Bel Land van Neusden en Vltena, de Langstraat en de Bomnielenvaard.
Van den Boom der Kennis.
KERSTNACHT.
FEUILLETON.
Uitgever: L.. J. YELJELtiMAN, Heusden.
M 1466.
DINSDAG 24 DEC.
1895,
VOOR
„VREDE OP AARDE!"
Buitenland.
(20
EIIWIIIAD
O
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
franco per post zonder prjjs vei hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7% ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjj dagavond
ingewacht.
Met uitgespreide vleugels
Omzweeft met macht'ge slagen
Een reuzengroote raaf
De wentelende aarde.
Met gouden stralenbundels
Begroet haar de morgen in 't westen,
Met purper omzoomt de avond
Haar zwart gevedert.
Tusschen ondergang en opkomst
Torst ze op haar rug
De Koningin der Nacht.
Eenzaam troont ze in somber zwijgen;
Uit zwarte lokken straalt de diadeem
Van Orion.
Het denkend hoofd gebogen,
Schouwt ze neer op de eindelooze ellende,
Waaronder nog immer gebukt gaat
De wentelende, oude aarde.
En 's morgens toont de dauw de tranen,
Door moeder Nacht geweend,
Wjjl haar sluier niet omhullen,
Haar scepter niet verbannen kon
Alle zorgen en kwalen der menschen,
Die tot huar steunden om hulp.
Doch eenmaal in 't jaar vervult jubel heur
[hart;
Dan draagt ze met de Engelenkoren
Een hel lichtende sterre,
Rondom de duistere aarde.
Klokken verkonden Van dorp tot dorp,
Van land tot land, van Oost tot West,
De bigde boodschap.
Heilige ontroering wekt ze in de harten
Van Rjjken en Armen.
»Want Hjj is geboren,
De Vorst der volken,
De Koning der liefde,
De Trooster der harten,
De Hulpe der zwakken,
De Vriend der kind'ren!*
Nu juichen de heem'len,
Nu jub'len de menschen
Christus gekomen
Vrede op aarde!
Voor rijken en armen,
Voor bigden en droeven,
Voor grooten en kleenen,
Voor alle schepselen,
Gods welbehagen!*
Het was Kerstavond. Reeds daalde de
schemering; nevelig duister omhulde tuinen
en velden. Ik zat met de kinderen aan 't
raam. De Kerstgeschiedenis had ik ze ver
teld, ze wilden nu ook de engelen aan den
hemel zien. Doch de sterren hielden zich
schuil achter den wolkensluier en langzaam
viel de sneeuw in steeds dichter vlokken
n^der.
Het was geheel donker geworden. De
kleinen werden ongeduldig en verlangden
nog meer. Opgewekt door de poëzie van
het uur, steeg ik af in 't land der droomen
en vertelde sprookjes. Daar was Sneeuwwitje,
door de stiefmoeder verdreven, beschut door
de zeven dwergen. Doch de stiefmoeder, in
gelicht door haar spiegel, staat door allerlei
middelen haar naar 't leven't laatst door
den vergiftigden appel, beerljjk schoon om
te zien, maar noodlottig in de uitwerking.
En éénoogje, tweeoogje, drieoogje duiken
op in het midden van 't woud. Vóór hen
een scboone appelboom met zilveren bladeren
en gouden vruchtentoebehoorende aan
tweeoogje; hg was ontloken uit de inge
wanden harer geit, die door haar njjdige
zusters gedood was.
Hoe toch het leed in alle sprookjes t-rug-
keert. Daar staat een zusje en weent onder
den boom om haar broertje, dat door een
booze stiefmoeder gedood is. 's Morgens had
de moeder haar een appel geschonken en
tot het broertje gezegd: haal er maar een
uit de kist. Maar toen hjj het zware deksel
geopend had en bukte sloeg de moeder de
kist toe en zjjn hoofdje rolde tusschen de
roode appels.
Een gedachte stijgt in mij op. Het leed
overal wordt het door een appel te voor-
schjjn geroepen. Moet dan de appel overal
ongeluk brengen? Waarom?
Magnetisch hechten zich de gedachten
aan dezen nieuwen draad, die zich terug
trekt, eeuwen ver. De geboorte van 't menseh-
dom stjjgt voor me op, ik zie het paradijs.
