Él
ücl Land van lleusdon en Alle,na, de Langstraat en de Koniinelerwaard.
Mm
\k 11TO.
Armverzorging.
FEUILLETON.
De slag bij Holienfriedberg.
•*••>5 •-
S -iSfr-*
ëÉglSSÉ^
ftlSfP
VOOR
Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Uitgever: Lu J. YLLURMAN, Heusden.
WOENSDAG 25 JANUAItL
1-93.
Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke rege
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor
gen ingewacht.
I.
De armverzorging put de geldmiddelen
der gemeenten uit; onderwijs en armver
zorging vorderen alom groote sommen, en
dringend is, óf ondersteuning der gemeenten
van rijkswege of wijziging in de armver
zorging noodig. In weerwil van de be
palingen der armenwet worden de behoeften
steeds grooter, en de sommen, die voor
armverzorging moeten uitgetrokken worden,
worden steeds hooger. Dergelijke klachten
leest men herhaaldelijkniet slechts in de
Friesche gemeenten, ook elders nemen de
uitgaven toe. En toch wil de wet vermin'
dering van uitgaven, de subsidiën aan arm
besturen moeten steeds minder worden, de
zorg der gemeentebesturen moet meer politie
zorg zijn, met de liefdadigheid heeft zij niets
uitstaande. Twee beginselen staan thans
tegenover elkander. Volgens het eene be
ginsel moet de Staat zorgen voor zijn burgers;
hij moet werk geven, althans onderhoud aan
hen, die dit niet op andere wijze verkrijgen
hij moet zorgen voor de voeding, reiniging,
kleeding, het onderwijs, in één woord, voor
de geheele opvoeding van het kind, wiens
ouders buiten de mogelijkheid zijn dat te
bekostigen, ouden van dagen, zwakken en
zieken, die niet in hun onderhoud kunnen
voorzien, moeten door den Staat van alles
voorzien worden.
De zorg van den Staat voor allen en
alles, ziedaar het beginsel der socialisten.
Daartegenover staat het beginsel, tot nu
zooveel mogelijk in de wetgeving gehuldigd.
De Staat bemoeit zich niet met de behoeften
der individuen, dan alleen voor zooverre hjj
moet optreden als politiemacht. Liefdadigheid
is evenmin als kunst een regeeringszaak.
De Staat zorgt voor de orde, de rust en de
veiligheid der burgers, en alleen waar die
gevaar loopen, moet hij optreden. Tot nu
is de partij, die het eerste zou willen, nog
klein, zij uit zich nog schoorvoetendzij
vraagt voedsel voor de schoolkinderen, pen
sioen voor de ouden van dagen, daar zjj
overtuigd is, dat de consequente doorvoering
van haar beginselen nog niet mogelijk is.
Maar evenmin wordt het andere beginsel
consequent doorgevoerd.
Ged. Staten mogen zich tegen de verhoo
ging der subsidiën aan armbesturen ver
zetten, somtjjds zijn zij gedwongen toe te
gevende gemeentebesturen mogen met het
oog op de gemeentekassen gaarne de wet
Een ware geschiedenis uit het leven van
den grooten Frits.
(3
Laat ons thans een stap teruggaan en den
herdersjongen Jochem begeleiden, terwijl
met den blaffenden hond stadwaarts ijlt.
De jongen was rood van inspanning en
door zijn vurigen ijver geheel in de war.
Reeds bij de eerste huizen begon bjj te
schreeuwen »waar woont de overste Martin?
waar woont de overste Yon Schwerin?«
De hond scheen het echter beter te weten,
want dan duwde hij hem met zijn kouden
snoet, dan trok hij hem met zijn scherpe
tanden voort, tot beiden eindelijk voor een
oud, grijs huis stonden, waarvoor een
schildwacht droomend op en neer ging.
Woont hier de kommandant Otto
Martin riep de jongen.
De schildwacht schrok op en stond stil.
>Jawel« antwoordde hij, »één trap op,
maar hij slaapt nog!*
De jongen was reeds binnen, de hond
natuurlijk dicht nevens hem. Hoe nader
Jochem aan zjjn doel kwam, des te op
gewondener werd hij. En de hond blafte,
dat hij schor werd.
