Groote en kleine gemeenten.
FEUILLETON.
Van over de grenzen.
WOENSDAG 2 MAART.
isns.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
VOOR
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abo nnementsprjjs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Franco per post zonder prijs-
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte,
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrij dagmorgen ingewacht.
i. Hoe genoegeljjk het leven des gerusten
landmans heenrolde, heeft Poot ons reeds
gemeld, toen hjj van den landman zong,
die zjjn zalig lot, hóe gering ook, voor geen
koningskroon zou verruild hebben en een
goede eeuw later was het er volgens vader
Tollens niet minder op geworden toen hij
uit de volheid zijns harten uitriep:
»Wat is hij wijs, die zelf mocht kiezen,
En 't lieve land ten woning koos!
Wie willens in de stad verkniezen,
Wat zijn ze dwaas en hersenloos!
't Is schooner toch wat God ons geeft,
Dan wat de mensch geknutseld heeft,
en het landleven veel hooger stelde dan het
leven in de benauwde straten.
In de laatste jaren schjjnt dit eenigszins
anders te zijn geworden, indien Poot en
Tollens ten minste zich niet schuldig ge
maakt hebben aan dichterlijke vrijheden,
want het getal van hen die gruwen van
de slavernij der steden en de vrijheid van
het veld verkiezen neemt steeds af blijkens
de toeneming in de groote gemeenten door
verhuizing van liet platteland. Hopen velen
daar den strijd om het leven gemakkelijker
te voeren dan ten platten lande, er zijn
ook anderen, die de poëzie van het platte
land kunnen genieten en toch hun huizen,
buitenverblijven en kasteelen verlaten om
zich de slavernjj der steden te getroosten.
Groote gemeenten, vooral als gezorgd
wordt voor genot en inspanning trekken
aangroote gemeenten geven meer uitzicht
op verdiensten en het platteland ziet aan
zienlijken en geringen naar de groote ge
meenten trekken, in weerwil van poëtische
bespiegelingen.
Het is zeker voor de kleinere gemeenten
niet aangenaam daardoor kapitaal en werk
krachten te verliezen, maar wat daartegen
te doen? Zijn er middelen om dit te keeren
om het landleven weder in eere te herstellen,
en den stedelisg uit te lokken naar het
platteland te trekken, zoodra zijn bezigheden
hem dit veroorloven? Met versjes en ge-
(3
De terugkeerende vrouw, die zich gedu
rende het onderzoek met hare kinderen in
de aangrenzende woonkamer had terugge
trokken, brak het ernstige gesprek af, dat
de achting van den professor voor den
zieke en zijne hooge meening over Agnes
nog had doen stjjgen.
Nadat hij eenige geruststellende woorden
tot de familie had gericht en de passende
middelen had voorgeschreven, nam hjj
vriendelijk afscheid, belovende de volgende
dagen terug te zullen komen, begeleid door
den dank en de zegenwenschen van de nu
bigde familie.
Agnes was met den beroemden genees
heer zoo zeer ingenomen, en zij stelde zoo
veel vertrouwen in hem, dat zij geen oogen-
blik aan de genezing van haar vader twijfelde,
vooral toen deze tengevolge van de be
darende middelen voor het eerst sedert
langen tijd in den nacht eenige uren sliep
en zich schjjnbaar beter gevoelde.
»Welk een manc, riep zij met schitterende
oogen. »Gij zult zien dat hij vader redden
zal.*
»Dat gave de hemel,* antwoordde de be
kommerde moeder. »Ook ik stel het meeste
vertrouwen in zijn kennis.*
dichten zal men dat zeker niet doen, er zal
vrij wat meer noodig zijn, nu steeds meerdere
klachten gehoord worden over de achter
lijkheid ten platten lande.
