y
Hel Land van Heusden en \llena. de Langstraat en de Bommelerwaard.
rP™ ilSïE BLAD.
Brieven ait Amsterdam.
k
FEUILLETON.
De Zwanenzang.
M 1259
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 2 DECEMBER.
1893,
VOOR
Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
anco per post zonder prysve.hoogmg. Afzonderlijke
ammers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjjdagmor-
gen ingewacht.
3m oude.
tos
Een enkele maal vergast ik me wel eens
aan het gerecht welsprekendheid, waar dat
te genieten is op openbare vergaderingen,
een enkele maal slechts, want door
ondervinding geleerd, ben ik bang gewor
den voor massa's holle woorden, die zoo
glad, zoo gelikt soms de lippen ontvloeien,
maar die in den grond toch niets zjjn dan
woorden.
Wanneer echter deskundigen bp uitne-
|l mendheid zich aangorden tot den kamp
»5eu de grootste ziekte onzer dagen, wan-
ich een paar dozjjn vakvereenigingen
saffien komen tot het bespreken van de mid
delen daartegen, dan is de gelegenheid te
schoon om daarvan niet te profiteeren.
Men zegt algemeen dat de werkeloosheid
in onze goede stad groot is, ik durf dat
bevestigen noch ontkennen, om de eenvou
dige reden dat niemand er het rechte van
weet. Men zegt ook dat 't dezen winter
buitengewoon slap zal wezen. Dat laatste
echter betwjjfel ik omdat ik de iieden mis-
;rouw, die deze voorspelling uiten. Daar
zijn er onder die 't hopen en daarom al
vast maar gelooven, daar zjjn er onder,
die niets liever zouden zien dan gestadige
^en snelle toeneming der werkeloosheid, om
Vedenen die ieder bevroedt. De tjjd zal 't
\;k hier kere».
Intuv-schen heersebt er reeds nu werke
loosheid, die in groote steden trouwens
nooit van de lucht is. Verleden jaar is er
een echte commissie benoemd om daarvan
de uitgebreidheid na te gaan. Dat was
niet moeilijk, zei Mr. Treub, onze tegen
woordige wei houder van finantiën, en men
beroemde een talrijke commissie tot een
grondig onderzoek.
Het rapport, door deze commissie uit
gebracht, is echter zoo schraal, zoo weinig
afdoende, dat 't alleen een bewijs geeft,
Évan werkeloosheid hoogst moeilijk een
ptiek te maken is. De vakvereenigingen
welke de commissie zich gewend heeft,
konden zelfs niet bB raming opgeven hoe
veel lieden er in hun vak zonder werk
liepen en de middelen door de comm. voor
gesteld tot wering der werkeloosheid, zijn
zoo roerend eenvoudig en innig wanhopig
dat een leek als ik wel zal ontheven zijn
om ook van zijn kant iets aan de hand
te doen. Verbeeld n dat de heele com-
missie niets anders weet voor te stellen dan
van gemeentewege een park te laten om
spitten en een kade te doen graven. Ver
beeld u werkelooze kleermakers, schoen
lappers, stukadoors, behangers etc. aan 't
spitten 1 We hebben dat voor jaren nog
eens gehad, het ophoogen toen van een
groote vlakte met zand. Dat zand werd
om maar werk te verschaffen van ver ge
haald met handkarren die half of een
derde vol geladen werden en bij iedere
kar liepen 3 man, die voor één man ar
beid hadden, zich te verkleumen. Iets der
gelijks, dat aan een publieke comedievoor-
stelling op de open straat doet denken,
wordt ook nu voorgesteld door een speciaal
daartoe samengestelde commissie van speci
aliteiten.
Is het te verwonderen dat ik zeer ver'
langend was deze zaak in een openbare ver
gadering van mannen, in wier kring de
werkeloosheid geducht haar scepter zwaait,
te hooren bespreken, ik, die zooals ge weet,
van nabij betrokken ben in de armver
zorging
Welnu ik ben er geweest, maar heb als
zoo dikwijls mijn tjjd beklaagd. Ook die
specialiteiten wisten niets aan te geven tot
leniging. Woorden bij den hectoliter, maar
wezenlijk afdoende middelen geen enkele.
