Land van liriisdcn en Allena, dc Langstraat en de Bommelerwaard. 5 RL lil. Arbeiders pensioenen. FEUILLETON. h apitein Ourson -IJzerlioofd Uitgever: L.. J. VKERMAK, HeuscLen. M 1327. ZATERDAG 28 JULI. 18^4. Ltit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsve. hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Ya ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op genomen in het Land van Altena. Eenigen tijd geleden met een gezeten burgerman in een gesprek gewikkeld zijnde, kwam dit zoo onwillekeurig op pensioen en en zeide hij mij, dat er zoo veel ontevre denheid zou worden weggenomen, wanneer ook <1 arbeiders met gerustheid en ouden dag zouden durven tegemoet zien. Ziet eens, zoo zeide hij, iedere staatsambtenaar, pre dikant, ontvanger, onderwijzer, «.oogleeraar, •Dicier, kortom allen worden, wanneer ze een zekeren leeftijd hebben bereikt of wel voor het waarnemen hunner betrekking ongeschikt geworden zjjn, op pensioen ge steld, 't zij dan groot of klein, maar als e^n arbeider te oud of voor zijn werk on geschikt wordt, dan neemt men eenvoudig ecu ander iu zjju plaats en laat hem dan maar zelf zorgen, om aan den kost te komen. Vandaar, dat een arbeider altijd met vrees tegen den ouden dag opziet. Dit onderwerp is werkelijk gewichtig genoeg om er eens enkele oogenblikken bij stil te staan. Oppervlakkig zon men al heel gauw ge neigd zijn om te zeggen, dat die man wer kelijk gelijk had, want men kan bijna geene courant opslaan of we lezen dat pensioen is verleend aan. die of die en dat zijn dan a'len staatsambtenaren, civiele of militaire. 't Is volkomen waar, wanneer een civiel staatsambtenaar den 60-65 of 7O-jarigen leeftjjd heeft bereikt (verschillende ambten eisehen verschillende leeftijden) en hij den staatsdienst verlaat, heeli bij voor de rest van zjjn leven recht op pensioen. Dit pen sioen wordt hem uitbetaald uit het pen sioenfonds voor burgerlijke ambtenaren, maar dit fonds, dat thans heel groot is, is ook alleen samengebracht door die bur gerlijke ambtenaren zelve. Ieder, die tot een bezoldigd staatsambt geroepen wordt is verplicht ten behoeve van dat pensioenfonds den Staat één jaar voor niets te dienen. Hg moet n.l. de eerste vijf jaren van zijne bediening telkens een vjjfde van zijn tractement aan dat pensioen fonds afstaan. Wordt later dat tractement verhoogd, dan moet ook dat boogere ire- deelte over 5 jaar worden gestort. Van teruggave uit het p-nsioenfonds is nooit G U STA V K MM AKI'. sprake, zoodat hij, die vóór den bepaalden loeftiji' den staatsdienst verlaat, zijne ge storte teelden ni t weer terugkrijgt. Men zou dus kunnen zeggen, dat de burgerlijke ambtenaren onderling fikaar een pensioen verzekeren en dat de premie, die op de verzekering betaald wordt een som is, gelijk aan het tractement van een jaar. Welnu, op dezelfde basis kunnen ook arbeiders onder elkander een pensioenfonds oprichten. In het v. rslag van den iuspeeteur van den arbeid in do eerste inspectie, las ik, dat er reeds hier en daar zulke londsen waren opgericht en heel nuttig werkten. Vele fabrikanten, die een groot aantal ar beiders in dienst hebben, hebben ook zulke fondsen opgericht voor hunne arbeiders, doch zulke foudsen blijven beperkt tot eigen ar beiders. Doch ook iu ruimer kring bijv. een-, ge meente of eukele gemeenten te samen, kan voor en door arbeiders zeer goed een pen sioenfonds worden opgericht. Mij zijn gemeenten bekend, waar werk- lieden-vereenigingen bestaan, die