Kei Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bomnielerwaard. De Kieswet. Tante Ursula's ongeluk M 1288, FEUILLETON. UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 14 MAAET. 1894. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder pr^svex hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrp dagmor gen ingewacht. Zooals wij reeds met een enkel woord in ons vorig nummer mededeelden, is de verdere behandeling van de Kieswet met art. 4 gestaakt en de wet ingetrokken. De aanleiding hiertoe was de aanneming van een amendement op genoemd art. van den heer De Mejjier, door welk amendement het aantal kiezers met duizenden zou worden ingekrompen, en wat dus tegen de bedoeling van den Minister en diens wet was. 57 stemmen waren uitgebracht vóór het amendement, en wel door de heeren: Van Gjjn, Van Houten, Geertsema, S. v. d. Oye, d'Ansembourg, Guyot, H. van Dedem, Van Alphen, Bev>rs, Everts, De Ras, Van der Berck, Conrad, Van derSchrieck, T. Mackay, De Ram, Roëll, Walter, Van der Kun, G. van Dedem, Kielstra, Michiels, De Geer, "Harte, Lambrechts, Hintzen, Heemskerk, A. van Oyen, Dobbelmann, De Beaufort Wjjk), Reekers, Vermeulen, Van Delden, oyaards, Kolkman, Mutsaers, Travaglino, ^n Löben Seis, De Beaufort (Amst.,) De Meijier, Lohman, Van Velsen, Huber, Van Vljjmen, Van der Kaay, Borret, Mees, Fransen, Bool, Van Berckel, Viruly, Van der Borch, A. Mackay," Van Bylandt, Plate, Schaepman en de Voorzitter; terwjjl slechts 41 zich er tegen verklaar- en, n.l. de heeren: Donner, Van Karne- ;ek, Gerritsen, E. Smit, Beelaerts, Haffmans, an Beuningen, Lucassen, Rutgers, Bahl- mann, Rink, Van der Feltz, Hartogh, Houwing, Pjjttersen, Ferf, Veegens, De Kanter, Smeenge, Kerdjjk, Seret, Levy, Tjjdeman, Vrolik, Zijp, Zijlman, Valette, Borgesins, Cremer, Van der Velde, Schepel, Hordijk, Sanders, Hennequin, Heldt, A. Smit, Land, Tjjdens, Lieftinck, Roessing en Van Kerkwjjk. Alle richtingen werkten tot de val mede het oordeel der pers is zeer verschillend. De N. Rott. Crt. verklaart zich over het resultaat der zitting van gisteren verrast. Na den loop, dien de zaken genomen hadden, werd deze houding der Regeering niet verwacht. De Minister van Binnenl. Zaken had toch omtrent het amend.-De Mejjier in zjjn tweeden vorm opgemerkt, dat, indien de heer De Mejjier het eenigermate aannemeljjk wilde maken voor de Regeering, hjj althans moest beginnen den band met DOOA GEORGE OHNET. de personeele belasting daaruit los te maken. Aan dien wenk had de heer De Mejjier voldaan. Over het amend* in dezen laatsten vorm waarin het later aan de stemming werd onderworpen, had de Minister gezegd, dat, zooals het thans nog luidde, de Minister de Kamer »niet kon aanraden het aan te nemen*. Van een »onaannememelijk« ver klaren, van een sterk afraden zelfs is geen sprake geweest. Zoo was ook bljjkbaar de)het kiesrecht. Maar dat is indruk van den heer De Mejjier zeiven, die gebleken het geval te zjjn. van H.M. had verksfègen om bij de mis lukking der voordracht de Kamer te ont binden. De mogeljjkhefcl van dit geval moge toen reeds zjjn voorzien en besproken, het is niet zeer waarschjjnljjk dat toen reeds zulk een beslissing wals genomen. Men kon toen niet weten welke* loop de behandeling ten slotte zou nemen. Een ontbinding was onvermijdelijk wanneer bleek, dat de meer derheid der Kamer niets wilde weten van volstrekt niet immers vroeger reeds verklaard had het amend, te zullen intrekken, als de Regeering het onaannemelijk verklaarde. Waar wjj dus op grond van dit een en ander niet konden vermoeden, vervolgt de N. Rott. Crt., dat de houding der Regee ring zou zijn geljjk zij geweest is, en zelfs in het niet onaannemeljjk verklaren van het amend.