Bovendien hadden ze tot woordvoerder
gekozen den heer Gerhard, een hoofdon
derwijzer op een tractement van f 2400, een
man, hij moge dan hart hebben voor de
werkloozen, die in zijn welgedaanheid mis
trouwen moet opwekken. Geen wonder dat
zijn partijgenooten, hij is een der nette
hoofden der soc. dem. partij, hem toeriepen:
»jjj hebt mooi praten, want je hebt te
eten!* En den heer Tak, den graanhan
delaar, zoon van den rijken Tak te Schie
dam, die de onvoorzichtigheid had te spre
ken van zijn hongerleden, wat hem ge
wis nooit overkomen is, tenzij uit pure
lief hebber jj.
Deze heeren, wetende niets te kunnen
aangeven tot vermindering der ellende, heb
ben dien avond zeer welsprekend hun ge
dachten geuit. Ik echt het een groot voor
recht in een vergadering flink te kunnen
zeggen wat men op 't hart heeft. Maar ik
vindt het zeer bedenkelijk van dat voorrecht
gebruik te maken ook wanneer men niets
te zeggen heeft. De heele speech van den
heer Gerhard is saam te vatten in deze
woorden: »mijn vrienden, alle middelen tot.
bestrijding der werkeloosheid, zelfs het best
afdoende, het geven van nieuw werk, zal
ondoeltreffend blijkenik weet zelf geen
dooi;
GEORGE OH NET.
7)
V.
Lord Mellivan's jacht lag aan den ingang
der bocht, nabij de sluispoort, voor anker,
en sedert een uur schreed de markies in
derzelver salon heen en weer, Marackzy
verwachtend. Een dik tapijt smoorde zijn
voetstappen, het beschot van gepolijst ma
honiehout met zijn schitterende omlijsting
van messingstaafjes weerkaatste zich in de
heldere middagzon, door een wijd geopende
poort drong de frissche adem van den was-
senden vloed binnen. In de verte hoorde
men de kettingen van een kraan krjjschen,
die tot het lossen van kolen booten diende.
De oude markies vernaai noch dit gedruisch,
noch bemerkte hij den zonneschijn en de
frissche lucht. Op de enge ruimte van vier
meters zette hi) zijn rusteloozen gang voort
en zjjn gedachten zweefden ver, ver weg.
Hg zag hem voor zich, den tuin van
"n paleis in Grosvennor-Square, en zag
«.ie kleine meisjes zich vroolijk op de
zoden tuimelen onder vrooljjk gelach. Do
kleine, die nog vrg onzeaer op haar beentjes
was, poogde de grootere zuster na te loopen
en riep aanhoudend: >Maud! Maud!« met
haar helder zilveren stemmetje. Dan stond
de oudere stil, kwam bij haar, plaatste
zich in het weeke gras, nam haar op den
schoot en speelde reeds het kleine moeder
tje, terwijl zij het blonde kopje van haar
baby kuste. Destijds was hij nog een jonge
man, sedert nauwelijks twee jaren weduw
naar, en hij beschouwde vol ontroering het
treffend beeld en zwoer, uitsluitend voor
die twee teeder geliefde wezens te leven en
niet te hertrouwen, hoezeer men ook van
alle kanten daarop aandrong.
Hij was dit besluit trouw gebleven, en
kalm en goed verzorgd waren de kinderen
opgewassen, vreemd van leed of droefenis.
Nu waren zij twee volwassen jongerneisjes,
en de vader, die zich voor hen opgeofferd
had, hoopte de vervulling van zijn droom
te gemoet te gaan hen als gelukkige
vrouwen en moeders te zien en zijn ouder
dom in de stille vreugde van hun familie
leven te genieten. Hoe heerlijk stelde hij
het zich voor, zjju kleinkinderen de blonde,
zjjden haarvlokjes te kunnen streelen! Hoe
verheugde hjj zich, ook hen op de zoden
van den ouden vaderljjken tuin te zien
rondgaloppeeren. Ach, en zij zouden dan
ten minste moeders hebben, welke met
angstigen blik hun wilden loop naoogden.
En later, wanneer zij tot mannen waren
opgewassen, zou de oude heer Hare Maje
steit verzoeken, zijn Pairstitel op den oudste
te laten overgaan, opdat de naam Melivan-
wijzen
Daar dacht niemand aan. Geen tien van
de 7 of 800 daar tegenwoordig was naief
genoeg te gelooven dat er door een dier
heeren een probaat middel zou aan de hand
gedaan worden tot het verkrijgen van werk.
