Hel Land van (lensden en Altena, de Langstraat en de Bommelenvaard.
FEUILLETON.
Kunstenaars-Eer-
Uitgever: L.. J. YEIJalRMAN, Heusden.
M 1228.
WOENSDAG 16 AUGUSTUS. 1893.
Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke rege
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagmer
gen ingewacht.
Meneer, daar is de jongen van den kleer
maker, met uwe nieuwe jas, hij vraagt of
u ook iets te zeggen hebt. Wie, die niet
weet, welke beteekenis, dat »of u wat te
zeggen hebtc heeft; die jongen wacht op
een extra-belooning, op een fooi. Het valt
niet te ontkennen, dat het stelsel van fooien
geven en ontvangen hand over hand toe
neemt en dat het een verderfelijk, ja on
zedelijk stelsel is.
Nauw waart gij geboren, of het stelsel
begon reeds te werken. Hoe zoetsappig reikt
de baker de jonggeborene aan den gelukkigen
vader over, met de opmerking, dat de jongen
zoo sprekend op papa gelijkt. Een gelijke
nis, die te treffender zal wezen, naar mate
de fooi, die haar in handen wordt gestopt
grooter of kleiner is. Als de laatste adem
ontvlucht, wat al fooien voor diensten, die
toch betaald moeten worden. Fooien van
de wieg tot het graf. Bij vreugde en smart,
bjj eten en drinken. Fooien die men koopt,
of uit sleur geeft. Fooien uit vrijen wil of
uit vrees. Een fooi zegt men, is een ge
schenk in den vorm meest van een afgepast
muntstuk. Toegegeven, maar dan toch een
geschenk van bijzondere beteekenis.
Gjj komt in een vreemde plaats. Reizens-
moe zjjt gij blij een hotel gevonden te hebben.
Geen plaats meneerzegt u de kelner of
portier, alles bezet. Zoo gij niet geheel een
vreemdeling zjjt, weet gij welke sleutel voor
u nog een kamer opent. Een fooi meneer,
niets dan een fooi. Bjj prachtig weer is op
het concert alles bezet. Toch is er nog wel
een stoel te krijgen, als gij boven uw be
taalde entree maar voor den dag komt met
een fooi.
Erger wordt het als men met een fooi
hen wil omkoopen die door ambtsplicht ge
roepen zijn orde te handhaven en de
rechten van armen en rijken gelijkelijk te
bevorderen. Niet altijd zjjn zij de meest
schuldigen, die vaak bij een karige bezol
diging en de zorg voor een groot gezin
bij het uitzicht op een extra kwartje,
gulden of bankbiljet, doen wat ambt en
plicht verbieden. De schuldige is hij of zij,
die door een fooi handel drjjft met men-
schen, eer en menschenge weten. Zeker, daar
zijn fooien die wij niet kunnen of zouden
willen missen.
Een extra dienst, door dienstbode of
knecht bewezen, moet extra worden be
loond, dat is recht.
Als daar gehoord wordt, dat de knecht,
DOOR B. (21
»Mevrouw,« ging mejuffrouw De Sar-
donne voort op denzelfden toon van vol
maakte beleefdheid, de omstandigheid, die
gij zoo vriendelijk waart te voorzien en voor
mjj te begeeren, biedt zich nu aan.«
»Zoo
»En ik kom u verzoeken het aanzoek
goed te keuren, waarmee mijnheer Fabrice
me wil vereeren.
>Hij, vraagt u Fabrice?*
>Ja, mevrouw!*
»'t Komt me voor, dat hij had kunnen
beginnen zich tot mij te wendenDat
was niet meer dan de allergewoonste wel-
voegeljjkheid.*
»Hjj zou 't zonder twijfel gedaan hebben,
Mevrouwmanr hij vond het niet noodig U
er mee lastig te vallen.*
»En staat u dat huwelijk aan?*
»Ja, Mevrouw, Mijnheer Fabrice is een
goed mensch- en een man van talentik
zal gelukkig zijn zijn naam te dragen.*
»Ge weet zeker wier opvolgster ge zjjt?