-De Mejjier een bljjk van ge neigdheid tot gemeen overleg van de zjjde van den Minister van Binnenl. Zaken meen den te mogen zien, daar is onze verrassing zeer begrjjpeljjk. Onze indruk is echter een indruk niet van verrassing alleen, zegt het blad ten slotte. Diep betreuren wij het, dat groote werk der kiesrechthervorming, dat goede kans scheen te hebben eindelijk te zullen slagen door gemeen overleg van Regeering en Kamer, thans schipbreuk leed. In ongeveer geljjken geest laat zich het Handelsblad uit. De bravo's, die na het intrekken der wet weerklonken, zullen wel van de uiterste partjjen zjjn gekomen, zegt het blad, maar de meeste leden der Kamer zullen volstrekt geen reden hebben gevonden tot juichen, nu weder een gewichtige her vorming is mislukt en groote verwarring en stilstand in het Staatsbestuur te duchten zjjn. Door de intrekking der kieswet dreigt bjjv. ook de met 1 Mei voorgenomen in voering der wjjziging van de personeele be lasting, in 't belang der middelklasse, op de lange baan te zullen worden geschoven. Van minder gewicht is voor het Hbl. de vraag: wat zullen de naaste gevolgen zjjn van de intrekking De beteekenis kan moeieljjk een andere zjjn, dan dat óf het Ministerie of de Kamer moet wjjken. Reeds in Juli van het vorig jaar, toen de algemeene beraadslaging begon, werd, volgens het blad, verzekerd, dat de Minister vnn Binnenlandsche Zaken een machtiging (9 Mjjnheer Bernard feliciteerde zich bjjna met dit nieuwe avontuur en herhaalde zjjn vrouw met de grootste bevrediging: »Geen twjjfel meer, Ursula wordt verstandiger. Zjj heeft zich daarmee tevredengesteld, Per- eeran de deur te wjjzen in vroegere Ijjden had zij hem een pak ransel toege diend De wakkere man echter zag zich op nieuw deerlflk teleurgesteld. Slechts niter- ljjk scheen Ursula kalmer, innerljjk was zjj hartstochteljjker dan ooit. Spoedig zouden de ditmaal inderdaad vreeseljjke gebeurte nissen, haar haat tegen het leger en al wat daarmee in nauw verband stond, nieuw voedsel geven. De oorlog van 1870 brak uit. De juffrouw las de oorlogsverklaring in de courant, zjj verbleekte, wilde opstaan, maar de beenen weigerden haar den dienst en haar brei naalden, welke in een dikke wolkluwen staken, vielen kletterend van haar schoot. >Nu beginnen die akeligheden weer!* stamelde zjj. >Hebben de menschen er dan nog niet genoeg van, elkaar te verwurgen? Ik voorzie vreeseljjke rampen stroomen bloeds! Ach en stroomen van tranen! •O, mjjn God Zjj begon te snikken, maar droogde met »Nu is om een betrekkelijk ondergeschikt grensverschil de geheele maatregel voor- loopig verjjdeld. Is om zulk een reden een beroep op de natie gewettigd? Heeft de Regeering wjjs gehandeld, in dien stand van zaken, een crisis uit te lokken en baren arbeid op zoo menig ander gebied onafge werkt te laten?* vraagt het Hbl. En dan vervolgt het blad »Wjj betreuren zeer, dat H.M. de Regen tes voor de moeiljjke vraag is gesteld te oordeelen of in de gegeven omstandigheden een beroep op de kiezers moet worden gedaan. Wjj herhalen: de Kamer heeft niet ge weigerd het kiesrecht aanmerkeljjk uit te breidenzjj heeft alleen meer waarborgen verlangd voor het werkelijk aanwezig zjjn van het grondwettig kenteeken, dat de Regeering zelve had gekozen. »Wjj achten daarom het optreden niet uitgesloten van een ander of gewjjzigd Ministerie, dat op dien grondslag een kies rechthervorming nog dit jaar tracht tot stand te brengen.