el Land van Hfiisiien en 4ltena, do Laiiustraat en de Bomiuelenvaard. DE DIEFSTAL. FEUILLETON Uitgever: Ll. J. YEERMAM, Heusden. M 1155. ZATERDAG 3 DECEMBER. 1892. Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjs verhooging. Afzonderlijke nnmmers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor gen ingewacht. Buitenland. Over de Panamakwestie zal nog heel wat geschreven worden eer het juiste licht op alle zaken betreffende dit schandaal valt. De zitting van de enquête-commissie was Dinsdag in zoover belangrijk, dat, de rechter van instructie in de Panama-zaak, Prinet, verscheen. Hij liet zich blijkens het telegram zeer voorzichtig uit en maakte den indruk, dat hij meer wist dan hij zeggen wilde. Onder zijn meedeelingen behoorde o.a., dat hij last had gegeven tot het vervolgen van baron Reinach, die geld heeft ontvangen, dat niet verantwoord is. Die meedeeling bracht de enquête-com missie er toe nogmaals aan te dringen op het schouwen van het lijk. De Minister van Justitie, Ricard, had in de Kamer in zoo ver gelijk, dat vermoeden van zelfmoord geen reden is voor de justitie, maar er loopen ook geruchten van sluipmoord baron Reinach zou uit den weg geruimd zijn door hen, die belang hadden bij het sluiten van dien mond. Publiek weet echter nog wat anders: baron Reinach zou gevlucht zijn en in de ljjkkist juist zooveel steenen ge legd als de zwaarte van zjjn lichaam be droeg. Wat de telegraaf van het verhoor aan het Kamerlid Delahaye meldde, was wel waar, maar eigenaardig gekleurd, wat met zulke telegrammen meer gebeurt. Delahaye behoort tot die leden, welke men tegenwoordig, om een zekere categorie aan te duiden, schreeuwers noemt. Hij behoort echter tot de schreeuwers, die den mond wijd opzetten, omdat het hun aard ismen heeft er ook, die het schreeuwen zich aan- leeren, omdat zij daarmee bij gebrek aan beter willen vooruitkomen. Delahay heeft ook een krant, het Journal d'Indre et Loire, waarin hij zich, en met succes, sedert langen tijd oefende in scherpe zetten. Aan scherp zinnigheid ontbreekt het hem niet, en een en ander maakt, dat hij een gevaarlijke, gevreesde tegenstander is. 't Is waar, dat Delahaye weigerde voor de commissie namen te noemenhij gaf er echter reden voor op. Het opsporen der schuldigen zeide hij, is uw zaak of die der justitie, niet de mijne. Hij gaf de commissie echter een door hem opgestelde memorie, waarin hij den gehcelen gang der om- kooperij schetste en waarin hij tevens den weg wees om de schuldigen te vinden, indien men ze vinden wilde. In die memorie wordt gezegd, dat baron Reinach altijd een handig man geweest, aanbood voor 5 mil- lioen fr. de Panama-loterij in de Kamer er door de halen. De Panama-Maatschappij nam het aanbod aan, maar is verder nog voor 2 millioen, dus in het geheel 7 millioen afgezet. Niet alleen Kamerleden maar ook bankiers en journalisten hebben zich met dit geld te goed gedaan. In som mige gevallen is met de Panama-Maat schappij een soort van chantage gedreven. Zooals men ziet 't is een zeer vuile rommel. President Carnot heeft de vorming van een ministerie aan Brisson opgedragen, die voor zjjn antwoord uitstel gevraagd heeft. (5 »Ik geef u vijfduizend francs. Wat ik daarvoor verlang is het volgende: Ik ga nu naar huis en gij volgt mjj. Gij let nauw- keuiig op mijne woning. Ik woon op de eerste verdieping een entresol is er niet. Een kwartier nadat ik binnen ben, treedt gij eveneens binnenmaar door het venster. »Door het venster riep Gideon verrast uit. »Gtljjk een dief?