Hel Land van lieusden en Allena, de Langstraat en de Itvmineierwaard. EEIISTE ItLUI. Een Nationaal belang. FEUILLETON. Kapitein Ourson-IJzerhoofd. Uitgever: U. J. YEERMAH, Heusden. M 1325 ZATERDAG 21 JULI. 18'>4. VOOR Uit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/3 et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjj dagavond ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land .van Altena. Ieder, die in den tegenwoordigen tijd met de landbouwende bevolking in aan raking komt, kan van deze de klacht hoo- ren, dat de boerenstand niet meer is, wat ze vroeger was en dat de groote schuld daaraan in Amerika ligt. Gaat het den boerenstand niet voor den wind, dan kan men dat aan alles merken en zoolang als Amerika onze markten overvoert met granen en vruchten en ingemaakt vleesch enz., zoolang zal de boerenstand niet flo- reeren en zoolang zal ook de tegenwoor dige malaise duren. De tarwe, die vroeger tot f 16 het mud deed, kan men nu nauwelijks kwjjt voor f 6; hetzelfde geldt voor haver, rogge en het beste is dan nog maar beetwortelen. Wel wordt van veel verbouwen daarvan het land niet beter, maar 't brengt nog 't meeste op. Bjj flinke graanprijzen schiet er nog wat over om mest op het land te brengen, op een beetje meer of minder wordt dan niet gelet, maar zooals 't nu is, dan kan er maar, o zoo weinig overschieten. Dergelijke klachten nu kan men van de boeren dageljjks hooren en wat is daarvan bet gevolg De goede uitzonderingen niet te na ge sproken: haalt men van zjjn land, wat er maar van te halen is. Om de twee-drie jaar beetwortels of aardappelen, wat maar 't voordeeligst. iser wordt weinig of geen mest opgebracht, waarvan het onvermij delijk gevolg is, dat bet land in waarde achteruitgaat. Met de veehouders is dit al vrjj wel 't zelfde. Door de tegenwoordige snelle ver binding van oude en nieuwe wereld wor den scheepsladingen vleesch naar de oude wereld aangevoerd, zoodat bjj vroeger ver geleken de prjjzen van het vee ook al .minder zjjn. t Dit alles kan men niet tegenspreken, 't is een waarheid dat de dagen, waarin door de slechte communicatiemiddelen ieder land voor zijn eigen productie moest zorgen, de dagen, waarin de dienstboden aan de Mer- wede zich verhuurden op de conditie om hoogstens drie maal per week zalm te eten, die dagen voorbjj zjjn. In 5 a 6 dagen be reikt men Amerika en zalm, die 's avonds GÜSTAVE AIMARD. (31 »Zeg injj t^ans begon Ourson. »St! viel Barthélémy hem gebiedend in de rede; »aan wal zullen wij praten; ik moet al tnjjn verstand bjj elkander houden om geen verkeerde richting te nemen. Sedeit eenige oogenllikken stevende de >loep in stilstaand water; weldra welfde zich t oven haar een bladerendakeen lichte >cbok deed zich van voren gevoelen; toen 1 oorde men iets knarsen, en dat was alles. iHet vaartuig bleet onbewegelijk liggen. >Wjj zjjn aangekon en,« zeide Barthélémy; >gÜ zjjt bier zoo goed verborgen dat gij er wel veertien dagen kondt blijven liggen zonder gevaar voor ontdekking; buitendien is dit gedeelte van de kust geheel onbewoon Lindt de sloep aan een boomstam vast, laat ■een man tot haar bewaking achter en #olg mjj.