Yan al dat vroegere moois blijft o zoo
weinig over, nu klachten, ernstige klachten
aangeheven worden over de achterlijkheid
waarin het platteland verkeert, zonder dat
de regeering iets doet ter verbetering. Een
man als de afgevaardigde van Zierikzee,
in kleine en groote gemeenten bekend, de
heer v. Kerkwijk zal wel ernstige redenen
hebben, als hij klaagt over de achterstelling
van de bewoners der kleine gemeenten.
Zeker was hij niet poëtisch gestemd toen
hjj aanwees hoe het platteland aan de
grootere gemeenten wordt opgeofferd, hoe
al het mogeljjke gedaan wordt om die ge
meenten te bevoordeelen, terwijl voor het
platteland, voor de kleine gemeenten niets
wordf gedaan. De handel moet bloeien, alles
wat den handel belemmert moet opgeruimd
worden, de landbouw schijnt levenskracht
genoeg te hebben om voor zichzelf te zorgen.
Voor spoorwegen en handelswegen was en
is steeds geld beschikbaar, wat wordt gedaan
om het platteland door tramwegen met het
spoorwegnet te vereenigen?
Hoeveel moeite heeft 't niet gekost, eer
men in onze streek eenigszins van het spoor
wegverkeer kon profiteeren?
Hoe zijn thans nog de reisgelegenheden
in onze omgeving?
De tegenwoordige regeling van het onder
wijs is zeer in het nadeel van het platte
land. Daar worden geen hoogere burger
scholen gevonden en de scholen voor uit
gebreid lager onderwijs zijn bij de tegen
woordige exameneischen onvoldoende. Voor
den landbouw wordt door de regeering niets
gedaaner zijn zelfs geen officieele ver
tegenwoordigers der landbouwbelangen. Post
en telegraafgemeenschap is dikwijls nog zeer
primitief, maar waarom alle klachten van
den geachten afgevaardigde te herhalen
Wat kan gedaan worden tot verbetering?
Dat is een vraag die terstond op den voor
grond moet treden als dé klachten beaamd
»En daarbij is hij zoo goed en vriendelijk,
zooals ik nog nooit zulk een hooggeplaatst
man gezien heb. Wij kunnen hem niet
dankbaar genoeg zijn.*
Bij elk nieuw bezoek, dat de professor,
in weerwil van zijn groote praktijk regel
matig herhaalde, wies hare vereering voor
den uitstekenden geneesheer, die haar als
de grootmoedige weldoener der familie, als
het ideaal van een volmaakt man voorkwam.
Zoodra hij kwam, snelde zij hem met
stralende blikken tegemoet, hing zij aan
zijne lippen met geloovig vertrouwen tot
hem opziende, waarover hjj eene stille innige
vreugde gevoelde.
Daar hjj buitendien bijna dagelijks ge
tuige van hare liefdevolle teederheid en zelf
opoffering voor den zieke was, en steeds
nieuwe deugden in haar ontdekte, zoo vatte
hij ook voor Agnes eene reine vaderljjke
neiging op, waarvan hjj voor haar geen
geheim maakte.
De schjjnbare verbetering in den toestand
van den leeraar hield helaas niet al te lang
aan, en de gevaarlijke ziekte nam ma r al
te spoedig den gevreesden treurigen loop,
hoewel de oplettende geneesheer zijn geheele
kennis aanwendde om het bedreigde leven
te redden.
Met vreeselijke snelheid verdwenen de
krachten van den patiënt, nam den adem
nood toe, totdat de zieke in een verschrik
kelijke hoestbui bleef, en in de armen der
zijnen stierf.
