Hel Land van Heusden en Altena, de L en de Bommelerwaard. Vooruitgang FEUILLETON. - Kapitein 0 ur son -1Jzerhoofd As 1314 Uitgever: L. J. VKERMAM, Heusden. WOENSDAG 13 JUNI. 18!) 4. VOOR Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO. Franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 60 ct. Elke regel meer 10 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagmor gen ingewacht. Gaan wij inderdaad vooruit Welk em vraag hoor ik mij toeroepen, wie twij felt er nog aan of wij vooruit gaan. Het moet wel een onverbeterlijk pessimist, of een hardnekkig conservatief zijn, die de 10e eeuw, die bijna heeft afgedaan, het verwijt toevoegt dat zij geen reuzenschreden deed op 't gebied van vooruitgang. Met recht wjjst de bijna 94-jarige op hetgeen zij deed om de stoom en electriciteit dienstbaar te maken tot het gemak van den mensch. Met voldoening kan zij wijzen op dat net van spoor- en tramlijnen, dat afstanden vernietigde, op die telegraaf- en telephoon- palen, waardoor uw verlangen in minuten bekend, uw vragen in een enkel uur be antwoord worden, hoe ver ook de afstand zij. Zjj wijst u op het gebied van weten schap en kunst. In hoeveel gevallen heeft ze de bacteriën al niet ontdekt en haar vernietiging verzekerd. Denkt slechts aan Pasteur in Frankrijk, Koch in Duitschlana. Verschijnselen, waar men vroeger voor stil stond, vrees voor had of bijgeloovige voor spellingen uit vormde, wie die ze heden niet kent als gewone natuurverschijnselen. Dat alles te weten en dan nog te vragen Gaan wjj vooruit! Hoevelen waren er die vroeger moesten bekennen niet te kunnen lezen en schrijven, hoe weinigen zijn er nuonderwjjs en op voeding, welk een stap deed het niet in deze ten einde snellende eeuw. Wij ontkennen dat alles niet, in tegen deel, wij verheugen er ons in en juichen die vooruitgang toe. En toch, die eenigzints medeleeft met zijn tijd, komt wel eens tot de vraag: gaan wij inderdaad vooruit? Dwaas en ondankbaar zou het zijn, bij uitsluiting het loflied te zingen over den goeden ouden tijd, met verwerping van den nieuwen. Wjj aanvaarden het goede en grootte dat de 19de eeuw gaf en zijn er dankbaar voor en toch, vooral op zedelijk gebied vragen wij wel eens: Is er vooruit gang. Vooruitgang bij de jeugd. Die ge blaseerdheid bjj jongelingen, nauw de kinder schoenen ontwassen, die verfoeien en be- lachen wat hun ouders nog dierbaar is, dit en nog zooveel meer dat men zoo eigen aardig noemt »fin du siecle« is geen voor uitgang wel? Die toenemende misdaden in ons land, waarvan de ijverigste pogingen van justitie en politie niet in staat zijn de daders te ontdekken, denk aan de Jong en GU STAVE AIM A IIP. (20 »Maar »Laat mjj uitspreken, en gjj zult zien of ik mij ook bedrogen heb. Voor 'tovtrige is don Torribio een man naar dc wereld, uiterst welgemanierd en,-althans naar het echjjnt, ontzaggelijk rijkhet goud vloeit als water door zijne vingers. »Voeg er bij dat bij een harstocbtelijk en bovendien gelukkig speler is.« »Daar wilde ik juist op komen. Mijn vader is niet rijk, dat weet gijtoch wordt er eiken avond in zijn huis gespeeld en aanzienlijke sommen aan dobbelspel of monte gewaagd. »Het spel is de geeselroede van Amerika, lieve! door bet spel zullen de Spaansche koloniën te gronde gaan.