Belasting-hervorming.
FEUILLETON.
1078
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
Y00R
•Sf 'Ste®*
Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden ƒ1.00.
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentiën 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Spoedig na de optreding van dit ministerie
trad de vraag op den voorgrond, wat moest
voorgaan, de hervorming en uitbreiding van
het kiesrecht of wel die onzer belastingen.
De regeering gaf geen beloften, en mengde
zich slechts even in den strijd door de ver
klaring, dat naarmate de ontwerpen gereed
kwamen, die bij de vertegenwooordiging
zouden worden ingediend.
De minister van financiën heeft zijn eerste
ontwerpen tot belastinghervorming nu inge
diend, en vrij algemeen zijn ze met wel
gevallen ontvangen.
Belasting-hervorming is zeker niets nieuws.
Sedert 1848 is ieder overtuigd van de nood
zakelijkheid en gedurig zjjn pogingen aan
gewend om het rechtvaardigheidsbeginsel bjj
ons belastingstelsel, als men nu van een
stelsel spreken mag, te doen zegevieren.
Reeds onder het eerste ministerie Thor-
becke in 1852, diende de minister Van
Bosse een voorstel tot rente-belasting in,
dat het Staadsblad niet mocht bereiken. In
1872 wilde de minister Blussé door de
invoering eener inkomstenbelasting komen
tot de afschaffing van de belasting op het
patent en de accijnzen op vleesch en zeep,
maar ook hij mocht niet slagen, evenmin
als de minister Vissering in 1881 met een
rentebelasting of de minister Grobbee in
1884 met een klassen-belasting.
Wat den achtereenvolgenden ministers
niet gelukt was zou misschien aan Kamer
leden gelukken, ten minste dit beproefden
de heeren Borgesius en anderen, toon zij in
1890 een inkomstenbelasting voorstelden,
om, zoo te komen tot afschaffing van het
patent en van den zout-accijns en tot ver
laging der registratierechten.
Al weder een onvruchtbaar debat! De
aati-revolutionairen, gesteund door liberalen,
die het betere wenschten en met het goede
niet tevreden waren, hebben alle belasting
hervorming tot nu belet. Men wijst op het
onbilljjke, op het onrechtvaardige, op het
drukkende onzer belastingen, maar iedere
poging om verbetering aan te brengen,
iedere poging om den druk te verminderen,
om de rechtvaardigheid te betrachten, is
(5
De aanfclik van den sluimerenden knaap,
scheen slechts hare zorgen te verhoogen.
Zij zat gebogen over het rozige gelaat
van haar kind, zacht snikkend, een beeld
van de diepste droefheid en grootste ver
twijfeling, waaruit haar eerst de bekende
stap van den professor, die "van zijn bezoek
terugkeerde,' riep.
Snel droogde Christina hare tranen, en
snelde hem met voorgewende bedaardheid
tegemoet, terwijl zij haar boosheid onder
een gedwongen vriendelijk lachje trachtte
te verbergen, dat evenwel door haar blik
vol verwjjt en hare door het schreien ge
zwollen OQgen werd gelogenstraft.
»IL heb u laten wachten, zeide hij, zich
verontschuldigende, en mjj langer opge-
gehoaden, dan ik dacht. In 't vervolg moet
gjj u om mij niet geneeren. Gij weet dat
ik daarvan niet houd.«
>De bediende zeide mij, dat gij tegen
het avondeten zoudt terugkomen.*
»Het is toch geen ongeluk als ik eens
wat laat kom, en gij behoeft daarom zoo
knorrig nkt te kjjken.<
tot nu mislukt.
Groote woorden genoeg, maar daden
Zal de minister Pierson gelukkiger zijn
Zal eindelijk na veertig jaren zoekens, ge
vonden worden, wat kan strekken om den
druk te verzachten? Gelukkig zijn de om
standigheden eenigszins anders geworden.
Vooreerst zal de lust bij sommige liberalen
om op eigen gelegenheid strijd te voeren,
wel verminderd zijn, men zal zich met bet
goede vergenoegen, als het blijkt dat het
betere niet te verkrijgen is, en dan ook
wordt de eiscli steeds dringender om ver
andering.
Er moet betaald worden door hen, die
betalen kunnen, vrijstelling van de ver
mogenden, zooals tot nu, kan niet langer
volgehouden worden, ook het vermogen in
portefeuille moet belast worden, en dit wil
de minister Pierson door zjjn belasting op
het vermogen.
Zooals wij reeds schreven, met de ont
vangst die het ontwerp gevonden heeft,
kan de minister tevreden zijnreeds deze
week wordt het in de afdeelingen onder
zocht en spoedig zal dus blijken of er kans
bestaat, dat dit ontwerp tot wet zal verheven
worden.