Hij had de eerste keer een waschmeid ge
trouwd.*
Pardon, Mevrouw 't was een bloemen-
die zoo trouw u dient, thuis een lieveling
heeft die lijdend is en versterkende mid
delen behoeft, maar niet krijgen kan, als
de dienstbode, zooveel zjj missen kaD, af
zondert om een oude, zwakke moeder te
steunen als men dan beider trouwe diensten
loont met aan den lijdenden te geven wat
de vader niet geveu kan, of de oude brengt
wat de dochter niet verschaffen kan, dan
is dat, ja in strikten zin, een fooi, maar
een fooi waarover wij bravo roepen en
wenschen dat er vele zulke gegeven worden
Doch verderfelijk is dat fooienstelsel, als
het dienen moet om goed te maken wat
de zaak van den werkgever of geefster is.
Wie die het niet weet, dat in café's te
Parijs de kelners aan den eigenaars, in
plaats van loon voor bewezen diensten te
ontvangen, geld toegeven, omdat de fooien
der bezoekers zoo ruim vloeien. Het moge
in ons land zoo sterk niet zijn. Iets, mis
schien veel er van wordt iu de groote steden
ook bij ons aangetroffen. Als mevrouw die
en mevrouw die een dienstbode vraagt tegen
dit of dat loon, en veel verval, wat is dat
laatste dan anders, dan als Gij de eer hebt
bij H.Ed. te dineeren of te soupeeren, gij
haar dienstbode niet vergeten moet met
een fooi. Daar is zij op gehuurd, en de
extra-diensten, die zij hare meesteres bewijst,
wordt niet door haar betaaldmaar door de
gasten in den vorm van fooien. Dat nu
is verderfelijk en tot op zekere hoogte on
zedelijk ook.
Zijn de loonen van knecht, dienstbode of
werkman te laag, dat zjj dan verhoogd wor
den in den meest ruimen zin. Een moeieljjk
en gewichtig vraagstuk voorzeker, waaraan
de leiders van onze dagen hun gedachten
en krachten wijden moeten. Toch is het
waar, dat de arbeider zijn loon waard is,
dat hjj dan het volle loon ontvange, dat is
zijn recht en niet een zeker deel als gunst.
Immers, dat het met die fooien niet in den
haak is, volgt reeds daaruit, dat gij aan
die juffrouw huishoudster, aan dien heer
die u namens zjjn patroon iets komt brengen,
geen fooi durft geven. Volgt daar nu niet,
reeds van zelve uit, dat fooien geven iets
hoogs en fooien ontvangen iets vernederends
in zich heeft, en is dat recht, is dat billijk,
is dat niet onzedelijk?
Er zijn diensten die men niet onbeloond
wil laten, welnu, die beloone men naar de
waarde die zij hebben, dat is voor hen, die
de diensten ontvangen, plicht, en zij, die ze
bewezen, hebben daarop recht.
Dat fooien geven, in den grond een vrjj-
maakster.*
»Dat is 't zelfde. Ge zult in die kringen
aardig gezelschap ontmoeten.*
»Ik zal er gelukkig zjjn, Mevrouw, als
men er mjj met achting behandelt.*
En dus plaatst ge me daar eenvoudig
voor een uitgemaakte zaak, en vergeet alles,
wat ik voor u deed, sinds ik u als vriendin,
als een dochter tot mjj nam
»Wees verzekerd, Mevrouw, dat ik geen
enkele der buitengewone goedheden vergeet,
die gij voor mjj hebt gehad, sinds ge mjj
in uw dienst naamt.*
't Was aangenaam, dat Mevrouw De Mon-
tauron steeds de minste afwisseling in toon
gevoelde: geen enkel der juist toegediende
verwjjten, der wraakachtige schimpschoten,
die haar lezeres haar gaf, ging voor haar
verloren. Bjj dit laatste bijtend antwoord
stond de barones opals ze over den
bliksem had kunnen beschikken, is 't waar
schijnlijk dat Mejuffr. De Sardonne geen
twee seconden meer geleefd zou hebben. Bij
gebrek daaraan, kon ze haar schandelijk
wegjagen; ze dacht daaraan. Een weinig
nadenken echter tooude haar al het moei
lijke van zulk een openbare vredebreuk.
