el I,and van deusden en Alleiia, de Langstraat en de Bommelerwaard.
EERSTE BLAD.
Een laatste woord.
1 EüILLETON.
Kapitein Ourson-IJzerhoofd.
Uitgever: h.. J. YEERMAH, Heusden.
m 1295.
ZATERDAG 7 APRIL.
1894.
VOOR
Dit bind verschpnt WOENSDAG en ZATEJ^-G.
A bonne rnentsprjjs: per 3 maanden l-OO.
franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonidijke
nuiuiuers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel
meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor
gen ingewacht.
- 3
uiten it bezwaar en 't is niet overbodig
met i oog op de straks te openen stem
bus, «r even bij stil te staan.
I Aladeiijk zij gezegd dat Mr. Tak van
Poo'liet en met hem alle ministers dit
bez»nx geenszins deelen. Deden ze dat,
ir T"T~da^ou 'ti ontwerp nimmer de Kamer be-
Vele kiezers hebben grondwettige bezwa-i
rei hebben. Een constitutioneele regeering
k« eenvoudig geen inconstitutioneele voor
sten van wet indienen,
ivenmin ziet, om uit tal van vereeni-
ren tegen Taks kieswet. Met Taks kieswet
bedoelen we die, welke onder I van Taks
voorstellen in No. 26 van ons blad afge
drukt werd. 't Is duidelijk dat Tak, indien
hem een Kamer gegeven wordt, die met
aem eensgezind aan de oplossing der kies-
Kwestie werken wil, zijn onveranderd voor
stel ter tafel zal brengen. De veranderingen
toch, daarin aangebracht en gepubliceerd
ggen slechts ééne groep te noemen, de
^revolutionaire partij in Taks voorstel
pndwetschenuis. In de deputaten verga
ring toch werd onder meer ook deze
:paling aangenomenwij achten het in
lands belang dat moet gestreefd worden
als II en III, zijn voortgesproten uit den'
T, aar finale kiesrechtuitbreidmg, nu reeds,
wensch om, kon t zgn, met de oude Ka-,
loorgaande tot de uiterste grens, die de
mer het werk tot een goed eind te brengen.
Tr grondwet slechts even gedoogt te stellen.
Komt er derhalve een Kamer, die op d( T
m Laat ons nog hierbg voegen dat Dr.
hand van lak is. dan zal deze zun oudste
ochaepman schreef naar aanleiding van
het manifest zijner vroegere ambtgenooten
ik herhaal, tegen de uitbreiding en
hand van Tak is, dan zal deze zijn oudst
ontwerp, wellicht eenigszins gewijzigd, t<
tafel brengen.
Tegen dit ontwerp hebben vele kieze
grondwettige bezwaren. Men moet hierov
niet licht denken. Zekere ondergeschik
wet kan op een enkel punt afwijken f
in botsing komen met een artikel van ei
andere ondergeschikte wet. Daaraan wort
gemakkelijk een mouw gepast, door ei
kleine redactieverandering, door de Kaar
een enkelen dag opgeknapt.
Afwjjking van de Grondwet is echter ebt
'heel andere zaak. De Grondwet is gelf
het woord zoo juist uitdrukt, het uitgang
punt van alle wetten. Aan de Grondwt
3weert de vorst trouw en omgekeerd zweet
net volk by monde van zijn vertegenwooi
ligers den vorst te huldigen krachtens q
Irondwet.
De Grondwet is de hoeksteen van
staatsbestuur Ze geeft in 't algemeen di
richting aan en deze wordt door ander»
regeling der kiesbevoegdheid, zooals die in
de ontwerpen der regeering was belichaamd,
bestaan bij mij noch grondwettige, noch
andere bezwaren
Maar genoeg aan dit drietal stemmen
uit een wolke van getuigen.
Vanwaar toch zooveel verschil van ge
voelen
Antwoordin een oppervlakkige lezing
van art. 80 der Grondwet en in de soort
van bril, die men bjj die lezing op den
neus zet.
