Het Land van Ileusden en Allena, de Langstraat en de Itominelerwaard.
M 1227.
FEUILLETON.
Kunstenaars-Eer.
Uitgever: Ll. J. YEEfiMAN, Heusden.
ZATERDAG 12 AUGUSTUS.
i 893.
door B. (20
ee
?rr
VOOR
Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
-ïummers 5 cent.
Advertentien van 16 regels 60 ct. Elke regel
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentien worden tot Dinsdag- en Vrj dagmor
gen ingewacht.
II.
Welke scheeve toestanden er geboren
worden uit de omstandigheid dat één der
twee waardemeters zijn eigenwaarde verliest,
hebben we in het vorig artikel gezien.
Deze toestanden doen zich allerwege in
Europa voor. Duitschland heeft reeds lang
geleden de aanmunting van zilver geschorst,
ja zelfs veel van het in omloop zijnde zil
vergeld versmolten, maar toen dit met te
groote verliezen gepaard ging (op elke f 100
'•uim f 40 verlies) de rest maar in omloop
gelaten. Ook Frankrijk, België, Zwitserland
n Italië, die tezamen de muntzaken op
dezelfde wijs regelen, hebben in de laatste
waalf jaren geen zilver tot munt geslagen.
Zweden, Noorwegen en Denemarken hebben
alleen goud als waardemeter en Oostenrijk
raat gereed eveneens het zilver te doen
vallen.
Men begrjjpt lichteljjk dat de terzijde
telling van het zilver door al deze staten
den overvloed zeer beduidend doet toenemen,
want 3e industrie gebruikt- niet zóóveel
meer van dit metaal als door de ontmun
ting vrij wordt.
Er is nu pas geleden weer een nieuwe
ramp bijgekomen. Engelsch-Indië gebruikt
alleen zilver als waardemeter. En als men
weet dat daar in 10 jaren, van 1875 '85
voor ruim 700 millioen gulden zilvermunt
geslagen werd, kan men begrijpen dat zulk
een afnemer van groote waarde was voor
de zilvermarkt. Hij behoedde haar voor
verdere daling. Doch sedert geruimen tijd
ondervindt men ook daar de nadeelen, voort
spruiten Ie uit het verschil tusschen de wer
kelijke en de gestempelde waarde, vooral
bjj den handel met het buitenland. Aan het
moederland betaalt Britsch-Indië dit jaar
157 millioen ropjjen (van f 1,20) maar door
de waardevermindering kan het thans 264
millioen offeren. Een en ander heeft Enge
land genoopt in Indië de aanmunting van
zilver te schorsen en een ropjj, die vroeger
2 shillings waarde had (f 1,20) op Vs
shilling (0,80) te stellen.
Nadat dit besluit in Juni j.l. genomen
was, heeft het zilver terstond zjjn daling
voortgezet en de waarde van 60 ct. voor
een gulden is volgens den koers van heden
(4 Aug.) nog 5 ct. te hoog.
Waarheen men ziet op de geldmarkt,
het is nergens pluis. Amerika muntte tot
«oor enkele jaren vlijtig aan, maar 't heeft
dit gestaakt en integendeel bij de wet vast
gesteld (de Sherman-act.) dat jaarlijks een
zeker bedrag aan zilver zal opgekocht
worden. Dat is op de begrooting der Vereen.
Staten een verlies van millioenen en voor
de zilvermarkt een nieuwe reden tot daling.
Men zal van ons geen recept vergen tot
herstel van den vrede tusschen het zilver
en het goud. Tal van specialiteiten hebben
getracht dit te doen, tot heden zonder succes.
Ze zijn in drie partijen verdeeld: de eene
zegtneem uitsluitend zilver tot waarde-
meterde tweedeneem goudde rest
adviseert: neem zilver en goud.
