el Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
FEUILLETON.
De Zwanenzang,
Uitgever: E. J. V KERM AM, Heusden.
m 1253. ZATE hl) AO 11 NOVEMBER.
893.
VOOR
Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnement» prgn: per 3 maanden f l.OO.
ranco per post zonder prjjsve, hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 et. Elke regel
meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor
gen ingewacht.
lü»
Met het vrede op aarde,* dat de Engelen
in den Kerstnacht den menschen profeteer
den, staat het nu schoon geschapen. De
grootste geweldenaar in Europa heeft de
rol van politieagent op zich genomen en
vredelievend als hij is, de hand der vriend
schap gereikt aan der meest ondeugenden
fveerspannelingen en nu kan men gerust
zijn. Wel stijgen de begrootingen voor oor
log, wel komen Krupp en consorten handen
te kort om ieder intijds de nieuwste vin
dingen te leveren, wel wordt er meer ijzer
tot zwaard en spiets gesmeed dan tot ploeg
en eg, wel staan de volken tot de tanden
gewapend, hun grenzen bewakende en is
er maar één vonkje noodig in 't kruitvat
en de bloedige dans begint, maar 't
zal wel afloopenRusland en Frankrijk
waken en we behoeven ons nu niet meer
angstig te maken.
Wat is het gelukkig dat ieder menscb,
te midden van deze krjjgshafte wereld
althans ééne plek heeft, waar ongestoorde
vrede woont, waar geen keizers of presi
denten behoeven in te grijpen om de orde
te handhaven. Daar, in zijn woning, is
ieder voor zich Koning bij de gratie Gods.
Het huis is een wereld op zichzelf, waar
van de grenzen door het doel van het
familieleven bepaald worden. Het is een
oord, waar binnen man en vrouw, ouders
en kinderen, broeders en zusters, mevrouwen
en dienstbaren vertrouwelijk in gemeen
schap leven. Hier is geen ruimte voor harre-
warrerjj en kampstrijden, die voor 't publieke
even zoo noodig schijnen als de lucht voor
den niensch. Of de man conservatief, libe-
oftewel radicaal is, dat is totaal on
verschillig in betrekking tot zijn verplich-
ingen jegens den familiekring en het huiselijk
-ven. Daarom doet hij er wel aan zijn
belangstelling in politieke en kerkelijke zaken
op den drempel ter ruste te leggen voor
hij binnentreedt; zoo licht roept zjjn jjveren
le sluimerende hartstochten op- Zelf* de
beroepsbezigheden hebben geen aanspraak
op de sympathie of den afkeer der zjjnen.
De ambtenaar spreekt aan den huiseljjken
haard niet van zjjn bureauwerkzaamheden,
le koopman niet van zijn handelszaken,
le geneesheer niet van zjjn patiënten. Want
afgezien dat door het binnenbrengen van
GEORGE OHNET.
I.
e stadhuisklok van Dieppe had zooeven
het tiende ochtenduur verkondigd, toen zich
van een ch r weelderigst ingerichte huizen
in de straat Aguado de tuindeur opende en
een jong meisje naar buiten trad. Ontegen
sprekelijk was zjj een Engekche van ge
boorte, groot, blond, met een paar eerljjkc,
blauwe kijkers, een smaakvolle verschijning
in een aanvullig matrozen-kostuum met de
onvermjjdeljjke ankers aan de kraag en
gouden tressen op de mouw. Achter haar
verscheen een hoogst achtenswaardig uit
ziende dame in zwarte zijde met een klok-
vormigen stroohocd, belast en beladen met
twee zonneschermen en een niarineglas. Het
junce nitisje zoog de friseche zeelucht in,
siauipte nut haar in een verlakt laarsje
gestoken voetje op den grond en riep:
Heerlijk weer, Harriet!*
De bejaarde dame, ongetwijfeld haar
gouvernante, knikte met het hoofd en
kuchte eenige malen ten teeken van in
stemmingdan stiet zij baar pupil zacht
«riet haar elleboog, om haar tot verdergaan j
te overreden, waarna het tweetal zich naar j
de haven spoedde.
beroeps- of ambtsaangelegen allicht misbruik
van discretie gemaakt wordt, stelt het vrouw
en kinderen in kennis met zaken, die ze
toch slechts ten deele vatten, ten deele niet
onbevooroordeeld kunnen begrijpen en
worden daardoor niet zelden dingen in den
huiselijken kring gebracht, die tot twistge
sprek aanleiding geven.
