llel Land van llcusdni en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard. m i4i5. EERSTE l(LAI). «(Ml FEUILLETON. Uitgever: U. J. YEERMAS, Heusden. ZATEBDA 1 29 JUNI. L895. VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prgs vei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. De tegenwoordige tijd is op vele, ja bijna op alle gebied een tijd van malaise, een tjjd van stilstand of achteruitgang voor een groote massa personen. De hooiland-verpachtingen brachten dit jaar veel minder op dan andere jaren, de prjjzen der granen zjjn zoo min, dat er voor den boer zoo goed als niets te ver dienen valt, het vee is weinig waard, omdat door de sluiting der Belgische en Duitsche grenzen de uitvoer verboden is; grienden brengen minder op, omdat er geen groote werken meer gemaakt worden, en zoo kan men nog op velerlei gebied doorgaan. Dit alles heeft natuurljjk een grooten invloed op de benoodigde werkkracht, te weten de arbeiders, waarvan een groot, een zeer groot getal tot werkeloosheid gedoemd en dus zonder verdiensten is. Dat zulk een toestand in de maatschappjj een ongezonde is, een toestand, waarin noodzakelijk ver andering moet en zal komen, zal ieder weldenkende dadelijk toestemmen, daar toch door dien toestand te bestendigen, overal ontevredenheid gekweekt en het socialisme dus in de hand wordt gewerkt Geen wonder dan ook, dat velen op middelen peinzen om tot eene gunstige ver andering te komen en er gaan stemmen op om zulks te vinden door graanrechten, het zoogenaamde protectionisme, 't Is waar, Amerika overvoert onze markten met graan, en waren daarop nu inkomende rechten, dan ljjdt het geen twjjfel, of de graanprjjzen zouden stjjgen, maar wie zouden daarvan voordeel trekken? De grondeigenaars immers, daar deze meer huur voor hun land zouden vragen, welke meerdere huur het geheele volk zou opbrengen in den vorm van hoogere broodprjjzen. Inderdaad, door protectionisme zou de wonde in de maatschappg niet ge nezen worden. Enkelen zouden er zeker wel bjj varen, maar tegenover die enkelen staan ontelbaren, voor wie het een last zoude zjjn. Anderen zeggenzorg voor emigratie, landverhuizing en laten de lieden, die hier te veel zjjn, naar Amerika gaan en daar fortuin zoeken, doch ook daar is niet alles meer rozengeur en maneschjjn; getuige de velen, die, daarheen vertrokken zjjnde, on- verrichterzake terugkeeren. FRANK R. STROCKTON. (15 Thans echter meenen velen eene gunstige verandering tegemoet te zien, als er werk, veel werk komt en een groot en tevens grootsch werk zien zij in het droogleggen der Zuiderzee. De drooglegging der Zuiderzee is een on derwerp, dat zooals bekend is, reeds meer malen ter sprake is gebracht. Onder voor zitterschap van den oud-minister van water staat Lelj is daarover eene staatscommissie in het leven geroepen, die een ljjvig, zakeljjk rapport heeft uitgebracht; propaganda voor die drooglegging werd reeds gemaakt door verschillende personen, die op onderscheidene plaatsen van ons Vaderland populaire voor drachten daarover hielden, doch de natie, de burgerjj zelve sprak hare meening nog niet uit. Thans echter is uit den boezem der natie zelve eene beweging ontstaan om tot de uitvoering van dat plan te komen en op Zaterdag 15 Juni jl. werd in het locaal Krasnapolsky te Amsterdam eene vergade ring van belangstellenden gehouden en werd besloten tot de oprichting van den Natio- nalen Zuiderzeebond, vereeniging tot be vordering van volkswelvaart door droog legging der Zuiderzee. Op die vergadering waren aanwezig of bij volmacht vertegen woordigd ongeveer 150 