« »En de gezinnen der kolonisten. Om- s* eks een maand geleden liet mijn vader uij roeppn en sloot zich met mjj in dit vertrek op. üjj liet mjj naast zich zitten, keek, mjj eenige minuten oplettend aan, en zeide toen op kouden toon»Elmina gjj zijt schoon, gjj zjjt achttien jaar, het oogen blik is gekomen om u uit te huweljjken. .Ik heb een echtgenoot voor u gekozen; de verdwenen vrouwen, den jammerlijk ver moorden slager Schut, het is een vooruitgang die wel achteruitgang genoemd worden mag. Die geruchtmakende processen, wie weet niet van de valsche bankbiljetten in Amster dam, waarvan het proces daarom vooral zoo treurig is, omdat het duideljjk toont tot welk een laag peil zedeljjkheid en nuweljjks- trouw gezonken zjjn, als men de gangen hoort van mannen, gehuwd en vaders, tot voor korten tijd door de maatschappij ge acht en de hunnen geëerd? Dat proces van de rechtbank te Leeuwar den, tegen den ontslagen predikant te Har- lingen. Een moordenaar, gewis, maar op zedelijk gebied toch ook een raadsel, die met stipte nauwkeurigheid 's avonds aanteekende wat hij gemeen deed en als bij uitzondering noteerde: Nu vandaag eens geen ongenoegen met mjjn vrouw Hoe kunnen al die dingen bestaan in een tijd, een eeuw zoo prat op den vooruitgang? De kennis van 't nu levende geslacht is rjjk uitgebreid, wij zullen de laatste zijn die het betreuren. Maar de overtuigingen en dus de karakters die daardoor gevormd worden, zijn zwak, flauw weifelend. Onze eeuw is arm aan ware poëzie. Men heeft een open oog voor stoffelijk welzijn, verstande- ljjke ontwikkeling. Men wil levensgenot. De rijke, die het zich niet behoeft te ontzeggen, schjjnt het als de noodzakeljjkste levensbehoefte te be schouwen, de arme, die het ontbeert, is ontevreden, ongeduldig en denkt er aan het zich met geweld te verschaffen. Bjj die eenzjjdige ontwikkeling heeft men vergeten en vergeet men, dat de mensch nog iets meer is dan een zoon der aarde, dat zelfbewustheid zjjn wezen is en dat bjj geroepen is om niet door het stof be- heerscht te worden, maar om de stof te beheerscben door zjjn geest. Het koele ver stand heerscht, niet de rede en daarom is de waarachtige vooruitgang slechts ten deele. Zal men waarljjk onzen tjjd een tjjd van vooruitgang kunnen noemen, dan moeten de individuen beginnen. Dan moet ieder zorgen, dat bjj het verstand de rede in hem ontwikkeld worde. Zjj is het, die ons de idealen van schoonheid en goed heid doet kennen, die ons spreekt van het geen eeuwig en onverderfeljjk is. De mensch, in wien de rede verduisterd is, wordt een speelbal van anderen. Men vreest voor de woelingen van anarchisten, die met hun bommen alles vernielen. Gij wenscht, dat tegen deze onruststokers maat regelen van geweld worden genomendat de staatsmacht ze weerde of verbande, alsof dat iets zou baten. Er is een wapen, waar tegen zjj niets vermogen. Het licht der rede moet worde ontstoken. Dan gaan wjj waarljjk vooruit, als de mensch gebracht worde tof bewustzijn zjjner zedeljjke vrij heid en waardigheid en aan hetgeen hjj aan zijn medemenschen verplicht is; dat hij het voele: de maatschappij is één lichaam, geheel ljjdend als één lid ljjdend is, en begrijpe dat het lijdende lid niet genezen wordt door het andere te ver minken of te dooden. Hoe wjj ons ook verheugen iu de voor uitgang, vooruit gaan wjj niet zoolang de rede, cl. i. het zedeljjk zelfbewustzjjn in den mensch niet ontwikkeld worde, niet hooger rijst. Daaruit alleen is het te ver klaren, dat bij al de reuzenschreden die in onze eeuw werden gezet op het gebied van wetenschap en kunst zjj, hoe dan ook als een eeuw der vooruitgang geroemd, op zedelijk gebied dien naam niet ten volle verdiend. De rede, maar wat is zij dan? Men ver wart haar zoo menigmaal met het zoo genaamd gezond verstand. Zeker, verstand is noodig. Het is van onberekenbaar nut in het praktische leven. Maar wat zich boven het alledaagsche verheft kan het niet waardeeren. Het ware, bet