Wij hebben in deze dagen wel een half
dozjjn kiezers betrapt op de meening dat de
Grondwet kenteekenen van geschiktheid en
welstand eischt. Ze zgn daaraan beginnen te
gelooven nu ze alom die uitdrukking vonden
in verband met genoemd artikel. Toch is
niets minder waar.
r. De Grondwet eischt geschiktheid en wei-
wetten nader uitgewerkt. Ze is de grond
getand. Ze is tevreden met een mmium van
geschiktheid en een minimum van wel
stand. Als ge niet kunt lezen of schrjjven
of de schooljaren zoover achter den rug
hebt dat ge dit niet meer kunt, maar ge
meldt vrjj willig aan om een stembiljet,
dan zjjt ge geschikt. Wij willen daarmee
niet zeggen dat ge volgens onze opinie dan
zoo bijzonder geschikt zijt om vertegen
woordigers te helpen kiezen, maar de Grond
wet kant zich daar niet tegen aan. Die
anders leest, leest oppervlakkig of door
een bril, waarover straks. Wanneer ge uw
eigen brood verdient en om met Heye te
spreken: »geen vreemde den dank hebt te
van onze geheele wetgeving; ze is de
Grondwet.
Door van een wetsvoorstel te zeggen dat
het met de Grondwet strjjdt, spreekt men
over het eerste doodvonnis uit. Het is on
bestaanbaar dat eenige wet met de Grond
wet in strijd zou zjjn. Werd zoo eene
voorgesteld, dan zou ze geen enkele kans
hebben aangenomen te worden tenzij we
dien tot verkrachting der grondwet in staat
varen.
Nu is er gezegd dat het kiesrechtontwerp
van Tak zou strijden met de grondwet. En
dat wel door Kamerleden, die bekend staan
als schrandere koppen. Ook vele kiezers
GUSTAVE AIMARD.
(1
I.
Vrjjdag den 13 September 16..., tusschen
even en acht uur 's avonds, schitterde de
herberg »Het Geslipte Ankerwelke bijna
vink tegenover de ladingsplaats te Port-
Margot lag en waar de Flibustiers en Boeke-
niers van het Schilpad-eiland gewoon
lijk bijeenkwamen, als een vuurbaak in den
donkeren nacht, terwijl een oorverdoovend
geraas van lachen, "schreeuwen, zingen en
et stuk slaan van glas- en aardewerk door
are opengeschoven vensters drong.
Eene talrgke menigte burgers, Boekaniers,
Flibustiers, vrouwen, kinderen en zelfs grjjs-
ic 'T-'-, verdrong elkander nieuwsgierig voor
1«: leuren en ramen der heirberg, zonder
ich te bekommeren om de borden, glazen
n flesschen die bijna onophoudeljjk naar
ooiten werden gesmeten, en voegde hare
iide toejuichingen bg de dolzinnige vroljjk-
;eid der twintig of dertig gasten, die in
de groote zaal rondom eene reusachtige
tafel waren aangezeten.
weten, dan God en eigen vljjt«, dan be
zit ge welstand, 't Zjj ge dan in een villa
of op één kamer woont, gelijk in de steden
zooveel eerljjke, njjvere ambachtslui helaas
moeten doen tegen een huur nog wel van
f 1,50 en f2 per week, dat doet er niet
toede Grondwet sluit u niet uit.
Want wat zegt deze? »De leden der
Tweede Kamer worden rechtstreeks ge
kozen door de mannelgke ingezetenen,
tevens Nederlanders, die dc door de kies
wet te bepalen kenteekenen van geschikt
heid en maatschappelgken welstand be
zitten enz.«
Nu mag men zeggendeze kenteekenen
zgn geenszins voldoende, we zouden voor 't
kiesrecht meer afdoende teekenen vragen èn
van welstand èu van geschiktheid dit
doet tot de zaak, die we thans behandelen
niets af. Indien slechts de kieswet kentee
kenen aangeeft, dan voldoet ze aan den
eisck van art. 80 en vervalt de beschuldiging
van ongrondwettigheid.
Het was dien avond feest in het *Geslipte
Anker«; een echt vrijbuitersfeest, waarin
dronkenschap aller gelaat purper kleurde,
aller oogen bliksems deed schieten en ieders
hoofd op hol bracht.
Kapitein Ourson-IJzerhoofd, een der ge-
duchtste Boekaniers van het Schildpadden-
eiland, had dienzelfden ochtend eenebe
manning van vierhonderd drie en zeventig
»Broeders van de Kust« aangeworven, allen
uitgelezen vrijbuiters, en nog dezen nacht
met den opkomenden vloed zou zgn schip
»de Taquine« Port-Margot verlaten en op
een geheimzinnige tocht uitgaan.