personen uit alle oorden des lands. De statuten werden vast gesteld behoudens aan te vragen koninkljjke goedkeuring. Uit het daarin gekozen bestuur (zie ons no. van 19 Juni) zien we dat daarin zitting hebben personen, die op verschillend gebied hunne sporen verdiend hebben en uit meer dere streken van ons land afkomstig zjjn. Big kens den naam stelt de vereeniging zich ten doelbevordering der volkswelvaart en eene vereeniging, die dit doel als eerste en hoogste no miner op haar programma heeft staan, verdient al dadeljjk de sympathie van alle weidenkenden in den lande. Niet iedereen juicht dadeljjk het plan toe. Er zjjn o. a. die zeggenhet land, dat we thans hebben is weinig meer waard, daar het niet opbrengt en nu wilt ge nog meer land gaan maken, waarvan het gevolg zal zjjn, dat, met het oog op de leer van vraag en aanbod, het land nog minder waard zal worden en de nationale welvaart dus nog meer zal achteruitgaan. De redeneering zou volkomen juist zjjn, als vandaag besloten werd om de Zuiderzee droog te leggen en het werk dan over drie maanden kant en klaar was, doch eer dit het geval werkeljjk is, zal er nog heel wat water door de Maas moeten vloeien en juist daarom is het o. i. een werk, waardoor de volkswelvaart zeer zal gebaat worden. In de eerste plaats toch zullen duizenden en duizenden handen daaraan gedurende eene lange reeks van jaren werk vinden, waardoor de werkeloos heid zeer verminderd zal worden en vele huishoudens, die thans met zorg en kommer de toekomst tegemoet gaan, het pjjnljjke spook van aanstaande armoede zouden zien verdwijnen. Dit zijn de directe voordeelen, doch indirect zouden die nog veel grooter zijn. Wegens de ontzettende hoeveelheden rjjs bjjv. die aan de djjken zouden benoodigd zjjn, zouden de waarde der grienden toe nemen en zoude de kleine hakbazen, voor wie het er tegenwoordig ook al niet zoo rooskleurig uitziet, weder betere tjjden gaan beleven. De schippers zullen meer werk krjjgen en dus betere vrachten kunnen be dingen, wat thans bij de scherpe concurrentie en weinig vertier onmogeljjk is. En zoo zal voor tal van categorieën van personen in derdaad een betere tjjd aanbreken, dan die, welken zjj thans beleven. En is na verloop van jaren het werk geheel gereed, zjjn zoo en zooveel duizenden hectaren water in vruchtbaren grond her schapen, welnu, ook die moet bewerkt worden, ook daarop zullen velen, zeer velen wederom werk vinden, zoodat het ook dan nog altjjd kan bljjven bjjdragen om de volks welvaart te verbeteren. Hoe meer Nederlanders bewjjzen van sym pathie geven aan het bestuur door als lid van den Zuiderzeebond toe te treden, des te meer kans bestaat er dat het werk spoe diger zal worden onder handen genomen. De drooglegging der Zuiderzee als middel tot verbetering der volkswelvaart moet wor den een nationale wensch en komt het zoover, dan ljjdt het geen twjjfel of het Staatsblad zal eerlang aankondigen, dat door Staten Generaal en Koningin daartoe besloten is en zal er ongetwjjfeld een tjjdperk van meerderen bloei aanbreken voor ons vader land. IJ u.i t enland. sHoelanrr denkt ge dan nog hier te bljjven? Dat zou ik wel willen wetenantwoordde Mevr. Lecks, terwgl ze baar vriendin streng aanzag. »Dat kan ik nog niet zeggen,* hernam Mevr. Aleshine, »daar ik er niets van weet. Maar wat ik zeggen wil, is, dat ik hoop, dat ze wat blauwsel meegebracht hebbenwant wat hier in huis was, heb ik bjj de laatste wasch bjjna geheel opgebruikt.