Eva staat onder den appelboom, de ver- 1
boden vrucht in de handde slang ritselt
tusschen het loof. De avondwind vaart door
't geboomte vloektoont het door de
duidelijke vorm.
En dan komt me ook die oude geschie-
Zoo speelt dan de appel, ook in de sprook- denis in de gedachten, die in den tempel
jeswereld zjjn noodlottige rol en tot in het van Diana speelt. De priesteres, die een
verre Oosten vertelt het volk van Aladins minnaar heeft afgewezen, is bezig het dage
drie gouden appels, die hjj uit het geheim ljjksehe offer te brengen, terwjjl een met
gewelf haalt en die hem groot ongeluk een liefdeseed beechreven appel in het heilig-
breDgen.
Vorschend gaan de gedachten verder.
Mythologie en sage weten van velerlei on
dom geworpen wordt. De priesteres neemt
hem op, leest de noodlottige woorden met
luide stem een eed in den tempel uitge-
heil te verhalen, door den appel in 't leven sproken, mag niet gebroken worden ze is
geroepen. Daar treedt Willem Teil op dengebonden, moet haar minnaar volgen en
voorgrond, die door het schot op den appelruilt stil geluk met groot harteleed.
van het hoofd zjjns kinds niet slechts eenEen rilling overviel mij. Mjjne oogen
zeer bedenkelgk gebrek aan vaderliefde toont, staarden in 't donker. Overal zag ik de hand
maar zich vernedert tot een listig-laffen der wrekende, vertoornde godheid, overal
tirannenknecht. f schuld en straf.
Ook in de Grieksche sage treedt de appel j Plotseling omgaf mjj een helle lichtglans,
op. In den tuin der Hesperiden staat de lik ontwaakte als uit een zwaren droom,
wonderboom, aan Hera als huweljjksge- De vleugeldeuren zjjn wjjd geopend en de
schenk gebracht. Goud zjjn de bladeren, kinderen zingen
twijgen en vruchten. Liefeljjke nimfen, dei »Dit is de dag, dien God ons schenkt.*
Hesperiden, verzorgen den boom, doch de] Maar wat is dat? Uit de groene twjjgen
gouden vruchten verleiden ze tot snoepzucht j van den verlichten kerstboom stralen mjj
en tot straf wordt aan Atlas de bewaking,tegen appelen, roode en gouden appelen
dag en nacht opgedragen. Deze, eenmaal!Ook hier vloek, ook hier verderf?
door Perseus, van een verre reis terug- j Maar neen, hoor maar
komende, om een onderkomen verzocht,! >Eere zij God in den hooge!
weigert dit omdat hjj de appelen niet ver
laten mag en wordt voor dat verzuim in
een rots veranderd.
»In de mensehen een welbehagen!*
Door Christus is uit den dood het leven
voortgekomen, de straf tot zaligheid, de
Hercules verschijnt, list en bedrog zjjn'vloek tot zegen geworden. Nu geen njjd
niet meer uiteen te houden. Atlas wil hemmeer tusschen broeders en zusters, geen
den last des hemelsgewelfs, dien hjj torsenoorlog tusschen de volken der aarde, geen
moet, op de schouders laden en biedt hem 1 twist tusschen echtgenooten, nu alom
de appels der Hesperiden aan. Hercules
gaat schjjnbaar op dit voorstel in, Atlas
brengt hem de appelen, doch terwjjl deze
den last een oogenblik van hem overneemt,
maakt hjj zich ijlings uit de voeten, de kost-
bare appelen meenemend. j
MUMWMK WIIW«W«<BSrHWIWIIIII I* 4
De Turksche troepen hebben Zeitoun, de
stad, waar de weerspannige Armeniërs zich
xj, 1.1. i i vi .hebben verschanst, omsingeld en zjjn tot
En Atalanta, de jonkvrouweljjke jagenn, j s
EEN VROOL1JKE GESCHIEDENIS,
Naar het Duitsch
VAN
GEORG BARON VAN OMPTEDA.
Leeljjk was hjj, zeer leeljjk, met zjjn
baardloos aangezicht, zjjn vergrjjsde haren,
die hem oud maakten en de bloedige lit-
teekens in den hals. Juist thans wendde hjj
't hoofd een weinig en de kloven kwamen
nog sterker uit clan gewoonljjk. Maar hjj
scheen goed te zjjn, hjj was vriendeljjk jegens
haar geweest toen niemand zich met baai-
bemoeide, hij had zich om haar bekefmmerd,
toen anderen haar in een hoek staan lieten.