Vóór zijn vertrek had de kapitein echter
al zijne oude vrienden een afscheidsmaal
willen geven en de vermaardste hoofden
der vrijbuiters, aan zijnen disch vereenigd,;
klonken met onbeschrijfelijke geestdrift op
het welslagen van de geheimzinnige expeditie.
Daar bevonden zich Montbarts de Ver
delger, de welgemaakte Laurent, Michel de
Baskiër, Vent-en-Panne, Grammont, Titri-
ans de Olonnees, Allexander-IJzerann,
David, Drack, liock de Braziliaan en zoo
vele andere niet minder beduchte of be
faamde mannen.
De heer d'Ogeron, door Lodewijk XIV
tot gouverneur van het Schildpadden-eiland
aangesteld, bekleedde de eereplaatsaan
zjjne rechterhand zat kapitein Ourson, aan
zijne linkerhand Pierre Legrand, een jong
man van vjjf-en-twintig jaar, met fijne,
edele wezenstrekken, de onderbevelhebber
van de voorgenomen expeditie.
Op de bovenbedoelde deputatenverga-
dering is door den bekenden leider toege
geven dat de antirev. partij sedert lang door
hem gestuurd wordt in democratische
richting. De democratische stroom zal en
moet komen, daarom moet het calvinistisch
beginsel meer en meer leven in het volk. De
calvinistische banier sta voor aan de spits
van Nederland en Oranje.
Ofschoon de hulde op dezelfde vergade
ring aan Dr. Kuyper toegebracht, storm
achtig toegejuicht werd, zgn er niet weinigen
van zgn partjj, die van een democratische
richting niet willen hooren. Hetzelfde ver
schijnsel doet zich voor in alle andere
partgen. Het ontwerp Tak verdubbelt het
kiezerstal en 't volk achter de tegenwoordige
kiezers hunkert naar stemrecht. Dat hunkeren
wordt door de eenen hoog gewaardeerd,
door de anderen gevreesd. En dit is 't wat
we bedoelden met 't lezen door een bril.
Dr. Kuyper zet een calvinistischen bril op
en ziet in een vrggevige omschrgving van
art. 80 de opkomst zijner partg. Vandaar
zgn calvinistische banier*. Anderen, die
van geen democratische beweging en vooral
van geen calvinistische houden, zien de toe
komst duister in, vreezen 't roer in de
handen van onervaren en onbezonnen stuur
lieden te zien overgaan en willen in art. 80
meer lezen dan er in staat. Zjj zouden wat
hechter kenteekenen willen.De radicale
partg hoopt op haar benrt een vischrgk
water te vinden, eveneens door 't openzetten
der deuren zoo wijd mogelgk. Zoo koestert
iedere partij hare wenschen en haar vrees
en beide oefenen invloed op haar uitleg
van art. 80.
Ontegenzeggelijk gaat de stroom deze
maal in democratische richting. Die daar
voor vrees koestert en deze is niet
ongemotiveerd stemme niet voor de
volgelingen van Tak. Hij wete echter dat
zoo 't nu niet gelukt een kamer bijeen te
krijgen in diens geest, dit slechts een kwestie
van tjjd is. De stroom is niet te keeren,
door geen macht ter wereld. Het volk wil
stemrecht en het zal dit verwerven, zij 't
de a.s. week niet, dan binnenkort. Geen
kamerleden noch professorale uitspraken
zullen dit verhinderen.
Ieder zij op 10 April in eigen gemoed
ten volle verzekerd. Niemand bljjve van de
stembus thuis. Er zijn groote belangen mee
gemoeid. Wanneer we door onze keuze tot
een vrggevige kieswet komen en de Staats-
kar marcheert goed, dan moeten wij kunnen
roemen: daaraan heb ik meegewerkt. En
mocht het wat God verhoede, spaak loopen,
dan kunnen we althans zeggenik heb naar
mjjn beste weten, mjjn plicht gedaan!
Buitenland.
Woensdagavond half negen heeft er eene
ontploffing plaats gehad in den aanzien
leken en deftigen restaurant Foyot te Parijs,
juist tegenover de hoofdpoort van het Se
naatsgebouw gelegen. Alle vensterruiten
braken. Er ontstond natuurlijk groote ont
steltenis en herrie. Vele personen zgn licht
gewond; drie ernstig. Er zgn spoedig twee
personen gevangen genomen.