* Onder dit gesprek had ik de naderende boot opmerkzaam beschouwd en de gedachte niet kunnen terughouden, dat het voor de eigenaars van zulk een behuizing toch een vreemde manier was van hun eiland te be zoeken. Waarom kwamen ze in een open boot? Waar ze ook woonden, 't scheen me toch niet waarschjjnljjk, dat ze zich van daar zouden laten roeien. De algemeene indruk en de inrichting van 't huis, waarin wij een toevlucht hadden gevonden, wezen er op, dat zjjn bezitters in zeer goeden doen waren en er aan gewoon hun huishouding op grooten voet en zonder angstig de kosten te berekenen in te richten. Men moest dan toch verwachten, dat ze de reis in een ge schikt vaartuig, dat ook voor hun verbljjf de noodige voorraad bevatte, zouden maken. In die boot daar kon echter maar weinig of niets zjjn, en ik kon me niet voorstellen, dat dit de bezitters van 't eiland waren. 't Was echter voorbarig geweest, me een bepaalde voorstelling te maken. Er kon hun toch een ongeluk overkomen zjjnik kon in één woord de omstandigheden niet be- oordeelen en 't was mijn naaste plicht de lieden tegemoet te gaan; want als ze de sleutels voor de sloteD, die de stangen vast hielden, niet bezaten, konden ze er niet in en moest ik ze over de lagune zetten. Zonder mjjn vriendinnen mijn twijfel mee te deelen, Te Parjjs is een drama afgespeeld, dat groote sensatie verwekt. De gemeente-advocaat Eugène Carré, een man van goede positie en met drukke prac- tjjk, was oogenschjjnljjk zeer gelukkig ge huwd. Vóór een drietal jaren had hg kennis gekregen aan een gehuwde dame, echtge- noote van een hooggeplaatst persoon. Deze kwam op de hoogte van de ongeoorloofde mjjn bootje en rer ik kon. De waren dan geschikt, deren, er ÉI zjjn. I a op mjjn X. langzaam aar nauwe- door eenige ging ik spoedig roeide naar de i: stangen, waar va: ik eerst had bemer dat geen boot, zon in kon, 't mocht dan Ik was pas een plaats, toen de tusschen de rotsÜT doorvoer j Ijjks was ze daar, of ze werd stangen onder water tegengehouden Hallo!* riepen de mannen op eens. Hallo!* antwoordde ik. »Hebt ge de sleutels voor de stangen?* Een krachtig gebouwd man met een vollen rooden baard ging achter in de boot overeind staan. »Sleutels?« riep bjj. »Wat voor sleutels?* »Dan behoort ge dus niet hier?* vroeg ik terug. »Wie zjjt ge?« Na deze woorden stond de heer op, die naast de dame zat. Hg was boven den middelbaren leeftjjd, lang en mager, en toen hjj in de licht schommelende boot stond, was hg bjjna gevallen. »Bljjf liever zitten, Mjjnheer,* zei de man met den rooden baard, die naar ik zien kon, een zeeman was, »Ge kunt beter zittend praten. Mjjnheer, begon hjj, nadat hjj weer was gaan zitten, ik ben de predikant Enderton, vroeger zendeling te Nanfoucbong in China, en dit is mjjn dochter, Mej. Enderton. Wjj zjjn op onze terugreis naar de Vereeuigde Staten over de Sandwichs-eilanden en hadden ons op een zeilschip naar Honolule inge scheept. Voor twee weken werd 't schip op een mjj onbekende wijs onbruikbaar. »Hoofdmast bjjna geheel verrot,viel de zeeman met den rooden baard hem in de rede. »Was bij een storm zeker over boord ge slagen; ook was 't schip lek.* Daarvan dat de mast verrot was, weet ik niets,* antwoordde de heer, »maar toen de aanvankeljjk goede wind zich legde, kwamen wjj nauweljjks van de plaats. Maar nog meer: de gansche bemanning was dag en nacht bezig met de uit thee bestaande lading droog te houden, en dat maakte zulk een leven, dat aan slapen niet te denken viel. Daarbjj kwam nog, dat onze maal tijden zeer onregelmatig toebereid en dik wijls geheel vergeten werden.