* Het N. v. d. D. gelooft, dat de tg ding der intrekking met gemengde gewaarwor dingen in het land zal worden vernomen. »Wjj voor ons betreuren ten zeerste*, zegt het blad, »dat een vergeljjk tusschen Regeering en Kamer onmogeljjk is geble ken. Zooveel arbeid, zooveel samenspreking, zooveel studie, zooveel inspanning ligt daar nu zonder resultaat. En een resultaat ware zoo wenschelijk geweest. Moge er overdrjjving heerschen in de wjjze, waarop uitbreiding van het kiesrecht als algemeene volkswensch en volksbehoefte wordt voor gesteld, dat het kiesrecht dient te worden uitgebreid, zal wel door slechts een kleine minderheid worden ontkend. En hoe schoon ware het geweest, als de samenwerking tusschen Minister en Afgevaardigden die salon en ging naar haar kamer, waar zjj zich opsloot, om moed bijeen te garen en te bidden. Mjjnbeer en mevrouw Bernard waren in diepe droefenis gehuld, zjj wilden van nieuws bladen niets meer weten en bevalen hun dienstpersoneel de diepste geheimhouding. Zoo bleef Ursnla de tjjding van de eerste nederlaag bespaard, maar het gezicht van haar zwager, diep bekommerd over het ongeluk van zjjn dierbaar vaderland, sprak met wreede duideljjkheid. Een naamlooze angst verteerde haar, zjj had kunnen vragen en toch vond zjj er den moed niet toe. Na eenigen tjjd nam zjj de nu veertienjarige Aline ter zjjde en vroeg haastigLuister, kind, wat gebeurt er? Verzwjjg mjj niets! Wij zjjn verslagen!* »0, ja, tanteDe Keizer is gevangen en het leger eveneens alles is verloren, en nu, zegt men, staan wij aan den vooravond eener belegering Belegering,* krjjschte Ursula. Overal soldaten, van binnen en van buiten wellicht executie-troepen in het stadskwar tier de kanonnen, welke iemand dag en nacht in de ooren brullenDat moet ik uit houden? Nooit! Toen mjjnheer Bernard zjjn schoonzuster zoo luid hoorde spreken, snelde hjj naderbjj. >0, die Duitschers!* kermde het model- juffertje, »die barbaren! Zjj zijn de bond- genooten en krijgsmakkers van die Russen, welke mijn armen Louis vermoord hebben Wjj moeten op reis. Ik bljjf niet hier. Pakken wij onze biezen en laat ons de vlucht nemen! Om het even in welk land, onder welken hemel, slechts daarheen, waar men bestaan kan, zonder dat afschuweljjk wapen uitbreiding tot stand had kunnen brengen »Het heett niet zoo mogen zijn. Beginsel heeft gebotst tegen beginsel, en met span ning vragen wewat nu Zal de Regee ring een beroep doen op de naiie, of zal het voorstellen vau een nieuw kieswetont- werp worden toevertrouwd aan andere handen De Haarl. Ct. merkt op, dat het amend.- De Mejjier alles behalve »een reddingplank* is gebleken. De bladen, die meenden, dat de Minister met dit amend, geen vrede hebben kon noch zou, bljjken goed gezien te hebben. De heer De Meijier, die meer dan eens gezegd had zijn amend, te zullen intrekken, zoo de Min. het onaannemelijk verklaarde, heeft dus kennelijk, zegt 't blad, de laatste uiting des Ministers, nl. dat hij aan de Kamer de aanneming van het amend. >niet aanraden kon*, verkeerd be grepen. En wellicht is ook voor een aantal leden der Kamer, met name voor de anti revolutionaire leden, deze houding des Mi nisters een verrassing* geweest. In de toongevende Katholieke bladen openbaart zich al dadelijk eenig verschil van opvatting over de vermoedeljjke ge volgen der crisis. Terwjjl De Tijd het bij de verrassend aanzienljjke meerderheid, die voor het amend.