Onbeschrjjfeljjk was de smart der onge
lukkige familie, die in den treurigsten toe-
worden. Dat kleine gemeenten in vele op
zichten achterstaan bjj grootere, zal wel
niemand ontkennen, dat de toestand van den
landbouwer juist niet rooskleurig is, behoeft
ook niet uitvoerig in het licht gesteld te
worden. Klachten kan men alom hooren,
waar de toestand van den landbouw ter
sprake komt. Maar is er wel veel nieuws
in die klachten. Zou de toestand in de dagen
van Poot zooveel anders, zooveel beter ge
weest zijn. Was het platteland, met zjjn
rooverbenden en dergelijke aardigheden
toen zoo uitlokkend Is de koopman, is
de industrieel tevreden, heeft hjj ten minste
geen gegronde redenen tot klagen Zooals
altjjd is ook in deze zaak overdrjjving
schadeljjk. Wjj hebben waarljjk reeds par
tgen genoeg hier te lande om dit getal niet
te vermeerderen en dit zou toch zeker het
geval zjjn, als men het platteland tegen de
groote gemeenten opzet door de voordeelen
die de eene boven de andere hebben, breed
uit te meten, maar de nadeelen niet in
rekening te brengen. Zeker, in grootere
gemeenten heeft men vrjj wat meer dan in
kleinere, maar in de eerste moet ook vrjj
wat meer opgebracht worden aan belastingen
van allerlei aard.
En het moge nu zoo niet terstond in
het oog vallen, men moge het uit gewoonte
niet meer opmerken, voor de kleinere ge
meenten van het platteland is toch in de
laatste jaren vrjj wat gedaan. Vergeljjkt
men de postverzendingen van nu met vroeger,
dan is het verschil groot. Gaat men een
veertig jaar terug en herinnert men zich
hoe het toen met het onderwijs ten platten
lande geschapen stond, dan zal men moeten
erkennen dat vrjj wat verbeterd is en dat?
het nog beter kon zjjn, als men daar zelf
slechts geld over had. Hoe zijn de gemeen
schapswegen verbeterd Maar genoeg, beter
dan klagen over geringe ondersteuning en
te weinige hulp van regeeringswege is het,
zelf de handen aan het werk te slaan, en
verbeteringen aan te brengen waar die
noodig zijn.
Is de toestand van den landbouw niet
stand achter bleef daar de lange duur der
ziekte niet alleen alle hulpmiddelen had
uitgeput, maar ook de vrouwen had ver
hinderd door hun arbeid het noodige levens
onderhoud te verdienen, zoodat zich bij het
leed over het onherstelbaar verlies nog de
zorg en vrees voor de onzekere toekomst
voegde.
In dezen tijd betoonde zich de professor
als een ware steun voor de familie.
Tot aan het laatste oogenblik bleef hij bij
het bed van den stervende, troostte er de
nabljjvenden in hun groote smart als een
oude, getrouwe vriend, alsof zjj sedert jaren
met hem op het innigste verbonden waren
geweest.
Te goed met de ongelukkige omstandig
heden bekend, liet hij het niet bij harteljjke
woorden, maar trachtte den oogenblikke-
lijken nood door een flinke ondersteuning te
verzachten, welke hij der bekommerde weduwe
uit naam der collega's van haar man ter
hand stelde, waarbjj hjj echter verzweeg dat
het grootste deel der som van hem kwam.
Met tranen in de oogen dankte hem de
geroerde vrouw voor zjjne goedheid, terwijl
Agnes zijne weldadige hand greep, en voor
dat hg het verhinderen kon, die kuste.
Diep bewogen verliet de professor de hem
zoo dierbare familie, door gevoelens be
stormd, waarvan hjj zich rekenschap kon
geven.
Den geheelen dag omzweefde hem het
beeld der treurende Agnes, vervolgde hem
de herinnering aan haar kus. Nooit was
zjj hem schooner voorgekomen dan in haar
zooals die behoort te zjjn, met klagen zal
dit niet beter wordenmoet de oude weg
verlaten worden, men zoeke nieuwe wegen,
door wetenschap en ondervinding aange
wezen. Veel kan men zelf doen als men
slechts wil en waar de hulp der regeering
noodig is, zal die zeker niet uitbljjven.
