Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Boninielerwaard. HEUSTE BLAD. In Ongenade i EU LLLETON. De Pleegzuster. Uitgever: U. J. YEERMAM, Heusden. M. 1149. ZATERDAG 12 NOVEMBER. De beweging in België. VOOR 1892. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrij dagmor gen ingewacht. dwangarbeid in de steengroeven veroordeelt te worden tenzij het deD Czaar geldt, doch van hem is het niet bekend dat hp zich aan letterkundige tijdverpoozingen te buiten gaat doch het zal raadzaam voor hem zijn, de hoflucht met een meer burger lijke atmosfeer te verwisselen. Want de groote heeren believen nu eenmaal niet met naburige Duitscbland j den gebruikelijken maatstaf gemeten te Er komt in het geen enkel belangrijk punt aan de orde of 't blijkt dat de steen, door den tegenwoor- digen opzichter als nutteloos ter zijde ge worpen als hoeksteen van het groote, prachtige gebouw >het Duitsche Vaderland*, nog uitstekende diensten zou kunnen be- wjjzen. Het lot van den ijzeren Bismarck leert ons, hoe wankelbaar hofgunst is en brengt ons een oude legende in herinnering, die, is ze niet leerzaam voor ons, toch veel verklaart. In zeer ouden tjjd heerschte in Syracuse de tyran Dionysius I. In 't voorbijgaan teekenen we aan, dat de titel tyran toen niet de ongunstige beteekenis had, die wij er aan hechten, maar eenvoudig monarch beteekende. Deze Dionysius verdreef den tjjd met het maken van slechte verzen en met het voordragen daarvan, ten aanhoore van zijn gunstelingen. Onder de laatsten bevond zich een vrij moedig man, Filoxenus geheeten, die het waagde de verzen van Z. M. te kritiseeren, gelijk ze verdienden. Tot straf voor deze verregaande aanmatiging werd hij tot dwang arbeid in de steengroeven verwezen. Na eenigen tijd ontslagen zjjnde en weder ten hove in genade aangenomen, moest hi) andermaal de onrjjpe producten zjjns ge bieders aanhooren. Nauweljjks had deze zijn voorlezing ten einde gebracht of Filoxenus trachtte, zonder opzien te verwekken, de kamer te verlaten. »Waar gaat gjj heen?* vroeg hem Dio nysius. >Naar de steengroeven,* was het wel sprekend antwoord. Nog heden bevalt het vorsten en zelfs vorstinnen den glans hunner kroon met don dichterkrans te omwinden. Nu kan i u gofd koning en slecht poeet in p> "ii zjji Wie heden ten dage de 1 ei i ULiutïsche oefeningen van een U' 1 d met kritische aanmerkingen b i wil, hoeft wel niet te vreezen tot ooren, de dienstvaardige gebaren, de onder- zaakt door de jongste stemmingen der her worden. De dames nog minder. Wie ooit zoo gelukkig of zoo nieuws gierig geweest is de zalen van eenig vorste lijk paleis te doorwandelen, zal zich her inneren hoeveel moeite het hem kostte te loopen op den ongewonen parketvloer. Om zijn schreden zekerheid en den kostbaren vloer bescherming te verleenen, leende hem de dienstdoende lakei misschien een paar gereedstaande vilten pantoffels. Een bewijs te meer dat men ten hove op glad ijs wandelt en slechts voorzichtig voortkomt. Dat vergat Johannes, die de roeping van boetprediker dacht te kunnen verbinden met die van hofprediker en den viervorst Herodias Antipas benevens zijne gemalin hoogst onaangename dingen in 't aangezicht toevoegde. Dit namen de hoogwaardigheid- bekleeders euvel en op aanhouden der zeer gekrenkte vorstin liet de vorst den profeet onthoofden. Wederom, zulk een straf ver oorloven de zeden onzes tijds niet meer. Deze is gedaald tot een fronsen van 't voor hoofd, een woord van misnoegen, het afslaan eener gunst, maar de ongenade wordt daarom niet minder voelbaar gemaakt. Hoe zou het toch komen dat de vorstem kroon zulk een sterke en met niets te ver gelijken aantrekkingskracht uitoefent op dezulken, die