Het Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bominelenvaard. Doelmatige voeding. FEUILLETON. A Uitgever: L.. J. YEERMAH, Heusden. M. 1454. WOENSDAG 13 NOV. 1895. VOOR GEORG BARON VAN 0MPTEDA. (8 Doch die «andere Ueeren* hielden zich daardoor jaist op een afstand. Wel spraken 16 77 6 6 24 21 6 11 2 2 26 10 10 6 Zetmeel. 60 5ÈS. wm c'0i£ Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën werden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Meer dan ooit te voren is in onze tijd de strjjd des levens zwaar. Voor geleerden en arbeiders, voor knnstenaars en hand werkslieden, voor groote en kleine kooplui heet hetwerken tot den laatsten adem tocht, om voorwaarts te komen. Om dien strijd aan te hinden en vol te houden is het noodig den geest helder, het lichaam gezond te houden en mag eenige kennis omtrent het menscheljjk organisme niet ontbreken. Het is waar, de menschheid is de weten schap voor geweest en heeft bjj instinct hare voeding in verhouding gebracht tot de verschillende leeftijden, de velerlei be roepen en de eischen van 't klimaat. Doch het instinct voert dikwijls op dwaalwegen en verstand gaat boven instinct. Hoe dwaas zou het b.v. zijn een vuurhaard of loco motief te stoken met papiersnippers, zelfs wanneer die uit het beste en dunrste ma teriaal gesneden waren. Toch kan men een dergeljjke dwaasheid in eenigszins anderen vorm in elke keuken, op eiken disch waar nemen. Door eenzijdige voeding zjjn velen te gronde gegaan, zjjn geheele volsstammen zedeljjk vernietigd. De Engelsche werkman, die zich in den regel met krachtig vleesch voedt, is tot den zwaarsten arbeid in staat en daarbjj opge wekt, vrooljjk en gezond. De lersche ar beider daarentegen, die zich uitsluitend met aardappelen en brood voedt, is zwak, on machtig tot zwaren arbeid, dom en vroeg oud. De werkzaamheden van 't menschelijk lichaam bestaan in het voortbrengen van warmte en bet uitoefenen van kracht. Dat laatste geschiedt gedeeltelijk buiten ons weten of toedoen, zooals de beweging van 't hart en 't middenrif, of 't geschiedt met onzen wil, zooals het loopen, dansen, dragen van lasten en duizend andere. Deze arbeid is ons alleen daardoor mogelijk, dat in het lichaam voortdurend materiaal wordt toe gevoerd. Geljjk een locomotief voortdurend kolen van noode heeft, zoo is voor het menschelijk lichaam voedsel noodig, opdat het warm bljjft en werken kan. Zonder toevoer van stof geen uitoefening van kracht. Merkwaardig is een berekening door een Fransch geneeskundig blad gemaakt aan gaande een der bekende bals in de Groote Opera. In een enkelen nacht werden op dit bal, waaraan 2000 personen deelnamen, 500 EEN VKOOLIJKE GESCHIEDENIS, Naar het Duitsch VAN Vijf minuten later ging het gerucht door <de menigte, door den een of ander als een diep geheim meegedeeld, dat Luitenant Von Deyner en Liesbet in stilte verloofd waren en uien er openlijk nog niet van mocht spreken, omdat de ouders, met het oog op den jeugdigen leeftijd der laatste, een korten tjjd uitstel bedongen hadden. Dit uitstel vond men in ieder opzicht kostelijk, het gaf de zaak iets geheimzinnigs, raadsel achtigs en het prikkelde vooral de dames zeer achter de schermen te blikken in een aangelegenheid, die onder den sluier des ge- heiins heette verborgen te liggen. En dan verheugde men zich in stilte over do wijs heid der ouders, die in stede van haastig toe te happen, nu een hunner zeven dochters den weg naar 't altaar gebaand werd, hot geluk huns kind in 't oog hielden, door Eet tijd te geven eerst in