Hel Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. VARINKA, FEUILLETON. UitgeverL.. J. YEEEMAH, Heusden. M 1278. WOENSDAG 7 FEBRUARI. 1894. «p VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prijsve» hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor gen ingewacht. reeds lang kunnen voorzien. En is in dezen li toestand alleen heil te verwachten van straf- wetten, en strenge maatregelen Is het niet Eindelyk is de begrooting voor 1894 door de plicht van regeering en vertegenwoordi- de beide kamers goedgekeurd. Het schjjnt ging om tot de verwijderde of naast bjj- moeielijk, ja onmogelijk te zjjn dat met 1 liggende oorzaken op te klimmen en die Januari de begrooting is vastgesteld, wantzoo mogelijk weg te nemen, althans te ver jaar op jaar wordt zjj eerst in Januari door minderen Het is zeker zeer gemakkeljjk de Eerste Kamer vastgesteld. Wat uitzonde ring moest zjjn is regel geworden. Had de minister van oorlog in de Tweede Kamer een swaren strjjd, in de Eerste Kamer is hjj met alle hoffelijkheid bejegend, het eind cijfer der defensie-begrootingen schjjnt daar geen bezwaar te zjjn. Over het geheel ge tuigde alles van de meeste welwillendheid tegenover de regeering. Stemming was on- noodig met een enkele uitzondering, cjjfers werden niet besproken, één zaak beheerschte het debat, de woelingen der ontevredenen, die verandering wenschen van de tegen woordige toestandende optochten der werk- loozen, de vergaderingen der socialisten hielden aller aandacht ernstig bezig, daaraan moest noodzakelijk paal en perk gesteld lan was de gedachte, die herhaaldelijk en voorgrond trad bjj de discussie. Had een grief tegen deze regeering, zjj was, dat het gezag niet krachtig genoeg werd gehandhaafd, dat met gezag moest opge treden worden tegen alles wat de rustige rust in den lande verstoorde. De eerste spreker, de heer Van Zinnieq Bergmann, opende het debat daarover en betoogde dat de regeering het gezag niet krachtig genoeg handhaafde tegen uitspattingen van allerlei aard. De heer Pjjnappel volgde hem, deze spreker verweet de regeering vrjj scherp dat zjj het lijdelijk bleef aanzien, hoe de eigendom werd bestreden, hoe leven en veiligheid in gevaar werden gebracht en hoe het gezag gedurig ondermjjnd werd. Maar waarom kwam die spreker met die grieven nu het volgens hun bjj na reeds te laat is om tot afdoende maatregelen over te gaan Die strjjd tegen de eigendom dag- teekent niet van heden of gisteren, reeds 60 jaren geleden werd heftige strjjd ge voerd voor de Fransche rechtbanken. Cabet en Fournier deden, toen reeds van zich spreken, en Proudhon's »eigendom is dief- stal« is niet van onzen doch van vroeger tjjd. Langzaam maar zeker is men voortge gaan. Eerst bespot, later genegeerd, hebben de sociale hervormers steeds terrein gewonnen, en zich steeds meer gevreesd gemaakt. Gaat het nu aan om deze regeering verantwoorde lijk te stellen voor de gevolgen van vroegere toestanden? Wat nu gebeurt, heeft men om met geweld de verstoorde rust te her stellen, waarom heeft men anders flink ge oefende militairen, een krachtig salvo en de menigte vliegt uiteen, maar zjjn wij daarmede geholpen Zjjn daarmede gegronde bezwaren opgelost, gegronde klachten ounoodig ge maakt? Zal de staat van beleg werk ver schaffen, zal een wjjziging en verscherping van de wet op vereeniging en vergadering de klachten doen verstommen De regeering begrjjpt dat nog iets anders noodig is dan alleen het uitoefenen van gezag. Gelukkig was de redder niet verre! Wisten de heeren Bergmaan en Pjjnappel geen ander geneesmiddel dan strengheid tegen de