Leerplicht.
FEUILLETON.
ZATERDAG 11 JUNI.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
De eerste en de laatste vrijerij
van Jan Krab.
Buitenland.
1S12.
VOOR
jiïstraat en do
elerwaarc
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Franco per post zonder prjjs-
Advertentiën 16 regels 00 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen ingewacht.
Invoering van leerplicht werd in het
programma der liberale party opgenomen,
en het ministerie stelt onderzoekingen ie
of de invoering al of niet mogelijk is. Bij
bjjzondere onderwijzers schijnen inlichtingen
gevraagd te zijn en ook openbare onder
wijzers zijn uitgenoodigd hun denkbeelden
omtrent de invoering van leerplicht mede
te deelen. Naast die officieele vragen staat
bet Nederlandsch Onderwjjzers-genootschap
met een vragenlijst, waarop van 114 af-
deelingen des genootschaps een antwoord
ontvangen isdaaruit zal men dus vrij
nauwkeurig kunnen opmaken hoe de open
bare onderwjjzers, leden dier afdeelingen,
over de invoering van leerplicht oordeelen.
Van de 114 afdeelingen verklaarden zich
slechts 4 tegen de invoering van leerplicht,
v/el een bewjjs dat de onderwijzers in het
algemeen erkennen dat het tegenwoordige
onderwys voor velen onvoldoende is. Jammer
dat het noodige niet altijd te verkrijgen is
achtte men dit mogelijk dan zouden zeker
ook de vier andere afdeelingen vóór de in
voering gestemd hebben, want bij die af
deelingen werden de bezwaren onoverkome
lijk geacht.
Amersfoort wjjst op de overlading in de
wetgeving, die de uitvoering zeer bemoeiel jjkt
en het handhaven van recht en billijkheid
bezwaarlijk maakt; de afdeeling acht het
opleggen van dwang verkeerd, en vreest
ontevredenheid, waardoor de toestand eer
zal verergeren dan verbeterenhet contro
leeren zal hoogst moeieljjk zijnverder acht
zjj dat het schoolverzuim, ontstaande door
gemis van voedsel en kleeding, ziekte in
't gezin, het verleenen van hulp bij afwezig
heid der ouders, niet als strafbaar kan
beschouwd worden. Uitbreiding van het
ambachts-onderwijs zal dan ook noodzakelijk
zijn, terwjjl gebrek aan scholen en personeel
mede een hoofdbezwaar tegen de invoering
is. Die bezwaren dienen ernstig overwogen
(i
Zy heetten Jan en Gerrit, de beide onaf
scheidelijke vrienden en met hun familie
namen Krab en Mulder. Van der jeugd af
hadden zy ter zee gevaren, meestal op het
zelfde schip, de laatste twintig jaren bij de
marine, waar zij het door oppassendheid
spoedig tot bootsmansmaat brachten en
waren in dezen rang als invalieden gepen-
sionneerd.
Zij behoorden niet tot het groote getal
zeelui, die aan wal in enkele vroolijke dagen
verpatsen, wat ze in hun zwaar beroep met
veel ontbering verworven hebben en dan
kaal als waterratten aan boord terugkeeren
om nogmaals jaren lang hard te werken
en te sparenzij hadden integendeel altijd
verstandig geleefd en een aardig sommetje
ter zijde gelegd.
Dat kwam hun thans in den rusttijd
uitmuntend te stade; het was toereikend
tot den aankoop van een klein huis met
Tuin en er was zelfs nog zooveel overge-
choten, dat de vrienden uit den intrest
ïunne bijzondere wenschen en behoeften
;estrjjden konden. Tot deze laatste behoorde
uatuurljjk in de eerste plaats een stijf glas
rog van echten Jamaika en niet te sterk
vatergehalte, Hun huisje hadden zij zooveel
te worden voor men tot de invoering besluit.
Wordt daartoe besloten, dan dient men met
alles gereed te zijn.
