Hel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
M 1342.
FEUILLETON.
Uitgever: E. J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 19 SEPT.
Het Begrafenismaal.
1894.
Ioj was 't tuogeljjk! op een dag als van-
da^.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjs vei hooging. Afzonderlijke
nuinmars 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7Ys et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjj dagavond
ingewacht.
Advertentiën voor dit blad worden tevens gratis op
genomen in het Land van Altena.
Het fooiensysteem is door de gewoonte j over het publiek een veel betere en behoefden oogenblik van mjjn heengaan is het een
gejjkt geworden en hoewel er van vele enze niet ieder naar de oogen te zien. troost voor mg te denken, dat zg zich
Nu zoo zoetjes aan de zomer of liever
groengeverfde winter van 1894 weer gaat
plaats maken voor het najaar en iedereen
na genoten rusttgd zjjne winterkwartieren
weer gaat betrekken, nu zou het voor hen,
die een reisje gemaakt hebben wel eens in
teressant zjjn om na te gaan, hoeveel dut
reisje hun wel gekost heeft aan fooien en
het bedrag daarvan zou zeker niet mee
vallen.
Men komt in een hotel, wnar men een
of twee nachten logeert en bniten de reke
ning moet een fooi gegeven worden aan
den kellner, den portier, het kamermeisje,
den hnisknecht en aan wie al niet meer.
Komt men in een koffiehuis om een glas
bier t« drinken, buiten den prjjs van het
glas bier kost het ook een fooi aan den
bediende, die het brengt. Men neemt een
rjjtuig om een uurtje te toeren en behalve
den prgs, die het rjjtuig kost, moet de
koetsier een fooi hebben.
Nu is er niets tegen, dat wanneer iemand
voor een ander iets buitengewoons doet, hg
daarvoor ook extra beloond wordt, maar
het. is nog nooit daideljjk geweest, waarom
men iemand, die niets meer doet dan zijne
gewone bezigheden, nog eens wat extra
moet geven.
En doorredeneerende komt men ook tot
de grootste tegenstrijdigheden. We gaan
'"een restauratie of koffiehuis binnen en
vragen den bediende om een of andere spjjs
of drank. Deze bezorgt het ons en voor
die eer krjjgt hg een fooi. Vervolgens stappen
we een sigarenwinkel in en vragen den be
diende daar ons enkele sigaren te willen
geven en wie zal er nu aan denken dien
bediende te beloonen en welk verschil is er
nu in 't Zjjn beide bedienden. Een koetsier
van een vigelant moet een fooi hebben en
de koetsier van een tramway niet. Alweder,
waar het verschil, gene is in dienst van een
stalhouder en deze in dienst der tramway-
maatschappg.
Nu is het waar, dat in vele groote cafe's
en bij vele stalhouders de bedienden maar
een heel klein of wel heelemaal geen vast
weekgeld hebben en op het zoogenaamde
verval gehuurd zjjn, zoodat de kasteleins
en stalhouders eigenlgk ook profijt trekken
van de fooien.
Katerpink, de logementhouder, was dood,
waarvan het onmiddelljjk gevolg was, dat
hg begraven werd.
In den treurenden vriendenkring om de
open groeve, waarin zooeven de geachte
Katerpink, gekist was neergedaald, sprak
de waardige Dop in naam van den Akke-
veerschen Logementhoudersbond, met tril
lende stem het volgende:
♦Jb, oude vriend, we hebben u tot hier
willen vergezellen, om u, Katerpink, te
laten zien, wat vrienden zjjn. Een logement»
bouder zjjt gjj geweest, die zjjn vak en zjjn
vrouw liefhad, en die ook zjjn kinderen zou
hebben liefgehad, zoo gg ze hudt mogen
bezitten.
Gg neemt, o Katerpink! de achting van
de heele buurt met u in 't graf, de achting
van de buurt, zeg ik, en van den Loge
menthoudersbond.
Vaarwel! Katerpink! Vaarwel!
Ieder was diep g»roerd.
Hoeden en petten dekten de oogen, de
aangezichten waren ter aarde geneigd
Ondertustchen maakte de dikke Mina,
keukenmeid van het logement Katerpink*
Let t egralenismaal gereed. 01 een zeer
sober maalEen stuk kallsvleesch, salade
•en aardappelen en pannekoeken toe.
