et Land van Hensden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Party-gekibbel.
FEUILLETON.
Kapitein Ourson-IJzerhoofd.
Uitgever: U. J. YEERMAH, Heusden.
WOENSDAG 25 APRIL.
1894.
M 1BOO.
VOOR
Uit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
A bonnementsprjjs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonderlijke
uuwmers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel
meer 10 et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor
gen ingewacht.
Gelukkig, zullen velen zeggen, zjjn de
verkiezingen met de couranten-artikels, de
strooibiljetten en de vergaderingen voorbjj,
en waarljjk, die ontboezeming is niet mis-
plaatst. Men kan zelfs van het goede wel
eens te veel krijgen, laat staan dan van het
onverkwikkelijke, het minder aangename,
wat, naar het scbjjnt, aan verkiezingen ver
bonden is.
Partgen hebben altjjd in ons land be
staan in weerwil der spreuk: >Eendraeht
maakt machte, partyleuzen en partjjnamen
zgn bjjna zoo oud als onze geschiedenis.
Welk een strjjd moest Prins Willem I reeds
voeren, hoe werd hg, de meer gematigde,
bestreden door de heftige Calvinisten onder
zgn volgers, hoe lang werd gedraald om
hem, den Vader des Vaderlands, de souve-
reiniteit aan te bieden, en tjjdens de repu
bliek was bet waarljjk op staatkundig en
kerkeljjk gebied niet beter. Stadhoudersge-
zinden en StaatsgezindenVoetianen en
Coccijanen bestreden elkander steeds heftig;
toch was aller leuze: Eendracht maakt
machtetoch waren de zeven pijlen met
een lint omwonden, het zinnebeeld der Re
publiek. En toen nu de eenheid der Repu
bliek waarheid zou worden, toen de Repu
bliek der zeven vereenigde Provinciën plaats
moest maken voor de ondeelbare Bataafsche
Republiek, toen de democratie naar den geest
van dien tjjd de oüde aristocratie overwon,
welk een verdeeldheid, welke twisten waar
aan alleen de Pransche overheersching een
einde kon maken!
Met het koningschap keerde de partygeest
terug. Eerst ingehouden door de herinne
ringen wat onder Napoleon geleden was,
later door den strjjd, die met de Zuid-
Nederlanders moest gevoerd worden, ont
brandde het twistvuur weder, toen de Belgen
een eigen koninkrijk vormden en wjj voor
de gevolgen van den kostbaren oorlog
stonden.
Heftig werd gestreden onder koning
Willem II. Van de vaderlijke regeering had
men meer dan genoeg en van de andere
zjjde beijverde men zich te behouden
wat nog bjj de veranderde tijdsomstandig
heden te behouden was. Een Thorbecke,
Donker Curtens, Kempenaer, Storm, tegen
Van Hall en zgn blinde volgelingen! In
1848 werd met het oude gebroken, de
bourgeoisie kreeg Staatkundige rechten, haar
te lang, tot schade des lands, onthouden.
Maar met die nieuwe Grondwet, met die
nieuwe rechten ontstonden of openbaarden
zich ook nieuwe partijen met nieuwe leuzen.
Naar het Framch
GUSTAVE AIMARD.
(6
Boute-Feü rammelde zenuwachtig met
de dohbel8teenen en wierp ze op tafel.
»0Oriep hg met een zegevierenden
lach uit, »de kans is nog niet gekeerd
kjjk maar, drie vieren.*
»Ja,« gaf Ourson ten antwoord, »dut is
mooi, maar men kan nog beter gooien.
Wat dunkt u hiervan?* voegde hij er bjj.
Hjj had een worp van drie vjjven gedaan.
>Geruïneerd riep de Boekanier, terwjjl
hg het zweet afwischte dat van zgn vaal
bleek gelaat gudste.
»Zoo als gij zegt, kameraad,* hervatte
Ourson en hief het hoofd op; »maar wjj
moeten nog eene laatste party spelen.*
»Ik bezit niets meer.*
>Gjj vergist u, er bljjft u nog iets over
dat ik van u wil winnen.
»Wat dan?*
>Uw leven! Verbeeldt gjj u misschien
dat ik deze worsteling heb begonnen om
het ellendig vermaak van u dat goud te
Bezweek de conservatieve party schynbaar
en werd zjj reeds spoedig door één enkel
afgevaardigde, een mummie uit een vorig
tydperk, vertegenwoordigd, andere party-
namen ontstonden, en van de zoo hoog
geprezen »eendracht< was weinig te zien.