»Heer overste Martinschreeuwde de
op de armbesturen toepassen, ook zijn zij,
door de omstandigheden niet zelden verplicht,
veel meer aan armverzorging te doen dan wel
wenschelijk geoordeeld wordt.
De oorzaak is niet ver te zoeken. De
armverzorging moet, volgens de wet, hoofd
zakelijk uitgaan van de kerkelijke besturen.
3jj het opstellen der wet is men van het
leginsel aitgegaan, dat de kerk in de eerste
en voornaamste plaats geroepen is om voor
de behoeftigen te zorgen.
lingen uit den tijd der republiek. gegeven, maar de vraag is en het is een
Toen moge dat voldoende geweest zijn, vraag van het hoogste belang: Wordt er
nu schijnt dat helaasniet meer het geval, goed gegeven
Het getal armen is aanzienlijk toegenomen,Hierover het een en ander in een volgend
de behoeften zijn grooter geworden en de stuk.
kerkgenootschappen hebben niet aan de
verwachting beantwoord. Yele kerkelijke
gemeenten achten zich niet in staat om voor
de behoeftigen te zorgenen schuiven zich
Buitenland.
Suez aan de Engelschen te hebben verkocht.
Het was zijn schoonbroeder, die hem uit
wraak, betichtte van een Pruisisch spion te
zijn. Hij verklaarde voorts, dat hij aan de
commissie voor de Panama-enquête stukken
zou overleggen en zoo deze weigert daarvan
kennis te nemen, zou hij ze aan een eere-
gericht voorleggen. Hjj hoopte, dat Engeland
zijn uitlevering niet zou toestaangeschiedde
De »Soleil« bevat een langen brief van
die zorg zooveel mogeljjk van den hals. De d'Haussonville, waarin hij den indrukdit wel, dan zou hij zelfmoord begaan, of-
geljjkenis van den barmhartigen Samaritaan samenvat, dien de graaf van Parijs van den schoon men geen enkele daad van omkooperjj
De kerk leertHebt uwe naasten lief j wordt nog al eens vergeten en als de priester tegenwoordigen toestand van Frankrijk heeft
als u zeiven, helpt weduwen en weezen,en de Leviet onthouden zjj zich van hulp, verkregen. Het doet den graaf van Parijs
dat uwe linkerhand niet wete wat Uw als zij gevraagd wordt door iemand, die niet iee<J te zien, dat het eerlijke Frankrjjk in
rechter doet, en in vroeger tijd was dan tot hun kerkgenootschap behoort. zjjn goeden naam is aangetast. De Panama-
Er zijn zeker gunstige uitzonderingen, onthullingen toonen aan, dat het tegen-
maar niet zelden hoort men ook van mid- woordige stelsel verspillend is. Het land
delen die gebezigd worden om zich zooveel zal nieuwe mannen eischen en zal niet
mogeljjk de zorg voor de armen van den aarzelen zjjn gunstelingen van gisteren los
ook de kerk de armverzorgster. Rustte in
vroeger eeuw die plicht op de kloosters,
waren aan de kloosters gasthuizen ver
bonden, werd daar dagelijks voedsel ver
strekt aan de behoe'tigen, met de hervor-
hals te schuiven en die aan anderen op te laten. De belangen van het land zgn
rning ging die verplichting als het ware op
de nieuwe kerk over, en de Staat bemoeide
zich niet met armverzorging; alleen hield
hjj nu en dan een opruiming onder de
bedelaars van professie. Onder Koning Hen
drik VIII van Engeland werden 72000
bedelaars van beroep gedood, en zelfs in
de gouden dagen van de goede Koningin
Elizabeth werden jaarlijks minstens 3 a 400
bedelaars opgehangen. Tijdens Keizer Kareis
bestuur werd een placcaat uitgevaardigd
tegen het mendiceeren ende aelmoesen
bidden.
Bij dag noch nacht, heimelijk noch open
baar, op de stralen noch in de kerken, vóór
noch in de huizen der goede lieden mag
meer worden gebedeld, uitgenomen door de
religieuse mendicanten, de gevangenen ende
Lazarussen, die om aalmoezen zullen mogen
vragen, hebbende de voorzegde Lazarussen
hunne hoeden, handschoenen en mantels
en andere teekenen zooals dat behoort.
