Ret Land van iieusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
EERSTE BLAD.
Armenzorg.
FEUILLETON.
Kapitein Ourson-IJzerhoofd.
Uitgever: Lu J. YfiERMAH, Heusden.
ZATERDAG 30 JUNI.
I 894,
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
'%'p 1319.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/i ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op
genomen in het Land van Altena.
r -
Nederland is een land, hetwelk alom
bekend is om zijne liefdadigheid. Die lief-
'jdadigheid toch wordt, om een geijkten
term te gebruiken, nooit vergeefs ingeroepen
en met dat al is er wellicht geen land in
Europa waar meer armoede geleden wordt.
En waarom?
Het antwoord daarop en een maatregel
om dat te doen ophouden wensch ik in
dë volgende regelen te bespreken.
Dag in dag uit worden de plattelands
gemeenten overstroomd door eene schare
quasi kooplieden, doch in den rechten zin
des woords bedelaars. Deze heeft, een vel
letje of wat postpapier, gene enkele doosjes
Inciters, een derde een main j i met, galan-
teriëu enz. enz., en die lui doen huis aan
huis aan om hunne waar te presenteeren.
Doorgaans, hoewel lang niet altjjd, zjjn ze
dan kreupel of half blind, missen ze een
érm of zoo iets en veelal gebeurt het dat
Zo op hunne reis nog een ot meer kinderen
Ij', zich hebben. Zoo komen ze dan aan
da huizen en ach, het is zoo hard hen
onverrichter zake door te sturen en met
en cent of een paar centen zijn ze tevreden
dan hebben we er verder geen last van.
Ja zeker, lezer, met een cent of een paar
centen zjjn ze tevreden, doch hebt ge wel
zoo eens globaal nagerekend, hoeveel zulk
oen arme man of arme vrouw per dag
el ophaalt?
Rekenen we eens, dat ze hun werk
's morgens ten 8 uur beginnen en dat ze
avonds ten 6 uur eindigen, dat is 10
ur. Nemen we daar nu 2 uur af, die ze
1 jv. noodig kunnen hebben om van de
t,è'ne gemeente naar de andere te loopen,
dan rest ons 8 uur of 480 minuten. Stellen
we nu verder dat ze voor ieder huis 2
minuten noodig hebben en overal 1 cent
krijgen (wat zeer matig berekend is) dan
hebben ze toch een daggeld van f 2.40 of
een weekgeld van f 14.40, en ik vraag u
in gemoede af, of dat nu armoede lijden
heeten mag. Welke arbeider, welke am
bachtsman, die met vrouw en kinderen zeer
fatsoenlijk leeft, heeft zulk een inkomen.
En dit is waarlijk niet overdreven. Ge-
Naar het Fransch
door
GUSTAVE AIMARD.
(25
Pierre Legrand snelde naar voren.
»Matroos op den uitkijkriep hij, ter-
wjjl hij zjjne beide handen tot, roeper ge
bruikte.
>Ho)a!« antwoordde de matroos.
»Waar ziet gij het schip?*
»Aan stuurboordszij, vier mijlen in den
wind.*
»Is het een driemaster?*
»Neen, het is een brik, en naar het
schijnt een vlugge zeiler.*
»Laat den kapitein waarschuwen,* zei
de luitenant tot Alexander, die met zijn
fluitje van equipagemeester in de hand
naast hem stond.
Alexander bracht dit bevel over aan een
man, die zich dadelijk door een luik naar
beneden liet zakken.
Welken koers heeft het schip.* hernam
Pierre Legrand.
Het houdt op ons «aan,* zeide de man
op den uitkijk; »het helft ons in het oog
gekregen.*
»Zjjt ge daar zeker van?*
»Ja, het heeft twee streken geloefd.*
»Dan is het een »gavacho.«
Op dit oogenblik verscheen de kapitein
op dek met een verrekijker gewapend. Zon-
durende langen tijd werden deze gemeenten
bezocht door een man, die een ongelukkig
jongentje in een wagentje met zich voerde.