noch door geboorte, noch door ambt gedwongen zijn in 's vorsten onmid' delijke nabijheid te verkeeren? Dat ern stige en verdienstelijke mannen den dag als den gelukkigsten huns levens prijzen waarop het hun vergund werd zich onder de uitverkoren te rangschikken? Het is waar, de hulde eens vorsten heef zelfs voor den vrijen man iets weldadigs iets zeer aantrekkelijks. De vorst is de drager der macht en der vaderlandsche eer. Hoeveel kostbaarder moet deze hulde hem zijn, die daarvan brood van zijn tafel, titels voor zijn naam, orden in zjjn knoopsgat, betaling van zijn schulden, verzorging van zjjn kinderen verwacht! Vandaar de gekromde ruggen, de gespitste danige beloften, de zoete vleierijen, die in de hoflucht, naar men zegt, het weelderigst gedijen. Niemand denke echter, tot het hof te be- hooren en de hoflucht in te ademen, is een gemakkelijk werk. Gelijk een brandende kaars de motten, zoo lokt de glans van 't hof geheele zwermen eergierige en begeerige menschen van beierlei motten vallen in hoopen met verbrande vleugels ter aardezoo vallen ten ho ve niet weinigen hunner, die hun geluk dachten vinden, met verijdelde hoop, gewond lart, verongelukte loopbaan, ter aarde. En de val van zulk een hoogte is gevaarlijker en in zijn gevolgen noodlottiger dan een uitglijden op den effenen bodem der burger- ijke kringen. In den mond van alle lieden te zijn is slechts zóólang een eer, vriendschap der grooten wee echter degeen, die daardoor op aller lippen leeft, dat hij, na door een hoogge plaatste een tjjdlang vertroeteld te zijn, met een brandmerk verstooten en aan de alge- meene verachting prijsgegeven is Slechts een enkele staat zóó hoog, dat de ongenade hem niet deert in de publieke opinie. Zoo hoog staat Bismarck. Na de vertrouweling geweest te zijn van den eersten Wilhelm en in die positie zijn vaderland onschatbare diensten bewezen te hebben, kan de achterafzetting van den tweeden Wilhelm hem niet onttronen. Hij blijft de aloude Bismarck, ook nu hij geen hoflucht inademt. Het mes raakt niet het slachtoffer, het wondt de hand die het hanteert. Bis marck blijft de specialiteit bij uitnemendheid in alle rijksaangelegenheden van aanbelang. Waar hij zich vertoont, loopt het volk te hoop, niet om een opkomende zon te aan bidden, want zijn zon neigt naar 't westen; niet om zijn gunst te bedelen, want hjj zelf leeft in ballingschap, maar om welsprekend te profiteeren tegen de ondankbare daad van des eersten Wilhelms kleinzoon. Bismarck in ongenade is grooter dan keizer Wilhelm in al zijn militaire glorie. zienings-commi8sie en de opening der Kamer, is tot op het laatste oogenblik stijgende gebleven. Alle treinen brachten tal van vreemdelingen naar Brussel en was de kreet »Leve het algemeen stemrecht!* weldra tot wachtwoord geworden. Men las die woorden overal, op biljetten, op borden, op de hoeden en petten der manifestanten en op de ontel- geslacht. De arme j bare strooibiljetten. De opening der Kamer geschiedde op zeer houdende, plechtige wijze. De koningin reed in een der nieuwe stuk, waarvan de voorlezing een vol kwar tier duurde bevatte in hoofdzaak het volgende De Belgische Grondwet is de oudste van het vasteland van Europa. Zij heeft ons land tot bloei gebracht, maar elk mensche- lijk werk duurt slechts een tijd: het oogen blik is gekomen waarop de constitutie kan worden vernieuwd en verjongd. Het op lossen der vraagstukken, hiermede verband zal het voornaamste doel zijn zitting. De bepalingen duiden hofrijtuig, de koning reed te paard, in de reeds aan, dat deze herziening niet het uniform van luitenant-generaal, opperbevel- werk mag zijn van één partij, ieder werke hebber van het leger. Z. M. werd