De helft der afdeelingen wenschte leer
plicht van het zesde tot het veertiende jaar.
Zeker een mooi ding maar hoe zou het in
vele gemeenten dan met de voorhanden
ruimte uitkomen Meer gematigde voor
standers wilden langzamerhand tot de acht
verplichte leerjaren komen, en dat zou wel
zoo wijs zijn, wil iets van de invoering terecht
komen. En dan herhalings-onderwijs66
afdeelingen wilden ook dit verplichtend
stellen, 26 waren daartegendaar echter
bij een verplichten leertijd van acht jaren
herhalings-onderwijs wel niet meer noodig
zal zijn, wil men daardoor voortgezet onder
wys, ambachts-onderwijs enz. verstaan heb
ben. Het moet zoo practisch mogelijk ingericht
worden in overeenstemming met de eigen
aardige behoeften der streek. Op het voor
beeld van België wil men aan de meisjes
ook de huishoudkunde doen onderwjjzen.
Heeft men zoo de wenschen geformuleerd,
nu komen de bezwarenwaarover minder
eenstemmig geoordeeld werd. Wie zal con
troleeren of de wet op leerplicht behoorlijk
gehandhaafd wordt. Over een zaak was men
het eensde onderwijzer mag niet in de
strafvervolging gemoeid worden hij levert
de lijsten van schoolverzuim in en daarmede
moet zijn taak afgeloopen zjjn. De ver
volging moet door anderen ingesteld worden.
Als getuige optreden gaat zeer moeieljjk,
omdat de onderwijzer zelf zich dan te dikwijls
aan schoolverzuim zou moeten schuldig
maken. Wie zullen de vervolging instellen?
De oplossing van die vraag zal zeker be
zwaarlijk gaan44 afd. wilden dit werkje
opdragen aan een commissie uit de ouders
der schoolgaande kinderen, alsof die zich
daarvoor zouden beschikbaar willen stellen,
30 afd. aan afzonderlijk daartoe aan testellen
ambtenaren, 9 afd. wilden de schoolcom-
missiën daarmede belasten, alsof die collegies
niet reeds meer dan druk werk hebben, 6
waren er voor om het gemeentebestuur, 3
mogelijk scheepswijze ingericht; zij hielden
ook in een apart schuurtje eenige ratten,
daar zooals bekend is een schip zoolang ge
lukkig vaart als het door deze dieren be
woond wordt en lieten zich door een »kajuits-
jongen* bedienen. Vrouwelijke wezens moch
ten hunne woning niet betreden, zelf niet de
oude, verschrompelde melkvrouw, want van
het schoone geslacht hadden beiden een
hartgrondigen afkeer.
Jan en Gerrit waren ongeveer eren oud,
dichtbij de vijftig. Op hun verweerd aan
gezicht hadden storm en water onuitwisch-
bare sporen geteekend, doch zij verheugden
zich in een goede gezondheid, waren voor
hun jaren krachtig en flink en hun haren
hadden de kleur behouden.
Naar lichaam en geest waren ze tamelijk
verschillend. Jan was kort en dik, beweeglijk
en blond, Gerrit slank, afgemeten in zijn
bewegingen en donker; de eerste levendig
en een liefhebber van babbelen, de laatste
bedaard en inzichzelven gekeerd. Gene bezat
een rijke fantasie, die zich dikwijls in ver
tellingen luchtte, terwijl de nuchtere Gerrit
de zaken eenvoudig en kort by den naam
noemde en zijn vriend gedurig in de rede
viel, wanneer in het kluwen zijuer ver
tellingen al te taaie gedeelten voorkwamen.
Jan nam dit nooit kwalijk, maar hervatte
terstond den richtigen koers, om spoedig
daarna weer zijn tong te laten doorslaan
en zijn toehoorders iets onverduwbaars te
slikken te geven.
Op deze wijze vulden zij elkaar aan en hun
samenleven was ongestoord en harmonisch.
In den tuin stond een appelboom met
om de schoolopzieners daarmede te belasten.
