Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en tie Boinnielerwaard. EERSTE BLAD. zaterdag 8 October. Landbouw-Onderwijs. FEUILLETON. Uitgever: U. J. VJEIERMAK, Heusden. M 1139. 1892. VOOK Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor gen ingewacht. Algemeen klaagt men over achteruitgang bij den landbouwenden stand. Neemt men een verslag ter hand, er wordt dan over het een, dan over het ander geklaagd. De huurboeren zitten op hooge lasten, en moeten te gronde gaan, de eigenaars trekken te weinig van hun bezittingen, eerst moeten zjj hypotheek nemen en eenmaal op de helling moet het eigendom in andere handen overgaan. Raadgevers ontbreken niet. Hier hoort men: »de landbouwproducten zjjn te laag in pry s, voor de marktwaarde kan niet verbouwd worden, de invoer van vreemde producten bederft hier de markt. Werden rechten geheven by den invoer, dan zouden de landbouw-producten van zelf in prijs stjjgen en de landbouw zou geholpen zyn. Een inkomend recht op de buitenlandsche granen zou voor velen uitkomst geven. Vooreerst zal die raad wel niet opgevolgd worden. Naast den landbouwer toch staat de graanverbruiker, en deze zou de kosten moeten dragen, de handel zou bovendien ook schade ljjden, goedkoop brood is een eisch van den tjjd, de landbouwer mag niet geholpen worden als de werkman die hulp moet betalen. Een ander heeft een geheel ander redmiddel. Wordt het land het eigen dom van den Staat, kan de Staat ieder zyn deel aanwyzen ter bebouwing, dan zal de maatschappy gered zijn; jammer dat men eerst wel een revolutie zal noodig hebben om daartoe te komen, en van een revolutie, van geweld, is geen heil te wachten. Boven dien moge men met dien maatregel één week, één maand tevreden zyn, langer zal de tevredenheid niet duren en het getal ontevredenen zal zeker spoedig grooter zijn dan tegenwoordig. Het geneesmiddel zou erger zyn dan de kwaal. Toch is hulp noodig. Die hulp moet komen van de regeering, dat is voor belang hebbenden het gemakkeljjkst, maar zy moet vooral ook komen van den landbouwenden stand zelf. »Help u zei ven* wordt te veel, te dikwyls vergeten. Tjjdens koning Willem I werd de industrie en de landbouw krachtig geholpen door de regeering; de protectie bloeide, alles werd beschermd, en alles (12 Elvira werd niet teruggewezen, zooals hare zuster. »In 's hemels naam dan!* zuchtte Goldbaum onder hare liefkozing. Vleiend zag ze tot hem op. »En de arme Luitgard?* »Ze kan wachten tot ik terugkom,* be sliste hij en om den mond speelde plotseling een humoristische trek. »Marsch,« komman deerde hij, »ik wil geen van beiden weer zien, voor ge ordentelijk gekleed zjjt. Ik ga me ook kleeden. De staatsraad heeft niets te doen, hjj zal me geleiden. En ten derden male schelde hjj: «mijn equipageHij bestelde nooit een rijtuig, steeds zijn equipage, dewijl dat meer aristocratisch klonk. Elvira ging tot haar bedroefde zuster, Ingerman bleef waar hij was, tot Goldbaum zich gekleed had. »Waar zal 't nu heen gaan?* vraagde de eerste vergenoegd. »Ik wil dat portret van Luitgard zien en gij gaat mee!