beste, de poëzie des levens begrijpt alleen dat hooge denkvermogen, dat wjj rede noemen. Het verstand is uit zjjn aard zelfzuchtig. De rede heft ons in reiner, hooger sfeer. Zij openbaart ons een diepe levenswet, zjj toont ons verhevener ideaal. Zij doet ons niet in één enkel opzicht, maar geheel en in alles vooruitgaan. Bij het meest ontwikkelde verstand, door de rede niet geleid, daalt men tot op het diepste peil als zedelijk wezen. Het verstand beperkt en breidelt de hartstochten, de lage het allermeest niet, dat doet de rede alleen. Zoo kwam, waar men alleen lette op de ontwikkeling van het verstand zonder oefe ning der rede, het spreekwoord in de wereld »Hoe grooter geest hoe grooter beest. Gaan wjj vooruit wat dunkt U als wjj die vraag herhalen, zal dan het antwoord nog zoo onvoorwaardeljjk toestemmend zjjn In vele opzichten gewis, in andere, in de hoogste niet veel, bjj lang niet genoeg. Vooruitgang zjj ook hier aller leus. De meest verstokte conservatief kan en moet hier man van den vooruitgang zijn. Maar hoe vraagt ge. Alle vermogens van den mensch, geeste lijke zoowel als lichamelijke, gehoorzamen aan deze ééne wet: dat ze door oefening gekweekt en door verwaarloozing verloren gaan. Verlangt gjj, dat uw rede helder zjj gebruikt haar in alles. De ware vooruitgaug bestaat slechts in O r? het voortgaan der persoonlijkheden. Ieder voor zich en daardoor met elkander, dat zij de leuze. Willen wjj waarljjk dat onze tjjd eeri tjjd van vooruitgang zjj, dan gezorgd dat wjj zelf niet stil bljjven staan of achteruit gaan. Houdt het hart rein. Van het hart zijn de uitgangen des levens. Voeren daar slechts de lagere begeerten heerschappij, dan zal er het verlangen naar licht en waarheid en zelfkennis ontbreken en de blik des geestes zal van zelf verduisterd zjjn. Vooruitgang! het groote woord van de eeuw, het zij ook het levenswoord van het individu. j Vooruit, maar niet alleen in massa, maar vooral persoonlijk. Vooruit in al wat waar eu schoon is en liefeljjk en welluidt. Vooruit in zedeljjk zelfbewustzjjn, in beter beginselen waarnaar en waardoor wij handelen. Ieder voor zich en allen met elkand-r, dan kan niemand meer twjjfelen of onze tjjd een tjjd van vooruitgang is. Fin du siècle zjj het van nu af aan dat ieder zorge naar de reinste en hoogste beginselen te handelen gelooft ge het ook niet dat de eeuw, als zij voor goed henen gaat, zich beroemen kan op ieder ge bied reuzenschreden te hebben gezet, en in den vollen zin een eeuw van vooruitgang was. verbindt zich, den staatssecretaris voor bin- nenlandsche zaken, Asquith, als eenig be middelaar aan te nemen 4o. de bemidde ling zal volgens dezelfde methode beproefd worden, die gevolgd werd bjj de werk staking der Britsche mijnwerkers5o. de verzoeningsraad zal saamgesteld zjjn uit zes tot tien vertegenwoordigers van iedire partij. Hij zal heden nog vergaderen. Dezen grondslag heeft men te danken aan de pogingen van verscheidene leden van het Lagerhuis, vooral van John Burns en Ti Longh, die tal van conferenties met Scott gehad hebben, de president van den bond van eigenaars van huurrjjtuigen. Deze laatsten schjjnen even verlangendeen staking te eindigen, die hun reeds meer dan een millioen gulden kost, als de huurkoetsiers zelf. De schouwburgen moeten ook een schade van een kwart millioen gulden geleden heb ben, en natuurljjk hebben de gevolgen van de staking zich op meer plaatsen geducht doen gevoelen. die echtgenoot is mijn beste vriend, bereid u hem te ontvangen en vriendeljjk te be jegenen; ik heb hem mijn woord gegeven, en gij weet dat ik nooit op een genomen besluit, veel minder nog op een gegeven woord, terugkom. Gjj hebt twee maanden om u op deze verbin'enis voor te bereiden over twee maanden, neen dag later, zal zijn weleerwaarde, d« bisschop van Cartha- gena uw huwelijk inzegenen. De man wi n gjj van dit oogenblik af als uw verloofde heb te beschouwen, is don Henriquez Tor ribio Morena.