Het zou een eerste stap zijn op den goeden
weg. Vermogens beneden de f 13000 zullen
vrijgesteld zijn. Vermogens boven de f 25000
zullen één per duizend gulden betalen,
zoodat iemand wiens vermogen f 45000
bedraagt jaarlijks f 45 aan de nieuwe be
lasting zal moeten bijdragen. Vermogens
boven de f 100000 zullen iets meer dan
één per duizend betalen. Niemand zal kun
nen zeggen dat die belasting drukkend is.
Minder ingenomen is men over het geheel
met de verhooging van den accijns op
sterkendrank van f 60 op f 65 per H.L.
Een groot bezwaar voor de behoeftigen
zegt men, over het gebruik of het misbruik
dat van jenever gemaakt wordt, wil ik thans
niet schrjjven kan men het over die ver
hooging niet eens worden, dit is een bjjzaak
die tot de hoofdzaak, de belasting op het
vermogen, weinig afdoet. Een kleine ver
hooging van de belasting kan in de 2
millioen, die de verhooging van den accjjns
zal opleveren, voorzien. Komt de belasting
op het vermogen, dan zullen zeep en zout-
accjjns geen bezwaar meer opleveren en? worden, door de ondervinding geleerd, als
door wjjziging der registratie en mutatie- slechts eerst het beginsel is aangenomen,
rechten zullen de landbouwers vooral ge- Wel hebben de anti-revolutionairen zich
baat worden even als door een wjjziging steeds tegen wijziging in de belasting ver
der grondbelasting. Hieruit blijkt dus dat zet, z|j toch stemden tegen de afschaffing
de minister ook een open oor en oog heeftder gemaalbelasting in 1855, tegen de af-
voor de belangen van den landbouw, al schaffing van den accijns op de brandstoffen
heeft h|j nu juist niet voorgesteld den in 1863, tegen de afschaffing der plaat-
accjjns op het rund vleesch af te schaffen oUseljjke accijnzen in 1865, maar de tijden
te verminderen, zooals ook reeds gevraagd is. zijn veranderd. De graven en baronnen, de
Er zijn zeker bijzaken genoeg om de ont- aristocratie voert ook in die partij niet meer
werpen te bestrijden. Men kan o zulk een. het hoogste woord; de democratie, patri-
vurig aanhanger van een belasting op het monium, heeft ook daar stem in het ka-
vermogen zjjn, maar tegen de ontwerpen pittel, en het zal te bezien staan, of daar-
stemmen omdat eenige bijzonderheden nu mede door de afgevaardigden dier party
juist niet naar den zin zijn. Zoo is het; geen rekening zal gehouden worden als er
vroeger dikwijls gegaanwij willen hopengestemd moet worden over een belasting,
dat dit nu niet het geval zal zijn maar men die hoofdzakelijk de vermogen den treft,
de hoofdzaak niet aan bjjzaken zal opofferen, Zeker zullen de kiezers met belangstelling
want deze ontwerpen zjjn de eerste van een de houding hunner afgevaardigden nagaan,
reeks. Regeling van patent en personeel want de stemming over de belastingont-
zullen spoedig volgen.
Dringend noodig is het om in de be-
werpen zal over veel beslissen.
De minister heeft het zijne gedaan, op
hoeffcen van vele gemeenten te voorzien, j de vertegenwoordigers des volks rust thans
Een belasling op het inkomen van 6, ja 10 de verplichting het hunne te doen, opdat
percent, zooals in sommige Friesche ge- zoo spoedig mogelyk een billjjke en recht-
meenten, is een onhoudbare toestand, waarin vaardige regeling van onze belastingen tot
zoo spoedig mogelyk voorzien moet worden.stand komt, waarnaar reeds zoo lang is
En niet slechts in Friesland, ook in andere uitgezien
deelen des lands worden de gemeente-be
lastingen steeds drukkender.
Verbetering kan alleen aangebracht
worden door een betere regeling der rijks
belastingen. Wordt de patentbelasting een
zuivere inkomstenbelasting, zonder de te >en-
woordige vrijstellingen en onregelmatigheden,
wordt de persotieele belasting ontdaan van
Buitenland.
De politie te Molenbeek, een voorstad
van Brussel, heeft een Duitscher, Gatzweiler
genaamd, en diens vrouw in hechtenis ge
nomen wegens 't mishandelen van hun kind.
Gedurende twee jaar hebben zij de negen
jarige Eva, dochter uit 't eerste huwelyk
de tegenwoordig verkeerdheden, een miverevan den op de oniMMcheljjkste wjjze
belasting op de weelde, dan knnnen diemigkandeld. Vier maal was het kind het
s bel«8lil«eü üf Beheel of gedeeltelijk aan de ouder,;jke hllia reed„ 0IltvlacM en gednrende
gemeenten afgestaan worden of dese knnnen moMte koud(J naohten had baiten gf,_
op die belast,ngen opcenten heffen om in|zirorie0_ üe eea machine-smid, had
haar behoeften te voorzien. Maar voor alles I
zelfs een martel-instrument gemaakt, om
moet gaan de regeling van de belasting ophet kin<] goed kunnen pjjnigen D(J
hut vermogen, dat is de grondsteen waarop'
n r ineesheeren constateerden op t lichaam der
het gebouw moet rusten. kleine talrjjke sporen van mishandeling.