« »Met genoegen.In 't volgende oogen- blik viel hem in hoe Reinwald gezegd had dat de schilder eerst dien morgen aan 't werk zou gaan, veel gevorderd kon hij dus nog wel niet zyn. Doch hij dacht: ik wil toch zien hoe die schilder zich uit de moeielykheid redt. Hij vroeg ook maar niet naar de reden van de ontmoeting tusschen Asmus en Goldbaum, die verklaring zou kwjjnde. Men heeft het beschermende stelsel gelukkig bijtjjds verlaten en jaren van wel vaart zyn gevolgd. Nu verkeeren wij weer in de periode van magere jaren en klachten. Wil de regeering niets weten van bescher ming van den landbouw ten koste van het algemeen, zij wil alles doen wat mogelijk is om den landbouw van banden te bevrijden, die hem drukken. De afschaffing der mutatie rechten, een betere regeling der grondbe lasting, het graven van kanalen, het aan leggen van wegen is in het belang van den landbouw; langzamerhand behooren goed- koope markten in achterhoeken tot het verledenede marktprijzen worden overal vrjj gelyk, dank zy de betere middelen van communicatie. De landbouwer is zelf geroepen zyn positie te verbeterenhij moet beter leeren rekenen Wanneer hy een hofstede huurt, moet hjj kunnen berekenen, dat zyn werk hem de middelen zal verschaffen om behoorlijk te kunnen leven. Kan die rekening niet ge maakt worden, dan moet hy zoo verstandig zyn niet te huren, want huurt hij te hoog, dan werkt hy voor den eigenaar, niet voor zyn gezin. Het is zeker moeielyk nu een hofstede te huren op goede voorwaarden, de concurrentie is te groot, en daarom huurt men, al is het niet mogelijk een goede rekening te maken, maar men heeft het dan ook aan zich zelf te wijten als men verkeerd uitkomt. Liever geen stee, dan jaarljjksche zorgen en voortdurende achteruitgang. De landbouwer moet kunnen rekenen, maar daarvoor moet hij dan ook voldoende onderwijs ontvangen, en dit laat nog zeer veel te wenschen over. Over het geheel wordt niet beseft hoe allernoodzakelijkst in dezen tijd goed onderwys is. Als men de kinderen eenige jaren gebrekkig laat school gaan, denken vele ouders genoeg gedaan te hebben voor de ontwikkeling. Zy behoeven geen professors te worden, wordt dikwyls gehoord, en de toekomstige landbouwer ver laat de lagere school met een minimum van kennis. Bovendien wordt de opgedane kennis spoedig vergeten, en de resultaten er van zyn nul, omdat men het geleerde of zeer gebrekkig of in het geheel niet onderhoudt. Kennis is macht, en juist die kennis, zoo noodig voor den landbouwer, al moet hij nu juist niet als professor optreden, ont breekt. Na de schooljaren komt hjj in zijns wel volgen. De equipage hield in de Irmgardstraat voor no. 2 stil. De heeren stegen uit en klommen de trappen op, doch 't atelier was gesloten. Goldbaum begreep dat Asmus terstond Reinwald was gaan opzoekenhij wilde echter niet onverrichter zake terug- keeren, maar schelde aan de deur er naast. Een vriendelijke matrone opende, stelde zich voor als de huishoudster van den schilder en bood aan het atelier te openen. Ze haalde den sleutel en ontsloot de deur. Goldbaum gaf voor een vreemdeling te zijn, die den heer Asmus in zyn jeugd gekend had en vroeg of ze met dezen huurder tevreden was. »0, een best mensch, een voortreffelijk man, die mynheer Asmus!* luidde haar oordeel. »En zoo soliede! Een heel ander dan gewone kunstenaars! Nooit blijft hjj 'snachts uit. Maar, wat zal ik u zeggen, geen geluk in de wereldO, als hij maar wat geluk had!* »Goede vrouw* troostte de staatsraad, »geluk kan plotseling komen Goldbaum raadde haar zich niet te laten storen in de huishoudeljjke zaken, bij en zjjn vriend zouden hun weg wel vinden en geen schade aanrichten. De goede vrouw geloofde dat gaarne en verwjjderde zich. Daar stond inderdaad een pas ontworpen vrouwelijk borstbeeld op den ezel. Goldbaum, die er terstond op ijlde, verwonderde zich het den vorigen dag niet gezien te hebben, doch was niet zeer gesticht toen hy er voor stond. »Er is nog weinig van te zien,* zei hjj, >dan de omtrek.