Wil men den vrede bewaren in het hei
ligdom van het huis dan is het zaak niets
binnen te brengen, vooral geen geruchten
en berichten over personen, daarbuiten
staande. Wat gaat het ons aan hoe buur
vrouw kookt en hoe ze haar kinderen kleedt?
Wat bekommert het ons wie in onze om
geving ter bruiloft genoodigd zijn? Wat
raakt het ons of Klaartje en Betje naar 't
bal gaat? Het is geen goed teeken voor
een gezonde opvatting van de huiselijke
plichten, wanneer de moeder steeds voor
't raam zit, de dochters langs de straat slen
teren om nieuwtjes op te vangen en »wat
men zegt« binnenshuis te brengen. Dat zet
de deur open voor allerlei onaangenaam
heden en bederft den goeden toon. Niemand
zal gaarne vuil en ongedierte in huis
brengen welnu, hateljjke opmerkingen
en nijdige aanmerkingen op kennissen en
buren zijn viezigheden en ongedierte, waar
van we onzen drempel rein te houden
hebben.
Niets binnen brengen maar ook niets
naar buiten dragen. Wat in huis geschiedt,
al is dat alles volkomen richtig en niemand
tot schade, is niet voor oog en oor van
't publiek bestemd. Niet toevallig, maar
uit goede oorzaken heeft de beschaving van
het Westen het zwaartepunt van 't leven
binnen de wanden der woning verlegd, af
gescheiden van de Oostersche zeden, die 't
onderling verkeer in de open lucht, in
straten en op markten doen afspelen. Ons
huis is een heiligdom, waarin we geen
plaats hebben voor den eersten den besten,
noch hem zelfs een blik gunnen. Wie uit
lichtzinnigheid of jjdelheid die afsluiting
verbreekt, heft met onberaden hand den
sluier op van iets, dat geheim moest blijven.
Jonge kinderen hebben een neiging tot
ieder, dien ze ontmoeten, te spreken van
't geen alzoo in huis behandeld wordt, van
't geen aangeschaft is enz. Dit kan niet
genoeg tegengegaan. Niet zelden
worden daardoor zeer onsctnua;so uitingen
ten opzichte van vriend of vjjand in een
licht gebracht, dat ze als beleedigingen
schijnen en de ouders in hoogst moeieljjke
omstandigheden brengen. Maar 't is ook
in 't belang der kinderen dat hierop streng
gelet wordt. Ze gewennen zich anders af
te luisteren, te combineeren en over te
brengen. Wij dulden niet, dat ze van hun
eten, speelgoed en boeken zonder verlof
buitenshuis brengen, waarom zullen we ze
dan permitteeren tafelgesprekken, familiaire
beraadslagingen, onschuldige scherts op
straat te brengen, waar ieder ze naar zijn
believen kan opnemen?
Men zegt dat ook volwassenen zich soms
niet schamen de huiselijke geheimen aan
de klok te hangen en onder een glas bier
of iets hartigers, door 't mededeelen van
de intimiteiten hunner echtelijke vereeniging
tot een zeer onedelen wedstrjjd aanleiding
geven. Men zegt, dat op koffievisites en
kransjes allerlei huiselijke scènes haarklein
oververteld worden, om het onbetamelijk
gedrag der mannen en de verdorvenheid
der kinderen in 't licht te stellen en zelf
te poseeren als beklagenswaardig slacht
offer. Men zegt ook dat dit slachtoffer tenj
doel hebbende het medelijden harer zusters j
op te wekken, niets oogst dan een mede- f
lijdenden glimlach en groot leedvermaak
en zelf de oorzaak is dat haar huishouden
over de tong gaat. Wat in huis een klein
mugje was, groeit buiten in een ommezien
tot een olifant op en een klein, onbeteeke-
nend meeningsverschil wordt buiten de
deur een formeele twist, waarbij stoelen en
tafels zijn stukgeslagen en ruiten gebroken.
Ons huis is geen postkantoor, waar ieder
wat haalt en ieder brengt, wat hem be
valt; en geen parlement, uit 't welk alle
woorden terstond naar alle hemelstreken
heenvliegen maar een gesloten, geheim
zinnige tempel, die slechts ons zeiven en
enkele goede vrienden toegang verleent en
zijne schatten wèl weet te bewaren.