gevolgd daartoe mede, vol vaderlandsliefde. Doch door een schitterenden stoet officieren, waar- de vertegenwoordiging zal er een eer in onder de graaf van Vlaanderen en prins stellen, de andere onderwerpen van staats zorg niet uit het oog te verliezen. Vooral de wetsontwerpen tot verbetering van den toestand der arbeidende klasse worden uit- Albert. Toen de stoet de Rue Royale intrad, be gonnen alle muziekcorpsen de »Braban5onne« als de gunst en te spelen zij werden echter overstemd door voerig aangewezen, en de hoop uitgesproken, iemand dragenden éénen kreet die uit de ontzaglijke menigte dat op dien reeds ingeslagen weg wordt opsteeg: »Leve het algemeen stemrecht!* Het geraas was oorverdoovend. En op de voortgegaan. Voorts wordt gewezen op de aanvulling daken, op de lantaarns, op kleine ballons, der herziening van het strafwetboek, de die nu en dan in menigte werden opgelaten, herziening van het burgerlijk wetboek en zelfs op strooken papier aan de staarten van postduiven vastgemaakt altijd weer van de militaire rechtspraak. De gezondheidstoestand, een oogenblik dezelfde woorden»Leve het algemeen stem- bedreigd, is bevredigend. De plaatselijke recht!* Wolken van veelkleurige papiertjes ibesturen zullen niet vergeten dat zij tot met ditzelfde opschrift vlogen door de lucht eersten plicht hebben, te waken voor de en daalden neder op de menigte, op de volksgezondheid, en de regeering zal hen Garde civique en zelfs op den persoon des duarbij zooveel doenlijk steunen, konings. Toen dit laatste plaats had, werd De oogst was betrekkelijk overvloedig, de persoon, die de biljetten geworpen had, Middelen tot verheffing van den landbouw gearresteerd. Zelfs uit de rijen der burger- worden beraamd. Ook handel en nijverheid Buitenland. (10 De doktoren hadden, toen de waanzin nige in bewaring gebracht werd, hem ver klaard, dat hjj zich op het ergste moest voor bereiden, en alvorens de huisdokter heenging, nam bij Emil ter zijde en zeide hem >Gjj kent mij voldoende, mijnheer de rechtsgeleerde, om te weten, dat ik geen pronker bengeloof maar niet, dat het waanwjjsheid is, wanneer ik u thans zeg, dat uw vader mij reeds geruimen tijd niet recht voorkwam. Ik wilde u niet verontrusten, toen ge mij aan zijn ziekbed riept, en ik bemerkte, dat een zenuwkoorts in aantocht wasik kan u echter verzekeren, sedert weken en maanden sla ik uw vader gade, die immers niet alleen mijn patiënt, maar ook mijn vriend geweest is. Wat ik daarbij van hem gezien heb, was menigmaal zoo opvallend, vele zijner spreekwijzen en woorden zoo merkwaardig, zoo onsamenhangend, dat in mij reeds sedert geruimen tijd het vreeselijk vermoeden is ontstaan, dat uw vader aan een hersenkwaal lijdende was, welke zich lang zaam, maar zeker ontwikkelde. Emil was een zwaren tweestrijd ten prooi hij streed met een gevoel, hetwelk hij frivoliteit noemde en dat toch louter een ver lichting zijner gefolterde ziel was, het ge voel namelijk, dat van af het oogenblik, waarin de dokter hem gezegd had, dat zijn vader reeds sedert weken en maanden geestesziek was geweest, voor hem alle aan leiding verdween, het woord, zijn vader gegeven, gestand te doen. Dit offer was overbodig. Een waanzinnige kon niet ter verantwoording geroepen worden wegens het vreeselijk deficit; zelfs op hem, den zoon, viel geen smet; men kon hem niet veroordeelen wegens de handelingen zijns vaders. De waanzin was ongetwijfeld een uitvloeisel van de oneerlijke handeling van den ouden justitieraad, de zinsverbijstering een gevolg van berouwangst voor ont dekking, schaamtegevoel voor zich zelve was misschien de laatste aanstoot tot razernij, tot het hartroerend tooneel met den zoon geweest