De eenige vraag was: zou van Emme-
nes spreken of niet? Dien wilden ze hoo
ren, van Emmenes, van wien ze weten
dat hij tot geweld zou opruien. Gewiegd
door van Emmenes, willen ze zoet zijn en
in slaap vallen, droomecde van revolutie,
van roof en moord. Van Emmenes sprak
en raadde aan voedsel en kleeding te
nemen, gewapend de orde te verstoren en
toen waren ze tevreden en gingen zoet
naar huis. Een beetje zingen, nu ja, maar
anders haalden ze niets uit. Zulke taal be-
grjjpen ze, de theoriën van Gerhard en
Tak zijn ze te hoog omdat ze slechts theo
riën zijn, waarvan men geen brood snjjdt.
Een en ander bewijst dat er tegen wer
keloosheid geen kruid gewassen is, geen
ander dan een doelmatige armverzorging,
gedurende den slimsten tjjd. Daar zal 't
ten slotte dan ook heen moeten, dat Staat
of gemeente de verzorging der armen en
werkeloozen ter harte neemt. Ik zie er geen
ander gat in.
Amst., Nov. '93. J. L.
Buitenland.
enkel nieuw middel, gaat heen in vrede nieuw verschiet, floor die heeren te openen?
Ik begrijp ten volle dat niemand met een j Over de nieuwe wegen, die zjj hun zouden
beperkt inkomen en die geheel buiten den
werkmanskring staat, dit antwoord geven
moet, maar laat men dan liever iemand
zoeken, die er wel wat op weet, zou ik
zeggen. Gerhard is een beste man, een
knappe vent ook, al meent prof. Fabius
hem eenmaal op een ontaalkundige flater
betrapt te hebben, en hij maakt mooie zinnen,
die hij goed weet te zeggen, al is zjjn geluid
niet aangenaam door dat het van een neus
klank vergezeld gaat, hg is een minnaar
van 't woordvragen en op geen vergadering,
waar hg tegenwoordig is, zal hij verzuimen
zijn licht te doen schijnen maar waar 't
aankomt op middelen zoeken ter leniging
van de werkeloosheid, daar moet men geen
schoolmeesters hebben, maar kapitalisten,
die voor een winter eens uit hun slof durven
schieten en zeggen: ik zal een tienduizend
broeken en hessen (kielen) laten maken om
schoolkinderen te kleeden, werk voor kleer
makers En een tienduizend schoenen voor
idem, werk voor schoenmakersEn een paar
blokken werkmanswoningen, werk voor aller
hande ambachtsluiEu een nieuw park,
werk voor allerlei grondwerkers en tuinlui
Dat is, geloof me, de eenige oplossing
van de kwestie. Of daar al advocaten, en
Van Emmenessen, en Schoolmeesters en
Graanhandelaars over redeneeren, dat vor
dert geen stap, zelfs Treub, de groote Treub,
de man der radicalen weet er niets op dan
een parkje te laten omspitten op kosten der
gemeente. Daar moeten mannen van geld
hun woord zeggen, één millioen ten offer
brengen, en we zjjn voor den winter ge
holpen. En geloof me nogmaals er zjjn er
tal, voor wie een ton niet meer is dan voor
ons een knoop van onze Zondagsche jas!
Ik heb eens met een vrouw gesproken,
wier man in geen weken werk gehad had
en die nu den heelen dag zocht. »En kan
hij niets beet krijgen?* vroeg ik. De vrouw
antwoordde: »wil ik u eens wat zeggen,
meneer, rnenschen zooals mijn man, loopen
dag in, dag uit om werk en weet uwes
wat ze 's avonds doen? Dan danken ze
onzen lieven Heer dat ze niets gevonden
hebben.*
Aan dat beteekenisvolle antwoord dacht
ik op de bewuste vergadering. Daar zaten
tal werkeloozen en velen, niet werkeloos,
maar schijnbaar vol deelneming in 't lot
hunner broeders. En wat denkt ge nu van
de verborgen gedachten dier schare? Liepen
die over wat ze zouden te hooren krijgen
van de heeren Gerhard en Tak, over 't
Grey niet uitstierf. Schoone plannen, vroo-
lijke drooinen van hoe korten duur
waren zij geweest!