Majestueus spreidde zich voor haar blikken
de onmetelijke watervlakte uit; de lichte
wolkjes, welke als vlokken aan het onbe
wolkt uitspansel hingen, werden door de
verzengde stralen der zon opgezogeneen
frissche bries, van den zeekant, schudde de
slanke stengels der Tamarisken en liet de
vlaggen, voor de hotelportalen opgeplant,
vroolijk fladderen.
Op de zoden, die, door de zon verbrand
en door de talrijke badgasten vertrapt, veel
overeenkomst met een oude stroomat hadden,
leidden hondenkooplieden koppels dassen,
hazewind- en Bologneser honden rond. Jonge
dames in Yersey-kostumes en heeren, in
flanel gedoscht, speelden lawn-tennis, en
blinde babies met naakte beentjes lieten, in
den vorm van vleermuizen, draken aan lange
touwen opvliegen. De kleine paardentram,
welke het casino met den havendam ver
bindt, ging langzaam heen en weer, en
schalksche straatjongens brulden zich de
kelen heesch, om den voorbijgangers hunne
programma s aan te praten.
Ijlings hadden de beide wandelaarst'rs
na korten tijd de hoogte bereikt, op welke
zich het Hotel Royal verheft, toen een
groote jongeling, die, blijkbaar in gedachten
verdiept, hetzelve verliet en hen recht tegen
het ljjt liep. Hij nam zijn hoed af, veront
schuldigde zich in een uitheemschen tong
val en trad ter zijde, om de dames te laten
passeeren. Een kreet van het jopge meisje
deed hem opzien, een hoogroode blos ver
toonde zich op zjjn gelaat, zgn donkere
Riff tot hunnen plicht terug te brengen.
Een convooi is van Melilla vertrokken,
beschermd door twee brigades, om de buiten
forten van levensmiddelen te voorzien.
De Kabylen zjjn in massa in het ge
bergte. Zij vielen het convooi niet aan.
De expeditie-kolonne is teruggekeerd zonder
gemoeid te worden.
Buitenland.
Een vreeseljjk ongeluk heeft gisteren
ochtend te Gent plaats gehad in de spinnerij
van Yan de Bulcke. Omstreeks 10ys uur is
een balk losgeraakt, in zijn val de gewelven
van de spinnerij-zaal medesleepende. Men
heeft reeds uit 'tpuin één doode, een meisje
van 14 jaar, en 14 zwaar gekwetste
vrouwen opgedolven.
Een koerier, komende uit het kamp van
den sultan, brengt een brief van dezen aan
de Spaansche regeering over, waarin de
Suli""" leedwezen te kennen geeft over
hetgeen bjj Melilla is injuIgUTOiian. Hfl be
looft eene schadevergoeding en kondigt het
vertrek van een specialen gemachtigde aan,
die in last heeft om de Kabylen van het
oogen glinsterden, en deels verbaasd, deels
verblijd de handen ineenslaande, zeide hij
vragend: Daisy! Gjjzijt gjj het?*
»Stenio!« riep de jonge dame, hevig ont
roerd. Dan nam zjj, vertrouwelijk en harts-
tochteljjk, den arm van den vreemde en
zeide haastig, vol brandend verlangen naar
zjjn mededeelingen»Laat ons voor alles
van mjjn zuster spreken waar hebt gij
Maud gelaten? Hoe gaat het haar? Maar,
zottin, die ik ben, hoe vraag ik nog gjj
zijt, in Dieppe, zij is dus ook hier! Stenio,
mijn vriend, ik bezweer u, waar is Maud?
Gauw, jrauw, breng mij bij haarWelk
een ^tiu*, huur weer in de ariut-n te kunnen
sluiien
Dai>y. lief kind!* stamelde Stenio.
Zyn hoog, door kort donker kroesig haar
onmeven voorhoofd trok zich plotseling tot
Homi'erf plooien, tranen glinsterden in zjjn
oogei- en zgn stem beefde.
A.aur voorloopig was de eerwaarde ma
trone met den klokvormigen hoed, die eerst
van verbazing in een zoutpilaar veranderd
scheen, van haar verbazing bekomen en
had besloten, zich in het gesprek te mengen.
