Pet Land van Heusden en 4llena, de Langstraat en de Boinmelerwaard. Brieven uit Amsterdam. Kapitein 0urson-IJzerhoofd FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN. Heusden. M 1322. WOENSDAG 11 JULI. 1824. VOOR L)it blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. g nietsdoen* hun gezondheid zullen knakken, vragen ze ook voor hen een klasse. Om op de hoofden terug te keeren: ze hebben met 145 man geprotesteerd tegen Pabius beweren. Volgens hen heeft de hr. P. alhier 25 scholen bezocht en nergens een hoofd in zjjn kamertje aangetroflen dan om zeer geldige redenen. Natuurlijk, niemand zal zich op zekere plaats bevinden tenzij om alleszins geldige redenen. Vooral geen hoofd eener school te A. De heeren hoofden zijn echter hoogst onvoorzichtig. Ze schrijven dat de Inspec teur de onderwijzers in hun antipathie tegen de hoofden stijft door voedsel te geven aan het wanbegrip: dat voortdurende dage lijksche controle in groote scholen een dwaasheid is. Nu vraag ik echter in gemoede: wan neer controle noodzakelijk is, hoe moeten het dan de scholen stellen, en zoo zjjn er elk jaar vele waar het onontbeerlijke hoofd weken lang afwezig bljjft, alleen oui te examineeren en f 6 per dag te verdie nen boven zijn salaris, waarvoor hg ge durende dezen tjjd niets doet, zelfs geen absenten ophaalt? Op deze vraag is nog nimmer >'.Qor iemand antwoord gegeven. En toch wanneer een school zes, tien weken zonder contro leerend hoofd bestaan kan, waarom dan niet 20, 40, 52 weken Zoolang hierop niet voldoende antwoord volgt, geeft men reden tot de vraag waarom aan elke school een man geplaatst, die niet onmisbaar is en dien gesalarieerd met 2400 3000 gulden? En weet ge wat nu een voorname reden is van dit relle'je tegen de hoofden? Het zjjn de benoemingen der laatste' jaren. In den jongstverloopen tjjd zjjn hoofden benoemd, die onder 't onderwjjzend personeel geen zier achting genieten. Er zjj er bjj, die gedurende hun onderwijzers loopbaan bekend stonden als zeer rood te zjjn op de graat; één hunner is een be keerde, het verdroot hem langer onder de radicalen te worden gerangschikt en hjj liet zich voorstellen als lid van de fatsoen lijke afdeeling van de Ned. Ond. Genoot schap, die hem evenwel deballoteerde. Een poosje later werd hjj hoofd. Vrage op wat achting zoo'n schoolmeesterlijke windwjjzer kan aanspraak makenDe hoofden zelf hebben 't land hem en anderen, die niet veel beter zjjn, collega's te moeten noemen. Ook zjjn er onder die algemeen bekend staan als slechte ordehouders en deze hebben gewoon- Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land van Altena. Toen eenige jaren geleden de heer Van der Linden zjjn vaderstad Dordrecht vaar wel zeide, waar hjj na jaren van aanhou denden kamp zich een flinke positie ver worven had, om te Amsterdam als orkest directeur der Ned.-Opera op te treden, heb ik dat een zeer gewaagde stap genoemd. Volkomen overtuigd van Van der Lindens groote capaciteiten op muzikaal gebied, van zjjn verdiensten als componist en lei der van zang- en muziekkoren, vreesde ik dat de aanlokkelijke betrekking hem in de hoofdstad aangeboden, hem bij nadere kennismaking niet weinig tegenvallen zou. Wat toch is het geval? Een muziek directeur van vereenigingen als b.v. Kunst min* te Dordrecht, «Amphion* te Rotter dam, «Cecilia* in den Haag enz., is op zjjn gebied een volkomen onafhankelijk man. Met de finantiën heeft hjj alleen in zoover te maken dat hem op zjjn tijd zjjn honorarium worden uitbetaald. Hjj staat r.ls musicus niet onder, ook uiet boven zijn bestuur; met dit laatste behartigt hjj de belangen der club op zjjn gebied, het