«« Dat was alles. »En wat gaaft gij ten antwoord Niets. Ik stond versteend, mijne krachten, mijne bezinning begaven mij, ik was niet in stuat een woord te uiten. Van het eerste oogenblik af had ik door eene geheime in geving geraden dat mjjn vader het onder houd met den naam van dien man zou besluiten. Don José Rivas stond op, vestigde een langdurigen blik op mjj en verliet de kamer even koel als hjj was binnengekomen. Toen hij weg was zonk ik bewusteloos op den grond; zoo vond mjjne zoogmoeder mij liggen.'Het is nu een maand geleden, Lilia, sedert dit onderhoud heeft plaats gehad. Wat denkt gjj te doen?« »Dat weet ik niet; één ding weet ik slechts, dat ik dien man niet zal huwen »Maar waarom dit huweljjk? Hoe heeft uw vader, zoo trotsch op zjjn adeldom, er in kunnen toestemmen... Donno Elmina glimlachte bitter. »Mjjn vader is geruïneerd; ziju gansche vermogen is in handen van don Torribio begrijpt gjj?« »0 dat is verschrikkelijkWelke hoop blijft u thans nog over?« »God!« riep donna Elmina uit, hare oogen geloovig ten hemel geslagen. Op dat oogenblik ging de deur open en trad de negerin binnen »Hier is uw vader, nina,« sprak zij, »hjj wordt door don Torribio Moreno vergezeld. Stiltezeide het jonge meisje op pjjn- lijken toon, terwijl zjj een vinger op den mond legde en hare nicht veelbeteekenend aanzag. VIII. Don José Rivas de Figaroa, gouverneur van Carthagena, was een man van nagenoeg vijf-en-veertig jaren, ofschoon hij er wel vjjf of zes jaar jonger uitzag. Hjj was lang, welgevormd, had een statigen gang en be vallige manierenzonder schoon te zjjn, hadden zijne gelaatstrekken die zuivere ljjnen welke de oude geslachten onderschei den zjjue zwarte, levendige, diepliggende oogen hadden eene uitdrukking van tarten- den hoogmoed en spottende minachting. De persoon die don José Rivas verge zelde en zich don Henriquez Torribio liet noemen, leverde een sterk contrast met hem op. Zijne gemeene trekken, zijne grjjze oogen, zjjn lichtbruin, bjjna blond haar, zjjne iets meer dan middelmatige gestalte, gaven hem op het eerste gezicht meer het voorkomen van een Bretonsch of Normandisch matroos dan van een Spaansch edelmandoch er was zoo veel geslepenheid in zjjn blik, zoo Buitenland. Lord Asquith, minister van binnenlandsche zaken in Engeland, heeft aangeboden als bemiddelaar tusschen de Londensche huur koetsiers en de eigenaars op te treden. Dezen hebben toegestemd en zoo heeft gistermorgen om elf uur de eerste conferentie plaats ge had tusschen de tien man van elke partjj. De bemiddeling zal op de volgende bazis berusten lo. Zjj zal slechts een bemiddeling, een poging tot verzoening en geen scheids gerecht zijn2o. de eigenaars keuren van te voren de keuze der afgevaardigen der huurkoetsiers goed, onverschillig of dezen tot het syndicaat behooren of niet; 3o. men veel spierkracht iu zijne ineengedrongen ge stalte dat men onwillekeurig in hem een buitengewoon man moest erkennen. De beide nichten hadden hare hangmatten verlaten en zich op kussens neergezettoen zij de deur hoorden openen, rez?n zjj op. Don José Rivas bad een bewolkt voor hoofd, en scheen in eene zeer kwade luim te zjjn. Goeden dag, ninas, (kleinen)zeide hij op eenigszins spottenden toon, »als een goed vader kom ik u een bezoek brengen. Wees welkom, vader,antwoordde donna Elmina met bevende stem. Donna Lilia schoof stoelen bij. »Ik ben zoo vrij geweest,hernam don José, »mijn besten vriend, don Torribio Moreno, mee te brengen, die mij de eer heeft bewezen om uwe hand te vragen. »Maar vader »Val mij als 't u belieft niet in de rede, nina.