Frankrijk, Zwitserland, België, Italië
hebben zoo'n schoon voorbeeld gegeven, j
Ze hebben alle den franc tot eenheid ge
nomen en stempelen dat muntstuk naar
eigen goeddunken, de rest van Europa
behoeft daar slechts bij toe te treden en
we hebben één muntstelsel. Na jaren volgt
dan Amerika ook, want de Amerikanen
zijn te praktisch om in zulk een isolement
te blijven volharden.
En nu mogen alle specialisten advies
geven hoe aan de bestaande verwarring
oen eind te maken, ze mogen adviseeren
de strijd zou ophouden indien de dubbel-
waardemeter op niet te klein gebied inge-
niet langer onmondig mag worden ge
houden. Na een aanprijzing van het alge
meen stemrecht, waarschuwde hjj ten slotte
tegen de miskenning van de volksmeening
door verwerping dezer wet. Het is tijd de
democratie aandeel te geven in het gezag,
haar die niet in liefde onderdoet voor onze
Koningin.
De heer Borret verdedigde de juist
heid van het welstandsteeken, ziet geen
gevaren in kiesrechtuitbreiding en is zelfs
voor deelneming van bet volk aan de
landsche Zaken werd met groote belang
stelling door een overtalrjjk publiek op de
tribunes verbeid.
De quaestiën van de taak der Provinciale
Staten en van het verkiezingsstelsel voor
de gemeenteraden stelde de Minister al
dadelijk buiten debat.
Allereerst rechtvaardigde hij de indiening
der Kiesrechtontwerpen door de herinnering,
dat de liberalen in 1891 kiesrechthervor
ming hebben aanvaarddat de regeling
van het kiesrecht steeds op den voorgrond
publieke zaak, en dat uitbreiding tot de j heeft gestaau en dat het tegenwoordige
uiterste grens der Grondwet onafwijsbare Ministerie dit als zijn hoofdtaak beschouwde.
r, voerd werd, dat znn al te maal theorieen,
Het schijnt dat de laatste de grootste is',
ii?.,. die als zeepbellen verstuiven wanneer ze in
/I A <1 rtriiWAIl 11 rrr» n w» A v n v» i I /-. Ir r Ar ri A M
en de anderen langzamerhand ook tot haar
advies overhellen. Wij voor ons begrijpen
aanraking komen met de werkelijkheid, i
waar de een niet voor den ander wil buigen 1
eisch is, maar meent desniettemin dat het
kenteeken niet beantwoordt aan de Grond
wet. Hij doed een ernstig beroep op de
voorstanders van finale uitbreiding varf
kiesrecht, waartoe ook bij zich rekent, om
mede te werken tot wegruiming van de
grondwettige bezwaren.
De heer Lambrechts was niet bereid
"eell|en hun uilen voor valken aanzien.
dat slecht; misschien omdat we
specialiteit zijn. j yftn eenhej(j 0p klem gebied wil de
We zouden zeggen, indien beide metalen i
wereld nog wel weten, maar van eenheid i
tot waardemeters verheven worden en geJnk
over t groote geheel daarvoor is ze nog met
bn ons een vaste verhouding bepaald wordt,
rijp. We hadden anders al lang overal een
dan kan de oorlog tusschen beide niet
T -maat, een gewicht, een munt gehad; om
uitblijven. Iedere daling of stijging van i i
j om van een tjjd, een taal enz. niet te
Allerminst heeft het Kabinet de Kamer
verrast. Trouwens allen aanvaarden uit
breiding van Kiesrecht. Eenmaal aan de
orde is de oplossing van het vraagstuk een
onafwijsbare eisch van het oogenblik en de
Minister hoopte hiervoor op de medewerking
der Kamer, zich tevens verheugende over
den steun dien het voorstel in den lando
mede te gaan met een zoo ver strekkend vindt.
voorstel, dat alle perken van gematigdheid
en bezadigdheid te buiten gaat.
De heer Land verklaarde zich voor het
een der metalen moet noodzakelijk tot ver
warring aanleiding geven, tot wegvloeiïng
van een der metalen.