* »Viel niet veel meer te bikken,* zei de roodbaard. »Gjj zult aldus begrijpen, Mjjnheer,* ging betrekking zjjner vrouw met Eugène Carré en daagde hem uit. Zoo spoedig de schul dige vrouw van het duel hoorde, begaf zjj zich tot Carré's echtgenoote en bekende alles. Toen kwam het tot een explicatie tusschen den advocaat en zjjn vrouw. Het j einde van een woordenwisseling was, dat Carré zich met een revolver voor het hoofd sehoot en nog levend, bij zjjn volle be wustzijn moest aanzien, hoe zjjn vrouw de door hem gebruikte revolver opraapte en zich met een enkel schot het leven benam. Weinige oogenblikken na haar gaf ook Carré den geest. De berichtgever van de Gaulois meldde aan zjjn blad dat hjj te Kiel een Duitsch admiraal had gesproken en dat volgens dien de Duitsche Keizer voornemens zou zjjn de havens der verschillende natiën die te Kiel vertegenwoordigd zjjn geweest door een Duitsch eskader te doen bezoeken. Ook naar Frankrjjk zou dit eskader komende Baiern en de Brandenburg zouden Brest en Cher bourg bezoeken en een brief van den Keizer aan Faure meebrengen, met den Zwarten Adelaar gelukkig gespaard. Te Parjjs wordt het geruGht verspreid, dat bjj de Italiaansehe grens twee Fransche soldaten door Italiaansehe karabiniers in hechtenis zjjn genomen. De juistheid van dit gerucht is nog niet bevestigd. De sprinkhanenplaag in Turkjje wordt, ondanks de maatregelen der overheid en der landlieden, steeds grooter. Enorme zwermen sprinkhanen zjjn thans als zwarte wolken over het gebied van Kartel neerge komen en alles wat slechts groen was, werd door het schadeljjke gedierte verslonden. De geheele plantengroei van het land dreigt te worden vernield als het ter elfder ure niet gelukt de schadeljjke kostgangers te ver delgen. Het is verleden week in Engeland zoo koud geweest dat men o.a. te Aldershot op een Junimorgen plassen water bevroren vond. Maandagavond j.l. even na negen uur ontplofte een kruitmagazjjn in de versterkte verschansing van Hagenau. De ontploffingen duurden voort tot 11 ure des avonds, door- dien andere bergplaatsen van ontplofbare stoffen in brand geraakten. Meer dan 100 soldaten der vesting, die in de onmiddelljjke nabjjheid van het magazjjn waren, werden gewond, eveneens een groot aantal burgers. Een grooter kruitmagazjjn, dat zich niet ver van de plaats der ramp bevindt, werd de predikant voort, dat het mjj en mjjn dochter onmogeljjk was, langer aan boord van dat schip, waar wjj de eenige passa giers waren, te big ven. Ik verzocht dus den kapitein ons aan de naaste kust af te zetten, wat hjj, nadat hij 't een week lang onder allerlei voorwendsels geweigerd had, einde- ljjk deed.* Kon 't toch niet doen eer er land dichtbjj genoeg was,* meenle de zeeman. »De kapitein zei mjj,« sprak de heer i verder, »dat dit eiland bewoond was en dat ik hier een toevlucht en rust zou vinden tot er een schip van Honolulu gezonden kon worden om ons af te halen. Hij gaf mij deze boot en drie matrozen, waarvan een bootsman is, daarbij wees hjj naar den roodbaard. Sinds hebben wjj tot dezen mor gen steeds doorgeroeid met zeer weinig voe dingsmiddelen en zeer veel last. Nu, Mijn heer, hebt gij mjjn geschiedenis gehoord en ik vraag u, of gij nog langer van zins zjjt ons den ingang te versperren? »Ik heb den ingang niet versperd, ant woordde ik, en ik zou hem graag openen, als ik kon. Ik hoor tot een gezelschap schipbreukelingen, die voor omstreeks veer-1 tien dagen hier toevlucht zochten.* »Hoe er in gekomen? vroeg de roodbaar- dige bootsman. »Onze boot zonk, toen we in 't gezicht van dit eiland waren, en we zjjn op zwem gordels hier gekomen en onder de stangen doorgekropen.