mu zikale. Den directeur is uitsluitend opge dragen de keuze der uit te voeren werken en daaraan hebben de uitvoerders zich te onderwerpen. Maar aan een Opera, een instelling, die niet in de eerste plaats geopend wordt om genoegen te verschaffen door kunstbeoefe ning, maar wier eerste taak is geld te verdienen door de kunst, aan een Opera, met name de Ned. Opera, is dat heel an ders gesteld. Hier is de muziekdirecteur ook op zjjn gebied, slechts de 2de of 3de persoon. Aan het hoofd troont de Directeur, de man der onderneming, die de kunst moet verstaan 1e leiden, te organiseeren, te rekenen vooral. Hjj stelt het personeel aan, honderd per sonen is niet te hoog geraamd, en betaalt die, elk naar 't geen hjj presteert. Hjj kiest uit het repertoire 't geen hem dunkt het beste te zjjn voor de kas, want er moet ook voor hem wat overschieten, het meeste liefst. Ik kan me een directeur, een ondernemer denken, dien dit alles best toevertrouwd is en die toch zjjn muziekdirecteur respecteert «Is de voornaamste kracht. Maar dan moet het geen man zjjn als de heer De Groot, onder wien Van der Linden nu enkele jaren de muzikale belahgen der Ned. Opera heeft behartigd. En dat heeft hjj wezenlijk gedaan, daarvan is niet alleen het publiek, maar zjjn GUSTAVE AIMARD. (28 «Goed zoo; rutar terwijl bjj tot u sprak lub ik hem goed aangtk<ken en even als 4i *Even als ik, niet waar? he'.t gij hem meenen te herkennen,* eindigde donna El mina den volzin, terwjjl eene zenuwachtige rilling door al bare leden voer. »Hjj is het, de boekanier, de ladrone van St. Domingo, of nooit heeft er sprekender geljjkinis I estaan herval te donna Lilia, «en toch meet de man die wij bedoelen, dotd zijn.* »Kan de duivel niet weer uit den af grond opktmen?* »Maar als t.jj het is, dan moet ge uw vader waarschuwen, Elmina, hem alles zeggen.* »Hoe?« antwoordde de dochter van don Jofcé Rivas, terwjjl zjj moedeloos het hoofd schudde; «wat wettn wjjniets. Buitendien bteft die man alhs over mjjn vader te zeggtr, hjj leidt en beheerscht hem naar welgevallen; hadden wij maar een bewjjs, ttn enkel bewjjs; ongelukkig kunnen wg i ns dit onmogelijk verschaffen.* ook de artisten overtuigd. Doch de heer De Groot is dat niet. Wanneer de Ned. Opera een behoorljjke plaats inneemt onder onze nationale kunstinstellingen, dan is dat alleen te danken aan den heer De Groot, naast wien niemand zich plaatsen kan. De Groot doet alles, hij kan ook alles. Er is geen grooter nian in de oogen van De Groot dan De Groot zelf. Van der Linden en iedere andere muziekdirecteur die onder hem staat, is niets meer dan een rauatslager, een levende metronoom, dien hjj in beweging brengt en die naar zjjn pijpen heeft te dansen. En aangezien De Groot, hoe groote verdiensten bezit als ondernemer van publieke vermakelijkheden, op 't gebied der toonkunst en der wetenschap nog niet veel verder gekomen is, dan de eerste beginselen, moet zulk een houding botsing verwekken, geljjk ze dan ook gedaan heeft. Van der Linden heeft des heeren De Groots instelling vaarwel gezegd en zal in September op treden als Directeur der Ned. Opera, in den nieuwen stnds-scbouwburg. De beste zangers der oude instelling volgen hem, o. n. Orelio, wien te hooren alleen een gang naar de opera waard is. De Groot geeft het echter niet op, maar werft plaatsvervangers aan, in België vooral en zoo zullen we in het a.s. seizoen twee Ned. Operagezelschappen te genieten krijgen. De heeren hoofden van scholen laten 't er ook niet bjj zitten, nu de hoogste auto riteit in schoolzaken, de heer Fabius, ze zoo belakt heeft. De Inspecteur heeft in zjjn advies aan de gem. Middelburg