Het partjj-gekibbel bleef en heeft veel schade
gedaan. Niet dat de partjjen zoo ver van
elkander stonden, niet dat de afscheiding
zoo scherp, de klove zoo diep was als men
wel eens wilde beweren, och neen, even als
nu liep de strijd meestal over het meer of
mindervoor den een ging de regeering te
ver, voor een ander niet ver genoeg. In de
hoofdzaken was men het vrjjwel eens, in
de bijzaken verschilde men, en kibbelde over
beuzelingen, alsof daarvan aller welzjjn af
hankelijk was. Partjjnamen en partyleuzen
scheidden de zonen van het zelfde vaderland
en belemmerden tallooze malen het tot stand
komen van noodige en wettige zaken.
Onze parlementaire geschiedenis telt tal
van treurige bladzjjden voor hen, die buiten
het partij-gekibbel staande, belang stellen
in de algemeene ontwikkeling en welvaart.
Hoe dikwjjls zjjn uitstekende maatregelen,
noodzakelijke wetten, niet tot stand gebracht,
omdat zjj heftig bestreden werden door
kleingeestig eigenbelang of om persoonljjke
redenen, hoe dikwijls werd het belang des
lands opgeofferd aan partij belang of ge
kwetste eigenliefde!
Klonk het liberaal of anti-revolutionair
nog bjj de vorige verkiezing, nu is dit voor
een deel anders geweest. De oude party
leuzen en partjjnamen zgn opgeborgen om
daarvoor andere even weinig afdoende in
de plaats te stellen.
Waarover is gestemd, wie kan het, in
weerwil van al het geschrijf, in weerwil
van alle redevoeringen en toespraken zeggen?
De verkiezingen zgn afgeloopen en in weer
wil der afgelegde verklaringen der gekozen
candidaten, heeft men nog volstrekt geen
zekerheid wat het lot zal zijn van het wets
ontwerp tot kiesrecht-regeling, dat hun zal
voorgelegd worden. Het meer en minder
zal, even als altijd, weer een rol spelen bjj
de toekomstige beraadslagingen.
De verklaring, dat men voor een aan
zienlijke vermeerdering van het aantal
kiezers is, beteekent weinig, zoolang het
niet duideljjk is wat door welstand en ge
schiktheid moet verstaan worden. Bestaat
tusschen hooggeleerde professoren in het
Staatsrecht zelfs verschil over de beteekenis
dezer woorden, hoe zal men dan tot de zoo
uoodige overeenstemming komen? Is het
dan wonder dat de beslissing der kiezers
zoo weinig afdoende is geweest en het ver
schil tusschen voor- en tegenstanders van
zoo weinig beteekenis is? volg der verkiezing, dan zal niets verloren,
Is door deze verkiezing verkregen dat maar veel gewonnen zjjn, ook al laat de
de oude partjjnamen afgedaan hebben, dan kieswet nog «enigen tjjd op zich wachten,
was tenminste iets verkregen, die namen -
toch zjjn bljjkbaar verouderd, zjj hebben
hun beteekenis verloren. Wie heet nog' Mevrouw Joniaux te Antwerpen, wier
liberaal, wie anti-revolutionair? Mannen arrestatie gemeld wordt, wordt beschuldigd
Buitenland.
van naam bjj de oude liberalen zjjn uit
geworpen, en de liberale unie verklaarde
hare zuster Leonie en haar broeder den
heer Ably vermoord te hebben, na op hun
openhartig: liever een tegenstander die met leven verzekeringen te hebben gesloten tot
Tak medegaat dan een partijgenoot die be- groote bedragen, bij verschillende maatschap-
zwaar heeft tegen de finale uitbreid ng, pijen, en van moord op haar oom, den heer
zoover de Grondwet die toelaat of zooals Van de Kerkhoven, die, naar zij verwachtte,
dat door Tak werd begrepen. En bjj de een testament ten haren voordeele gemaakt
anti-revolutionairen was het niet anders.had, wat later bleek niet juist te zgn, en
Salomo gebruikte heidensche bouwmeesters die zgn voornemen had te kennen gegeven
om Jehova's tempel te stichten, waarom j te huwen met de moeder van zijn natuur-
zullen wjj geen ongeloovigen gebruiken, als Ijjken zoon, die daardoor erkend en dus erf-
wy daarmede het doel, waarnaar wjj f genaani zou worden.
streven, kunnen bereiken Liever een tegen- j Uit het onderzoek blijkt dat zjj de be-
j stander, cjie ons wil helpen, dan mannendoelde personen waarschynlyk ten haren
die met ons verschillen in het meer of minderl huize vergiftigd heeft.