Ajjdige tongen konden haar beschuldigen,
dat ze uit een gevoel van heerschzuchtige
eigenliefde tegen een huwelijk, en 't was
toch een passend huweljjk van haar be
schermeling was. En wat ze overigens ook
kon doen, Beatrice ontsnapte haar. Hoe on
herstelbaar haar verlies ook was, ze moest
er in berusten en tenminste den schjjn van
goedwilligheid aannemen Dit dwaze
willige daad, werd door fatsoen en mode
een gedwongen belasting. Een uitnoodiging,
die gjj niet kunt afslaan, kost u een fooi
(en gij kunt toch niet minder doen dan
mjjnheer X of mevrouw Y) gjj geeft daar
door dikwijls een grooter fooi dan voor de
welstand van uw beurs wenscheljjk is.
Waarom loopt vuilnis of aschman uw deur
voorbjj, of vergeet uw schel? Waarom,
met nieuwjaar hebt gij geen fooi gegeven.
Waarom is de brievenbesteller zoo on
geduldig? Waarom, omdat gjj meendet, dat
het rjjk zjjn hooge en lage ambtenaren vol
doende moet bezoldigen en gij met nieuwe
jaar u niet geroepen achtte aan dat loon
bjj te dragen in den vorm van een fooi.
Weg met de fooienLaat ons een anti
fooien-verbond oprichten, waarbij ieder zich
verbindt, nooit of te nimmer een fooi te
geven. Neen, toch maar liever niet een bond
of vereeniging, die zjjn er al zoo veel.
Neme ieder zich voor, alles in het werk
te stellen, opdat ieder ontvangt een geëven-
redigd loon naar de te verrichten arbeid, en
vuile niemand het ontbrekende aan door
een vernederende fooi.
Als allen dat deden? wel dan was de
maatschappjj al weder van een harer kwalen
verlost.
Buitenland,
Te Royon (Frankrijk) ontstond dezer
dagen brand in een huis nabjj het kermis
terrein. De vlammen, aangewakkerd door
den wind, sloegen weldra over op de vele
kramen en tenten, welke hoofdzakeljjk met
geteerd zeildoek gedekt waren, zoodat alles
weldra in lichte laaie stond.
Er was van alles op het terreineen
anatomisch museum, bazars, schiettenten,
carrousels, een theatre, een beestenspel, om
niet van de talrijke kramen te spreken.
De lucht weergalmde van de kreten van
angst en ontzetting, die van alle kanten
opstegen. Daar deed zich te midden van het
noodgeschreeuw op straat het gebrul der
wilde dieren hooren, wie de vlammen be
reikt hadden. Eene paniek maakte zich
meester van de opeengehoopte menschen-
massa. Men vreesde dat de leeuwen en tjjgers,
losgeraakt door de vlammen, zich naar
buiten zouden werpen, en dit was dan ook
met eenigen het gevaldoch buiten ge
komen, zakten zij, verteerd door de vlammen,
weldra onder jjzingwekkend gebrul en stuip
trekkingen ineen. Al de andere wilde beesten
kwamen in de hokken der tent om, de
meeste waren gestikt of verkoold.
huweljjk had toch ook nog een goede zijde:
het bevrjjdde haar voor altijd van de vrees,
dat haar neet Pierrepont dit geruïneerde
meisje nog eens zou huwen.
Door deze verschillende overdenkingen
zou het strijdvaardig onderhoud van de
barones met haar lezeres nog onverwacht
vreedzaam afioopen, hoewel geheel op vrouwe-
ljjke manier.
Mevrouw De Montauron, die eenige haas
tige stappen door haar boudoir had gedaan,
legde zachtjes haar hand op Beatrice's
schouder en zei
»Lief kind, het moet u niet verwonderen,
dat de eerste aandoening, die ik gevoelde,
toen ik uw vertrek vernam, niet vriendeljjk
was, want het spijt me, hoewel 't u niet
spijt Maar komaan, lievelingetje, geef
me een kus!*
Mejuffrouw De Sardonne voldeed aan die
oproeping, en de barones barstte in tranen
uit, toen ze haar aan haar hart drukte.
Dat was een verlichting voor haar.
»Weet ge, vro g ze door haar snikken
heen, hoeveel hij per jaar verdient?*
»Ik heb 't hem niet gevraagd, Mevrouw.
»Als die schilders eens naam hebben,
verdienen ze net zooveel, als ze willen
Ge zult rjjk worden, mijn bestedat is
tenminste altijd wat!«
»Mag ik nu aan Mjjnh. Fabrice zeggen,
dat ge hem ontvangen wilt
»0 zeker op 't gewone uur van onze
zittingenHij zal toch mjjn portret
moeten afmaken over een half uur zal
ik hem wachten,*
De menagenie telde niet minder dan 15
leeuwenbehalve de tjjgers, onder welke
een paar prachtige koningstijgers.