Nu gebeurde het, eens, dat een der booten
van Fop Smit Co., niet kon of wilde
aanleggen en juist met die boot wilde do
man mede. Toevallig waren er passagiers
met kinderen aan boord, die niet in een
schuitje wilde en van den wal af werd zoo
uitdrukkeljjk om aanleggen geroepen, dat
dit eindelijk dan ook geschiedde. Heel be
leefd nu kwam de man daarvoor bedanken,
want, zoo zeide hij zelf, als ik op de vol
gende boot had moeten wachten was me dit
een schade van f 1.50. Dus in anderhalf
uur verdiende die man f 1.50.
Reeds meermalen is gewezen op de groote
verdiensten van zulke rondreizende koop-j
lieden, en om nu eens zekerheid te hebben, j
gingen, eenige jaren geleden, enkele Leid-
sche studenten een heelen dag uit met een
draaiorgel en haalden dien dag op de som
van f 12.
Vergeten we nu nog niet, dat veelal
zulke quasi kooplieden een huishouden
hebben, waarvan vele leden er ook op
uitgaan, waarlijk dan wordt het toch meer
dan duideljjk dat die geen armoede ljjden.
Neen, de grootste armoede wordt ge
leden door de stille, de huiszittende armen,
en bedroevend is het soms te vernemen,
hoe het in zulke huishoudens gesteld is.
Wat is nu hiertegen te doen?
Men voere als algemeenen maatregel in,
allen, die zoogenaamd met negotie komen,
onverbiddelijk door te sturen, men late zich
niet bewegen door kreupelheid en andere
kwalen, nog minder door een of meer
kleine kinderen, die misschien wel gehuurd
zjju, alleen om medelijden op te wekken,
niets van dat alles, iedereen wordt afge
scheept met de boodschap: aan de deur
wordt niets gegeven, of nog gemakkeijjker,
.men plaatst dit op de deur of deurpost.
Voert men dit nu in eene gemeente alge
meen, maar dan ook in werkelijkheid, al
gemeen, in, dan zal het maar, o zoo kor
ten tijd duren, of zulk eene gemeente zal
door dat volkje geschuwd worden als de pest.
Nu. zij het echter verre van mij om te
willen dat het geld, dat men centsgewjjze
aan de deur geeft, niet ten bate der armen
uitgegeven wordt, integendeel, doch op een
heel andere wijze.
In iedere gemeente, of is die te groot,
dan in iedere wijk stelle men aan een of
der een woord te spreken klom hjj in het
want en bevond zich in een oogenblik in
de groote mars; van daar klom hg naar
den top der groote bramstrengrichtte zijn
kijker en staarde in de opgegeven rich
ting uit.
De geheele bemanning stond onbewegelijk
en stilzwijgend op het dek.
Dat tooverwoord »Schip bad de traag-
sten en onverschilligsten geëlectriseerd
schip, dat wilde voor ieder zeggen eene
prooi, buit, wellicht rijke buit, maar in
ieder geval een gevecht met hunne onver
zoenlijke vganden. De spanning en het on
geduld der Flibustiers waren dan ook groot,
terwijl de kapitein koelbloedig en nauw
keurig zijn onderzoek van het andere schip
voortzette.
Zoo verliepen er eenige minuten; einde
lijk keerde Ourson-IJzerhoofd langzaam op
het dek terug.
»Mijne heeren,« sprak hij den hoed op
lichtend, »dat vaartuig is een Spaansche
brik; het heeft zoo even gewend, maar met
Gods hulp zullen wij vóór zonsondergang
in zijn vaarwater zijn het is bij lange na
zulk een vlug zeiler niet als ons schip.
Luitenant, laat alles voor de jacht gereed
makei3.«
Dit l evel werd met buitengewonen ijver
en spoed ten uitvoer gebracht. In een oogen
blik waren al de zeilen der >Taquine« bij
gezet, en zij schoot met de snelheid van
een eland over de golven heen.
Na zich met eigen oogen overtuigd te
hebben, dat zijne bevelen goed begrepen
waren, keerde de kapitein naar zijne kajuit
terug, gevolgd door le Poletais en l'Olonnais.