Mevrouw Joniaux is de dochter van den
oud-luitenant-generaal Ably van het Bel
gische legerzjj is 45 jaar oud en gehuwd
met den heer Joniaux, ingenieur van wegen
en bruggen, en ridder der Leopolds-orde.
Zjj is vroeger gehuwd geweest met den heer
Faber, die voor eenige jaren overleden is.
Ook omtrent dezen overledene heeft men
thans zware vermoedens.
De heer Joniaux is in geen enkel opzicht
in de beschuldiging betrokken.
Het mjjnwerkerscongres in Frankrjjk
heeft een motie aangenomen, waarin de
werkdag van acht uur geëischt wordt voor
de mijnwerkers. Het algemeene idéé is, dat
de Kamer dien werkdag wel zou willen vast
stellen voor de mjjnwerkers, doch niet voor
de werklieden in het algemeen.
Een opzienbarende moord heeft in den
nacht van Zondag op Maandag te Cnrlsruhe
plaats gehad, alwaar de student Rodriguez
van de polytechnische school met behulp
van een dolk den griffier Matthes doodde.
De moordenaar, die terstond werd aan ge-
ontnemen dat ik veracht? Neen, Boute-Feu,
ik moet uw leven hebbenOm het te
winnen zet ik er niet alleen het geheële
vermogen dat ik thans bezit, maar ook nijju
leven tegen in. Wie verliest zal zich voor
het hoofd schieten, hier, in allei bjjzjjn.*
Op dit zonderlinge voorstel voer eene
kille huivering als een electrische stroom
door de gelederen der Broeders van de Kust.
Ourson! dat is krankzinnigheid,* riep
Montbarts uit.
»Houd op! houd op!« riepen verscheidene
vrijbuiters.
Broeders,* hernam Ourson met een
koelen glimlach, »ik dank u voor de belang
stelling die gjj my toedraagt, maar mjjn
besluit is onherroepelijkdaarenboven ge
looft my vrjj, ik waag niets met het spel,
die man is veroordeeld, ziet slechts, de schrik
is hem reeds om 't harte geslagen. Ik wil
hem echter neg eene laatste kans geven
om zijn leven te redden; laat hjj openljjk
zjjne misdaden belyden en nederig vergif
fenis vragen. Onder die voorwaarden ver
geef ik hem.*
»Nimmer!« riep Boute-Feu, ten toppunt
van woede. >Uw leven of het mjjne, ik heb
er vrede mêe! Een van ons beide is hier
te veellaten wjj deze laatste party spelen
en wees vervloekt!*
Hg wierp met afgewend gelaat de dobbel-
steenen op tafel.
Een kreet van verrassing ging uit de
hoewel zjj jaren achtereen onze medestrijders
in den geloove geweest zijn. Zoo is alle
partijverband verbroken, alles wordt be-
iheerscht door de kieswet. Moge het zoo
j blij ven, ook als deze beweging reeds lang
vergeten is! Twee partgen blijven over.
j Vooruitgang en stilstand, of teruggang zal
in het vervolg alles veel meer dan vroeger
beheerschen. Het zal niet meer de vraag
zijn, of men vrijzinnige denkbeelden toestaat,
dan wel of men Gods woord tot richtsnoer
n«-emt, maar of men de belangen van het
geheele volk wil behartigen, of men open
oogen heeft voor de belangen van den
vierden stand. Kwestiën, of een geschikte
woning uit een of twee vertrekken moet
bestaan, welke leeftjjd iemand geschikt maakt
om zjjn Staatsrechterlijke plichten te ver
vullen, behooren tot het verledene. Ook wan
neer de uitbreiding van het kiesrecht nog
uitbljjft, zullen de sociale niet de politieke
belangen de aandacht onzer vertegenwoor
digers geheel in beslag nemen. Van het
partjj-gekibbel heeft ons volk meer dan
genoeg.-. Het wil daden zien. Niet uit verre
gaande, strafbare onverschilligheid bljjft
men van de stembus weg, maar uit afkeer
van de kibbelarjjen, die tot niets geleid
hebben. De oude partjj-namen hebben uit
gediend, de leuzen by deze verkiezing ge
bruikt, zullen spoedig vergeten zgn. Eene
leus zal bljjven: voor of tegen het volk!