Het boog noodige, had juffrouw Kater
pink gezegd, juist voldoende om de vrienden,
etie op 't tochtige kerkhof natuurljjk wat
verschillende kanten ernstig tegen geprotes
teerd geworden is en nog wordt, h°t gaat
zoo moeielijk met eene vaste gewoonte te
breken, er is nog totaal niets in gewjjzigd,
r. „„ii-i, mijner zullen herinneren wanneer de natio-
Uok net publiek zou zeer gebaat znn
nale monarchie, welke alleen de eenheid
door de afschaffing van het fooienstelsel. kaQ tot stand brengeili verzachting van
Men weet het in vele gevallen, dat men kwalen geeft. Mijn doel was steeds de
een fooi moet geven, maar hoe groot moet overlevering van mjjn huis met zorg te
Met bet fooien-systeem te willen breken die zgn? Men wil absoluut niet voor kaal ibewaren, en ik draag die taak aan mijn
.orden uitgemaakt, dne moet de fooi niet z00\ °'er; Ik 'etTk m8n 'rieD<lsn zieh
om hem heen te scharen.
wordt al even onmogeljjk geacht als de
maan naar beneden te willen halen.
En dit is toch inderdaad niet het geval
en de bedienden, die thans van de fooien
moeten leven, zonden er zelf niet het minst
wel bjj varen. Feitelijk toch zjjn zulke be
dienden niets anders dan bedeeldeD, ze worden
bedeeld door de algemeene liefdadigheid,
want zou eens plotseling door een of andere
oorzaak een kastelein of stalhouder zijne
klandisie kwijt raken, dan waren zgne be
dienden dadelijk broodeloos. Dit kan om
verschillende redenen gebeuren. In een café
bjjv. kan een besmetteljjke ziekte voorkomen
waardoor plotseling alle bezoek ophoudt.
Welnu, houdt dan de algemeene liefdadig
heid op de bedienden te bedeelen dan staan
ze ook broodeloos. In werkeljjkheid komen
ze dus met de bedeelden op eene ljjn.
En welk een verschil een bediende, die
fooien krggt en een met wien dit niet het
geval is.
Stel, ge komt in een café en bestelt wat.
De bediende brengt het en het gebruikte
bevalt niet. Wat gebeurt er nu? De bediende
wordt weer geroepen en hem wordt naar
het hoofd geslingerd, dat het een publiek
schandaal is iets dergeljjks te durven voor
zetten en meer dergelijke liefeljjkheden. De
koffiehuisbediende is aan de mindere quali-
teit van het geleverde even onschuldig als
een lam, maar hjj kan o zoo weinig terug
zeggen, want wordt hg iets brutaal, dan
krijgt hjj geen fooi, ergo hg laat zich een
standje, hoewel onverdiend, dan maar wel
gevallen.
Nu, hetzelfde weer in een sigarenwinkel.
Ge vraagt sigaren, die de bediende u geeft
en ook die bevallen u niet. Zoo men dan
weer naar dien winkel terugging en daar
den bediende eenige aardigheid begon te
verkoopen, dan liep men kans, heel gauw
op zjjn voorman gezet te worden. Immers
die bediende is niet van uwe liefdadigheid
afhankeljjk.
Was dus het fooien-systeem weg, en hadden
bedienden in café's evenals in winkels een
vast weekgeld, dan was hunne positie tegen-
te klein zjjn en door al die fooieu stggen
dt reiskosten aanmerkelijk.
Daarom, het fooiensysteem afgeschaft en
als men 't ernstig wil kan dat zeer ge
maktelg k.
Hé. publiek en de patroons, die bedienden
in dinst hebben, die alleen van fooien
leven aoeten daartoe samenwerken.
Evemls vooruit wordt afgekondigd, dat
op een «epaald tijdstip de zomerdienst «Ier
spoorwegen begint of dat een nieuwe zaak
geopend \ordt, zoo worde ook aangekondigd
dat op eet bepaald tijdstip het fooiensysteem
ophouden ™1. De bedienden moeten dan
van hunne patroons een vast weekgeld
ontvangen ei de abnormaliteit, dat iemand
bedienden heft die door een ander betaald
worden, moetophouden.
Stellen we iu, dat als bepaald tjjdstip
wordt aangenenen 1 Januari 1895, dan
worde dit aloi bekend gemaakt, zoodat
alle bedienden voruit weten dat zij na dien
dag geen fooier meer krjjgen. Iedereen
moet dan ook na ien dag geen fooien meer
Ik geloof niet, dat God de zaak van
Frankrjjk verlaten heeft, en ik verwacht
dat Frankrjjk zich weder zal opheffen, als
het zich weder tot den godsdienst wendt..