* »Maar hier is iets te zien,* riep de vaders bedrijf, hij doet zooals hij zyn vader ziet doen en deze heeft het misschien van grootvaders afgezien. Toen ging het best, zegt de overlevering, waarom zal het nu niet goed gaan Men vergeet een Oud- Hollandsch spreekwoord: »Als het getij verloopt, moeten de bakens verzet worden.* Men laat de bakens by den landbouw staan, en men doet alsof niets veranderd is. Dat gaat niet by de schepping, maar dat gaat j evenmin bjj den landbouw. Wat in groot vaders tyd misschien zeer goed was, kan nu zeer nadeelig zjjn, want het getjj is ver- loopen. De landbouwer moet kunnen rekenen, en om een goede rekening te kunnen maken is kennis van velerlei zaken noodig. Men is nog niet genoeg overtuigd dat onderwys in landbouwzaken dringend noodig is. Van de regeering moet gevraagd worden de gelegenheid open te stellen tot het ont- j vangen van laadbouwonderwjjs, door de toekomstige landbouwers moet van die ge legenheden gebruik gemaakt worden. Deze regeering zendt landbouwleeraars, doet proef velden aanleggen en zal zeker nog vrjj wat meer doen, indien slechts blijkt dat de landbouwers die pogingen op prjjs stellen en daarvan gebruik maken. Er moeten zuivel-scholen komen, men moet leeren om den grond tot grootere productie te dwingen door een betere, meer wetenschappeljjke bemesting. In dit opzicht kunnen de proef velden veel nut verspreiden. Onderwjjs, en daardoor meerdere praktische kennis zal meer nut doen dan alle andere hulpmiddelen, want de landbouw is slechts weinig ver anderd, en esn goede verandering is alleen te wachten van kenniswerenschap en praktjjk dienen hand aan hand te gaan en dan zal bljjken dat veel anders moet worden. Zoolang men op de oude wjjze voortgaat, jaren geleden van grootvader afgezien, mag men niet klagen over anderen, men moet bjj zichzelf de fout zoeken, en alles in de weer stellen om tot verbetering te komen. Kennis is macht, die kennis moet men verkrjjgen en die is te verkrjjgen als men sleehts ernstig wil. Onkunde, gebrek aan kennis is een der oorzaken van de tegenwoordige malaise. Heeft men genoegzame kennis dan zal men ook zyn rekening kunnen opmaken en niet voortgaan met het verbouwen van gewassen die geen voordeel opleveren. Heeft een vee boer de noodige kennis van vee, dan zal hjj bjj den aankoop die kennis in praktijk staatsraad en trok de punaise uit, waarmee de potloodschets aan den bovenrand be vestigd was. »Dit portret is het uw dochter of niet?* De bankier moest erkennen dat deze een voudige schets frappant geleek. Ingerman klopte hem op den schouder. »Hoor eens, Goldbaumpje, ten slotte kom je tot de overtuiging, dat ge ten opzichte uwer a.s. schoonzoons geen offer behoeft te brengen, maar u zeiven met hun bezit geluk kunt wenschen. Voor de carrière, die Rein wald maken zal, bljjf ik u borg.* »Ik moet toegeven, wat de huishoudster ons aangaande den wandel des schilders meedeelde, verheugt me. En dat ding hier, die potloodteekening »Geeft u bewijs voor zyn aanleg als kunstenaar,voltooide de ander. »Dat blad neem ik voor Luitgard mee* vervolgde de bankier, »en nu meen ik, dat we hier afgedaan hebben. Zeggen we de juffrouw dat we op Asmus niet kunnen wachten en rjjden we naar den docter, waar we ongetwijfeld twee vliegen in één klap zullen slaan.