« Precies,antwoordde de onbekende koel bloedig. De vensters van het kantoor zien op de straat uit en door een dezer moet gij binnenkomen. Gij zult daar mijn kas vinden en die zal open zijn. Gjj neemt er vijfduizend francs uit en verwijdert u weer op dezelfde wjjs.« »Door het venster?* »Ja mijnheer!* Wat?« zeide Gideon, terwijl hij zijn man bij den kraag pakte. »Gij werdt zoo even kwaad op mij omdat ik u voor een woekeraar hield en gij behandelt mg als een spitsboef, als een gemeene dief »Wat verstaat gij dan onder een dief? Een dief is iemand die de bezitting van een ander wegneemt. Gij daarentegen zijt een err'iijk man, wieo ik uit vrijen wil vijfduizend francs geef, die gij noodig hebt en die ik werkelyk bezit. Maar ik geef ze u onder De berichten, door Rachid, een neef (vol gens anderen een zoon) van Tippo Tip, den lOen September naar de Stanley Falls over gebracht, zijn, volgens de »Courrier de Brnxelles,« van dezen inhoud: >De expeditie tegen de slavenjacht kan beschouwd worden als niet meer te bestaan. Jacques en zijne makkers zijn vermoord. »Bia heeft met al zijne manschappen het zelfde lot ondergaan. Evenzoo Stairs met de zijnen. Kapitein Joubert is er in geslaagd te ontkomen, heet het, maar waarheen weet niemand. »Van Delcommune is men zonder bericht. Hier gelooft men dat hij Losambo bereikt kan hebben. Vijftien blanken met 700 a 800 zwarte soldaten zijn onthoofd. De geweren en de ammunitie zjjn buit gemaakt. »De opgestane Arabieren hebben 17,000 geweren. »En de brief eindigde met deze woorden: »Wij bereiden ons hier voor op ernstige voorvallen binnen een tijdsverloop van vier maanden. Zooals de telegraaf reeds meldde, is men te Brussel van oordeel, dat deze berichten zeer weinig vertrouwbaar zijn. Het bestuur der Compagnies anti-esclavagistes, hetwelk van kapitein Jaeques een telegram had ont vangen, gedagteekend van Tabora den 27 Augustus, is van meening dat de afstand van Tabora naar de Stanley Falls, dien zelfs de vlugste bode in niet minder dan 25 dagen zou kunnen afleggen, de onwaarschijnlijk heid aantoont, dat aan de Falls den lOen voorwaarde, dat gij namelijk door het venster tot mij komt.* Zij gingen een tijd lang stil naast elkander voort, de een de zeldzame voorslag over wegende, die men hem stelde, de andere als iemand die van een door hem vastgestelden prijs niet wil afgaan. Zoo wandelden zij langs de Boulevard Poissonnière, de Boulevard Montmartre, de Boulevard Italiën en kwamen eindelijk aan de rue Louis le Grand. De on bekende liep een weinig vooruit en Gideon volgde hemspoedig daarop stond de eerste stil, klopte aan de poortdeur van een huis, en de deur ging oogenblikkelijk open. »Hier is mijn woning,* zeide hij. Toen ging hij naar binnen en sloot de deur met een groot gedruisch dicht, als om te bewijzen, dat hij de heer was, en dat hij niet vreesde dat men zou hooren of zien, hoe laat hij te huis kwam. Het was tegen drie ure 's morgens. Hoewel het in de maand Juli tijdig dag wordt, zoo was toch de geheele stad nog in duisternis gehuld, voornamelijk daar er geen lantaarns meer aan waren. Alles was rustig en verlaten. Geen wagenrad knarste er door de rue Louis le Grand of in de nabijzijnde straten. Geen voorbijganger of patrouille lieten zich zien. Gideon vatte post onder het afdak van een magazijn, tegenover het huis dat hem aangewezen was, en hij gaf zich aan een ernstige beschouwing overzooals de oude uitdrukkelijk verklaard had, geen diefstalneen zeker niet, want de bezitter van het geld en de ontvanger ervan waren met elkander overeen gekomen; maar het had toch allen schjjn van een