* Toen wendden de twee mannen, die tot nu toe geroeid hadden, zich eensklaps om Volgens berichten uit New-York van Rio de Janeiro, heeft Zaterdag 11. een ontzettende dynamietontploffing plaats gehad te San Paulo, de hoofdstad der provincie van dien naam, waardoor verscheidene personen wer den gewond en gedood en zeer veel schade werd aangericht. Een met 50 pond dyna miet beladen kar, getrokken door zes mu>' dieren, die op weg was naar de kust eenige waterwerken, passeerde ook de si gedurende de reis. In de nauwe straat, doo». welke het dynamiet werd vervoerd, kwam de wagen in botsing met een ander voertuig, waardoor de eerste omsloeg en het dynamiet met een ontzettenden knal ontplofte. De muildieren, de paarden en de mannen, die beide voertuigen geleiden, werden tot atomea* geslagen, men heeft althans geen sporen van hunne ljjken kunnen vinden. Een groot gat werd in den grond geslagen en vjjf steenen en een groot aantal houten ge- bouwen in den omtrek werden in puin- hoopen veranderd of in de lucht geslingeril en mjjlen in den omtrek bleef geen ruit heel. Verscheidene menschen werden door de neervallende brokstukken gedood; het aantal dooden bedraagt vjjftig, terwgl het aantal gewonden zeer aanzienigis. is. uiiuei de gedooden bevonden zich zeven soldaten, die op een open veld, ongeveer 200 meter van de plaats des onheils, met het kanon exerceerden. Het kanon zelf werd op aan- zienljjke distantie weggeslingerd. De schok der ontploffing werd tien mjjlen in het rond waargenomen. Te Boseo Reale, in de nabgheid van Pompeji, heeft men onlangs een kosteljjken schat van Romeinsch zilverwerk, een veertig stuks, gevonden. Ze moeten zjjn uit het jaar 79 (toen Pompeji bedolven werd). Er werd een half millioen francs voor gevraagd en de directeur van het Louvre kon daaraan niet denken. Baron Edmond de Rothschild heeft toen het half millioen betaald en den schat aan het Louvre gegeven. Naar de Times* uit Havana verneemt rukt de mui ter aan voerder Gomez op naar Santa Clara om zich aan te sluiten bjj de opstandelingen die daar verbljjf houden. De Spanjaarden zenden er versterkingen heen. Uit Tientsin verneemt de Ti mes* het onrustbarende gerucht dat de Japanners hunne grenstroepen op het schiereiland Liau- tong versterken. en zagen me aan. Donders 1* riepen de beide zwartharige knapen geljjktjjdig. »Ik wil u er niet langer mee ophouden u mijn geschiedenis te vertellen, ging ik voort. De hoofdzaak is, dat we u aan land brengen en verplegen.* >Juisti« zei de bootsman, en de beide andere matrozen bromden: »Ja, ja, Mjjn heer De stang, die 't voortkomen der groote boot belette, was dicht onder den water-'' spiegel, terwgl een tweede, zoo wat een voet daarboven, mjjn bootje zoo wat zes voet van de boot af hield. De nieuw aange- komeaen hadden eenige losse planken in hun vaartuig en de bootsman liet nu van twe» daarvan een soort brug maken, waar van 't eene eind op den boeg der givoi boot, het andere op de ijzeren stang van mijn plecht lag. »Nu,< zei de bootsman, seerst de dame.* De oude heer stond op, alsof hjj liever eerst wilde gaan, maar de bootsman bracht de dochter, die tot nu toe geen woord ge sproken had, vooruit, en een der matrozen ondersteunde haar en hielp haar in mjjn bootje. Toen volgde haar vader, en ik roeide beiden naar de landingsbrug. Mevr. Lecks en Mevr. Aleshine begroetten hen heel hartelijk. »Wel Mr. Dusante?* vroeg Mevr. Lecks, terwjjl Mevr. Aleshine me opgewonden in 't oor fluisterde: >Is 't Lucille of Emilie?* Een grappig verhaal VAN /Wordt vervolgd./

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1895 | | pagina 1