Mjjn laatste wensch is: dat alle recht-'
schapen lieden zich bjj mjjn vrienden zullen
aansluiten, om deze taak tot stand te
brengen.
Onder de kransen, na het overljjden van
den Graaf van Parjjs in Stowe House ont
vangen en in de kapel te Weybridge be-l
waard, was er een van het Amerikaansche
leger, waarbjj de Graaf een campagne mee
maakte. Hij was 7 4 8 meter in omtrek en
bestond uit 3000 kunstrozen.
Waarom Cyprien Jagolhowski, de ge
fingeerde baron Sternberg, zich juist in
Rusland heeft laten vangen, waar de
wetten tegen anarchisten zooveel strenger
zijn dan in België, waar men hem zocht?
Waarschijnlijk omdat hij in 1885 daar reeds
vervolgd werd en wegens zwakte van geest
vermogens vrijgelaten. Denkelijk rekent hij
daar nu ook op. Maar bovendien bepaalt
het Russisch® wetboek dat iemand wegens
een in den vreemde begaan misdrjjf iu
Rusland nooit zwaarder kan worden ge
geven, dan zgn de patroons van zelve ver- straft daD in het land, waar het feit werd
j. j i 'gepleegd zou znn toegelaten. Het is thans
plicht, aJs ze bedieden willen houden, hun iP ji.Tii. i-i i.
r bewezen dat Jagolhowski als agent van
vast geld te geven a mochten de patroons anarchistische vereenigingen dikwerf belang-
daardoor al te veel shade ljjden, dan zou rjjke geldsommen ontving door de bemid-
dat kunnen gevondenworden door de luxe deling van het Russisch gezantschap te
consumptie eenigszins\e verhoogen. Parjjs, dat de gewoonte heeft brieven met
j geldswaarde voor Russische onderdanen
Met eene oude gewoqte is meer gebroken
s welwillend voor hen in ontvangst te nemen,
en ging net met voetstotg, het ging toch en
De uitzonderingsmaatregel, door de regee
ring in Italië genomen, waarbg de opperste
leiding van de publieke veiligheid op Sicilië
niet den nieuwen prefect van Palermo, maar
den bevelhebber van het 12e legercorps toe- j
vertrouwd is, geeft de pers, voor zoover zij1
niet onvoorwaardeljjk de regeering steunt,
aanleiding tot scherpe opmerkingen, vooral j
sedert bekend geworden is, dat deze buiten- j
Het laatste geschrift, nagelen door den gewone toestand niet, zooals de Staatscou-
Graaf van Parjjs en gedagtee^nd 31 Juli, rant eerst meedeelde, tot den 31 Dec. 1894
later zegt men: hoe is t mogelijk dat dat
vroeger gewoonte was. Velnu, laat dat ook
gebroken worden met hettboiensysteem, na
verloop van eenige jarental ieder er ons
dankbaar voor zgn.
Buitenlanj.
luidt als volgt:
voor God wil ik niet de gedraglijn voor
duren zal, maar tot het einde van het jaar
Op het oogenblik van mjjn ver schijnen j»1896. Dit besluit toont, vooral ook door
den langen duur, waarvoor de maatregel
zgn. Den opstand is men meester geworden
om de oorzaak er van, de ellende, weg te
nemen, heeft men niets, hoegenaamd niets,
gedaan. De zwavelmjjnen, die tot nog toe
altijd den stoot gegeven hebben aan revo
lutionaire bewegingen, hebben opgehouden
te werken, waardoor duizenden arbeiders
broodeloos geworden zijn. Een groot deel
hunner, niets bezittende, en niets dan de
grootste ellende vooruitziende, is onmiddellgk
naar de bergen getrokken en heeft de maar
al te talrjjke rooverbenden versterkt, die,
ondanks alle militaire macht en gendarme
rie-patrouilles, het land iederen dag on
veiliger maken. Het rooverwezen is op het
eens zoo rjjke eiland zóó algemeen geworden,
dat gendarmerie en politie er volkomen
maehteloos tegen zijn. De boeren, door de
rentmeesters der grondbezitters tot op het
bloed uitgezogen en door op zichzelf onbe-
teekenende, doch voor hen versehrikkeljjk
hooge belastingen, onverdrageljjk gekweld,
sympathiseeren met dit verborgen oproer,
dat daar den vorm en den naam van roover-
wezen aangenomen heeft. Van alle kanten
komen tijdingen van uitgeroofde buitenver
blijven, weggesleepte grondeigenaars met
hun gezinnen, welke door de boeren in de
bergen gevoerd zjjn, deels om wraak te
nemen, deels om hooge losgelden af te
persen. De tegenwoordige bladen vermelden
zulke gevallen en dat niet alleen uit het
binnenland, maar ook uit den naasten om
trent van Messina en Palermo. De regee
ring meent haar plicht te doen, door, zoo
als uit het bovenstaande bljjkt, soldaten en
nog eens soldaten te gebruiken tot hand
having der orde. Overigens houdt Crispi
mooie redevoeringen in het belang van
Sicilië. Wer kei jjke verbeteringen zgn niet
ingevoerd.