diefstal, en September het bericht van de vernietiging zijner expeditie zou aangekomen zijn, nadat bewezen is dat den 27en Augustus hg en de zijnen nog in leven waren. Zoolang het tegendeel niet bewezen is, trekt men derhalve te Brussel de juistheid der berichten van den »Courrier de Bruxelles* in ernstigen twijfel. De Du.'tsehe Regeering heeft, om de door overbevolking noodige emigratie in over eenstemming te brengen met haar plicht, de ontvolking van sommige provinciën te voor komen, aan den Rijksdag een wetsontwerp ingediend, waarbij aan ieder landverhuizer de verplichting wordt opgelegd, een maand te voren van zijn voornemen kennis te geven aan het bestuur van zijn laatste woonplaats. Zonder een bewijs hiervan dat zijn zaken in orde zijn, kan hij het land niet verlaten en mag geen kapitein van een landverhuizersschip hem opnemen. Daar de Regeering echter geen macht heeft over de gezagvoerders op vreemde schepen, denkt men dat deze wet, aangenomen zijnde, niet anders zal tengevolge hebben, dan dat de stroom van landverhuizers, in plaats van tot nu toe bij voorkeur naar Bremen en Hamburg, zich, ten nadeele der groote Duitsche zeevaartondernemingen, naar België en Nederland zal wenden. Lavigerie maakte zijn eigen grafschrift. Het luidt: »Hier rust hij, die eens kardi naal Lavigerie was en die nu niets dan stof meer is. Bid voor hem.« Een politie-agent kwam te Cherta in Spanje bij een stierengevecht in de arena op het oogenblik, dat de piccadore met een stier in 't strjjdperk washij stak den pic cadore driemaal een mes in de borst. De gewonde werd door den stier gegrepen, die hem op afzichtelijke wijze toetakelde. Het lijk was bedekt met wonden. Men vermoedt dat de agent krankzinnig was geworden. Het publiek zag de vreeseljjke scène met ontzetting aan. In het tegenwoordige ministerie van Nieuw- Zeeland is slechts één persoon die een acade mische opleiding ontving. Hij is minister van onderwijs. De eerste minister begon zijn loopbaan als handelsreiziger en was later redacteur en eigenaar van een nieuws blad de minister van openbare werken was eenmaal kolendelver en later winkelierde minister van landbouw begon zijn kost te verdienen als schaapherder en is thans een groot landbouwerde minister van justitie was vroeger timmerman, en de postmeester- generaal verdiende zijn eerste geld als tele grammen-besteller bij een telegraafkantoor. Eindelijk is nu over de Zondagsvraag voor de Chicago-tentoonstelling een beslissing gevallen. De directeuren hebben besloten, dat de expositie des Zondags geopend big ft, maar dat alleen de stoommachines op dien dag niet zullen werken. Voorts is bepaald, dat alle exposeerende natiën in haar eigen afdeeling des Zondags kerkelijke diensten kunnen organiseeren. dan bleef er altijd nog twijfel over, of het geld werkelijk hem toebehoorde, die daar over beschikte, en hier moeten wij tot Gideon's eer zeggen, dat hij niet twijfelde. Maar de man, die zich zoo laat bestelen, moet er toch wel een doel mede hebben. Wat was dat doel? Hierover kon Gideon het met zich zeiven niet eens worden. Mis schien was de onbekende een vijand, die hem strikken spande. Maar Gideon had geen vijanden. Hg had nog nooit iemand iets in den weg gelegd hij was nog nooit iemand op den weg des geluks of in een ander streven hinderlijk ge weest hg was bovendien opgewekt van geest, moedig en ondernemend, en men zou hem niet licht een streek spelen. Waarom zou hij niet gelooven, dat hij met een rijk man te doen had, die door zijn toestand tot deelneming bewogen, en die van hem een dienst door