Het is te hopen dat onne vertegenwoor- Wanoe„ de oaders de won;ng rerlioteDi
digers daarvan bij het eerste onderzoek en
J werd de kleine Eva dikwijls gansche dagen
bij de beraadslagingen over de ontwerpen j op m bed geb(mdeIb zood„t ,id
zullen doordrongen zijn. Blijkt het nader kon bewegen>
»Ik vrees maar dat het lekkere eten be
dorven zal zijn en u niet smaken zal.«
»Als het niets anders is, dan kunt ge
kalm bljjven; ik heb op 't oogenblik geen
bizonderen eetlust.*
Dan hebt ge zeker ergens anders ge
geten?*
»Een kleinigheid,* antwoordde hjj ver
legen, >wat koud gebraad en een kopje thee.*
»Uat spijt mij,* antwoordde zjj treurig.
»Ik heb voor u uw lievelings gerecht, een
jonge kip gereed laten maken wat moet
ik daarmee nu beginnen?*
»Als het u genoegen doet,* zeide hjj
goedmoedig, >en ik er u een dienst mee
doe, zal ik het beproeven.*
Terwijl Christina oprees om het avondeten
gereed te zetten, ontwaakte de sluimerende
knaap, dien de verstrooide professor nu eerst
bemerkte.
»Bernard,« riep hij verwonderd. »Wat
moet gjj hier nog zoo laat doen? Dat is
niet goed.*
Vergeef hem!* antwoordde zy zacht.
»De jongen wilde niet gaan slapen, voordat
hjj u gezien en u goede nacht had gewenscht.
Hjj houdt zooveel van u.«
Als tot bevestiging van hare woorden,
liep de nu weer geheel wakker geworden
knaap naar den professor, om hem te om
helzen en te kussen, hoewel deze nu minder
dan ooit geneigd was, om de stormachtige
dat de regeling wat te wenschen overlaat,
daarin kan later gemakkei jjk voorzien
liefkozingen van het kind te beantwoorden,
zooals Cnristina tot haar leedwezen zag.
»Koin,« zeide zy heftig, den tegenstrib
belenden knaap bjj de hand nemende, en
hem voorttrekkende; »oom wil van ons niets
weten, men moet niemand zijn liefde op
dringen.*
Met eene hem bjj na vreemde onverschil
ligheid deed de professor, alsof hjj haar
bedekt verwjjt niet gehoord of verstaan had,
daar hy zich niet geheel vrjj van schuld
gevoelde, en tot eiken prjjs eene bem onaan
gename scène met de zichtbaar toornige
huishoudster wilde voorkomen.
Hy zette zich daarom op haar verzoek
aan de reeds voor hem gedekte tafel, hoewel
hjj niet den minsten eetlust gevoelde, en van
de door haar opgedragen, zorgvuldig toe
bereidde spjjzen nauwelijks proefde.
»Het sehjjnt u niet te smaken, zeide
Christina, die hem met hare donkere, toornige
oogen voortdurend wantrouwig aanzag, nadat
zy den knaap te bed had gebracht.
»Zeer goed, uitstekend! Het eten is wer-
keljjk delicieus.*
»Maar gjj gebruikt er niets van, de kip
hebt gij nog niet aangeraakt.*
Alleen om de op hare kookkunst trotsche
vrouw niet te kreuken, sneed hij een stuk
van de kip af, en dwong zich tot eten.
Toen zy hem echter opnieuw noodde, en
hem de schotel wilde aangeven, weerde hy
Uit Saint-Etienne wordt bericht, dat een
die bepaald af, en stiet haar hand eenigszins
onzacht terug.
Plaag mjj niet,* zeide hjj ongeduldig;
»ik heb genoeg en kan niet meer gebruiken
gy weet wel dat mjj niets zoo verveelt, als
dat eeuwige nooden.*
»Ik weet alleen* antwoordde zy gekrenkt,
»dat ik niets goeds meer kan doen, en u tot
last ben.*
»Van avond zijt gy werkelijk onverdrage-
ljjk, en zult mij nog met uw dwaas gepraat
ernstig boos maken.*
»0,« antwoordde zij heftig; »ik ben niet
blind, en zie maar al te goed, dat ik over
tollig ben; dat heb ik niet aan u verdiend.*
Een tranenstroom begeleidde de woorden
van de vertoornde vrouw, en herinnerde
tegelijk den getroffen professor aan zjjne
verplichtingen en de groote offers, die zy
hem vele jaren achtereen had gebracht, hij
beproefde daarom haar gerust te stellen.