De emigratie is in Engeland aanzienljjk
afgenomen. Volgens een rapport van het
ministerie van handel zgn in de eerste achli
maanden van het loopende jaar slechts
97588 Britten naar andere werelddeelen ver
trokken. In denzelfden tijd van het vorige
jaar bedroeg het aantal 154789. In 1894
hebben tot nog toe ruim 61000 Engelschen,
bjjna 9000 Schotten en 27000 Ieren het
land verlaten. Het meest is de emigratie
naar de Vereenigde Staten en Canada af
genomen, terwjjl de Kaapkolonie wat meer
vreemdelingen aangetrokken heeft. Sedert
1884 is overigens het getal landverhuizers
uit Engeland voortdurend afgenomen. In
1884 vertrokken 320118 personen, in 1890
218116, dit jaar tot nog toe slechts 97588.
sehrjjven aan mjjn zoon, die mjjn^edachten geldt, dat de tegenwoordige leiders van den
kent, maar mjj wenden tot mjjnvrienden, staat zeer weinig vertrouwen stellen in den
die te mjjnen behoeve de overwi^ffig van I toestand op het ongelukkige eiland, en de
de zaak der monarchie wenseben Op het
flauw waren geworden, weer te helpen. Een hij had harde knuisten.*
begrafenisdag is geen feestdag, moet men
denken
Om één uur eerst, kwamen de vrienden
toestand moet dan ook inderdaad zeer treurig
En aldus werd gedaan. De ommeletten
kwamen en verdwenen. Toen herrinnerde
zich de weduwe, dat er nog koude kip en
nog saucjjzen stonden, die op moesten. En
daar vooral de laatste vreeseljjk zout waren,
was 't noodig opnieuw eenige flesschen uit
den kelder te halen
Om zeven uur at men nog en vooral:
dronk men nog. De oogen glinsterden blijde
en men sprak minder van dien armen Kater
pink. De heer Dop had zich eenige onbe
♦Zwijgen Mina*, zeide gestreng de wduwe.
Als hg er somtgds opsloeg, dan ad ik
dat zeker verdiend...
terug van het kerkhof, werden door de' ♦Ach! die heengaan zgn niet zoobe-
weduwe en eenige vriendinnen in de gelag- klagen als de anderen die big ven! zthtte
kamer ontvangen, die voor de gelegenheid de sentimenteele fruitverkoopster.
toepasselgk was ingericht, met geslotenBjj deze zoo droevige woorden wing
luiken en opgestoken gaslicht. zich een snik uit de keel van juffr<iw
Juffrouw Katerpink en alle vriendinnen Katerpink en ging de zakdoek weer n^r
hadden zeer roode oogen, als witte muizen, j de oogen.
Toen de vrienden binnentraden, bracht' >Mijn beste juffrouw, maak u toch nit
de ontroostbare weduwe weder haar zak- zoo van streek, zeide Dop medelijdend, 4
doek aan de oogen en snikte, met't hoofd hjj voegde er philosofisch aan toe: daj tameljjke aardigheden veroorloofd, die echter
op den medeljjdenden schouder van een dient nu nergens voor, niet waar? Diet al te slecht waren opgenomen en nu
buurvrouw, fruitverkoopster. In een hoek j ♦U hebt wel gelijk, maar een aiensch ishoorde men van 't einde der tafel de con-
van het ruime vertrek was de tafel gedekt maar een mensch, snikte de bedroefde we- perge een lied aanheffen. Omet halve
en men zette zich, de dames allen met neer- duwe terug, en toen: mag ik u nog een vem nog maar!
geslagen oogen en trillende lippen van stukje vleesch geven?