een proef, waartoe beslistheid en ook vertrouwen op den per soon die hem wilde helpen, noodig was, verlangde. Er zijn vele lieden in Parijs, die gaarne vijfduizend francs betalen, om zich iets aan doenlijks, iets vreemds, door iets ongewoons te verschaffen. De jonkheid gelooft zoo spoedig aan deelname, die men haar betoont, en kent zoo weinig de waarde van het geld, dat deze eenvoudige redenen voor Gideon al genoeg warenof om duidelijker te spreken, de jonge man vond het zoo, omdat die redenen met zijne behoeften zoo geheel over een kwamen. Nog besluiteloos wat te doen, wierp hij een blik op het venster van het huis, waar hij moest inklimmen. De verjaring van het opknoopen der zoo genaamde martelaren van Manchester* aldus betitelt men een drietal schavuiten die eenen diender vermoordden gaf te Dublin, Cork, Limerick en elders in Ierland aanleiding tot Feniansche betoogingen. Te Cork verklaarde een der sprekers, dat Glad stone gedurende zijne eerste twee admini straties niets voor Ierland had gedaan, en dat er ook thans weder van zijn bewind niets goeds was te verwachten. Het was daarom de plicht van alle echte patriotten, de politiek der dappere mannen, aan wier nagedachtenis thans hulde bewezen werd, voort te zetten, totdat het Groene Eiland van alle Britsche inmenging zou verlost en gezuiverd zijn. De processie, die te Dublin naar het Glas- nevinkerkhof waar de martelaren rusten gehouden werd, bestond uit ruim 10,000 personen, die optrokken bjj treurmuziek en talrijke kransen neerlegden op de graven der verheerlijkten. Generaal Dodds en de gouverneur van Dahomey gaan voort de binnenlandsche aangelegenheden te regelen. Twee legeraf- deelingen doorkruisen het land om het ver- overingswerk te voltooien. Koning Behanzin is door zijn eigen manschappen verlaten. Omringd door enkele getrouwen heeft hij zich teruggetrokken in het dorp Banc-Mahi, op 100 kilometer afstand van Abomey. De gezondheidstoestand onder de Franschen laat weinig te wenschen overook de zieken en gewonden, die in de hospitalen te Koto- nou en Porto Novo zijn opgenomen, gaan vooruit. Het land zal in twee provinciën worden verdeeld, die bestuurd zullen worden door twee landvoogden, te benoemen door Frankrijk. Alle kooplieden, van welke na tionaliteit ook, zullen zich aan die gouver neurs moeten onderwerpen. Neêrlandsch Inclië. Op Atjeh zijn tegenwoordig werkzaam: een Gouverneur die circa f 2000 tractement in de maand heeft, een Resident die f 1250 tractement en f 30 daggeld, en een tweede Resident die insgelijks f 1250 tractement, en f 250 toelage en f 250 huishuur heeft, en f 15 per dag declareert, indien hij voor dienst op reis isdan (zsgt het »Bat. Hdbl.c) ligt het zeker, niet aan de lage trac- tementen. Het Kaloet-incidentje doet intusschen vermoeden, dat er nog een vierde dignitaris heen zal moeten gezonden worden. De ge zamenlijke kosten zouden dan wel ongeveer een ton gouds per jaar bedragen, maar wat de een niet weet, weet de ander dan mis schien wel, en zjj kunnen dan 's avonds als ze niet in dienst op reis zgn, dat erg verleidelijk is onder een whistje 's lands belangen bespreken. Volgens inlichtingen van de »Javabode« zullen ook de élèves van het eerste studie jaar, die een goed overgangs-examen doen, nog op de Militaire school te Meester Cor- nelis tot officier worden opgeleid terwjjl de andere en de leerlingen van den Voor bereidenden cursus een vergelijkend examen voor den hoofdcursus te Kampen kunnen afleggen. Deze maatregelen zijn vermoedelijk ge nomen uit het oogpunt van bezuiniging. De »Javabode« toch deelt mede, dat de op leiding van eiken élève, die den geheelen cursus volgde, het Rjjk op f 40,000 kwam te staan. De »Atjehsehe Ct.c meldt: De radja van Merdoe, Toekoe Moeda Latip, is overleden. Zijn zoon, Toekoe Polim, heeft nu Merdoe's troon bestegen. Deze Toekoe Polim, een der beruchtste hoofden der Moslemins, die reeds de kuststaatjes onveilig maakte, zal voor zeker, nu hjj vorst is, Samalanga onveilig maken en niet mede werken om de scheep vaartregeling aldaar tot stand te brengen. »Maar hoe er weer uit te komen?* vroeg hg zich zei ven af. Op dit oogenblik werd er een venster op de eerste verdieping geopend. Het venster ging zeer zacht open, en draaide zonder eenig gedruisch op de hengsels om, en een zwak lichtschijnsel verlichtte het binnenste van het vertrek, waarop Gideon zijne oogen gevestigd had. Waarachtig,* dacht hij; het is geeD scherts die mijnheer houdt woord!* Eenige minuten later liet men een touw ladder van de vensterbank naar beneden tot de straat af. Toen Gideon zag, dat men zijne onder neming op deze wijze verlichte, dacht hij er weer over, dat men hem misschien toch een strik spande. Alleen deze gedachte maakte aan zijne besluiteloosheid een einde, en hij nam zich voor, om het avontuur te wagen. Gideon was overigens door zgn verlies iu het koffiehuis in een zenuwachtige stem ming. Hij gevoelde zekere behoefte tot wraak, en hij nam zich voor, dat wanneer de onbekende hem in moeielgkheden zoude brengen, al deed hij dit met de beste be doeling, hem zulk een verraad of scherts duur zou te staan komen. Voorwaartsklonk plotseling een stem. Alles is gereed!* Gideon vatte de touwladder, klom naar boven, kroop door het venster en stond oogenblikkelijk daarna in de nabjjheid van den onbekende, die hem die vreemde manoeuvre, welke hij zoo even volvoerd had, had voorgeslagen. Deze was bezig een Te Palembang heeft men een Chinees aangehouden, die 16 valsche bankbiljetten van f 1000 bij zich had. Daar hij van Singapore kwam, vermoedt men dat het valsche papier daar wordt gemaakt; daarom worden de reizigers die van Singapore komen en niet boven alle verdenking ver heven worden geacht, te Tandjong Priok streng aan den ljjve onderzocht. grooten bulhond door streelen en andere liefkozingen terug te houden, om hem het blaffen te verhinderen. »Zoo het is goed, dat gjj daar eindeljjk zijtkom gerust nader, het is mjjn hond MedorStil, stilMedorVrees niets jongman Vreezen?* antwoordde Gideon, terwgl hg met de eene hand een kleine dolk greep, die hg in den zak van zjjn rok droeg. »Gjj weet niet met wien gij spreekt 1* >Ik heb mij niet bedrogen, dat is de hoofdzaak,* zeide de onbekende. >Nu mjjn dappere kameraad, hier is de kist, gjj hebt maar voor het nemen.* Al meer en meer verwonderd wendde Gideon zjjne schreden naar de jjzeren geld kist. Hjj opende het deksel, stak zgn hand uit en voelde een klein pakje, dat hg bemach tigde. »Dat is het*, fluisterde de onbekende. »Maak nu maar dat gjj wegkomt, want ik vrees dat ik mjjn hond niet langer zal kunnen terughouden.* Maar Gideon, die zeker van zjjne zaak wilde zgn, begaf zich naar het aangrenzende vertrek en naderde de lamp, om te zien of hjj werkelijk vjjf echte banknoten had. »Verwjjder u nu,« riep de onbekende hem toe. »Gg heb uw geld en ik ben niet in staat om u te bedriegen. Maar Gideon onderzocht de banknoten nauwkeurig. Hjj bestreek ze met een natten vinger en hield ze tegen het licht hjj had werkeljjk vjjf banknoten in de hand. (Wordt vervolgd./

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1892 | | pagina 1