Verschil genoeg en hoogst waarschijnlijk zal
het op vaste ambtenaren en daardoor ver
meerdering van uitgaven moeten uitloopen,
wil men eenigszins op een goede controle
kunnen vertrouwen. Een andere, even
moeielijke regeling is, welke verzuimen als
geoorloofd, welke als niet geoorloofd moeten
beschouwd worden. Als geoorloofde ver
zuimen werden genoemdsterfgevallen en
huwelijken in de familie, ziekte, weer en
wegen, godsdienstplichten, verre afstand voor
jonge kinderenhulp in het gezin bij ziekte,
gebrek aan kleeding en schoeisel, lichaams-
en zielsgebreken, gebrek aan ruimte op de
scholen en waar moeten de kinderen van
schippers en kermisreizigers, die geen vaste
woonplaats hebben, onderwys ontvangen?
Uitzonderingen genoeg, om het duidelijk te
maken, dat de regeling tal van bezwaren
zal ontmoeten.
Hoe toch moeten vele dier zoogenaamde
geoorloofde verzuimen geconstateerd worden?
Zal niet veel, ja alles afhangen van den
persoon die met de controle belast is, zal
de geheele regeling hier en daar iets be-
teekenen? En toch, zelfs de strengste con
trole zal met die zaken rekening moeten
houden.
Door 76 afd. werd erkend dat de va-
cantiën zoo konden geregeld worden dat die
in den tijd van het grootste schoolverzuim
vielen, maar zullen dan die vacantiën voor
de kinderen geen wisse vrees zijn, zal men
dan de leerlingen der school gedurende dien
jtjjd niet exploiteeren, zoodat voor hen van
rusttijd geen sprake is?
Tegen het verzetten der schooluren om
die exploitatie dagelijks mogelijk te maken
waren 66 afdeelingen; 71 afdeelingen willen
in de wet een aantal minimum weken en
een minimum aantal schooluren in de wet
J doen opnemen, 30 afdeelingen waren daar
tegen68 afdeelingen wilden een zeker
aantal niet geoorloofde verzuimen per jaar
toelaten, bepaalt men dit getal op 60 per
jaar, zooals een der afdeelingen voorstelde,
breede schaduwrijke kroon. Onder deze
bevond zich een eigengemaakte, geverfde
tafel en dito bank in den grond vastgezet
en hierop zaten zij bij goed weer bij voor
keur in den namiddag om hun grog te
drinken, een pijpje te rooken, oude herin
neringen op te frisschen of met goede
vrienden wat te keuvelen.
Onder de laatsten mocht ik in de eerste
plaats mij zeiven rekenen. Wjj kenden
elkander lange jaren. Toen ik voor 't eerst
als kadet aan boord kwam, had de eerste
officier mij hen als zeevaders toebedeeld,
die mij over de aanvankelijk ruwe oneffen
heden van miju nieuw beroep voorthelpen
zouden. Nu, dezen plicht vervulden zij ge
trouw. Zij leerden mij in mijn hangmat
klauteren zonder dadelijk aan de andere
zijde er uit te vallen, als ook deze naar de
voorschriften vast te snoeren. Zij wijdden
mij in in de geheimen van het splitsen en
leerden my het onderscheid tusschen een
>oudwjjvenknoop« zooals de landratten die
leggen en een scheepsknoop, die nooit los
gaat. Ook wekten zij mij altijd bijtijds,
wanneer ik 's nachts de wacht op dek had
en de wachthebbende officier op controle
uitging. Hoeveel uren arrest of uitkijkers
in de bramzaling, 120 voet hoog, werd me
daardoor bespaard! Als vijftienjarige knaap
sliep ik nl. zeer gaarne en ik kon er maar
niet aan gewennen, dat het aan boord niet
toegestaan werd deze evenzoo gezonde als
aangename bezigheid naar hartelust uit te
oefenen.