-De Mejjier stemde 16 stemmen twjjfelachtig noemt, of ditmaal het middel zal worden toegepast, waarmee nogal eens gedreigd is dezer dagenKamer ontbinding, gelooft Het Centrum niet, dat van een uittreding van den heer Tak uit het Ministerie sprake kan zjjn na zjjn per tinente verklaring namens de Regeering. »Er volgt dus ofwel aftreding van het geheele Ministerie, ófwel ontbinding der Tweede Kamer. »In beide gevallen gaat ons land een verwarde en wellicht zeer langdurige poli tieke crisis tegemoet, welker oplossing, noch wat de wjjze, noch wat den tijd betreft, zelfs niet bjj benadering te voorspellen valt. »Het applaus, waarvan in het Kamer verslag melding wordt gemaakt, dat volgde op de intrekking van de kieswetten, maakte een zeer zonderlingen indruk, zegt Het Centrum. Het was afkomstig van de be sliste tegenstanders van kiesrecht-uitbrei ding, zoowel als van de voorstanders. Over het algemeen kwam de mededeeling der intrekking vrjj onverwacht. Men spreekt nu van een reorganisatie van het Ministerie en het woedegebrul der moordenaars te hooren Maar ditmaal stuitte zjj op een onverwacht verzet. Mjjnheer Bernard weigerde kort en goed de vlucht te nemen en verklaarde, dat hjj zjjn plicht jegens het vaderland ver vullen zou. »Ja, op welke wijze dan?* »Als soldaat, zooals ieder rechtgeaard Franschman »Gjj Op uw leeftijdEn bjj welke troep »Bjj de nationale garde!* »En wjj, mjjnheer, uw vrouw, uw dochter, en ten slotte ook ik -=* Wat zal er van ons worden?* Begeeft u in zekerheid. Dit zal mjjn grootste troost wezen.* Nu vond opnieuw een treffend tooneel plaats, want mevrouw Bernard verklaarde, dat zij haar echtgenoot niet zou verlaten. Zjj wilde zjjn lot deelen, met hem Ijjden en, als het zjjn moest, ook als trouwe levens gezellin aan zjjn zjjde sneuvelen. »Je rukt je dus los van mjj?« zeide Ursula bitter. »Kan ik dralen, waar het zaak is, tus schen mjjn man en jou te kiezen? Ga op reis en laat ons aan ons treurig lot over. Neem Aline en de kamemer dan zult gij ten minste in het leven bljjven Meer kon de wakkere vronw niet spreken, de ontroering was te macht ig en zjj barstte in hevig snikken uit. »Goed!« zeide Ursula ernstig, »ik zal uw lot deelen.* >0, die zusterlijke liefde!* riep de brave mevrouw Bernard. >Bewonderingswaardig, dit edele hart!* vulde mjjnheer Bernard diep bewogen aan, waarvan ook in een bericht aan het Hbl. uit Den Haag melding wordt gemaakt waarbjj, behalve de heer Tak, ook de heeren Seyflfardt en Smidt zouden worden vervangen. Dit behoort evenwel onder de wichelarij. Zeker is alleen, dat er niets zeker is Ook enkele der voornaamste provinciale bladen laten zich reeds over het votum uit. Zoo de Zwolsche Ct.. »Er weerklonken bra vo's*, zegt dat blad, »maar deze bravo's zullen in het land geenszins overal weerklank vinden. Zij, die als wij gaarne de wet hadden zien aannemen, zullen den jiitslag diep betreuren en degenen, die eenige uit breiding wecschten, maar niet zoo ver wilden gaan als de Regeering, zullen zich onder het gewicht der verantwoordelijkheid niet tot juichen geroepen achten. Niet minder betreurt de Middelb. Ct., dat de goede bedoelingen der Reg. zjjn te schande gemaakt, noch wel door eigen partijgenooten. »llet amend.-De Mejjier was ook volgens dit blad een hinderpaal voor een uitbreiding van het kiesreeht zoover als de grondwet dat toelaat en de Minister zich deze tot taak had gesteld. Terecht heeft de Regeering zich dan ook tegen dit amendement verzet en, nu het toch werd aangenomen, het geheele ontwerp ingetrokken. »De meerderheid in de Kamer heeft ge toond, wat de heer Heldt haar met over tuiging en welsprekendheid voorhield, dat zij niet weet hoe het in den werkmansstand toegaat. De gezeten werkman zou door het amend.