Zjj gevoelde zich zeer tot hem aangetrokken,
niet uit meeljj, zooals ze zich wjjs maakte,
maar omdat bij meeljj met. haar gehad had.
Terwjjl ze zoo in gedachten zat, had ze
van 't dankgebed niets verstaan, en allen
stonden op en onder de klanken der regi-
ruentsmuziek verliet men 't kerkgebouw. De
heer Von Pellbtck bood haar weer den arm,
hjj was ernstig gestemd en sprak op den
terugtocht geen woord. Misschien dacht hjj
er aan, dat ook hjj spoedig voor 't altaar
treden zou.
Het onderhoud der gasten liep over de
rede des predikants.
lucht, vloekruischen de twjjgen. De rotsen
kaatsen den klank terug en duizendvoudig
klinkt de echovlo»k, vloek l
En verschrikkelijk is die vervuld. Het
paradjjs is omgeschapen in een kampplaats,
waarin het schreien der schepselen gehoord
wordt en hun zuchten om de verloren heer-
ljjkheid. Verstrooid zjjn de menschen, elkaar
vreemd geworden in zeden en taal. Doch
het luisterend oor verneemt daaruit een
klank, die aan de oude, gemeenzame wieg
herinnert. Door den appel heeft Eva den
vloek over de wereld gebracht: de her
innering daaraan is nergens geheel ver
vlogen, leeft overal voort in meer of minder
II
»Er waren schoone gedachten in,« zeide
baronnes Leers en de heer Gernop ant
woordde met een zekeren trots: »ik heb hem
de gedachtengang aangegeven
»Maar August, op z'n hoogst toch maar
de datums* riep zjjn vrouw achter hem.
»Nu ja, maar die zijn het geraamte van
't geheel,* antwoordde hjj ontstemd. Hjj
wilde zich niet voor het echtpaar Leers
blootgeven.
»Gewis« sprak de baronnes vriendeljjk,
»de predikant heeft slechts het hem ver
schafte materiaal verwerkt, precies zoo,
geljjk hjj als geesteljjke slechts op grond
der heilige schrift spreekt!*
Achteraan in den stoet liep Zundt I met
zijn radjjsje. »Hoe vondt ge de toespraak?*
Zjj blikte hem gelukkig aan. Roerend,*
antwoordde zjj.
>Een beetje te lang,* meende Zundt en
Clara vroeg: waarom?*
»Ik kon al dien tjjd geen woord met u
spreken.*
Zjj glimlachte slechts. De jonge officier
keek voorzichtig om, eer hjj voortging: »ik
heb u nameljjk zooveel te zeggen.*
Clara's hart sloeg hoorbaar, maar ze ge
voelde op eenmaal zoo'n ongehoorde angst
voor 't geen er op volgen zou, dat ze g>ten
woord durfde uiten, zoodat ook hjj den moed
verloor en zweeg. Toen ze nu zoo stom nevens
'elkaar liepen, was ze boos op zich zelf, maar
de goede gelegenheid was nu eenmaal voorbij,
want Zundt I kracht geen syllabe meer over
i de lippeD.
Ook Fips en Zundertje hadden elkaar
niets te zeggen. Hjj was een weinig ver
werd zjj niet door den jongeling Hyppo-
menes alleen daardoor in den wedloop over
wonnen, doordat hjj haar listig drie gouden
appelen voor de voeten wierp?
Peleus, koning van Thessalie, viert bruiloft
met de bekoorljjke Thetis. Alle goden zjjn
genoodigd, behalve Eris, de godin der twee
dracht. Toch brengt deze haar geschenk:
een gouden appel, met het opschrift i aan
de schoonste. Daar komen de hartstochten
den aanval overgegaan. Te Konstantinopel
werd reeds verteld, dat de stad reeds was
veroverd.
Bjj voorbaat hebben de Engelsche en
Duitsche gezanten den Sultan den raad ge
geven, niet al te streng tegen de Armeniërs
in dit district op te treden. Dezen raad op
te volgen, is zeker zeer moeieljjk, indien
het althans waar is, wat de Porte beweert,
dat de Armeniërs alle Turksche soldaten,
j. die zich in Zeitoun bevonden, behoudens
loselke godin maakt er aanspraak op.
rr j j j r, eenige hoofd-officieren, hebben afgemaakt.