hoogst nuttig werken. Elk lid betaalt daar eene kleinigheid, bijv. 10 ets. per week, en heeft dan, na eenigen tijd lid geweest te zijn, bij ziekte recht op eene uitkeering van f2. tot f 5.'s weeks (dat hangt af van den tijd dat hij lid was). Deze vereenigingen worden dan door de meergegoeden nog ge steund, doordat die als donateurs toetreden. Nu, evenals zulke werklieden-vereenigingen, kutineu ook zeer goed pensioenfondsen voor arbeiders bestaan. leder arbeider, die in het pensioenfonds wil, betaalt daaraan 5 ets. per week en krijgt dan op een bepaalden leeftijd een pensioen van zoovele guldens per week, als hjj zestallen jaren lid geweest is. Stellen we dien leeftijd op 60 jaar, dan krijgt een arbeider, die bijv. op zijn 18de jaar is toegetreden, op zijn zestigste een pensioen van f 7.wat maximum moet zjjn. Zal zulk een fonds vruchten dragen, dan is algemeene toetreding zeer wenscheljjk, want er zal in de eerste jaren noodzakelijk een kapitaal gevormd moeten worden, om daaruit later de pensioenen te voldoen. Wordt een arbeider vóór zjjn 60ste jaar ongeschikt voor zjjn werk, dan zou men dien, als de kas van het fonds het toelaat, eene buitengewone toelage kunnen geven. Het is natuurlijk, dat een fouds, op deze wjjze tot stand gekomen, alleen en uitsluitend XV. (33 InUisfec'bch was don Torribio Moreno alles behalve op zjjn gemak. In weerwil van het geld dat htj met kwistige hand had uitge strooid, en de maatregelen van voorzorg die hij genomen had om den stouten aan slag te doen gelukken, gevoelde hg, door een instiuktniatig bewustzijn dat nooit be driegt, dat bet verschiet meer beneveld voor hem werd, en dreigende wolken zich boven zjjn hoofd samenpakten. Toch scheen er in zijne omgeving niets veranderdzijne vrienden waren even op lettend voor hem, zijne bekenden groetten hem met dezelfde kruipende onderdanig heid, de gouverneur en de bevelhebber van het garnizoen ontvingen hem steeds met denzelfden welvillenden glimlach. Tweemaal had hjj donna Elrnina bezocht, en beide malen had het jonge meisje bare gewone strakheid laten varen en zich bjjna vriend schappelijk met hem onderhouden. Wat wfis er dan gaande? en van waar die onbestemde angst die don Torribio Moreno verontrustte? Op zekeren avond, omstr< ks vjjf ure, lx- gaf hij zich aan boord van de »8anta-Cata- lina«, die op de reede ten anker lag. Op het oogenbl k dat hij de goelet van stuur boordszijde naderde, roeide er een sloep die hij niet zien kon, aan bakboordzijde weg, en kwam kapitein Barthélémy, na ruet de bemanning der sloep een teeken te hebben gewisseld, haastig over het dek aangesneld om hem te ontvangen. Alles boezemde op dat oogenblik aan don Torribio walging in; de voorkomend heid van Barthélémy, een man die zich anders volstrekt niet aan vormen stoorde, kwaui hem verdacht voor; hjj fronste zjjne wenkbrauwen onmerkbaar, terwjjl hjj m t een glurenden blik vroeg Wat deedt gij daar toch?* »Daar? Waar dau?« antwoordde de Fli bustier. »Wel, aan bakboord. O, ik naui afscheid van den luitenant van dat schip dat gij daar ginds op twee kabel lengten van ons af ten anker ziet liggen, en dat van nacht is biuncngeloopen.* Don Torribio keek in de aangewezen richting. Wonderlijk,* z»ide hij peinzend, »dat schip komt mij zoo bekend voor.* Dat zou zoo heel wonderlijk niet zijn, sprak Barthélémy. »llebt gjj mij iets te zeggen »lk? neen, niets; ik kom u eens op zoeken. «Dut is alles s>Ja,« antwoordde don Torribio verstrooid, terwijl hij bij zich zeiven mompelde: »dat schip moet mij bekend zjjn.