Plotseling veranderde het tafereel, hjj
zag zich weer in het park van Dunloë.
Het was een zomeravondMaud was den
ganschen dag onzichtbaar geweest, en toen
Harriet naar boven gegaan was, om haar
te verzoeken, toch uan tafel te komen, had
zij de kamer ledig gevonden. Onder aanvoe
ring van den markies doorzochten de diena
ren de groote duistere lanen van het park,
luid roepende snelden zij door het bosch en
met het vreeseljjk voorgevoel van een groot
ongeluk liepen zjj langs den stglen oever
van het meer, dat in het heldere maanlicht
vreedzaam sluimerde.
Ach! het ongeluk was nog grooter, dan
het somberst voorgevoel had doen bevroe
den vonden haar niet, de dochter van
hun meester. Zij had hem verlaten met
den man, dien zjj beminde. En voor het
geestesoog van den markies dook Stenio's
somber gelaat op met den vurigen blik en
verheerlgkt door den stralenglas van het
genie.
Hoe vaak was sedert drie jaren dit heer
lijk hoofd der fantaisie den grijsaard ver-
De Duitsche Rijkskanselier Caprivi ont
ving Zondag uit 5 een hoaten kist i,
dat dadeljjk den adjudant, majoor Ebmeyer,
zeer verdacht voorkwam. Hg maakte het
niet open, maar stelde het aan de politie
ter hand. Bjj onderzoek vond men er een
dynamietpatroon in, en een mechaniek
waardoor da patroon zou ontploft zjjn, in
dien het kistje onvoorzichtig geopend ware.
Bij de helsche machine was een schrij
ven, waarin staat: »Mjjnheer, ik zend u
hierbjj radijszaad, van een soort, dat men j
in Dec. zaait, om er in Febr. radijsjes van
kistje, geheel in den vorm van een doos
met domino-steenen en ook voorzien van
een deksel.
Aan de eene smalle zijde van het doosje
ligt vrjjwel op den bodem een naar het
schjjnt met nitro-glycerine gevuld beeld van
messing w'elkef onderaan een klein gaatje
heeft en van voren voorzien is van een
gewoon slaghoedje. De patroon lag in los
kruit. Tegenover het slaghoedje bevindt
zich in een houten kokertje een houten
knop, waarop bovenaan een spjjker is ge
slagen. De houte knop is bevestigd aan
twee draden van gomelastiek, welker ander
uiteinden rechts en links van den patroon
in den wand van het houten kistje be
vestigd zjjn en bestemd zjjn natuurljjk bjj
opening der korsten knop, geljjk bjj eene
boog, met kracht te doen terugspringen,
zoodat de spgker het slaghoedje treft. De
knop werd tegengehouden door een blokje,
hetwelk aan het deksel bevestigd is. Bjj het
afnemen van het deksel na moest de knop
niet langer worden tegengehouden en door
de spanning der elastieken draden op het
slaghoedje stootenhierdoor wordt dan het
kruit in brand gestoken en zoo de ont
ploffing van het nitroglycerine veroorzaakt.
Het openea der helsche machine zonder
gevaar werd hierdoor mogeljjk, dat het
kistje in het water geplaatst, waardoor ten
eerste het kruit nat werd en verder de
houten knop zoo opzwol, dat hjj in het
kokertje vastgehouden werd. De ontplof
bare stof is naar het laboratorium gebracht.
De ambtenaren van het keizerIjjk kakinet
kregen hierdoor argwaan dat het kleine
houten doosje buiten alle verhouding zwaar
was.