droefheid, de heeren zeer ernstig en stjjf in 1 ♦Neen, dank u, ik heb geen honger vandaag
hun Zondagsche jassen. En niemand sprak was 't antwoord, en zoo zeiden ook de
een woord, terwijl Mina weg was om de overige gasten. Doch toen de gastvrouw
kalfsrib te halen. Men begon, altjjd nog beleefd aanhield, gaf de edelvoelende Dop
in die aandoenlijke stilte, toen zuchtte de eindeljjk toe:
weduwe, die tusschen den heer Dop en een J ♦Nu, dan een heel klein stukje, maar
anderen heer, portier van zijn ambacht, neer- een héél kleintje
zat zonder te eten, met starende oogen
Arme Katerpink.*
Ook de anderen wilde nu wel en de
kalfsrib ging er mee heen.
Dit woord op zgn pas vond weerklank, »Mina, snikte de weduwe toen: bak
bjj allen, die al lang weer eens iets hadden nog een paar panne koeken
willen zeggen. De tongvu kwamen nu met spek....
weer los. j O, juffrouw geen spekprotesteerde Dop,
En te denken, dat bjj acht dagen ge-een man, die wist hoe't hoordepanne-
leden nog hier was, bjj dit eigenste buffel!...* koeken zonder spek, dat is gepaster in deze
VYjj, mensehen, zgn broos omstandigheden
En hg was zoo vriendelgk altjjd en zoo >Ja, en ik houd ook niet van spek, piepte
goed.* j de juffrouw van den overkant, die een poulier
Jamaar, toch niet altjjd, waagde de tot man had.
keukenmeid op te merken niet waar Bak dnn nog liever een paar ommeletten,
juffrouw? hjj kon soms wat aangaan en zei juffrouw Katerpink.
Een jonguienseh had zich opgehangen.*
Maar verontwaardigde kreten beletten
hu voort te gaan.
meende 't was maar
staalde de schuldige portier, ♦omdat 't het
lieveugsliedje van den overledene was
»Ln is 't wat anders,* verklaarde ernstig
de he- Dop, die wist hoe 't hoorde.
Da is 't als 't ware een gelegenheids
lied, eer aan de nagedachtenis van den
armen ^aterpink aangedaan, dan moeten
we 't sftien zingen,
En hhmede was de stoot gegeven. Ieder
een gaf jj een lied of een ver?je ten beste,
die echt^ geen van alle een eer konden
heeten vot de nagedachtenis van Katerpink
en waarvn sommige misschien op een
bruiloft geister waren geweest.
Het was zoowaar al over elven, en de
keuken meidk wam jwist weer boven uit den
De mijnwerkers in Schotland hebben het
besluit genomen om den arbeid te hervatten
op de oude voorwaarden, mits de werk
gevers zich bereid verklaren binnen zes
weken over te gaan tot het benoemen van
een scheidsgerecht, dat over de verdere
kelder, toen er geklopt werd. Het waren
twee agenten, die wenschten te vernemen
of men nachtpermissie had of 't hier een
wettig lawaai was.
Algemeene consternatie.
Mijnheer Dop stond waardig op, om m©L
een sombere stem den dienaren der open
bare orde mede te deelen, dat men in den
voormiddag den armen Katerpink had be
graven, en ne
O! dat maakt verschil,* z >iden de agenten,
en zjj verwijderden zich, eenigszins be
schaamd een zwaargetroffen familie in de
uitingen harer rechtmatige droefheid te
hebben gestoord.
Maar toen zij weg waren, was 't hek heele
maal van den dam. Om ééa uur schreeuwden
zij allen tegeljjk. Dop had 's gas boven het
biljart aangestoken en speelde met den por
tier, die soms over zijn queue uitgleed met
den neus op 't biljart. De anderen amuseerden
zich ieder op zijn wijs.
Hooreu en zien verging.
Toen de vreugde op 't hoogste was, barstte
plotseling de weduwe in tranen uit....
Ieder keek op. Dop miste een carambole...
Wat is er clan juffrouw!*
Ik deuk,* snikte zij »aan Kater-
piuk...als de arme man eens hier was?,..*
j Ea toen op deze gri zalige opmerking,
die als een bom temidden der vroolijkheid
viel, allen elkaar verschrikt en beschaamd
aaukeken onder doodeljjke stilte, voegde zij
er bij
♦Ja, als hij dit eens zien koa wat
zou hg een pleizier hebben geha 1De stak
kerd hield zoo vau eeu pretje
ilMIWSBMD