de wereld eens r nd te zien en nog andere heeren te leeren kannen, eer ze zich voor altijd bond. paardekrachten arbeid verspeeld. Deze ge weldige kracht zou in staat zijn een schip van 1800 tonnen zestig kilometer ver of een trein met 1000 passagiers van Parjjs naar Havre voort te bewegen. Wat wonder, zoo besluit de schrijver, dat na zulk enorm krachtverbruik spoedig een algemeene be hoefte ontstaat, deze kracht aan de buffetten aan te vullen, zich te restaureeren. Hoe zwaarder de arbeid is, des te grooter het stofverbruik. Uit talrijke proeven en berekeningen weten we, dat een volwassene bjj matigen arbeid per dag 18 gram stik stof en 328 gram koolstof verliest. Zal dus het lichaam niet verarmen, dan moet dit verlies dagelijks aangevuld worden, dan blijft er evenwicht, daa worden de verliezen gedekt door de inkomsten. Nu zou 't zeker de eenvoudigste weg zijn en bjjzonder goedkoop ook, een portie van 18 gram stikstof en 328 gram koolstof tot zich te nemen, edoch, dat kunnen de planten wel, menschen en dieren echter niet. Wij moeten deze stoffen uit dierlijk en plant aardig voedsel afscheiden. De stoffen, waaruit het lichaam bestaat, eiwit, zetmeel, vet, water en zout, komen dus in aanmerking voor onze voeding. Nu zijn de noodige 18 gram stikstof te ver- krjjgen uit 118 gram eiwit. Deze H8 gram eiwit zjjn dus noodzakelijk voor den vol wassene. Maar die portie bevat tegeljjkertjjd reeds 63 gram koolstof, zoodat er nog een dageljjksche behoefte bestaat aan 265 gram koolstof. Willen we deze portie in den vorm van zetmeel tot ons nemen, dan moeten we daarvan per dag 600 gram gebruiken; we kunnen ook uitsluitend vet bezigen en dan kunnen we met 350 gram volstaan. Maar noch de eene, noch de andere wjjze zou ons goed bekomen. Het doelmatigste is van het eerste 350 gram, van het laatste 140 gram te nemen. De dageljjksche voeding van den volwassen mensch eischt dus 118 gram eiwit, 350 gram zetmeel en 140 gram vet. De stoffen nu, waarin deze voedingsstoffen vervat zjjn, heeten voedingsmiddelen en die, welke genoemde stoffen in de goede ver houding bevatten, zoo min mogeljjk onver teerbare bestanddeelen bezitten, een aange- namen smaak hebben en den eetlust gaande houden, zijn de beste. Doch geen enkel van onze dageljjksche voedingsmiddelen is op zich zelf in staat aan deze eischen te voldoen. We moeten ze das zóó vereenigen, dat aan het lichaam het benoodigde wordt toegevoerd. Die we aan de dieren ontleenen zijn rjjk aan eiwit en vet, doch arm aan zetmeel, die we van de planten bekomen daarentegen arm aan eiwit en vet, rjjk aan zetmeel. Al dadeljjk volgt biernit, dat een vermenging van beide noodzakeljjk is. Daar komt nog dit bjj. Terwjjl eiwit en vet, aan dieren ontleend, totaal verteerd en in 't bloed opgenomen wordt, verlaat een groot deel van het planteneiwit, wel 25 °/0, 500 ongebruikt het lichaamdat is alzoo een250 maal samenstelt, is men er nog niet. Wjj is het een jongen, dan zal hjj er lichter toe behoeven als toegift nog genotmiddelen en overgaan, om Boris in de orthodoxe kerk te specerjjenzout, suiker, peper, enz., koffie, doen opnemen. thee, wjjn en bier. Ze bevorderen de spijs vertering en prikkelen den smaak. Ten slotte nog dit ljjstje als proeve van doelmatige voeding, voor de Duitsche sol daten in den oorlog van 1870 vnorge- ïn schreven 750 schadepost, bjj de voeding wel in acht te nemen. Een uitzondering hierop maken de erwten en boonen, wier eiwit, evenals het dierljjk eiwit, volkomen verteerd wordt. Wildtn we ons uitsluitend roet plant- aardigen kost voeden, dan zouden we, om de noodige portie eiwit te krijgen, dageljjks een ongehoorde hoeveelheid tot ons nemen moeten, maag en darmen nutteloos vol proppen en storing in de spijsvertering ver oorzaken. De ervaring leert echter, dat planton voedsel onontbeerljjk is en dat uit sluitend dierljjk voedsel eveneens storingen veroorzaakt. Zoo b.v. ontstaat scheurbuik 30 60 500 gr. brood vleesch spek koffie. tabak of 5 sigaren bier. Eiwit. 