Ik had dus reden te over, dankbaar voor
zooveel welwillendheid te zijn,
dan kan men gerust de moeite spareu om
een wet in het leven te roepen. H.-t. zon
anders zeker een goed middel zijn om vel n
met de wet te verzoenen.
Als redenen van schoolverzuim worden
vermeldveldarbeid, industrie, kleine ver
diensten, huiselijke arbeid, afstand, catechi-
satiën, onverschilligheid en gemakzucht der
ouders, armoede, gebrek aan schoolruimte,
gemis van een vaste woonplaats, schaatsen
rijden, schoolgeld heffing, vaccinedwangkomt
onder die redenen niet voor.
Over een vraag heeft het onderzoek niet
geloopen, misschien omdat men oordeelde
dat de beantwoording buiten de bevoegdheid
der onderwyzers lag. Welke straf moet op
de overtreders der wet worden toegepast,
Zal men een arm gezin nog ongelukkiger
maken door den broodwinner eenigen tjjd
op te sluiten, als hij buiten de mogelykheid
is de boete te betalen? Het is gemakkelyk
strafverordeningen vast te stellen, maar het
moet mogeljjk zijn die zonder aanzien van
persoon toe te passen.
Er zal dus zeker nog vrjj wat tjjd moeten
verloopen eer de wet tot regeling van leer
plicht in het Staatsblad zal prijken. De
minister onderzoekt; bewijzen, dat het school
verzuim allernadeeligst is, zullen hem in
overvloed verschaft worden, maar afdoende
middelen om hem te keertn, zullen hem niet
aan de hand gedaan worden, ten minste
indien bij die middelen rekening gehouden
moet worden met maatschappelijke toe
standen.
Als zelfs de onderwijzers, die bjjna een
parig leerplicht noodzakelijk achten, zooveel
bezwaren hebben, hoe zal het dan zijn bij
hen, die de noodlottige gevolgen van het
schoolverzuim niet dageljjksch voor oogen
hebben Leerplicht zal daarom nog wel
vooreerst tot de vrome wenschen behooren.
genaamd, een colporteur cn Uvens een
koffiehuishoudor, en zes patronen met einden
lont bij een mijnwerker, Lecomte geheeten.
Beiden zijn gevangen genomen.
De gendarmerie nit Luik he< ft den politie
agent gevangen genomen, die onlangs de
anarchistische arrestatiën bewerkstelligde en
die ondersteld wordt, een handlanger der
anarchisten te zijn.
Men heeft de plaats ontdekt waar een
deel der te Soisy-sous-Etoilles gestolen
dynamietpatronen door de anarchisten werd
De politie te Luik heeft gisteren, tenge
volge van verklikking, eenige dynamiet
patronen gevonden bij iemand, Hansen
I bezwaard. Tusschen twee pjjlers van een
spoorwegbrug bjj Pantin zjjn nameljjk 50
patronen, 600 slaghoedjes, lonten enz. aan
getroffen. De meeste patronen waren zóó
aan het smelten, dat het gevaar eener ont
ploffing groot was. De ontdekking heeft
men te danken aan de bekentenissen, welke
de rechter van instructie Athalin aan den
gevangen anarchist Drouet heeft ontlokt.
De bankiers Blondel en Gamier te Parjjs
hebben, met achterlating van een tekort
jVan 5y3 millioen francs, hunne zaken in
den steek gelaten.
i Ravachol is van Saint-Etienne, waar de
instructie van nog eenige door hem ge
pleegde misdaden moest plaats hebben, naar
Montbrison vervoerd, waar het hof van
assises over hem zal recht spreken. Zoowel
bij zjjn vertrek te Saint-Etienne als bjj zjjne
komst te Montbrison, waren groote voor-
zorgen genomen. Een hoop volks was in
beide plaatsen bjjeen, om zoo mogelyk iets
'van zjjn aanschijn te »genieten«.
i Op 2 K.M. afstands van het station
stopte de trein en werd de gevangene in
een door gendarmen omgeven wagen naar
de stad gevoerd, waar de straten door de
militairen waren afgezet.