De »Taquine« was misschien de vlugste
meer armverzorgers, armmeesters. Geschikte
personen, die zich daarmede willen belasten,
zijn wel in iedere gemeente te vinden. Nu
berekene men heel globaal, hoeveel men
jaarlijks wel aan de deur moet geven en dat
geld stelle men in een of meer termjjnen
den armverzorger ter hand.
Ja, lezer, dat vele kleintjes een groot
maken, komt vooral hier uit. Berekenen we
't maar eens heel min en zeggen we, dat er
dagelijks vijf van zulke klanten komen (ik
telde er op één dag wel eens 18). De zon
en feestdagen niet medegerekend, hebben
we dan per jaar 300 X 5, hetgeen f 15
wordt.
De armverzorger nu kan zich, hetzij door
persoonlijk bezoek en daarom moet zijne
wijk niet te groot zijn, hetzij door infor
matie, volkomen op de hoogte stellen van
de onder hem ressorteerende armen en hem,
maar dan ook hem alleen worde het toever
trouwd, hulpe te verschaffen.
De groote steden als Den Haag en Utrecht
geven ons door hunne vereenigingen Ar
menzorg het voorbeeld. Laten de kleinere
gemeenten dat voetspoor volgen. Veel wer
kelijke armoede zal daardoor voorkomen
worden en zulk een maatregel zal tegen de
bedelarij oneindig beter werken dan welke
wet ook. Wanneer nu in elke gemeente
maar een paar invloedrijke inwoners den
stoot geven, dan zullen allicht meerderen
volgen en zal het hoe langer zoo meer
blijken, dat de oude spreuk: Eendracht
maakt macht* nog waarheid bevat.
Buitenland.
Uit Lyon meldt men de volgende bijzon
derheden over de laatste oogen blikken van
wijlen Frankrjjks president
Toen de heer Car not, na de bezwjjming,
weer tot kennis gekomen was, vroeg hij
pen en papier om te schrijven, maar door
zijne groote zwakte kon hg er geen gebruik
van maken.
Eenige oogenblikken voordat de dood
strijd intrad, wenkte de heer Carnot kolonel
Chamoin om nader te komen, en zeide
»De man heeft mij goed geraakt, het is
met mg gedaan.* Dra doodstrijd duurde
slechts 5 a 10 minuten en schjjnt niet
smarteljjk te zijn geweest.
Ln het rapport, dat de doctoren, met de
lijkschouwing belast, hebben uitgebracht,
wordt omtrent de oorzaak van den dood
zeiler van al de Fransche, Engelsche, Hol-
landsche of Spaansche schepen die toen ter
tjjde den Atlantischen Oceaan in alle rich
tingen doorkruisten. Ook ditmaal verloo
chende zich dat niet; het ongelukkige schip
waarop zij jacht maakte mocht wenden en
keeren en alle mogelijke listen te baat nemen
alles vergeefs, het moest zich eindeljjk ge
wonnen geven.
Weldra ontdekte men het aan den ge
zichteinder als een witte vlek, zoo groot als
de vleugel eener meeuw; die vlek werd al
grooter en grooter, masten en zeilen werden
zichtbaar, en tegen zes uur des avonds be
vond het zich op hoogstens een halve mjjl
afstands van het geduchte kaperschip.
Toen de brik de onmogelijkheid inzag
aan de klauwen van haren vijand te ont
komen, had zij hare partij gekozen met
die heldhaftige gelatenheid, die ten allen
tijde het Spaansche ras heeft gekenmerkt,
dat fatalistische ras dat, ondanks zich
zeiven, gedurende acht eeuwen slavernjj
onder het juk der Mooren, zoo veel van
de Oostersche begrippen heeft ingezogen.
De brik had de lijzeilen, die zij eerst had
bijgezet, gestreken en geborgen en vervolgde
nu stoutmoedig haren weg onder klein zeil.
Weer was O arson op het dek verschenen,
en riep door zijn scheepstrompet
»Elk op zijn post voor het gevecht
Welk bevel docr l'Olonnais werd herhaald.
Onmiddellijk heerschte er eene groote
drukte op het dek en in de batterijde
grenadiers en de bekwaamste schutters klom
men in de marsen. Daarna was alles weer
doodstil arm boord.