45 gr. 100 4 Zetmeel. 375 gr. Vet. 50 gr. 240 Overigens beeft men een bewijs van dank baarheid aan Rusland gegeven, door op den sterfdag van tsaar Alexander III een plechti- gen lijkdienst te vieren, die ook door den vorst bijgewoond werd. de Over de gebeurtenissen in Tnrkjje zjjn nog allerlei geruchten in omloop. Zoo seint de correspondent van de «Köl- nische Zeitnngc van 10 Nov. uit Konstan- tiaopel: »Men beweert, dat de Armeniërs voornemens zjjn weer eene betooging te i houden. De toestand schjjnt zeer ernstig. De j gezanten hebben den Armenischen patriarch den raad gegeven om te doen, wat in zjjn 149 gr. 375 gr. 290 gr. vermogen is, om de gemoederen tot kalmte te brengen. In eenige wjj ken der stad heb ben de Christenen reeds maatregelen ge nomen om zich in geval van nood te kunnen Uuitenland. In Bulgarije is men nog altjjd in het onzekere, wat er met den kleinen Boris ge- i beuren zal, of hjj opgevoed zal worden in verdedigen.* Te Misburg in Hannover spreekt de be de orthodoxe leer, dan wel blijven zal in den volking sedert Maandag jl. met ontzetting j schoot der katholieke kerk. Bjj de opening over een vreeseljjk drama, dat aldaar is af- 'van het Sobranje werd er beweerd, dat gespeeld. In een cementfabriek werkte een alleen uit gebrek aan plantaardigen kost. j Stoïlow gedreigd had met zjjn ontslag, wan-zekere Kiekebusch als stoker. Daar hjj een De doelmatigste combinatie is die, waarin neer vorst Ferdinand niet bjj de opening hartkwaal had, kon hjj sedert vier maanden twee derde van het benoodigde eiwit, dusder Kamer de plechtige verzekering gaf, dat meer werken en teerde hjj met zjjn 80 gram uit dierljjk voedsel bestaat, en zjjn eerstgeborene door den doop volgens gezin op een kleine ondersteuning uit een daarvan minstens de helft uit vleesch. den Griekschen ritus nauwer aan het Bul- particulier fonds, welk geld wekeljjks door Om nu den maaltijd te bereiden geve f gaarsche volk zou verbonden worden. Het zijne vronw werd gehaald. Terwjjl de vrouw men acht op onderstaande tabellen van gerucht is tegengesproken, maar zooveel is ^ot dat doel was uitgegaan, beroofde hjj eenige voedingsmiddelen, geran gschikt naar zeker, dat de troonrede met geen enkel woord zBn vier kindereu, twee jongens en twee hun bestanddeelen. Op elke 100 gram bevat: van dien overgang melding maakte. Thans meisjes van één tot negen jaar, door op- Eiwit. Vet. I wordt weer verzekerd, dat die doop in Januari hanging van het leven. 20 gram 10 gram zal plaats hebben, maar er wordt niet aan -pe Layrac (Frankrjjk) kreeg een vrouw herinnerd, dat vorst ferdinand, zelf een vari gg jaar een beroerte; zjj viel en be- I trouwe zoon der Roomsche kerk, rekening meerde zich ernstig aaD het hoofd, waaruit te houden heeft met zjjn gansche familie en ]jej bloed, stroomde. Drie katten, door den met den paus, die nooit zjjn toestemming reuk van bet bloed gelokt, vielen de weer geven zal. Een groot deel der Bulgaren achtj looze vrouw aan en aten een deel van het echter dien overgang van het uiterste ge- gelaat, den hals en de schouders op. Men wicht, omdat