overtreders, de heer Lohman be steedde de laatste uren van zjjn tegenwoor digheid in de Eerste Kamer om een afdoend redmiddel aan de hand te doen. Hoe kon men nog zoo onnoozel zjjn dat niet vroeger bedacht te hebben. Een kleine verandering in de grondwet als men die nog noodig mocht oordeelen en de zaak is gezond! Misschien zal spreker als lid der Tweede Kamer waar hjj zal optreden als opvolger van Keuchenius, wel het initiatief nemen om zjjn afdoend middel te kunnen toe passen hef het openbaar onderwijs op, want het bjjzonder onderwjjs is het beste middel om de verbreiding der verkeerde begrippen tegen te gaan; daarom sluiten waarscbjjnljjk de anti-revolutionairen zich ook bjj de radicalen aan en stelt een oud- hoofd der school, thans radicaal raadslid te Amsterdam, als voorzitter eener radicale kies vereeniging den voorzitter van Patri monium candidaat voor den Gemeenteraad Alle scholen voor lager onderwjjs moe ten volgens den heer Lohman door de over heid bekostigd worden, dan zullen de zaken weder in orde komen, en nu meende men; nog dat de laatste wetswjjziging de onte- s vredenen met ons onderwijs bevredigd had De openbare onderwjjzers waren de voor bereiders van het socialisme en van on- godisterjjhet was of wjj nog in de dagen van strjjd op het gebied van het onder wjjs verkeerden! Gelukkig werden de ern stige grieven dooi geen feiten gestaafd, men zal toch wel niet alle onderwjjzers van ongodisterjj en socialistische gevoelens kun nen beschuldigen als één onderwjjzer het j Dr. W. JORDAN. t (11 Annuschka,* zeide een stem voor de deur, »klop en vraag Gregor, of niet eenigen van onze lieden bjj hem zjjn.* Gregor en de beide ljjfeigenen waren ver baasd: zjj hadden Varinka's stem herkend. Iwan schommelde met bewonderingswaar- dige onbeschaamdheid op zjjn stoel heen en weer. Annuschka opende de deur, en men zag buiten de sneeuw bjj dichte vlokken vallen. Ja, genadige freule, mjjn broeder Iwan, Daniel en Alex zjjn er.« Varinka trad binnen. >Beste menechen,* sprak zjj met een zon derlingen glimlach, »men heeft mjj gezegd, dat gjj op mjjn welzjjn drinkt, en ik breng u hier iets, waarmee gjj kunt klinken. Het is een flesch oude Fransche brandewjjn uit den kelder rnjjns vaders, juist naar uw ver langen: Houdt uw glazen bjj.« Gregor en de beide leileigenen gehoor zaamden met de gerektheid en het dralen der verbazing, terwjjl Iwan zjjn glas met de grootste onbeschaamdheid bjjhield. Varinka schonk zelf in en zeide, daar zjj nog altjjd niet drinken wilden: »Op mjjn gezondheid! drinkt uitje »Hoera!« schreeuwden de drinkebroers, door den zachten, vertrou welp ken toon der voorname gast aangemoedigd, en ledigden hunne glazen in één teug. Varinka schonk weer in en zette daarna de flesch op tafel. Ledigt deze flesch, mannen,zeide zjj, »en bekommert u om niets anders; ik en Annuschka zullen, indien de huisheer dit toestaat, zoo lang aan den haard wachten, tot het weer iets beter wordt. Gregor wilde opstaan, om leunstoelen aan den haard te plaatsen, maar hjj zonk op zjjn bank terug en trachtte te vergeefs een verontschuldiging te stamelen. »Laat het maar goed zijn,* zeide Varinka, »en laat u in het drinken niet storen.f De drinkers maakten zich de gegeven toestemming ten nutte, en ieder ledigde zijn glas. Gregor had ternauwernood uitgedron ken, toen zjjn hoofd op de tafel zonk. >Goed,« zeide Varinka zacht tot haar kamenier, »het opium werkt Maar wat wilt gjj doen, freule?* vroeg Annuschka. »Dat zult gjj aanstonds zien.