« De vrybuiters gehoorzaamden en stapten :al tastende voort; want er heerschte eene dikke duisternis; weldra gevoelden zij land ouder hunne voeten; l'Olonnais gaf zijn ^Üantaarn aan Barthélémy, ^Iloel wij zjjn in een grot,# riep J'Oion- nog in de Merwede zwemt ligt den volgen den morgen te Londen en Parjjs aan de markt. Het Hollandsen vee is in Amerika be kend en gewend en om dat goed te houden ontzien de Amerikanen geene kosten. Zoo werd eenige jaren geleden in Noord-Hol land voor ééne koe 1 4000 betaald. Dat brengt echter wel rente op. Aangezien in deze streek landbouw verre boven veeteelt staat, zullen we het laatste verder laten rusten en ons met 't eerste bezighouden. Amerika dan overvoert onze graanmarkten en drukt dientengevolge de prjjzen. Hebt ge wel eens nagegaan, lezers, hoe- vele landverhuizers week in week nit naar dat land van belofte trekken om aan geene zijde des oceaans te gaan zoeken wat ze hier niet konden vinden. Al die landver huizers nu vermeerderen de bevolking van Amerika op onrustbarende wijze; al die landverhuizeis moeten gevoed worden uit de opbrengsten van Amerika zelf en al die landverhuizers moeten wonen in Amerika en om hen woonplaats te verschaffen worden telken jare groote streken lands aan den landbouw onttrokken en in grootere of kleinere steden veranderd. Hoe langer zoo meer trekken de emigran ten het westen in; de bevolking wordt hoe langer hoe grooter en de beschikbare ruimte om grauen euz. te verbouwen wordt gaande weg kleiner. Het onmiddellijke gevolg hiervan is, dat Amerika zelf telken jare meer noodig heeft en minder opbrengt en dat dus de uitvoer telken jare verminderen moet om, als het voortgaat zooals nu, al heel spoedig geheel en al op te houden. Dit is duidelijk en van met Amerikaan- sche toestanden uitstekend bekende zjjde is mjj verzekerd, dat het niet waarschjjnljjk is dai Amerika het nog tot het einde dezer eeuw zal kunnen volhouden. Nog enkele jaren derhalve en de groote voorraadschuur in de Nieuwe Wereld is gesloten en wat zal het dan wezen? Het antwoord op die vraag is een natio naal belang en een belang van gewichtige beteekenis. De vraag om graan in Nederland zal natuurljjk 't zelfde bljjven als thans maar het aanbod zal minder worden, waarom dus de prjjs zal stjjgen en het is thans de eerste plicht van iederen boer om op de naaste toekomst zjjn oogen gericht te houden. In de eerste plaats beginne hjj met zijn land in zoo goed mogeljjke conditie te bren gen haalt hjj er dan ook al wat minder af, dit zal hem later ruimschoots vergoed worden. Vervolgens zorge hjj goed zaaikoren te hebben en bedenke hjj, dat de qualiteit van zijn koren aan den prjjs evenveel afdoet als de quantiteit. Eindelijk denke hij er om, door zorgvul dige bemesting en afwisselende bebouwing zjjn land goed te houden en het spreek woord de voorzichtigheid bedriegt soms de wjjsheid, niet te vergeten. Voor het oogenblik moge de landbouwende stand dan in minder gunstige omstandig- j heden verkeereu, waarljjk, voor haar is de naaste toekomst zoo donker niet. Dat ze dan van het oogenblik aan be ginne met flink de handen aan den ploeg te slaan en zegge zjj met Jan Pieterszoon Coen mede: Ende desespereert niet. £3uitenla.iidl» nais uit; »dat is aardig.# Inderdaad bevonden zjj zich in een natuur- ljjke grot. Na vele omwegen gemaakt te hebben blonk hun plotseling het schjjnsel van een vuur tegen. »Ik heb het vuur aangelegd, alvorens in zee te steken,zeide Barthélémy; warmt u, broeders. De Flibustiers lieten zich die uitnoodiging niet tweemaal herhalen; de nacht was zeer guur. Maar Barthélémy kende zeer goed de plichten der gastvrijheid; de Broeders van de Kast slaakten vreugdekreten toen zjj ver scheidene manden vol drank en etenswaren zagen, waaraan zij, op verzoek van den Flibustier, zich haastten alle eer te bewjjzen. »En nu, broeders,* zeide Barthé'éuay, »eet, drinkt, slaapt zonder vrees; .gij zyt hier veilig.