Nu zegt men de specialiteiten n.l.
ja, maar we stellen als voorwaarde dat dieTT
gefnuikt worden. Het is nu eemaal meer,
dubbele waardemeter over met te klem f
spreken.
Er bestaat vooreerst dus nog geen hoop
dat de trotschheid van 't gouden tientje, dat
meer wil wezen dan vier achterwielen, zal
het behoeft zelfs voor geen zes rijksdaalders
uit den weg te gaan en wij, zoo we ons
schatten vergaderen willen in edel metaal
zullen weldoen daarvoor goud te nemen.
gebied gebruikt wordt.
Als we nu echter moeten wachten totdat
men 't hierover op niet te klein gebied
eens is, dan zij de Hemel onze geldkisten
genadig
Want de kleinheid van den mensch komt IWCCUG iVüIïlCl\
nergens duidelijker te voorschjjn dan waar (Zitting van DINSDAG.)
men van hem eischt dat hij iets inschikken zal ^e®r Petersen is bereid met zjjne
j staatkundige vrienden tegemoet te komen
ten gerieve van t algemeen, dat hg zgn hart Mn gemeende be^areUj mits daar.
zal aftrekken van 't geeif hem van der door de hoofdbeginselen van het ontwerp
jeugd af als nationaal, als een erfenis der niet verzwakken. Hij bestreed den heer Van
vaderen is voorgesteld. De Nederlander
houdt met hand en tand vast aan zjjn rijks
daalders en guldens, de Duitscher aan zjjn
marken en kreutzers, de Engelschman aan
Houten, en gaf als zjjne overtuiging te
kennen, dat zjjns inziens vele liberalen, die
dat ontwerp bestrijden, ontrouw zjjn ge
worden aan hun vaandel, eene houding die
moet leiden tot ontbinding van het minis
Aaar den iOn druk van Octave Feuillet.
zijn ponden en shillings, de Amerikaan terie, tot verbrokkeling der liberale partij
aan zjjn dollars, de Spanjaard aan zjjn en tot vertraging der hervormingen. Vooral
piasters. Rusland vergoodt zjjn roebel, i ™rbaasde hemde oorlogsverklaringvan den
r. i heer Van Houten aan dit Ministerie.
Zweden zijn riksdaler, Griekenland zön gpreker
aan te toonen, dat
drachme. de hegj. Van Houten heden bestrjjdt, wat
En kom nu niet bjj die natiën met het hij vroeger met warmte bepleitte om te
voorstel het muntstelsel op denzelfden voet komen tot kieswethervorming, waarin hjj
in te richten, want daar treden ze niet in.
Liever getroosten ze zich de grootste
van cencus en bekwaamheidsstelsel niets
wilde weten. Wordt diens stelsel van kies
rechtsuitbreiding gevolgd, dan krijgt geen
moeiljjkheden in het onderlinge verkeer, dan enkel arbeider in Friesland het stemrecht
mede te werken tot het in 't leven roepen Nu meende spreker, dat, wil men het
van één algemeene wereldmunt.
toewjjding aan aw geluk.*
toenemend socialisme breidelen, het volk
Ten tweede de grondwettige quaestie breed
voerig behandelende, ontkent hjj ten stel
ligste, dat deze regeling algemeen stemrecht
ingediende kieswetontwerp, maar hij wenscht beoogt, constateerde hjj, dat het geschikt-
formeele bezwaren op te lossen door collec- heidskenteeken met veler wensch overeen-
tief te spreken, evenals in de grondwet van stemt en de overgangsbepaling de schrjjf-
kenttekenen van maatschappelijken we stand proef niet te drukkend maakt voor de tegen-
en geschiktheid en opneming van negatieve woordiere kiezers. De bezwaren tegen de aan-
kenteekenen, om daardoor de positieve ken- j vraag zijn niet overwegend. Van de zjjde
teekenen der regeering in kracht te doen der werklieden zjjn ze niet vernomen. Ten
winnen. aanzien van het welstandsteeken zal de Min.