»Kommandantzei l'Olonnais, »alles is
klaar en ieder op zjjn post.*
het volgende gezegd
De wond bevindt zich onmiddeljjk onder
de valsehe ribben der rechterzgde en is 25
mM. beeed. Het lemmet heeft het kraakbeen
der ribben geheel doorboord, is doorge
drongen onder den linkerkwab der lever
en heeft de poortader getroffen, tengevolge
waarvan een bloeduitstorting plaats had,
welke den dood heeft veroorzaakt.
Het stoffeljjk overschot van Carnot werd
bewaakt door twee verpleegsters, alsmede
door den vicaris-generaal. Het gelaat heeft
de zachte, vriendelijke uitdrukking behouden.
Mevrouw Carnot ligt bjjna voortdurend op
een chaise longue het eene oogenblik is zjj stil
en gelaten, dan weer barst zij in snikken uit.
Om de uitbarsting der verbittering tegen
de Italianen in toom te houden, zjjn ook te
Marseille, Toulon en Cette, waar eene sterke
bevolking van Italianen is, uitgebreide maat
regelen van voorzorg genomen.
Te Marseille heeft de maatschap pij der
dokken en entrepots hare Italiaansehe werk
lieden afgedankt, tengevolge waarvan hon
derden arbeiders broodeloos zjjn geworden.
Men vreest dat bjj andere ondernemingen
dit voorbeeld gevolgd zal worden.
Te Grenoble wilden men de Italiaansehe
werklieden van de timmermansplaatsen ver
jagen.
Juist den dag waarop de moord gepleegd
is, was de ondertrouw afgekondigd van den
oudsten zoon des presidents, die, geljjk de
vader, civiel-ingenieur is.
Het was ook Woensdag den geheelen
dag te Lyon zeer druk op straateen groot
aantal winkels zjjn gesloten. Vooral bjj de
café's waar men Woensdag alles kort en
klein heeft geslagen, is het zeer druk.
Wegens deze ongeregeldheden zjjn zestig
personen in hechtenis genomen. Het Itali
aansehe Consulaat wordt bewaakt door de
politie.
Om 4 uur brak te geljjk brand uit in
drie inrichtingen welke door Italianen wor
den gehouden. De brandweer was spoedig
ter plaatse.
De politie is niet talrjjk genoeg om de
orde te handhaven. De commissarissen spr&
ken de menigte toe en maanden tot orde
aan. De menigte antwoordde met den kreet
»Leve Carnot! Wij willen hem wreken!*
Op verschillende punten in de stad had
den kleine vechtpartijenplaats; overigens
heerschte er volkomen kalmte.
De moordenaar werd Woensdagmorgen
Pierre Legrand stond bjj de voorplecht
met een lont in de hand achter een kanon,
en hield de oogen op zjjn bevelhebber ge
vestigd.
Deze gaf een teekende luitenant stak
de lont aan.
Een kanonschot weergalmde over den
wjjden plasterzelfder tjjd werd de vlag
der Flibustiers aan den gaffel van het fregat
geheschen.
Die vlag was blauw, wit en rood; de
lanen liepen in dezelfde richting als die
van de tegenwoordige Fransche nationale
vlag.
Alleen had de kapitein der »Taquine«
een beerenkop in natuurlijke grootte op de
witte baan laten afbeelden, volgens het
voorrecht dat de hoofden der Flibustiers be
zaten om hun wapen in de vlag op te
nemen, die van den gaffel hunnen schepen
wapperde.
Het kanonschot was enkel eene bedreiging,
geen kogel floot over het water; maar deze
bedreiging werd zeer goed door het vreemde
schip begrepen, dat onmiddellijk op zijn
achterkasteel een breede Spaansche vlag
vertoonde. Nu ging er onder de bemanning
der »Taquine« een gejuich op dat aan de
bemanning der brik als het geluid der doods
klok in de ooren klonk.
Intusschen hield de jacht nog steeds aan
weldra schoot de »Taquine« de brik op zjj,
zoodat de twee vaartuigen elkander door
den roeper konden verstaan.
»Schip aho!« riep kapitein Ourson door
zjjn spreektrompet.