* De beide leifeigenen volgden weldra het voorbeeld van den huisheer en zonken be niet noodig acht het woord meester met een hoofdletter te schrijven in een zin als: Wat is de Meester wjjs en goed, die alles heeft gemaakt!* En dit toch was voor den heer Lohman naar het schjjnt een afdoend, een sprekend feiti Het kostte dan ook den heer Wertheim en de minister van Binnenlandsche zaken weinig moeite om de openbare school en haar onderwjjzers, wier geest volgens den minister voortreffeljjk is, tegen den onbe- suisden aanval te verdedigen. Trok de mi nister van Binnenl. Zaken partjj voor de onderwjjzers, de minister van Koloniën ver dedigde een zjjner ambtenaren die in het debat was aangevallen en wiens eenig ge brek is dat b0, uitstekend ambtenaar, een aanhanger is der wetenschappeljjke sociaal democratie! Want men wete het wel, niet slechts onder de werklieden en werkloozen, in alle rangen en standen der maatschappij zjjn vurige voorstanders der sociaal-demo cratie. Niet door geweld, door redeneerin gen moeten die, Zoo het mogeljjk is, van hun dwalingen overtuigd worden. Het is nu eenmaal eeD vraag geworden, of de bezitters alleen gelijk hebben en die vraag is niet door strafwetten en geweerkogels te beantwoorden. Stelde de minister meer prijs op de vrjj beid en verwachtte hjj meer van de kracht der waarheid dan van strafwetten, de afgevaardigde van Noord-Holland, de heer Pijnappel hield vol, dat men den ernst der tjjden niet genoeg beseft. Beter ware het geweest als door de bestrjjders der regeering op dit gebied een middel was opgegeven, daardoor hadden zjj niet slechts ons land, maar de geheele wereld aan zich verplicht. Alom toch, en nog in meerdere mate dan hier doen de socialisten van zich spreken. In den Duitschen Rjjksdag vormen zij reeds een partjj, waarmede rekening moet gehou den worden. Liever dan geweld en staat van beleg te prediken, moest men naar afdoende middelen zoeken om de ontevredenen te vreden te stellen. Maar dat is niet mogelijk zegt men. De socialisten zijn kinderen of kleinkinderen der liberalen, en uit hen komen de anarchisten voort. Het gaat van kwaad tot erger! En zeker is dit het ge val als geen middelen opgespoord worden om het kwaad we,' te nemen. Met geweld zal men daarin echter zeker niet slagen 1 j Alleen de begrooting van den minister van Waterstaat werd aan stemming onder worpen, doch slechts drie leden, waaronder de voorzitter, verklaarden zich daartegen, j Het betrof evenwel noch het beleid van den minister, noch de cjjfers der begrooting, het was eenigszins een protest tegen het wusteloos neer. Iwan worstelde nog met den slaap en trachtte een drinklied te neuriën weldra echter weigerde de tong hem den dienst, de oogen vielen toe, en halve, on verstaanbare woorden stamelend, viel hjj bewusteloos nevens zjjn kameraad neer. Aanstonds stond Varinka op en vestigde een doordringenden blik op de slapers. Daarmee stelde zjj zich nog niet tevreden, doch riep ieder bjj zjjn naam. Niemand antwoordde. Vervolgens sloeg zij, blijkbaar tevreden, in de handen en zeide: »Nu is het tjjd!« Uit den achtergrond van het vertrek haalde zjj een arm vol stroo, legde in iederen hoek een hoopje en stak het met een spaan in brand. »Om 's Hemels wil, wat doet gjj?« schreeuwde Annuschka en wilde haar zulks beletten. »Ik wil ons geheim onder de asch be graven.* »Maar mjjn broeder, mjjn arme broeds: »Uw broeder is een schurk en heeft verraden; wjj zouden verloren zijn, wanm wjj hem niet onschadeljjk maakten.* »Ach tnjjn broeder, rujjn arme broede|!