daardoor aan Rusland getoond V0Q(1 de yrouw dood) en aaa de uitdrukking wordt, hoezeer men prjjs stelt op zjjn vriend- 0p }jaar gelaat kon men merken, dat zjj schap. De zending naar Petersburg is slechts nog leefde terw^ de katteü aan het 8mallen te beschouwen als een eersten pas op den j waren j weg, die tot verzoening leidt. Daarbjj komt, dat de g.'isoleerde positie van BulgarjjeTe Chindvare (Bengalen) is een echtpaar Rundvleesch Varkensvleesch Spek Bloedworst Leverworst Stokvisch Boter Kaas Eieren Corned-beef 19 1.5 11 43 13 34 Wittebrood Roggebrood Boonen Erwten üijst Griesmeel Spinazie Bloemkool Wanneer 6 96 11 85 52 47 55 77 70 6 5 men nu groote herwaren meebrengt roor het land, geresteerd, dot door den verkoop van ver- zoodat het wasrljjk niet is, om Ferdinand yalsch' me«' b»na de balye "tad had Ter" enzyn vrouw onaangenaam te zjjn, dat men «iftiSd- Er «"'tond een epldemie, die op bljjtt aandringen op die conoesaie aan Bus- geleek ea yeIe «""«"en, deed vlochten, land. Waarschijnlijk denkt Ferdinand, dat De Pnlilie ontdekte de zaak, doordien de 'de toekomst hem helpen zal. Binnenkort meelhandelaar van de paniek gebrmk maakte, uit deze tabel zjjn schenkt zijn vronw hem een tweede kindi om' teSen 'Po'Pm»". van alles te koppen. ze een paar onverschillige woorden tot haar, die zooveel zeggen wilden als: ik weet er alles van, ofschoon niemand ket weten mag en ik zou u met woorden gelukwenschen indien 't niet verboden was, maar nadat ze dit stilzwijgend gezegd hadden, maakten ze zich uit de voeten. Met zoo'n meisje, meende ze, viel niet veel te praten, anders zou het den schjjn hebben rlsof men zich voor den heer hield, met wien ze eerst nog kennis moest maken en dan kreeg men 't met den verloofde aan den stok. Mee haar was niets aan te vangen, dus wendden ze zich liever tot de anderen. Dat had het voordeel dat Liesbet buiten mededinging gesteld en het aanbod met één verminderd werd. En nu kwam Von Di-yner in zijn kracht. Vooreerst werden de jongelieden gescheiden van de ouderen. De overste, de heer Gernop en twee oudere heeren werden in de binnen kamer geschoven en of ze wilden of niet aan een kaarlje gezet. De oude Mevrouw Koolstein, de dikke vrouw van den overste, die een hoofd langer was dan haar man, werden aan de whisttafel getroond met de vrouw van den landraad Stickvoet en Mevr. Van Gillestow. Mevrouw Gernop had zich met het oog op haar plichten als gastvrouw verontschuldigd. De jongelui bleven intusschen buiten en beraadslaagden wat gespeeld worden zou. Om het groote gasperk stonden zware boomen, dia uitlokten tot «kamertje ver huren.* Elke boom kreeg zjjn man. Een, door 't lot aan te wjjzen, werd midden in geplaatst en moest nu terwijl de anderen wisselden, een boom zien machtig te worden, waarop de bedrogene in 't midden moest plaats nemen. Het lot viel op Fips, een der radijsjes, die daarover zeer bedroefd was, want nadat het spel begonnen was, bleken telkens haar beentjes te kort om een boom beet te krijgen, zoo'lat men haar hartelijk uitlaehte. Daarop offerde Von Deyner zich op en liet haar de gelegenheid zijn boom te pakken, want bedroefde gezichten wilde bij in geen geval zien. Nu was ze gelukkig. Ritmeester Graat VVesterbrants boom stond naast dien der dikke Ada en zoo kwam het dat die beiden dikwjjls van plaats ver wisselden en een gesprek aanknoopten. «Hoe komt het toch dat men u in Zeven- baeh nimimr ontmoet heeft,* vroeg Wes- terbraut. «Mjjn ouders hadden da>ir iets op tegen,* antwoordde zij en verzweeg wijselijk dat ze vijf