een af keurend oordeel uitgesproken over het direc- teurtje spelen der hoofden en het er op nahouden van een kantoor. Het woord kantoor is hier, zoover ik weet, niet bekend. Men spreekt van «het kamertje*, waar de heeren, naar luid der berichten, hun admi nistratie voeren, hun collega's ontvangen enz. De gemeente heeft hun «dat kamertj1* doen inrichten, behangen en gemeubeld, van gas licht en kachel voorzien en nn ze zich in 't bezit verheugen, breekt de woede, zelfs van de autoriteiten los, bjj de enkele gedachte dat ze van dit paradjjsje gebruik maken, terwjjl hun personeel aan 't werk is. In 't bjjzonder scbjjnen de onderwjjzers gebeten op dat beruchte lokaaltje en velen hunner kunnen maar niet begrjjpen, waarmee de hoofden toch den tjjd dooden. Het ophalen der absenten, het te woord staau van be zoekers kan toch moeiljjk den heelen school ed vullen. En uit vrees dat de heeren door Misschien wel!* riep donna Lilia leven dig nit. «Wat meent gij daarmede?* «Luister Elmina; gjj weet hoe levens lustig ik ben, en hoe ik er van houd vrjj en onbelemmerd door bosschen en velden te dwalendikwjjls hebt gij mij z4ve onder 't oog gebracht dat zulk een woest, zwer vend leven niet voor een meisje paste.* «Dat is waar,« mompelde denna Elmina, die door hare tranen heen motst glimlachen. «Welnu, lieve, aan die ongepaste lief hebber jj zullen wjj waarschijnlijk de hulp te danken hebben, die u alleen kan redden.* «Verklaar u nader. «Op zekeren morgen, het zal nu haast zes weken geleden zjjn, had ik te paard het dorp verlaten en draafde door bet bosch zonder bepaald doel, tevreden dat ik de vrije buitenlucht kon inademen en dat ik het ochtendkoeltje in rujjne haren voelde spelen. Plotseling deed mjjn paard zulk een zjjsprong, dat ik bijna uit den zadel werd geworpen. Ik keek in het rondeen man lag dwars over het pad uitgestrekt en versperde mij den weg. Die man, in lompen gehuld, met een langen baard en havelooze trekken, zag er allerellendigst uit. Ik steeg af en bukte mij over hem heen zijn oogen waren ge sloten, een fluuw gereutel ontsnapte aan zgne borst. Liet gelukte mij hem weer tot zijn bewustzjjn te brengen de ongelukkige stierf van den honger. In allerijl ging ik in de pueblo wat voedsel voor hem halentoen zgne krachten waren teruggekeerd, bekmde hjj mjj dat hjj een Franschman was, een ljjk nog een hoog woord. Die moeten nu jonge onderwjjzers de kunst leeren Is het wonder dat het talrjjke onder wijzerspersoneel, uit circa 1200 personen bestaande, aan 't mopperen slaat, wanneer ze zulke lui, op de onnoozelste manier van de wereld, op de manier van een z.g. ver gelijkend onderzoek, dat als onderzoek ab soluut waardeloos is, een baantje ziet in de hand stoppen van f 2400? Een baantje op welks waarneming volstrekt geen con- tröle bestaat, en dat uitsluitend moest be stemd worden voor hen, die geen controle van noode hadden. ladrone, door een wonder uit de Spaansche kerkers ontsnapt. Daar hjj wist dat, als zgne vjjanden hem op 't spoor kwamen, hg on barmhartig vermoord zou worden, had hg zich tot in het bosch voortgesleept, waar hjj eenige dagen van wortels en wilde bessen had geleefd, want ofschoon hjj zijn geweer had, bezat hg geen kruid en kon dus niet jagen ot zich verdedigen. Ik gaf hem een mes en een bjj 1, die ik uit de pueblo had medegebracht, en schudde mjjn beurs op het gras voor hem uit.* «Welnu, lieve Lilia.* «Hg zeide niets anders tot mjj dan«Gij hebt mjj het leven gered, dat leven behoort u voortaan toe.* «En hebt gjj hem later weergezien?* «Herhaalde malen. Hjj heeft mij zjjne geheele geschiedenis verteldhet schijnt een vermaarde ladrone van het Schildpadden- eiland te zjjn ik heb hem gesproken over....