Bg de ontploffing is de bekende letter
kundige Taillade, die socialist is en zelfs
herhaaldelijk voor de anarchie in dé bres
sprong, gewond.
De ontploffing is teweeg gebracht met
een blik voor verduurzaamde levensmid
delen, dat gevuld was met dynamiet en
met spijkers, welke van grooter formaat
waren dan die bij de vorige aanslagen ge
bruikt. De schade in den restaurant is vrij
aanzienlijk. Alle spiegels zijn gebroken,
De overige Boekaniers waren op goed
geluk gaan zitten.
Een zwerm lijfeigenen of slaven, arme
duivels met niets dan een gescheurde linnen
broek en hemd aan 't ljjf, waarden vlug en
onhoorbaar als spoken rondom de gasten
henen en reikten hun gedurig volle schotels
en flesschen toe, die de vrijbuiters hun meestal,
na ze vooraf geledigd te hebben, uit de grap j
naar het hoofd smeten.
Want de Broeders van de Kust, die meest
allen deze harde school hadden doorloopen,
beschouwden een Igfeigene niet anders dan
als een lastdier, over wiens leven en dood
zg hadden, te beschikken.
Kapitein Ourson-IJzerhoofd, zooals men
hem noemde, daar zjjn wezenlijke naam j
niet bekend was, kon hoogstens dertig a
twee-en-dertig jaren tellenhet was een man
van bijna reusachtige gestalte en buitenge
wone lichaamskracht. Zijne regelmatige,
bijzonder fraaie trekken, door een paar flik
kerende zwarte oogen verlevendigd, hadden
eene uitdrukking van vastberadenheid, waar
aan de lange en zware donkere baard die
het benedengedeelte van zijn gelaat geheel
bedekte, een zonderling en tevens noodlottig
karakter gaf. De weinige gebaren die hg
maakte waren sierlijk; zijn gang was edel,
zgn stem zuiver en welluidend. Even als
bg de meeste Broeders van de Kust was er
in zgne levensgeschiedenis een geheim dat
hg zorgvuldig verborgen hield. Niemand
wist wie hij was, noch van waar hjj kwam
alles wat hem betrof, tot zelfs zgn naam,
was een geheim.
Wat er van hem bekend was behoorde
tot het tgdperk dat hij op de kust had door
gebracht. Hoe kort ook, leverde dit gedeelte
zijner levensgeschiedéhis een donker, jam
merlijk tafereel op; hij had onuitstaanbare
smarten geleden zonder dat er een klacht
over zijne lippen was gekomen, zonder dat
hg zich ooit door onverdienden tegenspoed
had laten te neder slaan.
Geheel anders dan de overige Boekaniers,
leefde hij op zich zei vennooit h»d hij zich
vertrouwelijk met iemand willen inlaten en
deel nemen aan de associatie die de vrij
buiters zoo geducht voor hunne vijanden
maakte.
Om kort ée gaan, het was geen alledaagsch
man, en daarenboven zeer excentriek. Tot
bewijs van het eerste strekt, dat hij, in den
tijd van bijgeloof waarin hij leefde, niet
schroomde op een Vrijdag, en dat nog wel
den dertiende eener maand, onder zeil te
gaan. Wat het, tweede betreft verhalen wij
alleen dat de kapitein, waar hij zich ook
begaf, steeds gevolgd werd door twee speur
honden en twee zeer kwaadaardige wilde
zwijnen, die echter onderling in den besten
vrede leefden en onafscheidelijk aan hem ge
hecht waren. Op dii oogenblik zelf, nu hij
zich te midden zijner gasten bevond, lagen
zijn vier trouwe makkers aan zijn voeten,
en telkens stak hij hun onder tafel de beste
beesjes toe die hem werden voorgediend.
Daar kapitein Ourson-IJzerhoofd een der
hoofdpersonen van dit verhaal is, zullen
tafels zgn vernietigd, het plafond is ge
barsten.
Een pand aan de overzgde der straat
gelegen, heeft eveneens schade bekomen.