* Zich vervolgens tot Ourson wen dende, voegde hij er bjj»Gjj hebt mjj in lichtingen gevraagdik ben bereid u die te geren.* Spreek,antwoordde de kapitein haastig. »Niet hier; wat ik u te zeggen heb, raag door niemand anders dan door u alleen gehoord worden.* Ourson zag Barthélémy verwonderd aan. »Volg nijj,« hernam de Boekanier; wel dra zal ik u de oplossing mijner woorden geven. Nadat de kapitein aan l'Olonnais eenige bevelen had ingefluisterd, nam hjj zjjn ge weer op en zeide »Ik ben gereed, broeder.* »Kom dan mede.* De aardbeving te Constantinopel. Wie het nooit heeft by gewoond, kan zich geen denkbeeld vormen van den angst, de opwinding en den schrik, die zulk een na tuurverschijnsel met zich voert, schrjjft men uit Constantinopel aan de »Fraukf. Ztg.« over de aardbeving, die daar de vorige week plaats had. Het was Dinsdagmiddag ongeveer 12 u. 25 m. toen ik plotseling een geweldig geratel hoorde, alsof er een zware kar voorbjj het huis reed. Dat ge ratel nam steeds toe, en kreeg langzamer hand de sterkte van een orkaan, terwijl het huis letterlijk schudde op zijn grondvesten. Daarbjj kwam een dreunen en kraken, dat iemand door merg en been ging, en een geloei van stormwind, die hooren en zien deed vergaan. De eerste schok zal zoo wat 15 seconden hebben geduurd. Wjj waren te Galata, het havenkwartier van Constan tinopel. Toen de muren zoo begonnen te kraken, stonden wjj een oogenblik versuft; toen hadden wjj slechts ééne gedachte naar buiten! Op straat bespeurden wjj pas hoe sterk de eerste schok was geweest. De grond schudde onder de voeten, en men liep gevaar te vallen, als men een stap voor uit wilde doen. De huizen gingen heen en weer; zjj stonden een oogenblik geheel scheef, en als een dichte regen vielen schoor- steenen, dakpannen en steenen op de straat. Het dreunde eu rommelde als bjj een ge weldigen donder; dadeljjk volgde de tweede schok, hoewel niet zoo heftig als de eerste. Het loopen en jammeren der menschen, die Zjj verlieten de grot en bevonden zich bjj na dadel jjk bjj een berg, op welks top en hellingen de huizen van een bekoorljjk dorp verrezen. Alvorens verder te gaan,* zeide de Boekanier, terwjjl hjj stil stond, »moet ik u eenige vragen doenzjjt gjj geneigd mjj te antwoorden?* »Wel zeker, matroos; ik weet dat gjj een brave kerel en een ware Broeder van de Kust zijt.« »Ik dank uhebt gij een brief ontvangen die slechts drie woorden bevatte en van een zegel was voorzien dat u alleen bekend kan zijn?* »Ik heb hem ontvangen.* »Staat uwe komst alhier in verband met dien brief, of heeft het toeval alleen u naar deze kust gevoerd »Zoodra ik den brief ontving, heb ik mij tot eene expeditie uitgerust en ben naar Carthagena vertrokken. »Met welk doel?* »Om haar die mjjn bijstand inriep ter hulp te snellen en des noods voor hare red ding mjjn leven op te offeren,* antwoordde Ourson met diepe aandoening. Welaan broeder, ik weet wat ik weten wilde; volg mij thans. »Waur gaan wjj heen?* »Houd u goed. Ik breng u naar de per soon die u geschreven heeft; op haar last heb ik u den brief doen toekomen.* »0, als dat waar is, broeder! riep de kapitein uit. »Twijfelt gjj aan mjjn woord?