De heer Lieftinck betreurt het gemis van daarover afzonderljjk laten beslissen, afge-
enthousiasme in de discussie, verheugt zich, scheiden van de bewijsmiddelen, maar reeds
dat de regeering homogeen is, verdedigt de nu verklaarde hjj het voorgestelde welstands-
Liberale Unie, meent dat waar de lagere teeken voorzien in eigen onderhoud en dat
standen plichten heeft men ze ook rechten van het gemis niet te kunnen loslaten. De
niet kan onthouden. De bestaande kiezers maatschappelijke welstand wordt voldoende
zullen door uitbreiding opgefrischt en ver- bewezen door de vuste woning, bljjkeude
jongd worden, wat hard noodig is. Het uit de bevolkingsregisters en door de finan-
peil der Kamer zal rijzen, wat minder ge- cieele onafhankelijkheid. Aan eenige be-
leerdheid, maar meer practischen zin. üm- zwaren is wel tegemoet te komen. Meer
kooperij zal niet vermeerderen en vrees waarborgen wil hij wel geven maar men
voor de sociaal-democrat ie is dwaasheid. bedenke wel, dat de bezwaren omtrent de
De heer De Ras is voor groote uitbrei- bedeeling voortvloeien uit de Grondwet. De
ding, maar onder behoorlijke waarborgen, uitsluiting der bedeelden moet dus gehaud-
Hjj dringt bjj den Minister aan om toe te haafd worden. Wat de aangekondigde wij
geven. zigingen betreft, heeft de Regeering geen
De heer Gerritsen betoogt dat alle nu verdere voornemens om de wet te wijzigen,
gehoorde waarschuwingen ook in 1848 zijn Zjj zal elk voorstel tot verbetering erkente-
uitgesproken. De kiesrechtuitbreiding is lijk en nauwgezet overwegen. Dan zal de
noodig om te breken met de bevoorrech- aannemelijkheid bljjken. Amendementen die
ting van bepaalde klassen en de verwaar- de kern of het beginsel aantasten, wijst de
loozing hunner belangen, wat de heer Van Regeering zeer stellig af. Koitom de Re-
Houten vroeger zelf erkende, dat geschiedde, geering zal een afwachtende houding aan-
Men eischt concessies, maar reeds in 1887 nemen tegenover alle vriendschappeljjke
werden die ouzerzjjds toegestaan en dit ont- amendementen.
werp gaat nog niet eens zoo ver als de De Minister verdedigde vervolgens de
grondwet toelaat, daar het drie kenteekenen beginselen van zjjn ontwerp met het oog
stelt in plaats van een. Verder bestrjjdt hjj op de maatschappeljjke behoeften en de
I de heeren Van Houten, Rutgers en De verzorging der sociale belangen. Zonder
Beaufort en verdedigt 't standpunt der het staatsbelang en de rechtvaardigheid te
radicale partjj. Hjj eindigt met het ontwerp miskennen kan ruime uitbreiding van stem-
aan te bevelen als voldoende aan den eisch recht niet langer uitstel ljjden. De opge-
van rechtvaardigheid. somde gevaren ducht hjj niet. Bjj vorige
kiesrechtuitbreidingen bleek niet van over-
(Zitting van WOENbDAG.) P
x n stemming vau de eene door de andere
De rede van den Minister van Binnen- klasse. Onze staats- en maatschappelijke in-
welke ook mjjne redenen waren, er vol-
Den volgenden dag, lang voor 't gewone
uur, zat hjj op de gewone plaats, op de
bank, waar gisteren hun onderhoud had
plaats gehad. Ze kwam, beantwoordde zjjn
groet met een lichte buiging van haar hoofd,
ging zonder een woord te zeggen zitten en
maakte haar papier en kleuren gereed. Toen
gaf ze hem een teeken om ook te gaan
zitten en zei met een ingehouden, zachte
en treurige stem
»Mjjnheer Fabrice, ik ben u dankbaar...