voor de wereld bestond er nu een verontschuldiging. Emil behoefde zich niet door een leugen tot medeplichtige zijns vaders te makenhij behoefde niet nog zijn eer te verliezen, om de wereld en zijn toe komstige gade te bedriegen, om een huwelijk aan te gaan, dat hem nu zoo afschuwelijk, zoo weerzinwekkend, zoo ontzettend voor kwam, dat hij zich zelve had kunnen ver achten, omdat hij te zwak tegen de beden zijns vaders geweest was. Maar slechts één blik behoefde hij op Lucy's gezicht te werpen, om gerustgesteld te zijn, om de gevoelens van de verlossing en bevrijding eener vreeselijke last te on dervinden. De dokter had hem gezegd, dat zijn vader verloren was, dat op dezen razernij-aanval dra meerdere zouden volgen en de naaste toekomst het eind brengen zou. Wel waren het. voor hem nog moeilijke urenhet hart dreigde hem te bersten, wanneer hij er aan dacht, wat van zijn vader geworden was, en toch, was voor den ongelukkige niet de macht der waanzin beter, dan het helder be Uit Brussel wordt d.d. 8 Nov. gemeld opgewondenheid in België, De veroor- wustzijn van hetgeen hij misdreven had Voor hem, voor Emil, bracht de toekomst weinig heugelijks. Hij moest immers al het geen zijn vader hem naliet voor diens sebuld- eischers beschikbaar houden en dan zelfs het oord verlaten, om onder vreemde lieden zich een nieuw bestaan te verschaffen. Maar hij was toch bevrijd van de knellende banden, die hem in de laatste dagen gedrukt hadden. Hij had een doel voor oogen, dat hij ver wezenlijken kon, en dit wasvoor Lucy te zorgen, die zijne vrouw zou worden en die hem ongetwijfeld tot het einde der wereld volgen zou. Niet om zijnentwil dacht bij aan de toekomst, slechts ter wille van de vrouw, die hem in waarheid nu de dierbaarste schat op aarde geworden was. VIII. Vier dagen waren sedert de laatste ver schrikkelijke gebeurtenis ten huize van den justitieraad verloopenLucy ging goed vooruitzij was ontwaakt, en een gelukkige lach zweefde op haar gelaat, toen zij Emil toevallig ontwaarde. Hij boog zich over haar en kuste haar en hij gevoelde, hoe zij zijn kussen beantwoordde. Geen woord was tusschen hen gesproken geworden, en toch schenen beiden te ge voelen, dat zij bij elkander behoorden, dat zij onafscheidelijk aan elkaar verbonden uaren. Een onderhoud kon niet plaats vinden, daar de geneesheeren voor Lucy rust dringend aanbevolen hadden. Emil moest zelfs haar nabijheid vermijden, ten einde haar niet op te winden, en Lucy ver viel in een diepen slaap, die haar in eenige dagen genezing moest brengen. Maar indien bg Emil nog den minsten wacht klonk nu en dan deze kreet. (Twee officieren, die hun degens zwaaiden en het wachtwoorduitschreeuwden, zijn tot schorsing in hun rang en tot geldboete ver oordeeld.) Men had zelfs de aardigheid gehad, op het laatste oogenblik tegen het standbeeld van generaal Belliard op te klimmen en een vaantje met het opschrift te plaatsen in de metalen vuist. De koning zag het, en glim lachte. Toen de koning het Paleis der Natie binnen trad, waren de kreten»Leve de Koning Leve het algemeen stemrechtinderdaad oorverdoovend. De laatste kreet had altijd uitgeklonken boven den eersten, maar over het geheel droeg deze indrukwekkende volks- betooging een vredelievend karakter. De troonrede een buitengewoon lang twjjfel bestond, indien hij nog gewankeld had over dat, wat hem te doen stond, dan ware de beslissing in het oogenblik gevallen, waarin hij den bruidskus op Lucy's lippen drukte, waarin haar tegenkus hem in zekeren zin met geestdrift bezielde en voor alles sterkte, wat hem nog te wachten stond. De plotselinge waanzin van den justitie- I raad had in geheel de stad een kolossaal opzien