* niet wisten waarheen ze zouden gaan, ver meerderde de verwarring. Ik roep mijn vrienden toe, dat ik naar huis ga, naar mjjn gezin, en snel de straat langs, om met den spoorweg naar Pera, naar het Euro- peesehe kwartier te gaan. Wat ik op dien tocht gezien en beleefd heb, grenst aan 't ongelooflijke. Vaak moest ik met een grooten sprong over de puinhoopen springen, die dwars over de straat lagen, waar een huis of muur was ingestort. De spoorweg heeft van de eene halte tot de andere gewoonlijk twee minuten werk. Nu scheen het mij wel een eeuwigheid. Te Pera stonden, aan het station, tallooze vrouwen en kinderen met angst en smart haar mannen en vaders op te wachten, die te Galata of te Stamboel kantoor houden. De paniek was er verschrik kelijk, winkels en magazjjnen waren gesloten, de inwoners hadden de huizen verlaten, en hoopten zich op in de plantsoenen en open bare tuinen. Het verbljjf in de straten was gevaarlijk, daar in de nauwe ruimten tus- schen de licht-gebouwde huizen vau redding geen sprake is, als er een muur omstort. Ook de kerkhoven vulden zich weldra met vluchtende en jammerende menschen. Ruim honderd dooden werden den vol genden dag te voorschijn gebracht. Het getal gewonden is niet te bepalen. In Stamboul was de verwoesting het ergste, de buurten Fatik, Edirné-Capou, Top-Capou, Balata en Psamatia hebben ge weldig geleden. De Groote Bazaar is gedeeltelijk verwoest en de meesten, die daarin waren, zijn om gekomen; daar vielen de meeste dooden. Behalve tal van huizen werden een Tursche en een Joodsche school vernield. Te Galata en Pera waren de verwoestingen minder. Het gruwelijkste tooneel vertoonde het krankzinnigengesticht van Yedikouli. De verpleegden begrepen het gevaar, zij streden met hun bewakers om naar den tuin te vluchtendaar gekomen, vielen zij op de knieën, biddende en schreeuwende met vreeseljjk getier. Drie hunner werden gedood. Zeer zwaar geteisterd is het Prinseneiland op Antigone en Halki is het meerendeel der huizen onbewoonbaar geworden in de voor stad Psamatia zjjn van de ruim 1000 hnizen 900 onbewoonbaar gemaakt. Sinds 450 jaar had te Constantinopel zulk een aardbeving niet plaats gehad. Voor 127 jaar richtte een aardbeving juist in dezelfde buurten verwoestingen aan. Volgens de laatste berichten zjjn reeds meer »Neen. Vergiffenis, broeder, ik ben half krankzinnig; laat ons gaan.* Zjj stapten nu met snelle schreden op het pad voort dat naar het dorp geleidde. Het was drie uur 's morgens. XIV. De beide mannen stapten flink door, zoo dat zij binnen wginige minuten het dorp be reikten. De straten waren donker, stil en verlaten. Barthélémy liep tot aan het huis van den gouverneur en bleef voor een tuindeur stil staan. »Wij zjjn er,« zeide hij tot zijn metgezel. Laten wij dan naar binnen gaan,* ant woordde IJzerhoofd levendig. »Er is volstrekt geen haast bij, de persoon die ons binnen moet laten zal eerst over een kwartier achter deze deur staan. »Men verwacht ons dus?* »Ik wordt verwacht, broeder; wat u betreft, durft men niet op uwe aanwezigheid hopen. Maar volg mij in dit oranjebosch, daar zullen wij voor onbescheiden blikken beveiligd ziju en op ons gemak kunnen praten. Ourson volgde stilzwijgend, en toen beiden op het gras hadden plaats genomen, her vatte Barthélémy het gesprek op gedemp- ten toon. »Met welk oogmerk zijt gij naar deze kust gekomen met twee, ongetwijfeld sterk bemande schepen »Ik zal u een duideljjk en volgens mijne gewoonte onbewimpeld antwoord geven, dan 