Bljjkt dit niet reeds in de belastingont-
werpen van den minister, die verdacht werd
voor den landbouw weinig belangstelling
te koesteren
Het wordt te veel gewoonte om alles
van de regeering te wachten en zoo weinig
mogeljjk zelf te doen, en dit moet niet be
vorderd worden door alleen het minder goede
op te zoeken en de voordeelen over het
hoofd te zien. Zeker, de inwoners van
grootere gemeenten hebben voorrechten
boven die van kleinere gemeenten, maar
deze hebben ook vrjj wat, dat zjj in gene
te vergeefs zonden zoeken. Voor- en nadeelen
wegen tegen elkander op, en het gaat niet
op om met het oog op voor- en nadeel het
platteland tegen de groote gemeenten op
te zetten.
Overal toch heeft men zjjn lusten maar
ook zjjn lasten
De verschillende opvattingen van het be
grip Koning zijn vele, doch hoe uiteen
loopend ze zijn mogen, toch tot twee rubrie
ken te brengen. Volgens de oude staat een
Koning tegenover zjjn millioenen onderdanen
als tegenover een schare onmondigen, die
hjj leiden moet, daartoe geroepen door Gods
genade, en beschermen tegen alle schadelijke
invloeden. Zjjn wil is wet en naar zjjn pjjpen
danst 't heele koninkrijk. Van meeningen
en opinies onder de leden van 't rjjk is
geen sprake, kan ook geen sprake zjjn er
heerscht slechts ééne meening, die van hem,
welke door allen behoord geëerbiedigd te
worden.
De andere opvatting, reeds eeuwen ge
huldigd o.a. in Nederland en Engeland,
staat daar lijnrecht tegenover. Volgens deze
houdt de Koning wel degeljjk rekening met
den wil der natie en leidt deze niet maar
volgens zjjn welbehagen of gril, maar langs
een vooraf nauwkeurig afgebakenden weg.
smart, nooit had dank hem zoo verheugd
en geroerd als de kus van hare bleeke lippen.
Tegen zjjne gewoonte vergat de met bezig
heden overkropte geneesheer niet zoo spoedig
de achtergeblevenen van den gestorven
leeraar, aan wie hij eene duurzame oplet
tendheid wjjdde, te meer, daar ook de be
droefde weduwe, tengevolge van de vooraf
gegane inspanning en gemoedsbeweging
lijdend was en zijne hulp behoefde.
Maar ook na haar volkomen genezing
bezocht hij soms nog de familie Gutknecht,
voor welke hjj zich te meer interesseerde,
hoe beter hjj haar leerde kennen.
Gaarne verwjjlde de aanzienlijke beroemde
professor in den bescheiden huiseljjken kring,
die hij langzamerhand boven de schitterende
gezelschappen trok.
Hier vond de door den arbeid vermoeiden,
van allerlei genot verzadigden geneesheer,
eene hem weldoende rust, een hem aange-
namen eenvoud en voor alles eene aan aan
bidding grenzende vereering.
Door de dankbare weduwe met oprechte
vreugde, door Agnes als een hooger wezen,
dat zegen bracht, ontvangen, gevoelde hg
zich nergens zoo te huis, als in de nabijheid
van de beide reine goede en fijn beschaafde
vrouwen, die hij met eiken dag hooger
achtte, en altijd meer liefkreeg.
Langzamerhand werden zijne aanvankeljjk
korte bezoeken langer, en hjj bleef ook wel
eens een geheelen avond in het hem aan
gename gezelschap, tevreden met de een
voudige omgeving en een kop thee, die
Agnes, zooals hg beweerde, zoo goed be-
Moge 't ook hier niet aan onmondigen ont
breken, hij regeert als over hen, die tot de
jaren des onderscheids zjjn gekomen. Het
volk is nummer één, hg de hoogste dienaar.