Zeus draagt den herder Paris op uitspraak j e
te doen en Aphrodite is de gelukkige. Van j President Cleveland heeft aan den Senaat
dat oogenblik heerscht eeuwige vjjandschap van de Vereenigde Staten toegezonden het
onder de goden op den Hympus en wordt rapport, uitgebracht door den gezant te
een langdurige en bloedige oorlog begonnen. Konstantinopel Terrel. Deze beweert daarin, heer Cleveland zou Engeland de handschoen
dat hjj geen hoop heeft dat het aan den
gemeen8chappeljjken invloed van de Euro-
peesche mogendheden zal gelukken, de bloed
baden in Turkjje te verhinderen.
De Russische pers begint zich thans ook
over het geschil tusschen Engeland en de
Vereenigde Staten uit te laten, ten minste
gedeelteljjk. Het »Journal de St. Péters-
bourg,* dat dikwjjls officieuse meedeelingen
bevat, zwjjgt nog, maar het »Nówoje
Wrémja* zegt: Mocht het komen tot een
oorlog tusschen de Vereenigde Staten en
Engeland, dan zal het laatstgenoemde hebben
te strjjden met buiten- en binnenlandsche
vgandenwant het is hoogst onwaarschjjn-
ljjk dat de Ieren werkeloos zullen toekjjken
bjj den strjjd. In Turkjje en het verre oosten
zullen dan de Engelsche aangelegenheden
niet zoo gunstig staan als Engeland op
't oogenblik verlangt. Voor Groot-Britannië
zou het uur slaan van bittere afrekening
voor daden in 't verleden, waaraan de Engel-
schen zich schuldig hebben gemaakt omdat
ze vergaten dat voordeelen door arglist en
geweld verkregen, nooit duurzaam zjjn.
De »Birzjewyja Wédomosti* (Beurseou-
rant) vindt, dat er voor Engeland een eervol
middel bestaat om zich uit de zaak te redden
en dat is een votum van afkeuring tegen lord
Salisbury. Een nieuw Engelsch ministerie,
zegt het blad, zou in de gelegenheid zjjn,
de fout van Salisbury goed te maken.
j Zooals te verwachten was, heeft de Senaat
i te Washington het voorstel goedgekeurd
itot het benoemen van eene commissie, aaa
welke het onderzoek in zake het grens
geschil tusschen Engeland en Venezuela zal
worden opgedragen.
De openbare meening in de Vereenigde
Staten had zich te duideljjk uitgesproken
en president Cleveland's optreden tegen
Engeland vrjj algemeen goedgekeurd.
Met algemeene stemmen werd zjjn voorstel
aangenomen, zonder eenige wjjziging, zoodat
nu der regeering volmacht is verleend tot
het benoemen der commissie, welke zjj noodig
acht, om uit te maken, in hoever Engeland
in deze kwestie in zjjn recht is.
Do heer Vanderbilt, de Amerikaansche
spoorweg-Koning, die te Parijs vertoeft, werd
daar geïnterviewd door een redacteur van
de »Soir.«
»Wjj geven geen duim toe* zeide
deze »wjj zullen beginnen met al onze
havens voor de Engelschen te sluiten. De
legen, want 's morgens had hjj met zjjn
broeder een langdurig onderhoud gehad,
aan welks eind Zundt I kort en goed ver
klaard had Clara te zullen vragen, terwjjl
hijzelf niet voor Pips besluiten kon. Hjj
was van een wankelende natuur m werd
voortdurend heen en weer geslingerd. De
stap scheen hem zoo gewichtig dat hjj van
alle zjjden overlegd diende en nooit genoeg
bekeken kon worden. Theoretisch was
overtuigd dat Fips een goede vrouw voor
hem zjju zou, maar tot een besluit kon
hij wegens de vele bedenkingen niet komen.
Vóór alles was de finautieele zijde niet
licht te schatten. Zjj waren geen van beide
in staat een vrouw zonder geld to huwen
en de heer Gernop was op dat stuk niet
geheel te vertrouwen. Dat moest dus eerst
vaststaan, meende Zundertje, eer hij verdere
stappen ondernemen kon.