* Gedacht, gedaan. In de zijkamer binnen gelaten drong een luide stem tot hen door. Er kraakte iets in de achterkamer en ze hoorden den schilder roepen>donner wetter, daar breek ik een stoel. Maar 't is je eigen schuld, Robert, je maakt me des duivels met je achteruitkrabbelen. Zie je, ik ben tot over de ooren verliefd, maar eer blusch ik de vlam, die in me woedt, uit en stamp mjjn hart tot poeder, eer ik a 11 e e n op de over winning af ga en jou leeg zie aftrekken. jWe zullen beiden ons doel bereiken of brengen en zich zoo spoedig mogelyk ont doen van vee, dat in het een of ander tekort komt. Gelukkig zijn thans de middelen om zich te bekwamen meer algemeen verkrijgbaar dan vroeger. Tal van werkjes op landbouw kundig gebied kunnen veler kennis ver meerderen, mits zy gelezen en verstaan worden. Goed lager onderwys is een eisch voor ieder, vooral ook voor den jeugdigen land bouwer. Ieder ga eens in zyn kring na hoeveel tekortkomingen bjj kan opmerken, hoe gering dikwyls de kennis is, en dit behoeft niet, dit mocht het geval niet zyn. Met wetten en strafbepalingen zal daarin weinig verandering zyn te brengen. De overtuiging moet levendig worden bjj het volk dat ook voor den landbouwer kennis, veel kennis noodig is; zoolang die over tuiging ontbreekt, zoolang men met een minimum kennis reeds tevreden is, zal geen verbetering komen. Is men daarvan een maal overtuigd, dan zal men niet naar de middelen behoeven te zoeken om tot meer dere ontwikkeling te komen. De regeering zal dan met de particulieren wedyveren om het ontbrekende tot stand te brengen. Geen beschuldigingen dus van tekort komingen van anderen, als men zelf de oor zaak is. Geen beschuldigingen tegen de regeering als men de fout bjj zichzelf moet zoeken. Kennis is machtdoor kennis, door meerdere, meer algemeene kennis moet men tot betere toestanden komen. Zoolang die kennis moedwillig versmaad wordt, zoolang men bljjft voortscharrelen in het oude zog is er geen verbetering te ver wachten. Het getjj is verloopen, de bakens moeten verzet worden. Wordt dit algemeen begrepen dan zal men de handen uit de mouwen steken, en inhalen wat men tekort! komt. Een gulden voor goed onderwys uit gegeven, brengt rjjke rente op. Als men dat algemeen begreep, en op de uitgave van on derwys niet zooveel mogelyk beknibbelde dan zouden velen niet behoeven te klagen, maar ook op het gebied van den landbouw erkennen dat kennis macht is l -tJuitexiiixrici. Een vreeseljjke ramp heeft in het Fran- sche stadje Tarbes in de Pyreneè'n plaats gehad. Na afloop van een kinderbal stortte plot seling met groot geraas de vloer der eerste in 't geheel niet. Daar opende Ingerman de deur. Goeden morgen, heeren Reinwald sprong op van de sofa, waarop hjj als een zieke uitgestrekt lag. »Ik breng nog iemand mee,* zei de staatsraad. »Alle goede geesten, de hemel stort in* riep Asmus. Reinwald daarentegen stond sprakeloos. Dokterbegon Goldbaum, »ge weet wat ge misdaan hebt, we zullen daarover geen woord meer spreken. Wat zoudt ge zeggen, wanneer ik u het spel, dat ge u met my veroorloofd hebt, niet ten kwade duidde >Dat zou een grootsche trek zjjn« riep Asmus »U wordt niets gevraagd* wees de bankier hem terecht. Spreek docter, of hebt ge de spraak verloren, geljjk mjjn Elvira, toen ik haar de vraag voorlegde of ze uwe vrouw wilde worden?* Duizend bommen en granaten!* Die uitroep kwam natuurljjk weer uit Asmus' mond. "w »Ik spreek met den heer Reinwald* bracht hem Goldbaum nog eens met waar digheid onder 't oog. Thans moest de docter antwoorden, doch zjjne stem beefde. »Ik kan slechts zeggen, dat ik nooit een mensch ontmoet hebt, die als gjj verstaat vurige kolen te stapelen op het hoofd eens schuldigen. Ik ben niet in staat met woorden vergeving te vragen, doch mijn gansche leven* hier zag hjj Goldbaum vast in 't oog »zal u bewyzen dat uwe grootmoedigheid aan geen onwaar dige verspild is. »Daar sta ik borg voor!