zeer dankbaarmaar ik kan u niet be
driegen... ik kan u rnjjn hand geven...
maar ik vrees, dat mijn hart, terneergeslagen,
gewond en ziek als 't is door 't ongeluk,
u niet zal kunnen geven, wat het uwe mij
geeft... ik vrees, dat mjjn gevoel van
achting en sympathie voor u maar zeer on
volmaakt beantwoorden zal aan 't geen gij
voor injj wilt zijn... Ik vrees dat dit u
ongelukkig zal maken.
»lk heb niet dnrven hopen dadelijk bjj
u de groote teederheid te vinden, die ik
voor u koester; ik weet, dat ik zulk een
gevcel slechts van den tjjd mag vragen, van
mjjn hartelijke zorg en van mijn warme
»Mjjnheer Fabrice, men is alleen zeker strekt geen lafheid in lag. Ge kent mjj
van 't tegenwoordige, en ik moest u de niet goed, Mijnheer Fabrice, als ge meent
waarheid zeggen. Wat de toekomst betreft, Ze hield eensklaps op; de klok van 't
al wat ik kan verzekeren is, dat ik mijn kasteel gaf twee slagen, die de lezeres bjj
best wil doen een goede, brave vrouw voor de barones riepen.*
u, een goede moeder voor uw kind te zjjD.« »Ik ga tot haar! zei ze opstaand, en een
Fabrice nam met een vochtig oog de'wilde gloed straalde uit haar oog.*
blanke hand, die zjj hem aanbood, en wilde Ze reikte Fabrice op nieuw de haud en
die aan zjjn lippen drukken. Maar ze trok ging heen
ze zachtkens terug. j Den dag, waarop Mevr. De Montauron
»Pas op!« zei ze. »Als ge meent mjj te Béatrice had opgelegd haar liefde voor Pierre-
moeten danken, moet ge dat later doen. pont op te geven, had zjj haar in waar-
Men ziet ons hier... en ik verzoek u, ons heid de eenige reden ontnomen, waarom de
geheim niet te verraden, voor ik... mjjn wees het ellendige leven wilde leiden, dat
weldoenster het heb medegedeeld.* |ze bjj haar had. Van dat oogenblik af was
Mejuffrouw De Sardonne glimlachte bitter, 't gevoel van doffe verbittering, dat het
toen ze die woorden sprak. j meisje voor haar voedde, verandert in wezen-
»Maar Mejuffrouw, zei de schilder, moet ljjke afschuw. Ze was vast besloten haar
ik zelf niet met een weldoenster, zooals ge te verlaten en aarzelde nog slechts over de
haar noemt, spreken?* jtijd en de keus van een verblijf. Haar eerste
Zeker, dat zal betameljjk en zelfs noodiggedachte was geweest, men zal 't zich her-
zijn. Maar ik heb mjjn redenen om haar inneren, zich door een vrij willige zelmoord
eerst te spreken.
te begraven in een der strengste klooster-
»Mjjn hemel! Mejuffrouw, we weten ordes. Zij had nogmaals met haar vriendin,
beiden, niet waar, dat ge niet zeer vriende- j Mevrouw d'Aymaret er over gesproken en
ljjke woorden te wachten hebt, dat dit on- met oprechtheid maakt-: ze zich gereed voor
derhoud u pijnlijk genoeg gemaakt kan haar aanstaande opname in 't Carmelieter-
worden. Sta me toe u dat te besparen klooster, waar ze den hemel een leven wilde
af ten minste het eerst in 't vuur te gaan wijden, dat geen aardsche toekomst meer
Ik heb groote achting voor Mevrouw De had. Maar 't is niet zoo moeilijk een op-
Montauronmaar ik ben niet bang vooroffering te beginnen als die vol te houden
haar.