Vooruitgang op allerlei gebied, in aller
belang, of bevoorrechting van het eene deel
des volks boven het andere, daarop zal het
in het vervolg aankomen. Spoedig zal men
de ware volksvrienden leeren kennen niet
uit valsche leuzen of door niet te vervullen
beloften, maar door daden. Is dat het ge-
slissende overweging, dat zjj van het wel
slagen van eenen aanval onzeker zjjn, wan
neer hunne legers zich niet in het bezit der
nieuwste uitvindingen bevinden. Het klinkt
bijna als eene satire, maar het is er toch
geene, dat de chemicus tot nu toe het zwaard
in de scheede doet bljjven rusten en door
zjjne uitvindingen over oorlog e* vrede
beschikt. Ik wil hiermede slechts dit te
kennen geven, dat ik, volgens mjjne poli
tieke ervaring, aan dicht ophanden zjjnde
verwikkelingen met het buitenland geen
geloof hecht, aangezien geene enkele der
groote Europeesche mogendheden met hare
toebereidselen gereed is. Maar niettemin
zyn de moeiljjkheden, die wjj te gemoet
zien, zoo groot, dat zjj ons gebiedend de
noodzakel jjkheid opleggen ons voor den strjjd
gereed te houden. Daartoe acht ik noodig,
dat men gematigdheid in den partjjstrjjd
betrachte, dat de groote staatsparty en minder
uiteen mogen loopen, maar zoo mogeljjk tot
elkander nader treden enz.*
In heel Griekenland is Vrjjdag eene sterke
aardbeving gevoeld. Eenige personen zyn
er bjj gewond.
Op eenige kleine standjes na, bljjft 't te
Ween en wat de werkstaking betreft, rustig.
Troepen van eenige honderden timmerlieden
loopen door de straten en bezoeken alle
timmermanswerkplaatsen om te zien of er
nog wordt gearbeid. De patroons willen de
eischen inwilligen, op den eisch vanden
8 uur-werkdag na.
De politie te Madrid heeft een postamb
tenaar aldaar aangehouden, verdacht zich
te hebben schuldig gemaakt aan verduiste
ring van 4 kostbare diamanten, die per
postpakket van Parjjs waren verzonden.
Te Barcelona, waar de tweede troep bede
vaartgangers naar Rome aangekomen wai,
heeft de overheid groote voorzorgsmaatrege
len genomen om de orde te bewaren. De
fanatieke scharen moesten telkens, ook op
hunne weg naar Barcelona, aangemaand
houden, bleek de zoon van een minister van worden ^un uitbundig geroep»Leve de
den staat Nicaragua.
menigte op.
Hij had drie vjjven geworpen.
Bijna dezelfde worp als straks,* zeide
Ourson, terwjjl hij de dobbelsteenen on
verschillig opnam en in den beker deed;
»maar juicht niet te vroeg, gjj zjjt den
dood meer nabij dan gij u wel verbeeldt.*
Speel dan speel dan 1* riep de Boekanier
met eene schrille stem. Zjjne borst was be
klemd, zijne oogen rolden wild in hunne
kassen een onuitsprekeljjke doodsangst had
hem aangegrepen.
»Broeders,« sprak Ourson altjjd even
kalm, »dat is een Gods-oordeel. Om u te
bewijzen dat deze man onherroepelijk door
de goddelijke gerechtigheid veroordeeld i3,
zal ik de dobbelkroes niet aanraken, een
van u zal voor my den laatsten worp doen.*
»Ik niet!* riep Montbarts. »Dat noem ik
God verzoeken.*
»Gjj vergist u, Broeder; integendeel,
daardoor laten wjj voor aller oogen zjjne on
feilbare macht uitblinken, neem den beker
en werp de dobbelsteenen.*
>Neen, bjj mjjne ziel, ik doe het niet.*
»Ik bid u, broeder.*
Montbarts aarzelde.
Speel toch, speel,* herhaalde Boute-Feu
werktuigeljjk, terwjjl hg ineengekrompen
zat als een loerende tjjger, de handen kramp
achtig aan de tafel geklemd, met starenden,
wezenloozen blik.