200 lijken opgegraven. De schade wordt begroot op 48 millioen gld. De zaak van Caserio Santo zal in één dag af loopen. Slechts 15 getuigen zijn ge dagvaard, die allen zeer kort zullen zjjn; de procurenr-generaal behoeft voor ziju requisitoir slechts een half uur. Misschien is op het einde der maand, wanneer de zaak behandeld wordt, het wetsontwerp reeds aangenomen, dat het publiceeren van anar chisten-processen verbiedt en heeft de pers dus slechts den uitslag mee te deelen. Uit Milaan wordt aan de »Köln. Ztg.« gemeld, dat de politie aldaar een anar chisten-bijeenkomst heeft overvallen, waar aan 30 personen deelnamen. Allen werden iu hechtenis genomenhet zijn meestal jonge lieden van 17 tot 22 jaren. Eenige bekende en langgezoehte individuen behoorden ook tot de deelnemers. Zij boden geen weerstand bij de inhechtenisneming. Uit Bern wordt gemeld, dat een 20-jarig toerist, Glausz genaamd, op den Giarnisch is verongelukt. Ondanks de waarschuwingen der bergbe.woners, had hjj zich zonder gids langs den gevaarlijksten weg naar dien bergtop begeven, vergezeld van zijn vriend Weber uit Zurich, 's Morgens om vjjf uur nabij den top aangekomen, bond Glausz zich een touw om, waarvan Weber het eind vasthield. Tweemaal gleed Glausz af, maar Weber kon hem aan het touw houden, de derde maal gleed hij echter met zooveel kracht naar beneden, dat Weber hét touw moest loslaten, wilde hjj niet in de diepte worden meegesleurd. Onder zjjn val riep Glausz, dat Weber hem het touw moest toewerpen, maar het was reeds te laat. Viermaal hoorde Weber het hoofd van zjjn metgezel tegen de rotspunten slaan. De schedel was gespleten, alle lichaamsdeelen gebroken. De bladen uit den omtrek noemen Glausz het slachtoffer van grenzelooze roe keloosheid. Italiaansche bladen bevatten vreeseljjke verhalen van een ouden bedelmuzikant Car- melo, die 24 kinderen zou hebben vermoord. De man beweerde, dat hem 's nachts een geest was verschenen, die hem had mee gedeeld, dat men eiken in de aarde ver borgen schat kon vinden, zoo men haar drenkte met het bloed van vjjftig onschuldige kinderen. Om die reden was hij op de kin dervangst uitgeghan. Hij is in het krank zinnigengesticht te Palermo opgesloten. Dr. Lapponi, de lijfarts van den Paus, broeder. Ik bemin donna Elmina; die liefde is haar onbekend; doch toen ik van haar scheidde, zwoer ik haar dat als zjj mij ooit noodig mocht hebben, mijn leven haar toe behoorde; dat ik op een woord, op een wenk, haar ter hulp zou snellen. Zij heeft mjj geroepen, en hier ben ik.« »Gjj weet dat haar vader haar wil uit huwen?* »Ja, aan een Mexikaan.« »Kent gij dien Mexikaan?* »Hoe zou ik hem kennen?* »Dat is waar. Wanneer gij de taak ver vuld zult hebben die gij u hebt opgelegd, welke belooning verwacht gij dan voor uwe trouwe diensten »Niets,« antwoordde de kapitein, terwijl hij zwaarmoedig het hoofd schudde; »ik voed geen hoop, ik durf geen blik in mjjn binnenste slaan of naar de stem van mijn hart luisteren, dat zou mij krankzinnig maken: ik bemin, ik ljjd, dat is alles. Barthélémy drukte hem de hand. Er volgde eene langdurige pauze. A propos,zeide eensklaps de Boekanier, »wat is er van uw voormaligen meester ge worden?* »Van Boute-Feu?« Ja. Hij is door den raad der Flibustiers ter dood veroordeeld en heeft zijn leven op het Haaien-eilaad gelaten. NIEUWSBLAD Naar het Fransch DOOR f Wordt vervolgd.}

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1