« dient voor pensioenen en dan bij uitzondering buitengewone toelagen, dus dat een arbeider, dio bjjv. van zijn 20ste tot zijn 54ste jaar betaald heeft, nog in 't geheel geen recht op eenige uitkeering heeft, ook al is hij niet meer zoo sterk als vroeger, terwijl daaren tegen een arbeider, die op zjjn 60ste jaar nog even kras is als op zijn 40ste, ook al blijft, hjj nog voor zichzelf verdiénen, niette- min volle recht voor uitkeering heeft. Is zulk een fouds opgericht voor arbeiders in ééne of in twee aaneen liggende gemeenten woonachtig, dan mogen ook alleen maar die arbeiders toetreden, doch zijn zij met recht toegetreden en verlaten ze de gemeente1 naderhand, dan blijven ze niettemin hun1 recht op het fonds behouden, indien zij zich natuurlijk van hunne verplichtingen jegens het fonds blijven kwijten. Dit mag niet anders, daar, ware dit niet zoo, ieder ar beider huiverig zou wezen om toe te treden. Wie toch zegt heui vooruit, dat hjj steeds in dezelfde gemeente zal blijven? Iu gemeenten, waar eene werklieden-ver- eeniging bestaat, kan het bestuur dier ver- eeniging tegelijk zeer goed het beheer op zich nemen van het pensioenfonds, 't geen de administratiekosten zon verminderen. Ik vermoed, dat wanneer zulk eene zaak fliuk wordt aangepakt, dadelijk zeer velen zullen toetreden, in ieder geval het ware te beproeven. Naar aanleiding van het gevoerde ge sprek gaf ik slechts globale cjjfers. Wel licht is de leeftijd te laag gesteld ook liet ik builen bespreking om, zoo iemand op lateren leeftijd toetreedt, door vermeerdering der bijdrage ook recht te krjjgen op meer dere toelage, dat zjjn allen questies, die wel de hoofdzaak raken maar er toch niet onmiddelljjk mee in verband staan. Mjjn eenig doel is om de zaak onder veler oogen brengen en wellicht den stoot te geven, dat eerlang in vele gemeenten pensioenfondsen voor arbeiders mogen ont staan. Buitenland. De tentoonstelling te Antwerpen heeft reeds ruim 200.000 gulden meer opgebracht, dan in denzelfden tjjd van 1885. De Fransche Kamer heeft de wet tegen I de anarchisten in haar geheel aangenomen J i met 268 tegen 163 stemmen. i »La France militaire* hecht blijkbaar vooralsnog weinig waarde aan de uitvinding De Flibustier glimlachte en zijde: »Het! was een goede inval van u hier te komen, ik wachtte u iuet ongeduld.* »Zoo »Ja, want ik heb eenige dingen met u te' bepraten.j »Spreek, maar maak het kort.* »Wat ik u te zeggen heb is zeer gewich tig, niemand raag ons beluisterenvolg injj in mijne hut.« Don Torribio zag den vrijbuiter strak aandeze glimlachte. »Das het is iets ernstigs?* fluisterde de Mexikaan. »Zoo ernstig, dat, iudien gjj niet gekomen waart, ik genoodzaakt zou zijn geweest injj aan wal te begeven.* »Wel, wel! Wat is er dan aan de hand?* »Kom mede, en gij zult het weten.* Don Torribio besloot eindelijk den kapi tein te volgen, nadat hij een laatsten lang- durigen blik had geworpen op het onbe kende schip dat hem verdacht toescheen, zonder dat hjj zelf wist waaroui. De kapitein haalde een iiesch rum en twee glazen uit eene kast, bood don Torribio een stoel aan, en nadat hij de glazen boor devol had geschonken, zeide hjj »Op uwe gezondheid.* »Op de uwe.* Barthélémy stopte zijne pjjp, stak haar aan en vroeg, terwijl hjj zich tegen de leuning van zijn stoel achterover wierp en een dikke rookwolk uitblies: »Zal de bewuste zaak nog doorgaau?« »Wis en zeker.