* «Over wi-n?« «Over, gij weet wel,* hernam donna Lilia glimlachend «hij kent en veieert hem toen is mjj iets ingevallen,* voegde zjj er weife lend bjj. «Wat dan?* «Bedroefd dat ik u zoo zag ljjden en niet wetende hoe ik u hulp kon verleenen, vroeg ik een maand geleden aan Barthé- I lémy zoo heet hij of het hem mogeljjk zou zijn een brief naar St. Domingo te sturen.« «Is het van belang?* vroeg hij. «Het is eene vraag van leven en dood,* antwoordde ik. Dat is voldoend .-,« zeide hjj, «ik weet nog niet hoe ik het moet Bjjzonder nieuws is er niet. De brood fabriek «Holland* is verbrand; eiken dag vallen kiuderen, ook wel volwassenen uit een tweede of derde verdiepingnu en dan een poging tot inoraak, dien iu den regel niet en een poging tot zelfmoord, die wel slaagt; scheiding in de socialistische partij tusschen de heele heeren en de miadereu, welke laatsten niet schromen Oarnot's moordenaar te verheerlijken; kersen en aardbeien ia grooten overvloed; veel zieke menschen, misschien wel door 't misbruik van deze vruchteneiken dag opening van nieuwe «zaken* en ondergang van andere, oude of pas nieuwe; barbiers, die naar zondagsrust haken en klanten die per se op Zondag bjj den neus genomen willen worden; in wording: tentoonstelling der bakkers, of hoe men uit goedkoop graan duur brood bakt, bljjspel met muziek in één bedrjjf van 4 weken. A. 7 Juli '94. J. L. In Oostenrjjk is een proces gevoerd tegen eene bende, die, onder het programma der door haar te bedrjjven feiten, voorop had gezet: «de vermoording van den Keizer van Oostenrjjk.* Geen kleinigheid waarljjk. Na Carnot den edelen Frans Jozefbeiden onder de regeerende personen in Europa mannen, wier naam met oprechten eerbied voor hunne groote deugden wordt genoemd. Gelukkig is het booze voornemen, zon der dat het zelfs tot een begin van uit voering kwam, verjjdeld en twee aanvoer ders der bende zjjn tot eenige jaren ker kerstraf veroordeeld. «En wie,* zoo zegt een dagblad bjj de mededeeling dezer treurige gebeurtenis, wie waren nn deze misdadigers? Jongelieden, knapen nog haast, van 17 en 16 jaren! Zjj gedroegen zich voor de rechtbank zoo, dat niet getwjjfeld kon worden aan den aanvangen, maar de brief zal er komen, dat zweer ik u. Geef hem mjj maar.* «Morgen znlt gjj hem hebben.* «En die brief?* vroeg donna Elmina, naar adem snakkende. «Ik gaf hem den volgenden morgen aan Barthélémy. Hij bevatte slechts deze drie woorden: Cartagena, Luego, Peligro. Maar de persoon voor wien hjj bestemd was moest weten van wie kwam. Toen herinnerde ik mjj zekeren ring, dien gjj nooit aflegt en dien gij op uw hart draagt. Ik nam hem u in den slaap weg en drukte er het zegel van op den brief.* «Gjj hebt dat gedaan?* «Dat heb ik gedaan, lieve; had ik on- geljjk?* «O Lilia, beste Lilia,* riep donna El mina uit, terwijl zjj zich in hare armen wierp, «dank, duizendmaal dank!* «Drie dagen later kwam Barthéléuuy, dien ik niet in het bosch had oi.tnioet, rujj hier opzoeken. «De brief' is vertrokken,* zeide hij, «over hoogstens tien dagen zal hjj aan komen.* «Och, als hjj hem maar ontvaugtl* lis pelde de dochter van don José. Donna Lilia glimlachte. «Veertien dagen geleden,* hernam zjj, «zeide Barthélémy op zekeren morgen tot mjjDe kapitein beeft den brief ontvangen waak; van mjju kant zul ik ook waken.* «Dus hjj is op weg?* «Ja! Zjjt gjj tevreden lieveling?* «O God! Gjj zoudt u dus over mjj ont fermen?