»Liefste, ik moet je verzoeken,* ver
klaarde zij beslist en energiek, zieh tus-
schen het tweetal plaatsende. »Je kent de
bevelen van je vader. Zoo hij vermoedde,
dat met mijn voorkennis een zoodanig
onderhoud neen, maar het is immers
onmogelijkBedenk toch, mijn lievelinge,
t indien je met verstand genoeg hebt, naar
rede te luisteren, dan zal immers die heer
De ramp van Santander.
't Big kt, dat de kapitein van het schip
slechts had opgegeven, dat hjj 20 kisten
dynamiet aan boord had, terwjjl er 500
zouden zjjn verborgen geweest. Volgens de
laatste berichten zjjn 300 menschen gedood
en meer dan 1000 gewond, van wie 450
ernstig. Ruim 100 huizen geraakten in
brand en 56 werden geheel verwoest. De
kracht van de ontploffing was zoo ontzettend,
dat het anker van het schip 800 meter ver
werd weggeslingerdhet viel op een balkon,
dat ineenzakte en drong daarna diep in den
grond door. Alle huizen van de stad dreunden
en sidderden als bij een geweldige aard
beving en er bleef bjjna geen ruit heel. Een
man werd doodgeslagen door een neervallend
stuk hout, op een afstand van twee kilo
meter van de haven.
De paniek was zoo algemeen dat eerst
niemand er aan dacht hulp te verleenen;
alles vluchtte. Allengs kwamen echter ge
lukkig eenige menschen tot bedaren, er
werd naar alle kanten om hulp geseind.
Vooral de nacht was versehrikkeljjk. Ter
wjjl aan alle zjjden de vlammen omhoog-
stegen en de noodkreten van de gewonden
nit de puinhoopen doordrongen, zochten
mannen, vrouwen en kinderen van alle
standen, broederlijk vereenigd, in de ruïnes
van steen en hout naar hunne dooden.
Kinderen, die hun ouders hadden verloren,
liepen radeloos, weenende door de straten,
tot zjj tegen den ochtend werden opgenomen
in het stadhuis.
Toen de dag aanbrak, zag Santander, een
van de vroolijkste steden, er uit als een
stad des doods. Akelig verlaten stond de
stad daar in het schemerlicht, aan alle
kanten puinhoopen, gehuld in rookwolken
de duizenden, die naar buiten waren ge
vlucht, durfden nog maar langzaam terug-
keeren uit vrees voor nieuwe ontploffingen.
De geheele stad heeft dooden of gewonden
onder familieleden of vrienden.
Uit latere berichten bljjkt nog, dat twee
mannen van het schip >Cabo Machichaco*
gerea v,{j zyn te Bilbao aangebracht
na eenige uren te hebben rondgedoold op
een plank in zee. Bjj de ontploffing werden
zjj in de zee geslingerd, de een was gewond
aan den arm, terwjjl de haren van den
tweede waren verschroeid.
De mannen bezweren, dat zjj er niets
van wisten, dat er meer dynamiet aan boord
was dan de reeds geloste 20 vaten. Eenige
oogenblikken voor de ontploffing had de
kapitein geroepen: >Weg van het schip,
weg van de kaai, het vuur nadert het dyna
miet.* Toen snelde alles in razenden angst
naar den wal, maar de ontploffing ge
schiedde vóór zjj het schip hadden verlaten.
Zjj zagen wel dertig ljjken in hun nabgheid
op zee drjjven, waaronder vele van vrouwen
en kinderen.
De aangerichte schade wordt op 6 a 7
millioen gulden begroot. Een ander telegram
meldt, dat de kapitein van het schip,
Fernandez Sanz genaamd, ook tot de ge
redden behoort. Hg zal worden gearresteerd.
Het dynamiet moest grootendeels naar
Sevilla; waarvoor het was bestemd wordt
er niet bjj gemeld*
Uit Santander wordt gemeld, dat er
onder toezicht der overheid telkens duikers
onder het water gaan om ljjken naar boven
te brengen. Op zékere plaatsen hebben zjj
15 a 25 bjjeen gevonden, op andere plek
ken slechts ledematen van ljjken gevonden,
te midden van brokstukken van de in de
lucht gevlogen stoomboot en schuiten. De
duikers zjjn door dit alles ontzet van hui
vering naar boven gekomen.