gebaard. De belangen van autoriteiten, van particulieren en maatschappijen, welke de justitieraad had moeten behartigen, ston- j den op het spelhet was dringend nood-1 zakelijk, dat Emil de zaak des vaders over- j nam, en daartoe was het maken van een i inventaris onvermijdelijk. Bij deze inventari- I satie moest noodzakelijk het reusachtig tekort aan het licht komen, maar er bleef geen andere keus. Emil schreef aan twee notarissen in de stad, vrienden zijns vaders, achtens waardige lieden, die hem als getuigen bg de opname van den inventaris en het viseeren der akte dienen moesten. Was hg ook de zoon van den justitieraad, zoo was toch de lange afwezigheid van huis oorzaak, dat hg met de zaken niet vertrouwd was en ze als een vreemde in behandeling nemen moest. De morgen was gekomen, die belang hebbenden een beslissing moest brengen. In het studeervertrek zijns vaders stond Emil aan het venster in het vroege morgen uur en staarde naar buiten. Hg herinnerde zich de verschrikkelijke uren, die hij hier voor weinige dagen doorleefd had. Lucy was destijds, zonder dat hij het vermoedde, in dezelfde kamer, en heden omzweefde hem de herinnering aan het geliefde meisje als een beschermgeest. Hg had de eerste vreese lijke zieiestrgd gestreden, die na den terug hebben de ernstige beproevingen die hen troffen, weten te overwinnen. De betrekkingen met de andere staten kenmerken zich door wederzijdsch ver trouwen. Herhaaldelijk is ons grondgebied uitgekozen tot vereenigingspunt ten behoeve van belangrijke besprekingen. Nadat enkele woorden aan de doode weer middelen, het leger en de burgerwacht, en aan den financiëelen toestand waren gewijd, verklaarde de koning dat de verstandelijke ontwikkeling der natie de allereerste plicht van allen is. Door een steeds uitgebreider onderwijs, door den luister van letteren en kunsten moeten de staten van den tweeden rang trachten, hun rol aanzienlijker te maken. Het lager onderwjjs in het bijzonder, is sterk vooruitgegaan. De troonrede besluit met een heenwijzing keer in het ouderlijk huis hem voorbehouden was; hier streed hij heden den laatsten zielestrijd, want heden besliste zich zijn lot, dat van zijn vader, dat van hun geachten naam. Over twee uren wellicht kwamen de ont boden notarissen, en dan werd de kolossale verduistering zijns vaders ontdekt. Emil wist wat daar komen zou, en toch moest hij doen, al wist hij van niets. Hij moest zich er op voorbereiden, om zelf schrik en verrassing te toonen, wanneer men de vreese lijke defecten eindelgk ontwaarde. Hij was voor dien laatsten strijd gewapendzonder ling, de liefde tot Lucy en de herinnering aan de geliefden bleken zoo machtig; bij kwam zich zoo kalm voor, als had in de laatste weken niets buitengewoons plaats gegrepen. Maar toch, wanneer hg aan het oogenblik dacht, waarin de beslissing over het vermogen, toekomst, naam en maat- I schappelijke positie ook voor hem viel, over kwam hem iets als een beven. Gaarne ware hij aan Lucy's ziekbed ge sneld, om zich daar in haar uiterlijk te ver kwikken en krachten te verzamelen, maar het was nog te vroeg. Hij nam plaats aan de schrijftafel zijns vaders en onderzocht de papieren, die in de verschillende schuif laden waren opgestapeld. Hij overtuigde zich daarvan, dat de sleutels, die zjjn vader steeds bg zich gedragen had en welke zich in de kleedingstukken des lijders bevonden, alle aanwezig waren, want hij had ze noodig, om in het bureau de verschillende kasten en vakken, de brandkast en de be waarplaats der documenten te openen. NIEUWSBLAD Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Uit het Duitsch.J Slot volgt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1