Iedere overtreding staat de eerste maal op
water en brood, voor herhaling op straffe
ter discretie van den gerechtewanneer
kinderen gaan rabauwen, bedelen of brood-
bidden, zullen zij met roeden gecorrigeerc
worden.
Tijdens de republiek werden van tijd to
tijd jachten gehouden om ledigloopers, bede
laars en heidens onschadelijk te maken.
Maar de zorg voor armen en ongeluk-
kigen, voor behoeftigen en noodlijdenden,
liet de Staat verder aan de kerkgenoot
schappen en de particuliere liefdadigheid
over en die liet zich volstrekt niet onbe
tuigd, dat getuigen de talrijke godshuizen,
gestichten, hofjes en zoovele andere instel-
te dragen. Vandaar, dat burgerlijke arm- benadeeld. Verder wordt herinnerd aan de
besturen nog noodig zgn en dus van een werkstaking van Carmeaux, waar het gezag
consequente toepassing der wet geen sprake van den prefect plaats moest maken voor
kan zgn. dat van den burgemeester. De tegenwoordige
Zoo heeft men op het gebied van arm- politieke en financieele zeden verschaffen
verzorging iets halfslachtigs dat zeer ver- wapenen aan de radicalen en de socialisten,
keerd en schadelijk werkt. Wij hebben de De Regeering slaat den strijd tegen het
cerkeljjke armverzorging, maar deze laat, kapitaal lijdelijk gade. D'Haussonville ver-
al zijn er ook gunstige uitzonderingen, zeer klaart, dat zijn vrienden zich aan het hoofd Prof. Koch is te Halle, ten einde de uit-
veel te wenschen over. Vele arm verzorgers <jer beweging moeten stellen en een bond breiding der cholera-epidemie in het krank-
achten het hun grootste verdienste, als zjj vormen van openbare eerlijkheid en maat- zinnigengesticbt te Nietleben te helpen ver-
op het einde des jaars op een flink batig schappelijke verdediging. Een monarchale
saldo kunnen wijzen, door de bedeeling organisatie zal noodig zgn en deze is ge-
zooveel mogelgk in te krimpen. i reed. Men zal haar moeten uitbreiden en
Ook de burgerlijke armbesturen, gehouden jn baar opnemen alle conservatief-liberale
te zijnen laste zou kunnen bewjjzen. Einde
lijk sprak hij over zgn verhouding tot
Clémenceau, Menabrea en Boulanger.
Ten gevolge van het verzoek om uitle
vering van Cornelius Herz door de Fransche
Regeering, werd Herz te middernacht in
zgn hotel te Bournemonth (Engeland) ge
arresteerd, beschuldigt van bedrog in de
Panama-zaak. Herz is echter te ziek om het
hotel te verlaten, en bljjft daar dus nog
onder toezicht.
Te Kulmsee, in Pruisen, zgn vijf kinderen
van een werkman in hunne woning gestikt,
doordien hunne moeder, alvorens een bood
schap te gaan doen, de klep der kachel te
ver had dichtgedraaid.
aan een subsidie uit de gemeentekas, dat,
zoo mogelgk, steeds kleiner moet worden,
betrachten zooveel mogelgk de zuinigheid,
groepen. Het zou intusschen voorbarig zjjD,
reeds nu een verkiezingsprogram op te
maken. Als de tijd daarvoor gekomen is,
en de ondersteuning door dat bestuur ver- zai d'Haussonville nadere instructies geven
leend, is dikwijls te gering voor veler be
hoeften.
Eindeljjk heeft men nog de particuliere
liefdadigheid, door de gegoeden individueel
of door tal van vereenigingen en genoot
schappen, die in allerlei vormen de behoef
tigen krachtig bijstaan in den strijd des
levens. Meer dan 100 vereenigingen bjjv. in
de hoofdstad des lands hebben de onder
steuning der armen ten doel, en ook in de
andere gemeenten wordt op verschillende
wijzen gepoogd de nooden te lenigen. Vrou
wenverenigingen, ter verzorging van be
hoeftige kraamvrouwen, Dorcas, Tabetha en
wat niet meer zgn namen van instellingen,
waar de hulpbehoevende niet te vergeefs
aanklopt. De liefdadigheid is nog geen
vreemdelinge op Nederlands grond, niet te
vergeefs wordt hulp gevraagd, veel wordt
over de houding der monerchalen, die steun
van zekere zijde zullen moeten afwjjzen.
