Het Land van üeusden en Altena, de Langstraat en de Boinmelenvaard.
M 1489.
FEUILLETON.
Uit gebrek aan bewjjs
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 23 MEI.
1896.
Dit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën vrerden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
>De taal alleen is gansch het volk,« zoo
luidt een wel wat bombastisch gezegde, dat
wjj op geregelde tjjden te hoortn krijgen,
als het bekende taal- en letterkundig con
gres, dat Nederlanders en Belgen, broederlijk
rereenigt, wordt opgehouden.
Gelgk men geen congres hoort openen,
waarbjj niet altjjd weer opnieuw verzekerd
wordt
>Oude veeten
Zijn vergeten,
zoo gaat er ook geen congres van Neder
landers en Vlaamsche Belgen voorbjj, of het
wordt plechtig afgekondigd: >de taal alleen
is ganseh het volk.*
Nu, het kan geen kwaad, dat men van
tjjd tot tjjd zegt, dat men a an oude veeten
niet langer denken wil, want daar is wer-
keljjk zoo heel veel niet noodig om de oude
veeten weer op te rakelen. Ik weet ten minste
wel, dat velen hier in 't land voor een maand
of wat erg uit hun humeur waren tegen
België, dat zjjn grenzen voor ons brave vee
dicht gesloten hield en daarbjj dat vso be
tichtte van allerlei ongerechtigheid. Hier
en daar kwam de oude veete aan het licht
en bleek dus eigelyk nog niet zoo ge
heel vergeten, als bij het drinken van den
schuimenden eerewjjn by een congresopening
verzekerd wordt.
Nu, bjj die congressen hooren wjj ook,
en even geregeld: »de taal alleen is gansch
het volk.« Men moet by dergelijke klinkende
zinnen niet al te veel naar de juiste be-
teskenis vragen, want de taal is geen volk,
evenmin als een volk de taal is. Maar wel
vereenigt de taal eea volk en wjj spreken
daarom, ook al weer een beetje wonderljjk,
van de »dietsche tale, die den dietschen
volkstam vereenigd houdt.* Wat er in elk
geval in verzekerd wordt is, dat de taal
voor een volk een kostbaar bezit is, dat
niet genoeg gewaardeerd en in eere gehouden
kan worden. Als men ziet, hoe geannexeerde
volken als Polen en Elzas-Lotharingen zich
vastklampen aan de oude moedertaal, in
plaats van die prys te geven voor die van
den veroveraar, dan zegt mende taal houdt
het volk byeen, even als de godsdienstige
belijdenis dat doet. Leve de taal
Maar nu is het esn niet heel opwekkende
gedachte, dat wjj, bjj al onze coagrestoasten
zoo wonderljjk met onze taal omspringen.
CHARLOTTE BRAEME.
(37
Zooals altjjd in Londen wanneer een
straat half versperd is, verzamelde zich een
groot aantal menschen en het middelpunt
daarvan was de schoone, voorname dame
in haar rjjtuig. En tusschen al die mannen
•n vrouwen, al die havelooze menschen en
kinderen met wjjdstarende, verwonderde
oogen, kwam eensklaps een man, niet jong
en niet oud, maar blykbaar iemand die aan
den drank was, met waterige oogen en
bevende handen, slordig en morsig, met een
stompje pjjp in den mond. Hjj keek niet
naar hst rjjtuig maar vroeg aan een man
naast kern:
»Wat is er te doen?*
«Ken gaspjjp gesprongen, maar de rjj-
tuigen kunnen er spoedig weder door.*
Bjj het woord rjjtuig zag de man met de
pjjp daarheen en zjjn oog bleef er op ge-
vestigd en meer en meer verwonderd zag
het naar de voorname dame.
>Ik ken haar,* mompelde hjj, «zjj is uit
iden dood opgestaan. Ik zou haar zelfs her
kend hebben op den jongsten dag.*
Een kind uit de menigte schreide en de
voorname dame zag het vriendelyk en
medeljjdend aan.