De bluschmiddelen waren zeer gebrekkig.
Er waren slechts handbrandspuiten aan
wezig.
Er hebben, en dit mag een wonder heeten,
geen persoonlijke ongelukken plaats gehad.
Alles- wordt in het werk gesteld om de
ongelukkige kermisreizigers eenigszins in
hun verlies te steunen.
In het bosch van Solingen is een meisjv
van acht jaren vermoordmen vond het
ljjkje met afgesneden hals. De politie heeft
de vermoedeljjke daders in handen. Zij
moesten tegen de woede van de menigte,
die de lynchwet op hen wilde toepassen,
worden beschermd.
Een telegram uit Pontypridd brengt het
bericht, dat een trein, van Pontypridd naar
Cardiff gaande, tengevolge van eene botsing
uit het spoor is geraakt en van den djjk ge
vallen. Er zjjn 60 gewonden en 20 dooden.
De Bulgaarsche minister-president Stam-
buloff heeft eene nota aan de Porte gezonden,
waarin hjj betoogt, dat het voor de Turksche
regeering noodzakeljjk is, prins Ferdinand
thans als wettig vorst van Bulgarjje te er
kennen.
Bjj keizerlijk besluit is bepaald, dat in
Finland de invoerrechten voor alle Duitsche
waren, tabak daaronder begrepen, vanaf
heden met 50 pOt. verhoogd worden.
Het »Kais. Gesundheitsamt* te Berljja
deelt mede dat in Assyrië de pest is uit
gebroken.
Het officieel orgaan van den Opperstem
Gezondheidsraad noemt den gezondheidstoe
stand in de Oostenrijksch-Hongaarsche mo
narchie zeer ernstig. In Rusland breidt de
cholera zich in westeljjke richting uit,
zoodat Galicië en de Bukowina onmiddeljjk
bedreigd zjjnin Rumenie heeft de ziekte
vasten voet gekregen en in Italië is de
cholera ingevoerd uit Frankrjjk, waar de
ziekte overwinterde. Van de Zuidelijke en
Oosteljjke grenzen dreigt derhalve het ern
stigste gevaar. De bezorgdheid vermeerdert
nog door het verzuim van sommige Buiten-
landsche Staten om niet aanstonds het
verschjjnen der cholera openbaar te maken.
Teneinde het overbrengen van de cholera
te beletten, worden alle grensstations der
Bukowina gesloten, met uitzondering alleen
von Itzkany, waar alle reizigers aan een
streng onderzoek onderworpen worden.
Beatrice bood haar opnieuw haar voor
hoofd tot een kus aan en vertrok. Spoedig
had ze Fabrice aan den ingang van 't park
weder opgezocht. Ze gaf hem een kort ver
slag van haar gesprek met de barones.
»Gij ziet, Mjjnheer, zei ze toen, dat het
over 't geheel vredig is afgeloopen, en ze mij
niet erg heeft mishandeld.*
»Omdat ze een sterke tegenpartjj vond,
zei de schilder lachend. Maar ik moet haar
met meer ontzag en eerbied behandelen
dat weet ze, en ik vrees voor het onweer, dat
boven uw hoofd rommelde maar op 't mjjne
zal losbarsten
>Ge hebt u zeker te wachten op eenige
hatelijkheden, mjjn arme Heer Maar als
ge een weinig van me houdt, zult ge die ge
duldig verdragen om de zaak niet te bederven,
die tot heden nog al goed gaat.*
»Ik beloof 't u, en ik hoop nu zelfs, dat
de proef maar zwaar zal zijn, omdat ik ze
voor u onderga.*
»Dank, Mijnheer!Ge zult begrijpen,
niet waar, dat ik zoo spoedig mogeljjk,
zonder opspraak, van hier wensch te gaan?*
Hun gesprek duurde nog eenigen tijd.
Terwijl ze met kleine schreden in de hoofd
laan van 't park heen en weer liepen, gaf
Beatrice hem eenige mededeelingen over
haar voogd, wien zij in den loop van den
dag zou schrijven, maar wiens toestemming
niet twijfelachtig was. Toen 't uur voor de
zittiDg voor 't portret was gekomen, ging
Fabrice naar 't kasteel en bevond zich een
oogenblik later alleen met de barones.