D'Haussonville eindigt met zgn vrienden
te zeggen, dat zjj zonder ophef de organi
satie voor den komenden slag moeten ge
reed maken. Op den dag der crisis moet
de monarchale partij gewapend verschijnen,
om zoo de zaak der orde in handen te
nemen en den graaf van Parjjs bij te staan
hinderen en den oorsprong op te sporen.
Het is thans zeker, dat men met Aziatische
cholera te doen heeft. Van de 78 patiënten
zgn er 15 overleden. Ook te Pesth hebben
zich weer zes nieuwe cholera-gevallen voor
gedaan.
Blijkens de bevolkingsstatistiek van Ham
burg over 1892 bedroeg het aantal sterfge
vallen in dat jaar 28,323, tegen 15,414 in
het vorig jaar, zoodat men mag aannemen
dat minstens 12,000 personen als slacht
offers der cholera gevallen zjjn.
Te New-York dreigt gebrek aan steen
kolen, daar de treinen uit de mijnstreken
wegens de sneeuw de stad niet kunnen be
reiken. De prjjzen van kolen en ook van
in het verwezenljjken zijner woorden. Op andere levensmiddelen stjjgen steeds; in
het beslissende oogenblik zal hjj gereed j enkele voorsteden zjjn zelfs in het geheel
staan.
jongen, »overste, sta op, overste Martin
Daar werd een deur geopend en een man
trad naar buiten, met niets aan dan een
hemd, een lederen broek en een paar
hooge laarzen.
Toen de jongen den man in 't oog kreeg,
snelde hij met heftige gebaren op hem
af; de hond echter hield op te blaffen en
kwispelde met den staart.
»Bent u de overste Martin van Schwerin
schreeuwde Jochem en ofschoon de ander
voortdurend knikte, bleef hjj maar door
schreeuwen, totdat de officier eindeljjk den
kandelaar neerzette en den jongen bjj den
kraag oppakte.
»Ja, dat ben ik, vervloekte bengel!*
riep hjj, hem neerzettend en op den rug
trommelend, »moet ik er uw boodschap
uitslaan of zeg je ze niet?
»Wat moet je, spreek, of de duivel hale
je!«
Deze toespraak in 't platdnitsch, had een
goede uitwerking. Wanneer een mensch in
zjjn moedertaal toegesproken wordt, vat hjj
terstond vertrouwen op, al is ook de ander
een voornaam heer.
De jongen werd plotseling mededeelzaam.
Nog een kuchje en hjj ving aan
»De scheper laat zeggen dat de Koning
komt, net zoo als hjj den vorigen keer is
gekomen over den Bullwitzerberg en wanneer
dat de Koning niet is, wil ik geen bitteren
meer drinken!*
»Jjj« vroeg de officier.
»Och
»De Koning?*
»Neen, de herder! De Koning komt over
den berg en nu zal hg al hier zgnThans
werd het den kommandant geheel helder.
Hjj vloog naar 't venster, stiet de luiken
open en riep.
Heidaar, dragonderKlop alle trompet
ters op, ze moeten alarm blazenSpoed u
de Koning komt!*
De schildwacht stak den sabel op en vloog
weg.
Daarop vloog de kommandant naar 't
venster dat op den tuin uitzag en riep zjjn
oppasser.
»Zeg, Schackenburg, zadelenGauw wat
ouwe jongen, de Koning komt!*
In een oogwenk was alles in beweging.
De Koning zat nog steeds op zjjn hoogen
schimmel en tuurde op de in 't donker liggende
stad. De huzaar zat te paard achter hem
en meester Ketel was nog gebleven. Hjj
wilde toch eens zien wien de soep 't best
smaken zou, die hjj voor de groote heeren
op 't vuur gezet had. Hjj had wel gaarne
een woord gezegd, maar hjj vertrouwde
zichzelven niet; eerst moest de Koning een
woord spreken. Daar klonk het alarmsignaal,
zoo dik en zwaarmoedig dat men er wel
over struikelen kon. Dat moest van hem
komen, dien de Koning meegebracht had,
precies zoo'n houten geluid als de kerel zelf.