* »Het bljjft op overmorgen bepaald van Turpin ter verdelging van den vjjand Nolten op eeu weldadigheidsfeest naast de in den oorlog. Turpin, zegt het blad, heeft echtgenoote van den regeeringspresident. tot nu toe slechts de theorie van zjjne vin- Mevrouw Nolten vertoeft op dit oogenblik ding aangewezen. Uit zjjne proefnemingen nog op eene badplaats in Oost-Pruisen. Zjj moet bljjken, in hoever ze juist zijn. Zoo lang die niet geleverd zijn, is het zaak alle voorbehoud te makeu omtrent de waarde der met zooveel ophef aangekondigde ont dekking. De heer Pinkert, uitvinder van een drie wieler te land en te water, zou op zijne driewielige amphibie het Kanaal oversteken. Maandagmorgen vertrok bij van Kaap Gris- Nez, en te 2 uur in den middag werd hij te Folkestone verwacht. Eene massa volk verzamelde zich tegen dien tjjd aan de kust, maar de heer Pinkert kwam aan den ge zichteinder niet oprjjzen. Men maakte zich ongerust, omdat tot in den avond de zee in den omtrek van Folkestone vergeefs doorkruist werd, en de koene waterrijder zou op zjjn tweeslachtigeu driewieler onver- zeld van Gris-Nez uitgetrapt zjjn. Ook op de booten, varende naar Boulogne en Galais, werd scherp uitgekeken, maar niets gezien. Wat was er gebeurd! Een visscher, die het vreemde toestel zag en naderbjj kwam, vond den heer Pinkert zoo zeeziek, dat hij niet voortkon. Hij nam man en paard, zeiden wij haast en driewieler in zijne schuit en zette den schipbreukeling, als men hem zoo noemen mag, te Boulogne aan wal. De heer Pinkert gaf het echter niet op. Hjj hoopte, bij goed weer, want bij den ster ken wind van Maandag kon hij het niet harden Dinsdag weder uit Boulogne zee te kiezen en naar Folkestone te koersen. Te Lobith is eene vrouw aan de cholera overleden aan boord van de Eendracht.* De Waal is besmet verklaard. Baron Nolten, voormalig Russisch consul te Koenigsberg, is door de politie ten lande uitgewezen, naar het schijnt, wjjl hjj on langs in het gezelschap van eenen Russischen admiraal de krijgshaven van Pillau heeft bezocht. Nolten was tot vóór anderhalf jaar Russisch consul te Koenigsberg. Nu inoetjte rÜL df was gemaaid en werd door- op zijne visitekaarten staan: Attaché aan j weekt' en vruchten zjjn niet ge- het Russiche gezantschap te Berlijn.* Na j zond' daar de zon zich verschuilt, maar de zjjn verdacht bezoek aan de Pillauer krjjgs- zal echter ook uitgewezen worden. Te Weenen zijn tal van personen door de kolossale hitte bezweken. Te Triest is de hitte eveneens onverdrageljjk Maandag 31° C. in de schaduw. Volgens berichten uit Bucharest is de man, die den Bulgaarschen Minister Belt- cheff in 1891 vermoordde, eindeljjk ont dekt. Op aanwijzing van een boer in de Dobrudscha, werd de moordenaar door de Rumeensche politie gearresteerd. Het is een Albaneesch koopman, Iwan Arnaut ge naamd, vroeger beambte aan het Servisch consulaat in Sofia; hij moet zjjn misdaad reeds bekend hebben. Hij verklaart dat hg een medeplichtige heeft gehad, die te geljjk met hem werkzaam was aan het genoemde consultant, en later de wjjk heeft genomen naar Rusland. Het proces der >Banca Romana*, dat nu reeds meer dan drie maanden in behande ling is voor het assisen-hof van Rome, loopt thans ten einde. Wanneer men bedenkt dat er voor dat proces reeds meer dan 110 zittingen gehouden zjju, dan kan men zich den toestand voorstellen van die ongeluk kige rechters en gezworenen, die bjj een hitte van 34 a 35 graden Celsius de de batten hebben moeten volgen. De