Het gezelschap kwam in de voorzaal, een
groote hal, thans tot eetkamer ingericht,
samen en er werd terstond opgedischt. In
't eerst wilde 't gesprek niet recht op gang
komen, de borden klepperden in de onge
oefende handen der gehuurde boerenknechts,
een enkele maal viel ook een vork op den
grond, maar 't bleef stil, de stemming wilde
nog niet komen, totdat zich de predikant
verhief om een toost op het jonge bruids
paar uit te brengen.
Hjj sprak zeer lang en zeer langzaam en
bewogen daarvan, dat hjj de jonge vrouw
bjj haar intree in 't leven zelf gedoopt,
haar la Ier ingezegend en nu ook gehuwd
bad. En de waardige oude man was der
mate geroerd over zjjn eigen woorden, dat
moerassen
een
hjj plotseling moest ophouden. Nu trad een j »In de Poutinische
lange pauze in. De gasten blikten van hun prachtig idee
bord naar den prediker en zagen hem vragend j Clara wierp Zundt I een smeekenden blik
aan, wat er nu eigenlijk gebeuren zou. Dochtoe, waarop deze zich terstond tot zjjn regi-
de man was nog niet tot zichzelf gekomen, i mentskameraad wenddewaarom wilt ge
Laten we eenvoudig aanstooten!* sloeg deze dame toch voortdurend plagen, Heidrich?
Egon voor en reeds hieven de luitenants
aan het benedeneind der tafel de glazen, toen
de redenaar eindeljjk kon voortgaan en zjjn
Hjj ontving echter geen antwoord, want
baron Leers had zich verheven om als oudste
bloedverwant de jonge vrouw in de familie
toost ten einde brengen, wat een algemeenwelkom te heeten. De toost was kort, flink
gejubel teweegbracht. schoon van vorm en toch zeer harteljjk. Ze
Nu was de gedruktheid voorbij en kwam verwierf een drievoudig »hoeh.«
het onderhoud op gang. Dit was zoo vlug in zjjn werk gegaan
»Waar zal de huweljjksreis heengaan?* dat de heer Von Pellbeck niet laten kon
vroeg luitenant Heidrich en Egon ant-tot Bertha te zeggen»ik kan die laug-
woordde als a.s. zwager, voordanser, feest- j dradige tafelredevoeringen niet Ijjden. Üeze
organisator des huizes: »dat is nog een was naar rnjjn smaak. Hoogstens twee
geheim
»Waar zullen wjj na de bruiloft heen
reizen?* wilde nu Zundt I van zjjn radjjsje
weten.
t Clara talmde een oogenblik en zei toen
zacht: >naar Italië!*
>In den zomer?*
j >Dan naar Rome!*
>Maar Rome ligt ook in Italë!* merkte
spottend haar oude vijand HeyJrick ua.»i,
die 't gehoord had.
>Gw begrjjpt zeer goed, wat ik bedoel,
ik meen in een stad. Ia de marmeren
'paleizen van Rome is het toch koel!« ant
woordde zg geërgerd. Maar ook daarmee
had ze geen geluk, want, zei bij, 'c is zeer
twjjfelaehtig of ze nu juist te Rome in een
marmeren paleis wonen wilde. »Nu,< zei
ze, zich niet gevangen gevende, »d«u gaau I hebben,
we op het land in de nabjjheid!*
minuten, dan moet alles gezegd zijn, anders
wordt ze vervelend. Wat men op het hart
heeft, kan men in twee minuten, naar ik
meen, genoegelijk zeggen.*
Nauwelijks had hg dit gezegd of de tafel
bel klonk luid en de heer Gernop verhief
zich, wischte zich nog eens heftig den witten
knovel, met gele strepen van 't rooken, wierp
zijn servet achter zioh, kuchte e n paar maal
bovenmate luid en blikte den kring rond. Hg
wachtte tot alle gesprekken gestaakt waren
ei* allen zich in postuur gezet hadden om
hem aan te hooren. Toen hjj meende gehoor
te zulleu viudeu, hief hg 'c hoofd op ea
wilde vau wal steken. Zgn vrouw had in-
tusschen den dienaars een wenk gegeveu na
ieege of huifleege glazen te vullen, op Jat
ieder bg deze hoofdloost zou te drinken
Wordt