* voltooide de staatsraad. verdieping in, waar meer dan 300 menschen bjjeen waren. Gelukkig werd men door een vreeseljjk gekraak gewaarschuwd, zoodat velen nog nog den tyd hadden te vluchten. De overigen kwamen van een hoogte van 5 meters op den vloer der benedenverdie ping terecht. Terstond werd met het red dingswerk een aanvang gemaakt. Ladders werden uitgezet en weldra was een 100-tal gewonden toevertrouwd aan de zorg van de leden der gymnastiekvereeniging, die eveneens het feest bjj woonden. Drie per sonen overleden reeds binnen enkele oogen- blikken, terwjjl de toestand van 10 anderen hopeloos is. De overigen zjjn allen min of meer ernstig gewond; velen moesten in het hospitaal worden opgenomen. De school was in 1830 gebouwd. Volgens het geneeskundig bureau over leden te Hamburg en Altona van half Aug. tot heden ruim 10,000 menschen aan cholera en cholerine. Een vreeseljjk onweder heeft te Ciudad Real in Spanje plaats gehad. Zes personen werden gedood en twintig gewond. Het is thans bekend geworden, dat de militaire wetten door den Rjjkskanselier, den minister van oorlog en de militaire overheid gereed zyn gemaakt en dat de Keizer de indiening bjj den Bondsraad toestond, zonder dat het Pruisische staatsministerie over de ontwerpen was gehoord. De meeste bladen geloven op grond hiervan, dat er een conflict is ontstaan tusschen den Rjjkskanselier en het Pruisische staatsministerie. Bladen zooals de ^National Zeitg.,* welke naar men wil met den minister Miquel in betrekking staan, eischen dat zulke ge wichtige voorstellen niet bjj den Bondsraad worden ingediend, voordat het Pruisische ministerie het gewicht van zyn oordeel in de schaal heeft gelegd. Dit kan echter slechts geschieden als het ministerie zyn oordeel over wetsontwerpen aan den Koning had doen toekomen, voor hy die ontwerpen als Keizer goedkeurt. Een concentratie van alle gezag in Duitschland en Pruisen in één persoon, zuoals mei Bismarck het geval was, kan diens opvolger niet worden toegestaan. Als tegenwoordig de Pruisische ministers te zwak zyn om daartegen te protesteeren, dan moet de pers het doen. Men mag niet dulden, dat zoo gewichtige ontwerpen slechts »Maak u dan klaar my te volgen!* noo- digde de bankier. »En waar bljjf ik?« vroeg Asmus naief. »Dat laat ik aan u over* zei de bankier droogweg. »Een man, een man, een woord, een woord,* riep de schilder, zjjn overjas los- knoopend en zyn rok toonend. »Ge ziet, ik ben geheel voor de plechtigheid gekleed en zal dus van de partjj zijn.* »En ik,zei Ingerman, ga naar huis en noodig mjjn vrouw en mij zeiven uit op een familie-diner in het hotel Goldbaum. De bankier reikte hem de hand. >Ge neemt mjj het woord uit den mond,* zei hjj. Een half uur later was de woning des bankiers niet alleen de statigste van de ge- heele wjjk, maar ook de gelukkigste. Den volgenden morgen brachten de ochtend bladen met dikke letters de verloving van Elvira en Luitgard, 's middags was de beurs daarover in oproer en 's avonds het adellijk casino. En weer een dag later genoot de groote bankier voor zjjn handelwyze een eigenaardige voldoening: hjj liep op straat achter twee heeren, die hem niet bemerkten. »Hoor eens,* zei de een, »de heele wereld heeft toch dien Goldbaum onrechtvaardig beoordeeld. Ieder hield hem voor een het volgende woord werd door het ratelen van wielen onhoorbaar gemaakt »nu ziet men toch dat hij een edele kerel is!« Waarachtig,* zei de ander, >hij bljjkt een hoogst achtenswaardig mensch te zijn De aldus geprezene hield zijn schreden in en mompelde zeer tevreden: >de staatsraad was geen valsche profeet!* IIEUWSBIAD mÊmmÊÊÊmmÊrnmmiÊammÊÊÊtÊÊÊmÊÊmÊÊÊsmÊÊimHmiÊmÊmÊmmmÊtaimÊmmm\ imii i n Slot.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1