Ravachol's cel is op bjjzondere wjjze in
gericht en wordt nacht en dag bewaakt.
Patrouilles gendarmen doorkruisen de stad
en de omstreken, en uit Parjjs en St. Etienne
zjjn een aantal agenten van den veiligheids
dienst overgekomen, die vooral de vreemde-
Bovendien hadden wjj drieen ook, nadat
ik het kadettenbuis ontgroeid en officier ge
worden was, verscheidene jaren op dezelfde
bodems gevarenzjj hadden met my de
wacht gedeeld, wjj hadden vreugde en leed
samen gedeeld en dat knoopt, zooals bekend
is, de menschen nauw aan elkander.
Tengevolge van een beenbreuk was Jan
invaliede geworden. Gerrit wilde den ouden
vriend niet verlaten en zoo had men hen
goed gepensionneerd als dek-officieren, waar
toe ik als toenmalige adjudant van den ge
zagvoerder 't mijne kon bydragen. Dat bracht
ons nog nader tot elkander en wanneer ik
ze tjjdens mijn verlof opzocht, werd ik niet
slechts als een oud, beproefd vriend behan
deld, maar ook dikwjjls in gewichtige ge
vallen om raad gevraagd.
Toen ik op zekeren dag weder de woning
mjjner oude kameraden betrad, vond ik Jan 1
alleen op de bank in den tuin zitten. Was 1
dit reeds vreemd, daar men ze in den regel
samen zag, zoo vertelden my ook de dichte
rookwolken, die uit Jans kalkoven opklom
men, dat er iets onklaar moest zjjn. Naderbjj
gekomen bemerkte ik dat op zjjn voorhoofd
een donkere wolk zetelde en ofschoon hjj
zich inspande mij op oude vriendschappe
lijke wijze te begroeten, kon hjj toch niet
verbergen dat htm iets dwars voor den boeg
gekomen was.
Hallo, Jan,« sprak ik hem aan, »wat is
er aau de hand, oude kameraad? Uw gezicht
ziet er uit als een hagelbui in November!*
>Och luitenant,* antwoordde hij verdrietig,
>er is alle reden toe, wanneer men op zijn
ouwen dag zulke wissewasjes te slikken
krijgt!*
»Ouwen dag?* schertste ik, om hem een
beetje op te monteren, »daar kan nog geen
sprake van zjjn. Hoe oud ben je eigenljjk?*
»Nou, zoo precies weet ik dat werkelyk
niet* antwoordde hjj, maar 't halve honderd
moet ongeveer vol zjjn. In mjjn tjjd waren,
zooveel ik my herinner, »nog geen doop
briefjes in de mode en dan vergeet men
zoo iets licht. Maar wacht, zoo ongeveer
zal ik het toch wel uitmaken kunnen. Op
mjjn veertiende ben ik naar zee gegaan, ik
heb dertig jaar gevaren en ben nu twee
jaar gepensionneerd en wanneer ik dat alle
maal samenkoppel moet het zoo tamelyk
vjjttig zjjn.*
»Nog niet, want ik tel pas zes-en-veertig.
Van ouderdom kan derhalve nog geen
sprake zjjn. Reken u nog maar tot de
jongen, te meer, dewjjl je nog geen enkel
grjjs haartje hebt.*
Meent u?« zei de oude knaap, zicht
baar gestreeld, terwyl hij onwillekeurig met
de hand over den blonden schedel streek.
Mjjne rekening had hem werkelyk opge
knapt.
Lang duurde die stemming echter niet,
want mjjn volgende vraag waar Gerrit was,
bracht hem weer in de vorige terug.
»Dat is juist de zaak, die my kwelt,
luitenant* zei hjj.
»Wat«, riep ik uit, ten hoogste ver
baasd, »heb jelui ruzie gehad? Dat zou wat
moois zjjn!*
(Wordt vervolgdj