Hoe kunt gij zoo iets gelooven!* zeide
hij vriendelijk; waarom zoudt gjj mij tot
last zjjn
»Omdat,< snikte zy, »omdat gy, zooals
men zegt, wilt gaan trouwen.*
»Gekkepraatzeide hy heftig, terwijl hy
er bedaarder bjj voegde: »Ik denk er niet
aan; op rnjjn leeftijd.*
»Gjj zjjt niet afgeleefd, en ziet er nog
zoo frisch uit, dat gjj de beste partyen doen,
en de schoonste meisjes krjjgen kunt.*
mjjnschacht is overstroomdgelukkig konden
de 300 werklieden, die zich daar bevonden,
na een gedwongen bad ontkomen. Ook de
68 paarden zjjn geredzij hadden tot den
nek in het water gestaan. Het werk zal
ongeveer een week moeten worden gestaakt.
De vijf-en-dertigjarige Delamarie, te Melle-
ville, in Frankrjjk, een man van zwakke
geestvermogens, had, twee jaar geleden, een
vrjj aanzienlijke erfenis gekregen. Door zjjn
vader, die met eene weduwe was hertrouwd,
liet hjj zich geheel overheerschen en die
onnatuurlijke vader maakte de erfenis van
zjjn zoon geheel op en stuurde hem uit
om te bedelen, terwjjl hy weigerde hem den
kost te geven. Half Januari van dit jaar
werd de ongelukkige ziek en toen sloot men
hem in een stal op.
Men weigerde den ongelukkige zelfs een
korst brood en een glas water en gedurende
een maand werd hy op ongeloofljjk wreede
wijze behandeld. Eindelyk bezweek Dela-
marre. De geneesheer Michelet weigerde,
toen hy den toestand van verdroging zag
waarin het ljjk verkeerde, om verlof tot
het begraven te geven. De justitie, die van
het geval verwittigd werd, gaf bevel tot
lykschouwing, die aan het licht bracht, dat
de maag en ingewanden geheel ledig en
uitgedroogd waren. Hoewel de doode reeds
negen dagen geleden gestorven was, ver
breidde het ljjk nog volstekt geen onaan
gename lucht. Tegen de barbaarsche ouders
zijn door de justitie maatregelen genomen.
In een trein van Parijs naar Amiens
werd in een waggon 2e klasse het ljjk ge
vonden van een jong man, dat aan den
rechterslaap een diepe wond vertoonde. De
reiziger was alleen en het schijnt dat aan
zelfmoord niet te denken valt.
Een officier van het Fransche leger, Mattei,
heeft een geweer uitgevonden, dat op 70
meter afstands een krachtigen straal vitriool
spuit. De bedoeling is niet om het werktuig
te gebruiken in de groote oorlogen, maar
in de gevechten tegen inlanders. De uit
vinder beweert, dat het een uitstekend middel
tegen de inboorlingen in Afrika zou zjjn,
op wier naakte lichamen het bjjtende vocht
zeker eene afschuwelijke uitwerking zou
hebben.
»Neen, neen,* antwoordde hjj nadenkend.
»Het valt mjj niet in om mjjne vrjjheid
op te geven, daar behoeft ge niet bekom
merd over te zjjn.*
»Deze, zooals het scheen, geheel ernstig
gemeende verzekeringen veroorzaakten, dat
haar bedroefd gelaat, als door een toover-
slag ophelderde en hare tranen, zoo snel als
frissche morgendauw in den warmen zonne-
schjjn opdroogden.
Geheel bevredigd en getroost, over zjjne
vermeende huwelijksplannen, stond Christina
op, om zich ter rust te begeven.
Ook de professor trok zich in zjjne kamer
terug, waar hy echter niet zoo spoedig den
gewenschten slaap vond; daar hjj behalve
van het bezoek bjj de familie Gutknecht,
door het onderhoud met zjjne huishoudster
geheel was vervuld.
De ondervindingrjjke, verstandige genees
heer kon het zich niet langer verbloemen,
dat hy voor Agnes een diepe genegenheid,
eene innige liefde had opgevat, zooals hy
die op zjjn leeftjjd, en bjj zjjne beschouwingen
over het vrouwelyke geslacht niet meer
mogeljjk had geloofd.
Hoe meer hy haar zag, en hoe meer hjj
op haar lette, zooveel te minder kon hy aan
de bekoorljjkheid van hare schoonheid, hare
onschuld en hare natuurljjke lieftalligheid
weerstand bieden.
fan
en Altena,
r -sr*,
7j £r\Kv
Langstraat en <!e
eniinelerwaard.
Franco per post zonder prjjs-
(W*rdt vrvtlgdj