De vrijbuiter duwde bjjna met geweld de
De door Bismarck in eene vergadering
te Berljjn gehouden uitlatingen omtrent den
toestand van Europa luiden woordeljjk als
volgt»Het is niet zoozeer de vredelievende
gezindheid van alle regeeringen, die tot
heden den vrede doet stand houden, als wel
de wetenschappelijke voortvarendheid der
chemici in het uitvinden van nieuwe kruit-
soorten en der technici in volmaking der
krjjgsgeschutkunde en aldus tengevolge daar
van de voor hoofden van eenen krjjgslustigen
staat onder bepaalde omstandigheden be-
dobbelkroes in de hand van Montbarts.
»Ga uw gang en vrees niets,* zeide hjj.
»God moge het my vergeven,* mompelde
Montbarts en hjj wierp dobbelsteenen, terwjjl
hjj bet hoofd afwende.
Op hetzelfde oogenblik vernam men een
snjjdenden gil, die niets menscheljjks had.
Ourson werd door eene onbekende hand
haastig achteruit geduwd, een geweerschot
knalde en een kogel doorboorde met dof
geluid een van de balken der zoldering.
Dat alles had zoo snel plaats dat er
tusschen den gil en het schot nauwelijks
een minuut verliep.
Toen de vrijbuiters van den schrik over
dit onverwachte voorval waren bekomen,
zagen zjj den Boekanier met het hoofd op
tafel liggen en ondanks zyn tegenspartelen,
door de krachtige hand van Laurent in be
dwang gehoudenhjj hield het pistool nog
krampachtig omklemd.
De laatste worp was van drie zessen
geweest. Gelukkig voor Ourson hadden twee
personen over hem gewaakt: de spaansche
krijgsgevangenen, die hem dapper ter zjjde
had getrokken, op gevaar af van zelve het
slachtoffer harer zelfverloochening te worden
en de schoone Laurent, die den Boekanier
niet uit het oog verloren en het schot had
doen missen.
Broeders,* sprak Montbarts, iwat be
slist gjj over dien man na den laaghartigen
aanslag waaraan hjj zich schuldig heeft
paus-koning!* te temperen. Er moeten voor
het overige wel 80 pCt. Carlisten onder
hen zijn. Te Saragossa werd bjj hunnen
doortocht het geheele garnizoen in de kazerne
gehouden, daar men onlusten vreesde.
Ook der Italiaansche regeering, wordt
verder gemeld, zjj het geraden, als zjj bot
singen wil voorkomen, nauwekeuriger het
oog te houden op deze tweede bezending
bedevaartgangers, daar deze gevaarljjker is
dan de eerste. Volgens telegrammen uit
Rome had het op de pelgrims een grooten in
druk gemaakt, dat een bataljon infanterie
gemaakt?*
»Hjj moet sterven,* antwoordden de om
standers eenparig.
»Laat eene boot bemannen om hem on
middellijk naar de Haajjen-rots te brengen*
Verscheidene mannen verlieten dadeljjk
de herberg.
Vergeefs verzocht Ourson dat men den
ellendeling zou vergunnen zich zeiven voor
het hoofd te schieten, de vrjjbuiters bleven
onverbiddelijk.
Eenige minuten later verliet Boute-Fetl
Port-Margot in eene praauw, waarin zich
tien vrijbuiters bevonden onder bevel van
Montbarts, die zelf het vonnis had willen
voltrekken. Dat vonnis was vreeselyk.
De Haagenrots, die eene oppervlakte van
zes mjjlen had, verhief zich slechts zoo
weinig boven de zee, dat zjj bjj eiken vloed
geheel overstroomd werd. De veroordeelde
werd zonder levensmiddelen en wapenen op
deze rots achtergelaten om er in onop-
houdeljjken doodsangst en ontzettende fol
teringen zjjn laatste oogenblik af te wachten.
Dit was de straf die Boute-Feu zou on
dergaan.
Een uur vóór zonsopgang, juist toen de
vloed begon te wassen, bevond de praauw
zich weer aan de landingsplaats. Monbarts
en zjjne metgezellen stapten aan wal. Op
dat oogenblik had de Boekanier waarschjjn-
ljjk reeds opgehouden te leren.
/Wordt vervolgd^
DOOR