* riep donna Elmina snikkend uit. bloedigen erust hunner plannen, die men anders al licht als kinderspel zou opvatten. De kring van jeugdige misdagers neemt onrustbarend toe en dat is een zeer ernstig versch jjnsel. Misschien is thans de tjjd ge komen. waarop men zal leeren begrjjpen, dat de verstandeljjke opleiding nog geen opvoeding is, want dat juist een ontwik keld maar gewetenloos verstand de slechtste menschen maakt.* Ik stel mjj voor, dat dit een woord is naar veler hart. Want niet in Oostenrjjk alleen doet zich het onrustwekkende ver- schjjnsel voor, dat het getal van jonge misdadigers al grooter en grooter wordt. Overal is het zoo en in ons land z-ker niet het minst. En dait in een tjjd als de laatste helft onzer eeuw, waarin mser en onbe- krompener voor sehoolonderwjj* wordt ge daan dan ooit te voren. De school geneest da zieke maatschappij niet. Want, den goeden onderwjjzers, die er gelukkig nog velen zijn, niet te na ge sproken, er wor It wd op het verstand ge werkt, er wordt wel onderwezen, beter zeker en gemakkeljjker dan ooit te voren, maar er wordt op de school te weinig aan op voeding gedacht. Ik beken graag, dat ik den weg nog niet zon weten aan te wjjzen, hoe dat te verbeteren. Eén ding is zeker: in de school en buiten de school moet de onder- wjjzer dezelfde man zjjn, want het voorbeeld, dat de ernstige en gemoedeljjke onderwjjzer geeft, is een bjjdrage tot opvoeding bjj onderwjjs, dat niet te hoog kan worden ge schat. Daarom juist acht ik den onderwijzers stand in onze maatschappg zoo hoog. Intusschen staan wjj voor het feit, dat het getal der jeugdige, zelfs zeer jeugdige misdadigers bestendig toeneemt. Wat er aan te doen? is een vraag, die overal en ook bjj ons wordt gedaan. Ik zon zeggen, dat in geen enkel land er zoo onhandig, haast zei ik «lenk*, tegen de jeugdige misdadigers wordt opgetreden als in Nederland. Ds jongen, die menschen plaagt, de politie be- leedigt, die uit boos pleizier brandsticht of steelt, in één woord allerlei kwaad doet, wordt betrapt en gestraft? Wel neen Er wordt overgegaan tot een deftig proces verbaal met een: onthoud uw dag!« De jongen lacht er om en vergeet zjjn dag. Volgt eindeljjk straf, dan is zjj geheel doelloos, omdat het verband tusschen mis» drjjf en straf al te los is geworden. Kort en snel recht vraagt men. In Engeland wordt de jonge misdadiger zoodra mogeljjk voor den rechter gebracht, en dat maakt De beide jonge meisjes omhelsden el kander lang en teeder en glimlachten door hare tranen heen. XII. Eenige dagen waren verloopen sedert de voorstelling van kapitein Bustamente aan den gouverneur van Carthagena, don José Rivas de Figaroa. De waardige kapitein had zjjn rolletje zoo goed gespeeld, hjj had zoo zuiver Casti- liz,ansch gesproken, zulk een diepen afschuw voor de gringos en kdrones van St. Domingo en het Schildpadden-eiland aan den dag ge legd, en op zulk eeu losse, innemende wjjze de piasters en dubloenen van zgne nieuwe bekenden afgewonnen, dat alle personen die de speeltafels van den gouverneur bezochten hem dadel jjk voor een cdstiano viej en een waren hidalgo van het oude Castihë hadden erkend. Don José Rivas, wien zulk een knap speler met bewondering vervulde, had zich door eeue levendige belangstelling tot hem getrokken gevoeld en hem onbeperkten toe gang tot zijn huis verleend. Alles lachte dus den avonturier toe, hg was rijk, geacht, en bevelhebber over een aardig schip. Toch was Barthélémy met dat al niet gelukkig; er was aan zjjn blauwen horizont «en donkere stip, wel is waar nauweljjks zichtbaar, maar die even als de pamperos op de kust van Buenos-Ayres, in weinige seconden een reus.tchtigen omvang krjjgen en iu een orkaan verkeeren kan. NIEUWSBLAD Naar het Fransch DOOK Wordt vervolgt,/

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1