Van jaar tot jaar haast erger. Met onze
spelling staan wjj op een heel gespannen
voet, en onze ingeboren vrjjheidszin speelt
ons daarbjj wonderljjke parten. Ieder doet
op dat punt, wat hjj wil. Siegenbeek ligt
vrjj wel achter de baDk. Bilderdjjk wordt
door De Vrie3 en te Winkel tot betere
consequentie doorgevoerd. De Nieuwe Gids-
mannen berjjden hun eigen spellingspaard
en Kollewjjn komt al weder met een andere
spelling voor den dag. Wjj leven zoo anar
chistisch mogelyk op dat gebied en indien
iemand een fout in zjja brieven of offieieele
stukken maakt wat volstrekt geen zeld
zaamheid is dan kan hjj met een ernstig
hoofdschudden zeggen: ik volg mijn eigen
spelling. Ik moet zeggen, dat dit al een
heel leeljjk ding voor een taal is, al moet
ik er bij bekennen, dat die verdeelde spelling
een vrjj trouw beeld vertoont van het tamely k
wèl verdeelde volk. Zoo is de taal het volk
En hoe leven wjj behalve met de spelling
en de schrjjffouten met de taal zelf? Ik
hoor zelf ga ik zelden meer op reis
dat onze spoorwegen voor binnenlandsche
rondreisbiljetten de Hoogduitsche taal ge
bruiken, even als die spoorwegen ons er toe
brengen zullen onzen ouden natuurljjken
tjjd prys te geven en den echten middag
van zjjn oude plaats te halen. Wat moet
een vreemdeling wal denken van een volk,
dat zoo duideljjk met zijn minachting voor
zjjn eigen taal te koop loopt? Wjj maken
het waarlyk den vreemdeling in ons kleine
land gemakkeljjk genoeg, al radbraken wij
dan ook soms erbarmeljjk zijn taal.
Is de taal een vereenigingspunt voor
gansch het volk, houden wjj dan toch die
taal in eere, in plaats van er op allerlei
manier in om te knoeien of haar op zij te
schuiven, ter wille van den vreemde.
Buitenland.
De dood van aartshertog Carl Ludwig
zou zeker niet zooveel opzien maken als de
overledene niet zoo nabjj den troon gestaan
had. Als 's Keizers oudste broeder was hjj,
na het verdwjjnen van kroonprins Rudolf
van het wereldtooneel, de troonopvolger.
Wel is waar heette het dat, als de kroon
vacant zou worden, de overledene haar
I wegens zjjn gevorderden leeftyd zou afstaan
en aan jongere handen toevertrouwen, op
het voorbeeld van zijn vader Frans Carl, die
in het stormachtige jaar 1848 ten behoeve
van Franz Josef afstand deed; maar zjj die
zoo redeneeren vergeten dat de aartshertog
'«JQgBBIMMWBWWWWWBWBMWWBBWWiWBMWMBBWBWBMBB—H—WIWW'IIWI33I«
«Nooit zag ik haar zoo, nooit zag ik
haar lachen,* mompelde de man. «Ik zag
haar wantrouwend en bedroefd, veront
waardigd en trotsch, bleek en rampzalig,
het schavot nabjj, maar nooit zag ik haar
lachen. Ja, ik zou haar herkennen, al was
het dertig jaar nadat men zei, dat zij
dood W88.«
Daar reed het rjjtuig een eind voort, de
man liep mede en toevallig ontmoetten de
oogen der voorname dame de zjjne. Zjj
huiverde van afkeer over dat verloopen
uiterljjk van den haveloozen dronkaard,
maar gaf geen enkel bljjk dat zjj hem kende.
«Zjj is het*, mompelde hjj, >al herkent
niemand haar, ik doe het, al vermomde zjj
zich, nog zou ik haar herkennen. En men
zei dat zjj dood was; missehien heeft zjj
zelve dat praatje uitgestrooid. Zjj is te mooi
oai te sterven, vrouwen als Hester Blair
mogen niet sterven.*
Toen reed het rjjtuig voort, maar lang
zaam, wunt het was vol in de straat. Da
man volgde het, tot het bleef staan voor
een grooten juwelierswinkel, en hjj haar
dien zag binnen gaan.
»Ik moet weten koe zjj zich thans noemt*,
mompelde hjj, «ik weet zeker dat zjj Hester
Blair is. Hoe komt zjj aan die equipage
en die prachtige paarden? Vroeger had zjj
geld, maar later heeft zij dat nooit opge
vorderd. Neem mjj niet kwaljjk, mjjnheer,*
zoo sprak hjj den palfrenier die bjj het
portier stond, aan, vroeger heb ik veel met
paarden omgegaan en ik ben er een goed
kenner van geweest, maar zulke prachtige
beesten als deze zag ik nooit. Mag ik vragen
een zeer ambitiëuse gemalin had, de wils
krachtige en vroeger zeer schoone aarts
hertogin Maria Theresia, uit het Huis van
Braganza.
Muar die quaestie is nu uit den weg ge
ruimd, want aartshertog Franz Ferdinand
van Este, oudste zoon van Carl Ludwig uit
zjjn huwelijk met de prinses van Napels, is
thans troonopvolger. Of hjj den troon echter
ooit bestygen zal? Waarschijnlijk niet, want
hy Ijjdt aan tering, en zjjn leven wordt met
even veel kunst- en vliegwerk aan den gang
gehouden als dat van den Russischen kroon
prins.