< »Gjj kunt met hem sterven,* zeide Varinka en liet dit voorstel van een vreeseljjken lach vergezeld gaaD, waaruit ondubbelzinnig bleek, dat het haar bjjzonder welkom ge weest ware, wanneer Annuschka haar budgetrecht der Kamers. De Eerste Kamer moet het ontwerp in zjjn geheel aannemen of afstemmen en nu had men bedenking tegen subsidie aan eenige tramljjnen. Een afzonderlek wetsontwerp tot regeling van zulk een aangelegenheid achtte men nood- zakeljjk. Natuurljjk zal een volgend jaar met het verlangen der Eerste Kamer reke ning gehouden worden. De regeering kan dus weder op den in geslagen weg voortgaan, het lot der kies wet zal beslissen over regeering of ver tegen woordiging. Had men eenige hoop dat de lange rust een middel tot verzoening en pacificatie zou geweest zjjn, die hoop is voor een groot deel vervlogen. Voor- en tegenstan ders handhaven hunne denkbeelden, zelfs is men nog volstrekt niet tot overeenstem ming gekomen of het ontwerp al of niet in strjjd is met de voorschriften der grond wet. Het woord is aan den minister die nog moet antwoorden op het kamerverslag, over de voorgestelde amendementen uitge bracht. Zal de minister op eenige punten toegeven öf zal hjj zjjn standpunt hand haven is de vraag die onzen toestand op dit oogenblik bëheerscht. Dit antwoord kan niet lang meer uit- bljjven, daar de Tweede Kamer weder spoedig bjjeenkomt. Buitenland. Uit een openbaar gemaakt overzicht van het bedrag der Itaüaansche staatsschulden big kt, dat alle schulden van het land te zamen, in den vorm van staatsrente en amortisabele schuld, op 31 December 1893 niet minder dan 12,909,666,049 lire be liepen, waarvoor per jaar aan interest noodig is 580,886,958 lire of ongeveer een derde van de gezamenljjke staatsinkomsten 1 Aan het spoorwegstation der stad Turijn, in Italië, liepen eenige dagen geleden, twee pover gekleede en van koude rillende knapen van tien en veertien jaar, uren achtereen op het perron heen en weder en wekten, doordien zjj er zoo armzalig uitzagen, het medeljjden van verschillende personen op. Ten slotte vragen twee politie-agenten aan de knapen wat zjj eigenljjk aan het station te doen hadden. »Wjj wachten op onzen patroon,* luidde het antwoord van den oudsten knaaphij heeft ons te Caserta (een dorp bjj Napels) gekocht en zal ons naar Frankrjjk brengen, waar wjj zullen bedelen en zingen.* Verschillende personen mengden zich in het gesprek en de kinderen vertelden, dat hun patroon, die hen voor vjjf-en-twintig gulden van hun ouders had gekocht, uit broederliefde zoo ver had willen drijven. »Maar de brand neemt reeds een aan vang,* schreeuwde het meisje. »Gaan wjj dan heen!* riep Varinka, rukte het bjj na bewustelooze meisje mede, sloot de deur achter zich en wierp den sleutel ver weg in de sneeuw. »Om 's Hemels wil krjjschte Annuschka, »gauw, gauw naar huis. Ik kan van dit afgrjjseljjk schouwspel geen ooggetuige wezen.* »Neen, wij zullen juist hier blijven,* zeide Varinka en hield haar dienstmaagd met bjj na manneljjke kracht aan de hand terug. »Wjj big ven, tot het huis instort en wjj zeker kunnen zjjn, dat niemand ontsnapt.* Almachtige God!* riep Annuschka en zonk op de knia; »wees mijn armen broederj genadig, want de dood brengt hem voor Uw rechterstoel, alvorens hjj zich daarop voorbereiden kan.* »Ja, bid, bid,* zeide Varinka; »want slechts hunne lichamen wil ik verdelgen, niet hunne zielen. Bid, ik sta het u toe.