naarmate ze er meer gezet over dacht, vond
»Ik ook niet. Als ge gezien hebt, dat ik het arme meisje in haar natuurlijke gehecht-
geduldig de vernederingen van een dienst- heid aan 't leven en de wereld, in haar
bare verdroeg, wees dan verzekerd, dat, krachtige en bloeiende jeugd een tegenstand,
die het haar zeer moeiljjk maakte. En toch,
wat te doen Waar heen te gaan
De brief en de verklaring van Fabrice
verrastten haar midden in haar smartelijke
besluiteloosheid. Eerst erg verwonderd, en j
zelfs gekwetst, wilde ze er toch eenige uren
over nadenken. Ze had meer dan een ge-
heime afstand te bestrijden. Maar ze was
tot het uiterste gebracht, en waarom zou ze
zich niet in veiligheid stellen in een eerljjke
schuilplaats haar door een liefhebbend en
toegenegen hart aangeboden? Voor een
schipbreukeling als zjj, was 't zoo geen ge-
luk dan toch leven't was in elk geval 't
onmiddelljjk eind harer drukkende slavernij.
Zij wist wel, dat de tjjding van haar vertrek
aan Mevrouw De Montauron vreeseljjk on
aangenaam zou zjjn, en 't genoegen haar
die mee te deeleu streelde Mejuffrouw De
Sardonne en was voor haar een voldoening
aan den hevigsten haat, die er ter wereld is,
den haat van den eene vrouw voor den
andere.
Intusschen had mevrouw De Montauron
rustig haar slaapje gehouden in een boudoir,
dat naast haar groot salon lag. Zs had over j
't algemeen een moeilijke spijsverteering en
werd meest erg lastig wakker; zoodra ze'
Béatrice zag binnenkomen, zei ze:
»'t Bchjjnt me, lieve, dat ge nog al lang
blijft bjj uw leermeester. Ik heb reeds de
helft van mjjn dagblad gelezenmjjn
oogen doen er zeer van. Hier... begin bjj
het gemengd nieuws, of neen, lees me liever
het feailleton; laat ons zien, wat er komt
van die wonderljjke hertoginwelke de
schrijver laat spreken alsof ze een koopvrouw
in appelen was... Wel nu, begin maar!*
Pardon, mevrouw,* zei het meisje uiterst
beleefd, »mag ik eerst even met u spreken?*
De barones zag haar ongerust aan.
»Wat hebt ge?» vroeg ze droog.
Mevrouw,» hernam Béatrice, veroor
looft ge mjj u 'c gesprek te herinneren, dat
we voor veertien dagen in uw kamer hadden?
Ge hebt me toen willen zeggen, dat zoo een
flink, ernstig man mjjn hand vroeg, ik niet
alleen geen moeiljjkheden van u zou te
vreezen hebben, maar ik op uw welwillende
medewerking zou kunnen rekenen. Die
woorden, mevrouw, waren me te dierbaar
om ze te kunnen vergeten. Hebt gjj zelf de
goedheid ze u te herinneren
De barones, die niet gemakkelijk ver
legen werd, verloor nu toch hare bedaard
heid en ze antwoordde bijna stamelend
»Mjjn hemel, dat is wel mogelijk, zeker;
ik heb zoo iets wel kunnen zeggen, uiaar
niet zonder voorwaarde...*
»Dat is waar, mevrouw, er was een voor
waarde ge steldet zelfs aan uw welwillende
medewerking twee voorwaarden de eerste
was, dat uw neef uitgesloten zou zjjn van
hen, onder welke ik mijn man zou kiezen;
deze heb ik geë rbiedigdde tweede was,
dat ik geen engagement zou aangaan zonder
't u te zeggen; dit kom ik thans doen.*
Welnu, ik luister!*
/Wordt vervolgd.)