was zij veranderd en verouderdmen zou gezegd hebben dat zij de genius der smart was die over de ster vende heenboog. Weldra herinnerde William zich de reden van zijne bezwijming, en zijne tranen vloeiden bij stroomen neêr. Herstel u toch, mijn zoon,* zeide Mevrouw Stevenson met een stem die groote smart aanduidde, »er is nog hoop William zette zijne oogen wijd open en gaan. Dit althans is zekerde exploitatie van Ned. Tooneel komt elk jaar op een nadeelig saldo te staan, terwijl de heeren Van Lier hun instelling zonder eenig subsidie schit terend voortzetten. Hun feest zal dan ook daaraan geëvenredigd zijn en al zal ik er geen deel aan nemen, ik verheug me in hun succes om de zeer enkele avonden, die ik in hun lokaal zoo recht aangenaam heb doorgebracht. Nu ik toch aan de Kunst ben, wil ik hier aanteekenen, dat telken jare het nieuwe jaar door het Ned. Tooneel ingewijd wordt met een treurspel van Joost van den Vondel, en wel met Gijsbreght van Amstel, die in 1637 't eerst opgevoerd werd ter inwijding van den nieuwen schouwburg. Ofschoon Vondels treurspel dit jaar met groote zorg was ingestudeerd en het docora- tief weinig te wenschen overliet zal ik me nooit laten overhalen het nogmaals te gaan zien. Het werd uitstekend gespeeld en de verschillende rijen waaronder het schoone >0 Kerstnacht, schooner dan de dagen* en »Waar werd oprechter trouw« werden roerend schoon voorgedragen, maar als drama mist het alle vereischten, die onze tijd daaraan stelt. Het boeit dan ook niet, het is mooi en daarmee is alles gezegd. Ik sloeg zijne tante met verwondering gade toen liet hij het hoofd weer op de borst zinken. >0, arme Marle!« snikte hij. »Ja, arme Marie!* antwoordde Mevrouw Stevenson met eene treurige stemzij is zeer ziek.* »Ziek! Ziek!riep hij met een zon derlingen blik. Ach, dood wilt gij zeggenHeb ik uwe vensters niet gesloten yevonden en de dood kist gezien die men binnenbracht?* Goddank, onze .vensters zijn alleen ge sloten om ons een weinig schaduw en rust te verschaffen. En het was geen doodkist voor Marie die men bracht,* zeide zij hui verend zij was bestemd voor een ander jong meisje dat hier in huis is gestorven. Maar MarieMarie ligt daar, in haar bed, zij leeft woorden en vuistslagen, die raak zijn Dinsdag was 't weer zoo'n dag, die de O O op schandaaltjes belusten veel vermaak schonk en hen deed huiswaarts keeren in van het kabinet te dekken, als het gebrand merkt wordt door de openbare meening.* Dat was boosaardig van Laur, en Constans, gehoor gevende aan de eerste opwelling van de stellige overtuiging, dat de Kamer toch zijn toorn, sprong op van de ministerstafel, een nuttige zaak is. 't Is een publieke ver- zijn collega's Ribot en De Freycinet, tusschen makelijkheid op zich zelveEn wat voor een wie hij gezeten was, omverwerpende, en op »Leeft zij!* zeide William, zich zenuw achtig oprichtende. Gij zegt dat zij leeft? Toon mij haar dan, tante. Ik wil haar zien En reeds stond hjj op en wilde zich naar de andere kamer begeven toen Mevrouw Stevenson hem met een ernstige houding terughield. »En ik zeide zij, verbied u naar haar te gaan »ik verbied het! Mijne dochter is ernstig ziek, zooals ik reeds gezegd heb, Sinds weken lang reeds, had de beruchte Intransigeant van Charles Rochefort, over Constans, den minister van binnenlandsche zaken uit wraak over diens campagne tegen de boulangisten, de pratriotten en andere, de rust en de veiligheid hunner medeburgers bedreigende elementen een gansch vocabularium van hem (Constans) aangewreven misdaden uitgestort en Con stans, denkende, dat dergelijke keffers toch niet bijten en men zich tegenover zulke aantijgingen doorgaans 't best bevindt bij een negatieve-politiek zweeg alsof dat alles hem niets aanging. Doch wat goed is voor den een, is 't niet voor den ander en wat hier wordt toege juicht, vindt elders bespotting en miskenning. Zoo ook in dit geval. Frankrijk is niet 't land, waar de lijdende onschuld opgang maakt ,en de minste aandoening zou noodlottig voor haar kunnen zijn. Zij is zeer zwak en rust is noodzakelijk voor haar.* Bij die woorden nam zij William bij de hand en noodzaakte hem weer te gaan zitten. Hij beschouwde zijn tante met een diepen, onderzoekenden blik, en zeide met eene zachte en vleiende stem »Gij wilt mjj toch niet bedriegen, niet waar Marie slaapt! zij slaapt en zal weer ontwaken. Het beste en liefste schepel Gods leeft nog, tot ons aller geluk.* »0, ik geloof u, tante! Die verdachte doodkistIk was waanzinnigMaar nu ben ik kalm en luister naar rede, en nu mag ik zeker wel eens stil, heel stil in de kamer sluipen om Marie te zien Zij slaapt en zal niet merken dat ik er ben Eene sekonde is voldoende om haar te zien om haar te hooren ademhalen dan zal ik zonder gerucht oogeublikkelyk heengaan Otante, laat my even naar de kamer van Marie gaan.* »Onmogelijk, beste William, gij zjjt nog te ontroerd,* antwoordde Mevrouw Steven son, »en ik zou vreezen...* Vrees niets,* viel hij haar in de rede, »ik zal sprakeloos en onzichtbaar bljjven voor haar.* »Mijn beste William!* deed eene stem Laur toesnellende gaf hjj hem, vóór iemand tusschenbeiden kon komen, een paar ge duchte oorvegen onder het gejuich van zijn (Constans') aanhangers en onder navolging door een deel der Kamerleden. Dat was een lawaai! De Fransche bladen, die al meer zoo iets hebben meegemaakt, heeten het tumult onbeschrijfelijk en hoewel Floquet de zitting tijdelijk ophief, duurden beleedi- gingen en handtastelijkheden in de couloirs voort. Dat is het noodlottig gevolg van slechte voorbeeldem Onderwijl was het bureau der Kamer bijeengekomen en men was van meening, dat op Constans het reglement niet van toe passing was, daar hij geen mandaat als afgevaardigde heeft. Toen de zitting om zes uur werd heropend, was 't Constans zelf, die schuld kwam bekennen, en nadrukkelijk zich hooren die uit de naastbijzijnde kamer kwam, en die zoo zwak en uitgeput klonk, dat men haar nauwelijks verstaan kon. Hoort gij het, tante?* zeide William terwijl hij Mevrouw Stevenson omhelsde; »het is de stem van Marie, zij roept mij; Marie wil mij zienzij wil mij spreken, zij leeft0, nu ben ik gerustLaat ons spoedig naar haar heengaan, tante; ik geef mjjn leven voor het hare!* Op het oogenblik dat Mevrouw Stevenson, door William gevolgd, de kamer van Marie binnentrad, kwam de geneesheer. Alle drie begaven zich naar de ziekezij was ont waakt; eene doodelijke bleekheid was het eenige teeken dat de ziekte op haar gelaat had achtergelaten. Zij scheen niet afgevallen te zijnhare groote blauwe oogen hadden haar schitterenden glans nog behoudenzij was nog even schoon maar als eene stervende die door eene laatste opflikkering der ziel nog eens opgewekt werd. Toen zjj William zag, gaf zjj hem de hand, die witter was dan het fijnste albast. William nam haar stilzwijgend «n drukte er zijne lippen op, hy knielde naast haar neer en moest met geweld zijne tranen be dwingen. (lA&rdt vervolg dj

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1