« Het meisje zweeg, bevend 'stil. »Met uw verlof, senorita,« sprak de Mexi- k&an, terwjjl hij een eerbiedige buiging maakte. »Don José Rivas, uw vader -wilde er bjj voegen dat, iudien ik naar het groote geluk durf dingen uw echtgenoot te worden, dit slechts onder ééne voorwaarde is.« Donna Elmina hief het hoofd op en ves tigde een verwonderden blik op don Torribio. Zeker,hernam don José op knorrigen toon, »hoe ongerijmd die voorwaarde ook zjj, zal ik haar toch in korte woorden mededeelenDon Torribio vraagt u mjjne dochter, verlof u het hof te mogen maken. »Met uw welnemen, dit is niet alles, De regeering der Yereenigde Staten heeft de Spaansche regeering een nota overhandigd, waarin de teruggave geëischt wordt van 22V3 millioen peseta's, welke de Spaansche douane ten onrechte geïnd heeft. Het bulletin van het »Kais. Gesund- heitsambt te Berlijn van 6 dezer zegt dat in het nabjj de Oostenrjjksche en Russische grenzen gelegen Duitsehe dorp Myslowitz (Boven-Silezie) de cholera is gebracht door eene rondtrekkende persoon, die 22 Mei uit Bendzin in Russisch Polen is gekomen en den volgenden dag door cholera werd aangetast. Bij haar en bjj 6 andere personen, uit 3 familiën waar zjj zich heeft opge houden, werd cholera geconstateerd. In 6 dezer gevallen volgde doodelijken afloop. Ook zjjn in Juni in Schilno 3 arbeiders op den Weichsel aangetast, waarvan 2 zjjn ge storven. In Gallicië kwamen in de laatste berichtsweek van Mei in 3 gemeenten II gevallen met 6 sterfgevallen voor. In Rus land big ft de ziekte in de stad Warschau en in de gouvernementen Plock, Radow, Kowno en Polodiën heerschen. Ook ver spreidt zich de ziekte langs den Weichsel en zjjn in de steden Warschau, Plock eu Wloclawek tal van bootwerkers aan cholera lijdende. In het gouvernement Warschau zjjn van 16 tot 26 Mei 21 personen aan getast en 10 gestorven. In Aziatisch Turkjja bljjft de ziekte zich uitbreiden. voegde de Mexikaan er bjj. »Ja, senorita, ik wensch de eer te hebben somtijds in uwe tegenwoordigheid te worden toegelaten, om dat ik, hoe vurig ik ook verlang uw echt genoot te worden, eerst door u wil worden gekend vóór gjj mjj uwe hand schenkt; ik wil mjjn geluk alleen aan uw vrijen wil te danken hebben. »Dank, innig dank! mijnheer,* riep het jonge meisje hartstochtelijk uit, terwjjl zjj hem haar poezelig handje reikte dat de Mexikaan eerbiedig met zijne lippen aan raakte. Bravoriep don José met kouden spot; allerliefst! bjj mjjne ziel, daar hebben wjj weer de schoone tjjden terug van het hof van Koning Arthur. Vive Dios! ik ben geheel aangedaan.* Het jonge meisje boog het hoofd en lispte met eene door aandoening half gesmoorde stem »Ik zal mjj naar uw wil gedragen, vader.* Wie spréékt er van mjjn wil, nina?< sprak bjj opstuivend. >Ik ben zoo dwaas geweest uwen galanten ridder te beloven dat gjj vrjj zult wezen zjjn aanzoek aau te nemen of af te wjjzen, en vrjj zult gjj zjjn, dat zweer ik u; geen. invloed, zelfs niet de mjjne, zal zich tusscnen uwen beschroomden aanbidder en u stellen neem dus niet langer die houding van een slachtoffer aau, die u niet past, want gjj zjjt vrjj, ik herhaal het u.« »Gjj hoort het, senorita, uw vader be vestigt mijne woorden.* ■fc'JJIU pp' ir- m Naar het Fransch DOOR W ordt vcyvólóxi J

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1