een-en- dertigste advocaat was dezer dagen aan het woord en hield dat bjjna den geheelen dag en nu moeten de voornaamste advo caten hun pleidooien nog beginnen! De gunstige berichten over den oogst in de Russische couranten waren juichkreten die wel wat te vroeg zjjn aangeheven. De aanhoudende regens der laatste week, de onweeren en hagelbuien hebben veel kwaad gedaan. Niet enkel het winter- maar ook het zomerkoren, dat pas in de aren was geschoten, heeft aanzienljjk geleden. Het gras kon öt niet gemaaid worden en werd haven, was het den officieren van het Koenigsberger garnizoen reeds verboden met het echtpaar Nolten maatschappelijk te ver- keeren. Vroeger was de baron zeer gezien en nog zeer kort geleden zag men mevrouw warmte drukkend is. Een vernielende hagelstorm heeft in Rus land gewoed in het district tusschen destatious Ilowaja en Pokrowskaja op de spoorljju Kursk-Charkoff. 30.000 landerijen zjjn ver woest en menige boerderij brandde af doof »Op overmorgen; maar waarom vraagt zjj willen doodeenvoudig Carthagena in- gij dat?* ueuien.* »Omdat ik rujj verbeeld dat het tjjd wordt Carthagena innemen, welk een dolzinnig een weinig onze zaakjes te regelen.* !plan!« »Onze zaakjes regelen! welke zaakjes?*! »Zy zijn van een andere meening en »Wel, die wij te samen doen. Denk' irij 'denken niet anders dan te slagen bij toeval dat ik u met blind vertrouwen zal j Don Torribio was op zijn zetel neerge- dienen, zonder te weten wat, ik er aan heb? zonkeu, hij beefde over al zijne leden; zjjn Zaken zijn zaken, en die waarin gij mg gelaat zag vaal bleek. Barthélémy hield zich betrokken hebt zjjn van dien aard, dat voor- alsof hjj den toestand van zjju vriend niet zorgen van mijne zijde niet overbodig kunnen j bemerkte. worden geacht.* j »Een,s stoutmoedige onderneming, hé?« »Als gij mij hier hebt gebracht om mjj; zeide hij. daarover te onderhouden, spyt het mij wel, Ja zeker, heel stoutmoedig; maar hoe zijt maar ik kau onmogelijk langer blijven; later ge vau dat alles zoo goed op de hoogte?* ben ik geheel tot uwe dienst. Hij ledigde zijn glas en stond op. Doordien ik de opperhoofden gesproken heb. In dit vreemde laud verzeild, waar ik als »Zoo als 't u belieft,* hervatte Barthé-^fc ware een gevangene ben, heb ik deze ge- lémy zonder zich te verroeren, »maar het legeuheid niet willen laten ontglippen om zal u berouwen.* j mijne vrijheid te herkrijgen. Ik heb mjj aan »Bah!« zei don Torribio, terwijl bjj zich boord vau het admiraalschip begeven.* naar de deur begaf. j »Ga voort. »Tot weerziens. Nog een woordje; ik heb »0! gjj schijnt er belang in testellen.* gisteren gehoord dat een vrijbuiters-eskader, »Zeer veel; ga voort.* iu het gezicht der kust kruiste.« »De ran voerders hebben mjj sommige »Hoe!« riep de Mexikaafi, terwjjl hij iulichtiugen gevraagd, die ik hun natuurljjk haastig terug kwam, »een vrijbuiters-es- volgaarne gegeven heb.« kader?* 'j »Eu wie zijn die aanvoerders »Ja.« j »L'01onnais, le Poletais, Pierre Legrand »Zijt ge er zeker vau?« 'en anderen.* »Ik heb het zelf gezien. Maar waarom »Is Ourson aan boord ziet gij er zoo ontdaan uit in plaats van u te verheugen?* 1 Vermoedt gij iets van de oo iu rken der Broeders vau de Kust?« »Ik vermoed niet enkel, ik we' t. De ex-; peditie is minstens vjjftien-honderd man sterk; 1 Welke Ourson? lJzerhootd?* »Ja.« »lk weet het niet, ik heb hem niet gezien. Naar het Fransch DOOK /Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1894 | | pagina 1