Welke van de twee opvattingen men
huldigen moge, 't zal toch bezwaarljjk gaan
de taal die Wilhelm van Pruisen tegen
woordig voert, te verschoonen. Op dezen
jongen monarch, hjj i3 33 jaren oud, rust
een zware taak. Als Keizer van Duitschland
staat hjj aan het hoofd van dien schoonen
bond van broeders, waarvan in alle liederen
gezongen en die in 1871 uit de sferen der
poëtische droomen in werkelijkheid over
ging. Als Koning van Pruisen bevindt hjj
zich aan de spits van een der krachtigste
natiën van Europa, den sterksteu broeder
des bonds. En Keizerrjjk, èn Koninkrijk
vorderen een machtige hand, want de stroo
mingen, die op en onder de oppervlakte
woelen en werken, zjjn vele en velerlei en
die te beheerschen en te leiden, zoodat het
Keizerljjk schip van Staat veilig voortzeilen
kan, is een schoone taak die den ganschen
mensch vordert.
Ieder mensch heeft zjjn slechte oogen-
blikken, zjjn uren van moedeloosheid, zjjn
stonden, waarin hjj vraagt zou 't me wel
gelukken, zou ik het volhouden en volbren
gen Ook een Koning, een Keizer heeft die.
Er zjjn er, die tot diepe neerslachtigheid
vervallen zjjn, sommigen zjjn krankzinnig
gestorven, velen hebben in een eindelooze
roes van vermaken afleiding gezocht en hun
leven verkort.
Dat laatste doet Wilhelm niet. Maar ook
over hem komen uren van moedeloosheid,
van bang twjjfelen. Het doet hem zeer, dat
zoo oneindig velen met hem van inzicht
verschillen hg meent het zoo goed, en jong
en voortvarend als hjj is, kan hij niet hebben
dat anderen door niet zjjn koers te volgen,
hem tegenwerken.
Hij kropt zjjn misnoegen, zjjn verdriet
op, maar dat lukt hem niet altjjd, er komen
oogenblikken, waarin de verontwaardiging
lucht zoekt en vindt.
Zoo b.v. verleden week, toen de Keizer
zich hoogst onvoorzichtig uitgelaten heeft,
't Was aan een diner van de Provinciale
Staten van Brandenburg, de kern van Pruisen.
Die Brandenburgsche heeren schjjnen bjj-
zonder zjjn sympathie te verdienen en dat
laat zich verklaren, het is niet aan hen,
dat de groote vragen die het Rijk beroeren
om oplossing komen.
»Ik verheug mjj steeds,* zoo toostte Z. M.,
reidde, zooals hjj ze nog nooit geloofde te
hebben gedronken.
Terwjjl de professor zich op deze wjjze
zoo voortreffeljjk onderhield, dat hjj er den
tjjd door vergat, wachtte hem te huis zjjne
huishoudster ongeduldig met het avondeten.
Zjj heette Christina Vollmer en was,
zooals algemeen bekend was, een arme
bloedverwant van den professor, die hg na
den dood van haar in de provincie gestorven
man met haar kind, een achtjarige opvallend
schoone en begaafde knaap uit medeljjden
tot zich had genomen en met de leiding
van zjjn huishouden had belast. Daarom
zorgde zjj ook met den meesten jjver voor
zjjn gemak, en leidde zjjn huishouden met
buitengewone zelfverloochening en oplet
tendheid.
Tegelijk vertegenwoordigde zjj op waardige
wjjze de plaats van de hem ontbrekende
huisvrouw, daar zjj, hoewel niet zoo jong
meer, nog altjjd eene aantrekkeljjke ver-
schgning was, en zich met de jaren ook
eene zekere uiterljjke beschaving door zjju
omgang had eigengemaakt.
Buitendien verstond zjj het, hem het leven
zoo aangenaam mogeljjk te maken en door
hare uitstekende kookkunst, waaraan hjj
veel hechtte, zjjne behoeften te bevredigen,
zoodat zjj hem onontbeerljjk scheen.
Daar kwam nog bjj, dat hg haar kleine
zoon, die als hjj zelf, Bernard heette, als
een eigen kind liefhad.
Wordt vtrvolqdj
eu Mei
Langstraat en t!e
Minelerwaaii