jaren geleden een casinobal bijgewoond had; toen was ze echter slank en mager en de graaf nog niet bij 't regiment. De ritmeester beschouwde met een oog van welgevallen haar gevulde gestalte en scheen te vragen: «hoe is 't niogeljjk dat zulk een bloem een half uur gaans van Zevenbach bloeit, zonder dat ik het ooit bemerkt beb,« en bij begon zich zeer voor Ada te interesseeren. Hij verliet zijn boom niet meer, maar legde de handen op den rug en begon met dikke Ada een praatje, zooals hjj 't gaarne deed, zonder doel, op goed geluk af. «Ja, 't bevalt mij bier uitstekend. Die stilte op 't land, deze kalmte en die groote, schoone tain, man mag wel zeggen park. Dat is juist iets naar mjju smaak. Zoo heb ik 't ook thuis. Ik bezit nul. een landgoed. Altmark, precies zoo als hier, ook e.?n park van denzelfden aanleg. Want weet u, juffrouw, eeuwig bljjf ik toeh niet in dienst. Ik ben pas dit jaar ritmeester geworden en misschien bljjf ik 't nog een paar jaar, maar dan ga ik en niet te laat, voor ik majoor word althans, daar ritmeester veel mooier klinkt. Daaruit hoort men terstond den kavallerist. Ja, als ik getrouwd was, dan wist ik wel wat ik deed, dan nam ik dadeljjk ontslag maar weet u, zoo alleen op een landgoed zitten neen Hij zweeg, zich wiegende in toekomst- droomen. Het allerliefst had Ada hem ter stond gezegd, dat ze meegaan wilde, als hij slechts toestemde, want die groote, hupsche officier met den langen knevel beviel haar uitmuntend. Maar dat ging niet. Hebt ge dan geen eerzucht, graaf Wester- brant?* vroeg ze schuchter. «Eerzucht? Geen spoor, geen i le<?,« ant woordde hij en lachte, «dat begrijpt ge zeker niet in een man?* «O ja «Maar 't bevalt u toch niet?* Zijn toon klonk angstig en hij zag haar bezorgd aan, doch Ada lachte. »lk mag het integendeel zeer graag, ik vind het zeer goed.* Hij kon het ternauwernood gelooven, want tot dezen oogenblik had hij altjjd de vrouwen beschouwd als zoovele sporen om de mannen aan te drjjven, verder te dienen en het tot excellentie te brengen. En daur ontdekte hjj nu plotseling eeu jong meisje, dat van geen eerzucht wet^n wilde. Toen nu Ada er bij voegde: «waartoe eerzucht? Het leven is toch immers zoo schoon,* was hij buiten zichzrivea van geluk. Hjj verliet zijn boom, t>iug op de dikke Ada toe, zette zich kaarsrecht voor haar en riep in de vreugde zjjns harten: «donnerwetter, wjj zjjn 't eens Hij wilde nog verder spreken, doch een algemeen gelach maakte er hem opmerkzaam op dat zijn boom, gedurende zjjn korte af wezigheid, door een ander ingenomen was en hjj nu iu 't midden moest. Het radijsje (Jlara had reeds geruiraen tjjd radeloos daar gestaan en den een met den ander zien ruilen, zonder dat 't haar gelukt was iemand voor te zjjn, want ook haar beentjss waren te kort. Nu had ze des ritmeesters plaats ingenomen. 1 i Luitenant Von Deyner was woedend. Hij had 't onderhoudend gesprek tusschen VVes- j terbraut en de dikke Ada gadegeslagen en 'daar had nu de eene tweeling alles bedorven voor hem en haar eigen zus er. Gelukkig D werd 't spel afgebroken doordat 'd avond maal opgedragen was en de gasten aan den disch genoodigd werden. «Hebt u de luitjes plaatsen aangewezen, mjjnheer,* vroeg Deyner aan den heer j Gernop. «Neen, mjjn waarde, en ik denk ook niet dat dit noodig is,antwoordde deze in een goeden luuu, daar hjj bij 't spel gewonnen en in de vreugde daarover het geluk zjjner zeven dochters uit het oog verloren had. I - Wordt vervolgd*!

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1895 | | pagina 1