Er volgde onmiddellijk antwoord.
»Leg bjj of ik boor u in den grond!*
hernam Ourson.
door den rechter van instructie in verhoor
genomen, maar hg weigerde ook toen hard
nekkig te antwoorden.
De politie zoekt een kappersbediende,
Marius Vielly, die naar vermoed wordt, in
betrekking moet staan tot den moordenaar.
Eenige dagen geleden zon deze persoon bjj
verschillende gelegenheden gezegd hebben:
Carnot komt te Lyon; iemand zal dan
in zjjn rjjtuig springen en hem doodsteken.*
Woensdagmorgen is Vielly bjj een zekere
vrouw Royne geweest, maar toen de politie
daar kwam, was hg gevlogen. Men heeft
echter de maïtresse gearresteerd, een zekere
vrouw Samuel. Deze vrouw is met een
Italiaan getrouwd en ontkende in het eerst,
dat zjj de maitresse van Vielly zou zjjn
geweest; zjj viel door de mand en bekende
hunne weierzjjdsche verhouding toen men
kleederen van Vielly in hare woning vond.
De dader van den moord is de zoon van
Antonio Cesorio Santo en Maria Broglie;
hjj was van beroep bakkersknecht. In 1892
had hjj zich aangesloten bjj de anarchisten,
en weldra stond hg bekend als een der felste
anarchisten van de daad. Te Cette heeft hg
acht maanden gewerkt als bakkersgezel;
verliet Cette den 23en. Wegens gebrek
aan geld legde hg den geheelen afstand
van Vienue naar Lyon te voet af.
Woensdagmorgen is het parket uit
Montpellier te Cette aangekomen. Bjj een
tiental anarchisten is huiszoeking gedaan;
vier hunner zjjn in héchtenis genomen.
Te Rome veroorzaakte het bericht van
den moordaanslag groote ontroering, vooral
in politieke kringen. In de Italiaansehe
bladen wordt met afschuw en verontwaar
diging over de misdaad gesproken, en wordt
met lof de persoonlijkheid van den heer
Carnot herdacht.
De Kamer der Afgevaardigden zal ge
durende de geheele zitting met rouwfloers
behangen worden, evenals bjj rouw voor de
koninkljjke familie.
In de Kamer was de opkomst zeer talrjjk.
Staande hoorden allen een toespraak aan
van den minister-president Crispi, die met
tranen in de oogen eenige woorden van
warme hulde sprak. De Kamer besloot een
telegram van deelneming aan de Fransche
Kamer te zenden. De bevolking is zeer be
wogen. In regeeringskringen heerscht een
zekere ongerustheid.
De Italiaansehe regeering heeft bevel ge
geven, ten teeken van ronw, op alle open-
Als door een too verslag werd dit bevel
van den Flibustier door de brik ten uitvoer
gebracht.
Het fregat kwam nog een weinig nader
en bleef toen ook stil liggen.
De twee schepen bevonden zich op een
geweerschot afstands van elkander.
Ourson hervatte nn het afgebroken ge
sprek.
»De naam van het schip?* vroeg hjj.
De »San-Juan-Bautista«, van drie hon
derd vijftig ton.*
»De lading?*
»Indigo, koffie, plata pina en staven
zilver.*
Bjj deze opsomming van de schatten
welke de brik bevatte, liep een bljjde huive
ring, als een electrisehe stroom, door de ge
lederen der Flibustiers.
»Waar komt het schip vandaan?* her
nam Ourson.
»Van Cartagena de las Indias, met
rechtstreeksche bestemming naar Cadix.*
Op het hooren van den naam Carthagena,
bedwong de kapitein een gebaar van ver
rassing.
Sedert wanneer hebt gij Carthagena
verlaten?*
Sedert elf dagen.*
»Zend een sloep aan boord met den
kapitein.*
Dit tweede bevel werd minder ving dan
het eerste uitgevoerdde Spanjaarden had
den den doodschrik op 't ljjf voor de Flibus
tiers, die zjj letterljjk als duivels beschouw
den, door de hel uitgebraakt; doch men
moest wel gehoorzamen.
/Wordt vervolgd.f
IlEUWIBUAD