Tot nu toe zjjn 147 ljjken herkend. Het
aantal dooden zal wel altjjd onbekend
bljjven.
De minister van financiën, heeft eene
openbare inschrjjving geopend, om de na-
gelatene behoeftige betrekkingen der slacht
offers te hulp te komen. De regeering heeft
voor 25.000 pesetas ingeschreven, de ge
westelijke Raad van Santander voor 15.000
pesetas en de gemeenteraad voor de ge
heele som, die beschikbaar is gebleven op
de begrootmg.
Veertig kisten met dynamiet
teruggevonden op den bodem van het schip
»Machicago.« De overheid wilde er lafcaajj
uithaleneene paniek maakte zich toen van
de bevolking mees
naar het land gevlucht. Anderen bestormden
den spoortrein om weg te komen. Door het
gedrang zjjn velen I.
De »Times« verklaart van veer hs-f
voegde zjjde te Romverklaring te o m
vangen in antw urd oj 1-bekends
ai-tibol van de »Hamb. Naehr.s,
hoegenaamd niets v van is, d
moeten begrijpen, dat
Ademloos brak zjj haar onsamenhangende
toespraak af en stond nu voor de jongelui,
rood als een kreeft, met wjjd opengespalkte
oogen, in een toestand van verstoordheid,
die even treffend als vermakelijk mocht
heeten. Daisy trok haar fijne brauwen in
de hoogte, en om den kleinen mond legde
zich een dreigende plooi.
»Mjjn beste Harriet,* zeide zij, luister.
Je weet, hoe ik onder gewone omstandig
heden je gehoorzaam ben, en weet, hoe lief
ik je heb! Maar heden, Harriet, zie je, is
het geval zoo ernstig, mijn zuster be
grijp je dan niet het betreft mjjn zuster!
j Acn, Harriet, hoe kunt ge mij toch nood-
zaken, noodelooze woorden daaromtrent te
verspillen
Een tranenstroom verstikte haar stem.
Verbaasd staarde een gezelschap, hetwelk
juist in een open landauer voorbijreed, naar
de bejaarde dame, die het bekoorljjk jonge
meisje in tegenwoordigheid van den grooten,
bleeken jongeling, weenend toesprak. Zonder
te antwoorden, schudde de gouvernante
haar grjjs hoofd onder den klokvormigen
hoed met de eigenzinnigheid van een oud
muildier. Ten slotte bromde zjj»En de
wil van mylord?«
»En de beden zijner dochter?* antwoordde
Daisy vlug. Harriet, je moet kiezen tus-
&chen nijjn vader en mijJe hebt mjj vaak
verklaard, dat je tot geen prjjs mg zoudt
willen verlaten en dat, wanneer ik eens
getrouwd zal zjjn, je in mjjn huis "hoopt te
r
kunnen bljjven, om mjja kinderen te ver
plegen en te beminnen welnu dan, Har-
riet, wanneer je niet
al je plichten aan den kapstok i
dan, o het ware voor mg een om
leed, maar Harriet moet aHes ius-
schen ons uit zjjn!«
Daisykermde de oude dame en barstte
in eene hevig snikken los, »o Daisy! Alles,
alles wil ik voor je doen, je weet het
immers, lief kind! In en ik mijn leven
voor je moest laten. Maar iets, wat ons
uitdrukkelijk verboden is? Wat zal Lord
Mellivan zeggen?*
»lk zelve zal er met hem c- r w
Wees kalm, Harriet, die zaak koud :dei
Ik heb je immers zoo lief, g id lieve,
lieve oude.*
En met haar rose lippen bet purperrood
gelaat der trouwe ziel kussende, vervolgde
zjj»Ik sal nooit vergeten, welk een offer
je mij heden brengt! Nooit! En mijn zwager,
mynheer Stenio Maraekzy, altjjd
dankbaar zjjn, daar ban ik zeker v
De vreemdeling boo; «s'.ig het hoofd,
en zich tot Daisy wend z, jjj: »Gjj
wilt uw zuster zien! gjj zult
haar, welke gij gekend hebt, niet terug-
kennen zjj is zeer, zeer veranderd, de
arme Maud is zwaar ziek
Met angstvolle oogen tot haar zw&'
opstarend, vroeg zjj: »Gevaarljjk?
»Ja, Daisy, zeer gevaarlijk!*
Zij slaakte een zachte smart!
DOOK
(Wordt