Een heer, die Zondagavond te Pargs van
een diner huiswaarts keerde en zgn weg nam
langs de Quai de Javel, in de hoop daar
een rjjtuig te vinden, werd onverwacht»
door vier kerels aangevallen, die hem een
prop in den mond stopten, hem van al zgn
kleederen beroofden en ten slotte zijn lichaam
met een laag menie besmeerden. In dezen
toestand werd hjj geheel verstgfd van koude,
gevonden door een paar politiedienaars die
den ongelukkige een kapotjas aantrokken
en hem naar een naburigen politiepost
brachten, waar hij spoedig weer tot zich-
zelven kwam en zgn wedervaren kon ver
halen. Met zgn kleedings,tukken waren ook
zgn gouden horloge en een welgevulde
beurs verdwenenvan de dieven was geen
spoor meer te ontdekken.
Onlusten op de Philippgnen. Ofschoon
de Spaansche Regeering het zoo weinig
mogelgk bekend wenscht te maken, is het
zeker, dat de Maleische bevolking op de
Philippijnsche eilanden in opstand is. Een
paar weken geleden hoorde men van een
ernstige botsing tusschen Spanjaarden, en^
Maleiers op Mindanao, een der voorriaamste
eilanden van den Philippijnschen Archipel,
en dezer dagen heeft de mailboot van Manilla
bericht gebracht van andere vijandelijk
heden van de zjjde der inboorlingen. On
geveer' 400 goed gewapende Maleiers hebben
onder aanvoering van een Sultan het Spaan
sche militaire station Lepanto op Mindanoa
bestormd en geplunderd. Dq Inlanders
hebben ook de redoute bestormd, de plaats
geplunderd en de kerk ontwgd door het
kruisbeeld stuk te werpen en het altaar te
verbranden. De kapitein en de luitenant
van het station werden met 12 anderen ge
vangen genomen en weggevoerd. Zij hebben
daarna de twee officieren en drie vrouwen
vermoord, daar deze te vermoeid waren om
den getorceerden marsch vol te honden.
Achtervolgd en verrast door een krijgsmacht
van Christenen onder aanvoering van een
monnik en den kommandant van Bugcaon,
werden zjj op de vlucht geslagen met 22 ge
vangenen in de handen der Spanjaarden.
Verdere berichten van gevechten zgn nog niet
ontvangen, maar de stand van zaken scheen
zoo ernstig, dat de Regeering den militairen
gouverneur der Philippjjnen last gaf per-
soonljjk de Spaansche krjjgsmacht aan te
voeren en met krachtige hand de toene-
wjj in weinige woorden mededeelen wat er
sedert zjjne ontscheping op de kust met hem
was voorgevallen.
Vijf of zes jaren vóór het tijdstip waarop
deze geschiedenis een aanvang neemt, landde
er te Port-Margot een uit Dieppe afkomstig
schip. Behalve verschillende waren om in
de behoeften der kolonie te voorzien, had
het ook vjjf en tachtig personen, zoo man
nen als vrouwen, aan boord, die door de
agenten der Indische Compagnie in Frank
rijk voor een spotprjjs waren aangeworven
om in de koloniën hun beroep als metselaar
timmerman, wagenmaker, schilder, ja zelfs
dokter enz. uit te oefenen.
Als naar gewoonte werden deze arme
duivels, ondanks alle tegenstribbeling, den
dag na hunoe aankomst in het openbaar
verkocht en voor den tijd van drie jaren in
eigendom toegewezen aan de inwoners en
Boekaniers, die zich als koopers opdeden.
Een hunner, een jongman van zes of
zeven en twintig jaar, van een zeer goed
voorkomen, wilde zich tegen de schandelijke
behandeling verzetten waaraan hij het
slachtoffer was. Doch spoedig bemerkte hjj
dat hij van de gezagvoerders op het eiland
geen bescherming had te wachten, dat zijne
tegenwerpingen niets dan een spottend ge
lach en ruwe aardigheden uitloken. Hg
boog dus het hoofd en volgde zwjjgend
zgn nieuwen meester.
Naar het Fransch
door
IS J:A..È
Door de kieswet te bepalen kentee
kenen. De kenteekenen van geschiktheid
en welstand worden dus geheel overgelaten
aan de kieswet en deze mag die zoo ruim
of zoo eng nemen als ze verkiest: wanneer
er maar eenig kenteeken overblijft. De
minister heeft als kenteeken van 't eerste
aangenomenschriftelijke aanvraag om op
de kiezerslijst geplaatst te worden; en van
't tweede: voorzien in eigen onderhoud, bui
ten bedeeling.
/Vbordt vervolgd