De herder zag steelswjjze den Koning aan
het fijne, geestvolle gelaat schitterde van
De Figarobevat mededeelingen naar
aanleiding van een interview met Herz. Deze
verdedigde zich tegen het verwjjt, dat hg
de agent van Engeland of van het drie
voudig verbond zou zgn geweest en hij
protesteerde tegen de beschuldiging van
vreugde. Een trek van ongeduld glansde in
de groote, lichtblauwe oogen en om den
fijngesneden mond lag een trek van leed
vermaak.
Het eerste signaal was gegevenaan het
eind had het den adem verloren en scheen
moede geworden.
Daar begon een ander. Dat ging veel
sneller en vrooljjker dan het eerste. Dat was
gewis de staf trompetter der dragonders. Die
was er dan vlug bjj geweest.
Nu werd de geschiedenis komisch. Alsof
men in een spreeuwennest geprikt had, zoo
ging het geblaas los hier en daar, voor
en achter, overal schetterde het alarmsignaal,
frisch als een leeuwerik, die zich tot den
blauwen hemel verheft. Ja, zoo doen die
trompettersals ze zoo iets van alarm hooren,
dan springen ze uit bed en blazen ze onge
kleed u t het venster, al het andere heeft tjjd.
Het signaal is dan gegeven en wordt
overgenomen en verder gebracht, dat is de
hoofdzaak. Voor die echter, welke er door
gewekt en met de snelheid des winds in
het zadel geroepen worden, klinken deze
tonen, als waren ze in de hel gekomponeerd.
Wie dat eenmaal gehoord heeft, vergeet
het zgn leven lang niet. Zelfs wanneer hij
steenoud is met rhumatiek in zjjn knoken,
hjj zal probeeren uit bed te springen en
met het hoofd tegen den wand stooten,
als 't hem niet gelukt. Dat klinkt zoo over
haast en snel, zoo onbehageljjk en stootend,
zoo gillend en kortademig alsof de heksen
op den Bloksberg tot den dans uitnoodigen.
geen kolen meer te krijgen. In Spanje
zjjn telegraaf- en postverkeer geheel in de
war. In Rumenië dreigen overstroomingen.
In de Chineesche provincie Ichung zgn
weer tegen de Europeanen gerichte volks
onlusten uitgebroken. Eene Britsche kanon
neerboot heeft op het gepeupel moeten vuren.
Ge moet mee, ge moet meel Al ware het,
dat ge een centenaarsvracht aan de voeten
had, en al ware het dat de poorten der hel
geopend stonden om u te ontvangen, ge
moet mee, ge moet mee
»Maar wat is dat?* sprak de Koning
zacht in zichzelven, »waar komen zoo
spoedig al die trompetters vandaan?*
»Ja, dat mag de duivel weten*, zei
meester Ketel stil vergenoegd.
De huzaar streek zich den snorrebaard,
maar zeide niets.
Nu werd het levendig in Pasewalk.
O, hoe dat schetterde en klepperde, hoe
daar geroepen werd en antwoord gegeven,
alsof het gansche nest in een bijenzwerm
veranderd ware!
Dat was een jagen en kletteren, een
loopen en vliegen van belang. De pannen
schenen van de daken te vallen en op de
straatsteenen in stukken te springen; de
vensters krjjschten open en bleeke aange
zichten vertoonden zich in de openingen of
de laatste dag gekomen was, tot het hun
door de dragonders duideljjk gemaakt werd,
hoe de vork in den steel zat.
Alarm, alarm, onze Koning komt, hoera,
hoera!*
En dat blies en dat schalde!
»Zoo,« dacht de dikke trompetter van de
garde, »als jelui blaast, kan ik mjjn gemak
houden.* En hjj klopte met zgn lang f
instrument een waard naar buiten en liet
zich een kruik bier ontkurken.
Wordt vervolgd.!