Inlichtingen uit goede bron hebben doen
blijken dat er onder de individuen, die te
Orleans onlangs anarchistische plakkaten
verspreiden, Duitschers waren. Alles doet
gelooven dat deze het waren, die aan den
Keizer en Caprivi de helsche machinen
toezonden.
te hebben. Het soort kan tegen vorst.* jn een goed gerenommeerd wjjnhuis te
Volgens de »N. Deutsche* is uit Orleans Berljjn hebbeu twee echtparen met eenige
ook aan den Keizer zulk een machine ge- vrienden in het begin der vorige week
zonden met een brief van denzelfden in- otters gegeten. Bg vier dezer personen
houd als aan Caprivi. Gelukkig wekte de j openbaarden zich spoedig ernstige ziekte-
bezending argwaan en miste zij dns haar j verschjjnselen, en in den loop der week zjjn
doel.
jtwee dames de eene 21, de andere 26
De nauwkeurige beschrjjving der helsche jaar oud overleden, en wel, blijkens
machine, welke aan den Keizer en aan officieele verklaring, aan typhus. Eene derde
den Rijkskanselier werden gezonden, is de dame, die mede in groot gevaar verkeerde,
volgende: is door toepassing van krachtige middelen
De buitenste omhulling is een houten gered. De overige personen zjjn met lichte
den edelman en vader met geljjke wreed- blikken moest Stenio voor hem verschjjnen.
heid getroffen. Vaak had hij aldus gerede- De markies bleef aan het venster staan
neerd: wanneer hjj mij eenmaal in handen en staarde somber in het verschiet. Op den
viel, indien ik hem in mjjn macht kreeg,1 achtergrond der bocht, hoog boven de masten
ik zou hem beschimpen en naar goeddunken en schepen, zag men door het takelwerk
met mijn voeten vertrappen kunnen! Ware en de raas heen de stjjle krjjtrots zich ver-
het mogelijk, een staf te vinden, gruweljjk heffen, op welker hoogte de kapel Maria's
genoeg, om hem te laten boeten voor dat, j toevlucht* staat. Heet brandde de zon op
wat ik geleden heb?* ide steenen glooiïng van den heuvel en met
Maar die dag, waarnaar hg reikhalzend een zilveren flikkering krjjachten de meeuwen
had uitgezien, scheen niet te willen komen, door het wijde uitspansel. De kerkklokken
Stenio, alom gevierd, was machtig en ge- vingen aan te luiden en hun verre klank
lukkigalles gelukte hem, in werkelijkheid was zoo treurig, dat de grjjsaard zijn hart
had hij die sport van de maatschappelijke voelde beven. Hjj wist, dat zjj de geloovigen
ladder bereikt, waarop de man stond, die j tot den hoogdienst riepen voor een doode,
hem versmaad had, en de kunstenaar, een |en hjj zeide zich zelve, dat dit morgen wei
afgod van het publiek, scheen in ieders oog voor zijn dochter geschiedde. Hjj onder-
het volste recht te hebben, zich de schoon-1 drukte een snikken, sloot het venster, om
zoon eens afstammelings van Willem den j niets meer te hooren, en stond onbeweeg-
Veroveraar te heeten. Daarvoor haatte hij lijk, met levenloos neerhangende handen
hem nog zooveel te gloeiender, en bjj den zijn hart klopte hevig, in zjjn gedachten
haat voegde zich het schaamtegevoel, kwaljjk had de haat diep wortel geschoten,
geoordeeld te hebben. Daarvoor, dat hij j In dit oogenblik dreunde de trap van
hem de dochter ontnomen had, had hjj hemhet tasschendek onder een zwaren tred en
kunnen dooden, daarvoor, dat hjj zich harer de stuurman opende de deur. In het half-
waardig betoond had, hem folteren. j duister, dat buiten heerschte, teekende
En nu, met één slag was men bg hem Marackzy's hooge gestalte zich af.
gekomen en had hem gezegd: Hij is in, Lord Mellivan gaf een teeken, de zeeman
schenen als een spookbeeld! Grjjnzend, met!uw nabijheid, bg wil u zien. Een woord boog, week ter zjjde en de echtgenoot van
een duivelschen lach zag hjj hem voor zich i van u kan hem ongelukkiger maken, dan Maud trad binnen,
als een boozen demon. O, wat onbeschrgfe- één mensch zjjn kan, of hem de grootste
lijk leed had die Marackzy hem niet be- opbeuring schenken. De vervulling zjjner
rokkend! Welke boetedoening was zwaar eenige hoop ligt in uwe hand.* De dag, j {Wordt vervolgd.)
genoeg voor dezen roover Harteleed en welke hij ternauwernood weer gehoopt had,
verguisde trots; zij hadden immers ook te beleven, was daarbinnen weinige oogen-
miuwiiui