Naar menschelijke berekening zal dus
Ferdinand's broeder, aartshertog Otto, een
maal keizer Franz Josef opvolgen. Hjj is in
1865 geboren, gehuwd met prinses Josefa
van Saksen en heeft twee zoons. Hjj is de
knapste van uiterljjk en de krachtigste onder
de jongere Habsburgers, die meest allen
zwak van gestel zgn. Maar overigens weet
men niet veel meer van Otto, dan dat hy
in het geheel niet opgevoed is voor de uiterst
moeiljjke waardigheid van kei/er. Daaren
boven doen er van hem verhalen de ronde
die niet heel gunstig voor zjjn karakter en
inborst getuigen.
Men heeft ook wel eens gemompeld van
een verandering der pragmatieke sanctie,
d. w z. van het erfrecht in het huis Habsburg,
ten gunste van 's Keizers dochter Maria
Valerie, die met haar neef Franz Salvator
gehuwd is. Maar daargelaten dat zulk een
verandering wel niet zonder protest van de
zjjde der belanghebbenden zou geschieden,
heeft die Franz Salvator ook aanleg voor
tering en moet hij zeer voorzichtig leven
opdat die ziekte zich niet bjj hem openbare.
Uit dat alles ziet men aan welke zwakke
en onzekere handen de monarchie zal toe
vertrouwd zjjn, als de Keizer eenmaal de
oogen sluit, en daarom is het voor het land
te hopen dat dit tjjdstip nog ver verwjjderd
moge zjjn.
De »Tiraes« bevat een verhaal, haar toe-
gezonden door Reuters correspondent te
Konstantinopel, over het vermoorden van
Christenen te Orfah in Mesopotamië, in
Octobar en December van het vorige jaar.
Wat te Saboen is voorgevallen, is, zegt
de schrijver, niet te vergeljjken bjj hetgaen
te Orfah heeft plaats gehad.
De bevolking van Orfah bedroeg in het
vorige jaar 65,000 zielen, waarvan 20,000
Armeniërs, 3000 a 4000 Jacobiten, Chaleërs,
aan wie zjj behoore»?*
Eenigszins gevleid door de onderdanigheid
van den spreker, antwoordde do palfrenier:
«Zjj behooren aan Lord Arden.*
«Arden?* hernam de ander. >Dien naam
ken ik niet.*
«Het is anders een der oudste en voor
naamste in Engeland.*
«En een rjjk man is hjj zeker om zulke
paarden ta hebben. En was die dame zjjn
vrouw?*
»Dat was Lady Arden,* antwoordde de
palfrenier thans wat kortaf, want hjj wilde
zich niet verder met den schooier inlaten.
>Nu, dan moet ik zeggen dat Lord Arden
de mooiste vrouw en de mooiste paarden
heeft, die ik ooit zug. Zonder nog te spreken
van zjjn palfrenier,* voegde hjj er met een
grjjns bjj.
»Dat komt van dat praatjes houden op
straat,* dacht de lakei.
Hjj had de grootste achting voor zjjn
meesteres. Zjj had gehoord dat hjj een ziek
broertje had, een zwak, wegkwjjnend knaapje
en zjj had het met weldaden overladen. Zy
had het aan de zeekust uitbesteed en daar
het geen moeder had, een vertrouwde ver
pleegster aangesteld. Menscheljjkerwjjze ge
sproken had zjj zjjn leven gered, en zjj
eindigde haar goed werk door hem naar
school te doen gaan en hem te doen op
leiden tot een nuttig lid der maatschappij.
Voor al die weldaden was de palfrenier uiter
mate dankbaar en hjj zoa alles voor zjjn
meesteres gedaan hebben. En toch had hjj
door dit korte antwoord aan den onbekende,
het noodlot boven het hoofd zjjner meesteres
Syrische katholieken, Grieksche katholieken,
Maroniten en Joden; de overigen zjjn Mo-
hamedanen, Turken, Koerden en Arabieren.
De eerste moorden hadden plaats 28 en
29 October 1895; daarna op 28 en 29
December en volgende dagen.
Op 27 October werd het Armenische
kwartier aangevallen, de Armeniërs verloren
daarbjj 27 personen, de Mohamedanen 5.
Het gepeupel begon daarna de winkels te
plunderen; 700 werden letterljjk leegge
haald; in 190 particuliere woningen werd
alles kort en klein geslagen. Het Armenische
kwartier werd belegerd; de toevoer van
water werd afgesneden, voedsel werd niet
binnengelaten, en zoo duurde dit beleg twee
maanden, tot 28 December, den grooten dag.
Het kwartier werd omsingeld door mili
tairen en bereden politF onder Nazif Pacha,
ondersteund door een groote menigte volks.