* Met kruiselings over elkander geslagen armen bleef Varinka staan, bestraald door den donkeren gloed van het vuur, terwjjl nevens haar het meisje geknield bad. Het huis was van hout en bevatte dus ruim voedsel voor het vernielend element. Varinka sloeg met aandacht de vordering Sora afkomstig was en reeds heel veel kinderen uit de omstreken van Caserta had gekocht, omdat de kleinen daar allen kunnen zingenhjj stuurde ze eerst naar Frankrijk en dan naar Amerika. Allen, die deze geschiedenis hoorden, waren ten zeerste verontwaardigd en de arme kinderen werden voorloopig te meer daar de handelaar in kinderen, die misschien bemerkt had, dat er voor hem wat in het vet lag, niet kwam opdagen aan de zorgen der politie toevertrouwd. In Bulgarjje wordt de volgende afschuwe lijke geschiedenis verteld: Dicht bjj Kustendil (aan de Macedonische grens) leefde eene vrouw, die den man harer dochter liefhad en ook door hem be mind werd. Daar de jonge vrouw in den weg stond, besloten ze haar te dooden. Men sprak af, dat de moeder de dochter zou om brengen, terwjjl de jonge echtgenoot aan den veldarbeid wasmocht de moeder even wel geen goede gelegenheid vinden, dan zou ze de dochter met eten naar het veld sturen, waar de man dan het zaakje wel zou opknappen. Intusschen had noch de moeder, noch de man moed genoeg. Einde- ljjk echter kon de moeder het niet langer uithoudenze werd letterljjk door jaloersch- heid verteerd, en nam een kloek besluit. Ze riep haar dochter bjj zich, nam in een onbewaakt oogenblik een bjjl en doodde haar kind door een enkelen slag. Daar het echter moeieljjk was, het ljgk te verbergen, sneed ze het in stukken, deed ds brokken» in een emmer en zette dezen in den keider Een paar uur daarna kwam een gendarme haar een bezoek brengen. Toen hg overal bloedsporen zag, werd hg nieuwsgierig en vroeg hjj wat dat te beduiden had. In haar verlegenheid antwoordde de vrouw, dat ze haar varken geslacht had, waarop de gen- darme haar verzocht, toch wel zoo goed te willen zjjn, een cotelet voor hem te braden. Onverschrokken ging de vrouw naar den kelder, sneed een stuk uit het dg been harer dochter en zette het gebraden voor. De gen darme verzekerde haar, nog nooit zulk zacht vleesch gegeten te hebben en vertelde zjjn voorval aan den onderofficier. Deze, door zgn makker belust gemaakt, vroeg hem, aan de vrouw te vragen, ook voor hem een stukje van dat heerljjke diertje te braden. Dit wilde ze wel en weer daalde ze in den kelder af. Daar ze evenwel lang ft£gbleef, begon de gendarme te vermoeden, c het misschien bjj een ander haalde <d| hjj haar na. De waarheid was, dat de vi. bjj het afsnjjden zich in de hand had gt sneden en nu poogde, het bloeden te stillen. der vlammen gade. Varinka volgde de vor dering met opmerkzame oogen, nog altg'ji bezorgd, een halfverbrande, spookaphtige gestalte uit den gloed te Voorschjjn te ar springen. Eindelgk stortte het daka^neen, en nu keerde zg, van aile""v,;ées bevrgd, met Annuschka in haar wonizg? terug. Den volgenden dag sprak geheel Peters- burg van den brand der roode kroeg. Men had de overblijfselen van vier igken uit da asch te voorschgn gehaald, en daar drie zjjner ljjfeigenen niet teruggekeerd waren, twjjfelde de generaal niet, dat Iwan, Daniel en Alexis met Gregor geljjktjjriig verbrand waren. Het ontstaan van den brand bleef voor,, allen een geheim. Het huis lag zoo eenz en de sneeuwjacht was zoo hevig gewe dat niemand de beide meisjes ontmoet Op haar kamenier kon Varinka zich laten; haar geheim was dus met Iwan grave gedaald. Maar na trad wroeging in de plaats v vrees. Der misdaad had zjj riout hoofd geboden, maar de kracht bezat 5 niet, de berinnering daaraan te Zjj meende haar gemoed te verlichten, w neer zjj haar misdaad een geestelijke trouwde, en verhaalde een pope onder zegel der biecht wat zjj gedaan had. liS 8 DOOR i Slot volgt,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1