-De Mejjier worden uitgesloten en eveneens de op een kamer samenwonende commensalen. »De behoudende liberalen, die het in hun macht hadden te toonen, dat zij het volk goedgezind zijn, dat zij den democratischen stroom, die door de gansche wereld gaat, in ons land willen leiden in een kalme bedding, in plaats van, door tegen dien stroom in te gaan, verzet en opgewondenheid uit te lokken, die in andere Rjjken vallen waar te nemen, hebben den verkeerden weg gekozen. Aan hen de verantwoording, zegt de Midd. Ct. »Maar wjj durven voorspellen, dat van dit oogenblik af beslist een klove ontstaan is in de liberale partjj, die niet gemakkeljjk meer zal te herstellen zjjn; doch waarbij een heftige beweging de oogen, verliet het gekletter, de laatste zieltogingen der offers en zjj vielen elkaar om di jn hals Maar hoewel tante besloten had, de be legering uit te houden, toch wilde zjj er niets van bemerken. Den volgenden morgen liet zij deuren en vensters barer kamer als het ware toegrendelen, zoodat geen ge- druisch haar bereiken kon, en leefde nu afgezonderd en ingesloten als in een kazemat. Zjj vernam evenmin het strijdrumoer als het schreeuwen der volksmassa's, zij wierp geen blik op het hartverscheurend, aan grijpend tafereel van het duistere, bloedende Parjjs. De algemeene ontberingen droeg zij zonder vraag, zonder verwjjt, maar uit haar oogen gluurde de- ontzetting over Frankrijks laatste stuiptrekking, waarvan zjj een profetisch vermoeden had. Toen zjj echter den dag der capitulatie de gezichten haar omgeving nog smartelijker verstoord zag dan tevoren, vroeg zjj»Het is ten einde, niet waar?« En toen allen het hoofd bogen, zonder te antwoorden, knielde zij neer voor het beeld van den dierbaren doode en men hoorde haar luid voor Frankrijk bidden. Na het beleg verliet zij in een gesloten rijtuig met dicht neergelaten vensters Parijs en begaf zich met den nachttrein naar Arcachon, waar zjj bleef, tot de dagen der commune voorbij waren. Zoo scheen het noodlot dit arm gefolterd hart meedoogenloos te vervolgen, doordien het haar altjjd hernieuwde kwellingen ver schafte en de wond voortdurend openhield, door haar ongeluk haar eenmaal geslagen. Maar hoe had tante Ursula kunnen ver geten? Hjj haar persoonlijk leed voegde zich onophoudelijk dat van anderen. Zij had het recht, het leger verantwoordelijk te stellen voor al het smartel jjke, wat haar in het leven wedervaren was. Slechts om den wille dezer kolossale verwoesting, dat wegmaaien van krachtige menschenlevens had zij geweend en gebeefd, en de haat, welken zij tegen het leger koesterde, was niet grooter dan he harteleed, dat haar beschoren was. VI. Nadat zjj de beden van mijnheer Bernard ten gunste van kapitein Roger zoo kracht dadig van de hand gewezen had, zat tante Ursula in gedachten verdiept in haar kamer en geheel haar mistroostige verledenheid liet zij de revue passeeren. De innige liefde, welke zjj voor haar peetekind gevoelde, noopte haar tot een ernstig onderzoek, en met angst vroeg zjj zich af, of dan haar beweegredenen zwaartillend genoeg waren, om in haar besluit te volharden, ook wan neer het Aline veel heete tranen kostte. Maar dit zelf-overleg had haar niet weinig versterkt. Ja, zij was in haar recht en be hoefde voor haar eens genomen besluit geen oogenblik te vreezen. Tusschen haar en den soldatenstand heerschte sedert twintig jaren een strijd op leven en dood, en allen dap peren, die in den bloedigen oorlog gesneuveld waren, wijdde zij een heette, liefderijke traan. En nu kwam dit leger, dat haar den ver loofde ontstolen kad, en wilde haar ook haar Aline, haar peet, haar aangebeden kind ont nemen, om het een kapitein in de armen te werpen, die haar zou meenemen van garni zoen tot garnizoen, tot den dag, dat hjj haar zonder steun, zonder troost als weduwe achterlaten zou. IlEÏWSBLt» ■55» (Wotdt vervolgd,)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1