Mevrouw de Barones, zei de schilder,
Een geacht koopman te Boston, die zijn
faillissement tegemoet ging, vulde zich der
mond met kruit en stak toen zelf de lon1
aan. Men vond zijn ljjk in stukken.
Nabjj Kaap Otway Ranse, in Australië
is een reuzen-eucalyptus gevonden, die 131
meters hoog is. Er schjjnen echter no£
hoogere boomen te zijn. Nabjj Healesville
in Victoria, moet een eucalyptus van 14(
meters hoogte gevonden zijnin het boscl
van Dandenong, nabjj Melbourne, een var
139y3 meter hoogte bij 27 meters omtrek
benevens een twintigtal andere, die lit
meters hoog zjjn. Nabjj Hobart-town ii
Tasmania, staat een eucalyptus van 13(
meters, in welks hollen stam onlangs L
ruiters te paard een schuilplaats vonden
in 1854 bood de Gouverneur in dien holler
stam aan 78 zjjner vrienden een feestmaa
aan.
De radicalen zjjn La Plata, de hoofd
stad der Argentjjnsche provincie Bueno
Ayres, binnengerukt. De Minister van Oor
log heeft de ontwapening van beide partjjei
bevolen. De radicalen eischen de erkenning
van de door hen ingestelde regeeringhe
congres is daar echter tegen, en de Minister:
zjjn het er onderling niet over eens. He
gerucht wil, dat eene ministriëele crisis op'
handen is.
Aan de »Times« wordt uit Alexandrii
bericht, dat de regeering vier stoombooter
met levensmiddelen naar Yambo, in Arabii
heeft gezonden, naar aanleiding van he
rapport van dr. Staffybey, die door der
quarantaineraad daarheen was afgevaardigd,
Hjj vond daar een jarumerljjken toestand
7000 bedevaartgangers, te Yambo uit Medini
gekomen, waren buiten machte te vertrekken,
wegens gebrek aan stoomgelegenheid. D<
pelgrims hadden gebrek aan voedsel, zelfi
brood en water golden hooge prijzen. Veler
moeten door gebrek omkomen, als er niel
terstond hulp opdaagt.
Door de keel met petroleum te bestrjjken,
heeft dr. Flahaut te Rouaan 40 diphteritis-
ljjders genezen, terwijl van de 30 lijders
die op de gewone wjjs behandeld werden,
9 stierven. Het geneeskuadig genootschap
te Rouaan bevestigde de meening van der
geneesheer, dat deze geneeswjjze gunstige
resultaten geeft, en daarbij gevaarloos, ge«
makkeljjk toe te passen is en acht de uit
vinding van het grootste belang.
Tengevolge van de vijandelijke gevoelens,
die ontstaan zijn sedert de laatste standjes
Mejuffr. Beatrice heeft me gezegd, dat ge
zoo goed waart de vereeniging goed te
keuren, welke ik zoo stoutmoedig begeer.
Ik dank u er voor, en ik doe dat des te
levendiger, daar ge n voor mjj beroofd van
een gezelschap, waarvan niemand de waarde
beter kan schatten dau ik.
»Mjjn hemel, mjjn waarde heer, wat wilt
ge? Wat den een gelukkig maakt, is voor
den ander een ongelukZoo is 't leven
Maar ga zitten We kunnen daar wel
over praten, terwjjl gjj schildert, omdat het
u toch niet hindert.*
Hjj boog zich, plaatste zjjn ezel, nam zjjn
palet en begon te schilderen.
Denkt ge heden klaar te komen, waarde
meester
»Ik geloof, dat we nog twee zittingen
zullen moeten hebben, Mevrouw.*
»Goed, zei de barones. En na eenige
stille ging ze voort: Om op uw huwelijk
terug te komen, mjjn waarde heer, ge krijgt
iemand ten huwelijk, van wie ik niets dan
goeds kan zeggen Haar gedrag is, zoo
lang ze bjj mjj is, voorbeeldig geweest. Ze
bezit duizend hoedanigheden, die ik zeer
waardeer en evenwel, als ge mij de eer
hadt gedaan mjj vooraf te raadplegen, mis
schien had ik dan getracht u van haar te
doen afzien.*
»Mag ik weten waarom, Mevrouw de
Barones?*
Aaar den iOn druk van Octave Feuillet.
/Wordt vervolgd,/