Trompetgeschal weerklonk en daarna storm
den allen het kwartier binnen. Ieder, die
hen tegen kwam, werd vermoord; de Ar
meniërs, die van wapenen ontbloot waren,
smeekten in naam van den «profeet* Jezus
genade voor hun vrouwen en kinderen, doch
niets baatte. Honderd jonge Armeniërs wer
den aan handen en voeten gebonden en op
den rug gelegd. Een sheikh ging onder
het opzeggen van verzen uit den Koran de
rjj langs en sneed de ongelukkigen een voor
eefi den hals af.
Tot zonsondergang bleef men moorden,
plunderen en branden. Toen weerklonk weer
trompetgeschal en allen trokken uit het
kwartier terug. Met het aanbreken van dea
dageraad begon de woeste horde wederom
haar arbeidtkans was het vooral gemunt
op de kathedraal, waar drie duizend per
sonen in doodsangst hun lot verbeidden.
Om half vier werd weer de trompet ge
blazen en bekend gemaakt, dat thans ge
noeg gemoord was. Het gepeupel verliet
het kwartier om gedurende de volgende drie
dagen de dooden te begraven. Er wordt
beweerd, dat 126 Armenische families totaal
zjjn uitgeroeidgeen vrouw, geen kind is
gespaard.
Volgens nauwkeurige onderzoekingen zjjn
28 en 29 December 8000 personen gedood,
van wie 2500 a 3000 in de kathedraal
vermoord zjjn. Het zal echter niet te ver
wonderen zjjn, als later bljjkt, dat minstens
10000 Armeniërs op deze beide verschrik-
keljjke dagen het leven hebben verloren.
Do Turksche regeering logenstraft
doen komen.
Toen Lady Arden den ju weiiers winkel
verliet en was weggereden, ging de man met
de pjjp een kroeg binnen, sloeg het adres
boek op, en vond wat hjj zochtLord Arden,
Arden House, Piccadilly.
XLI.
Lord Arden was bij zjjn vrouw in haar
boudoir gekomen en sprak over het Hofbal
van den vorigen avond. Zjj was vermoeid
en wilde niet beneden komen ontbjjten. Van
al de kamers had zjj deze het liefst, die haar
man zoo zorgvuldig en weelderig had laten
inrichten. In een lagen stoel zat zjj voor
het open venster, waardoor de heerljjke,
zoele Meilueht naar binnen drong. Naa3t
haar op een kleine tafel stond het sèvres
servies, waarop eens de oogen van Maria
Antoinette gestaard hadden, een schotel
druiven en een mot perziken, want Lady
Arden hield van fijne vruchten.
En onderwjjl «prak zjj gelukkig en op
gewekt met haar man. Het zou de laatste
maal zjjn, dat er goen schaduw tusschen
hen viel.
We*t ge waaraan ik denk, Leo?* vroeg zjj.
«Hoe kan ik dat weten, mjjn liefste?*
«Aan de seringen van Arden Towers.
Weet ge niet die paarse en witte seringen
bjj het hek bjj de rivier? Er waren reeds
knoppen toen wjj vertrokken en nu zullen
zjj wel in vollen bloei staan. Stel je eens
voor hoe de zon die heerljjke bloemen thans
1. dat te Konstantiaopel een opgewon
den toestand heerscht;
2. dat er vele Armeniërs en cadetten van
de militaire school in hechtenis zjjn genomen
3. dat er onlusten zjjn uitgebroken op
Kreta.
In het gansche rijk, verzekert de regeering
ten slotte, heerscht orde.
Men leest in het Handelsblad van Ant
werpen
RotterJam-Antwerpeu. Dat de werk
staking der Rotterdamsche bootwerkers ons
precies niet nadeelig is, zal iedereen begrjjpen.
Wjj meldden reeds gisteren dat twee of
drie ertsbooten die haven verlaten hadden,
om te Antwerpen te komen lossen.
Nog drie anderen, die rechtstreeks nit
Bilbao hier zullen bianenloopen, worden
verwacht.
De socialisten hebben gepoogd onze werk
lieden ook tot eene staking aan te zetten,
en hadden te dien einde gisterenavond, na
het eindigen van het werk, eene meeting
belegd op het pleintje voor het loodshuis.
Zjj hadden duizenden strooibriefkens ver
spreid.
Er was ten hoogste een 50tal aanwezigen
en de spreker, ziende dat bjj geen aantrek
had, verzocht de toehoorders met hunne
vrienden dezen morgen terug te komen.
En er waren ertien.
Neen het pakt hier niet. Laat ze te
Rotterdam maar staken.
Onlangs stierf te Greifswald de oudste
candidaat in de theologie van Duitschland
in den ouderdom van bijna 70 jaar. De over
ledene was bjjna zjjn geheele leven inge
schreven aan de theologische faculteit te
Greifswald, zonder dat bjj ooit aanvechtingen
gevoelde om examen te doen. Dit had zjjn
reden.
Een verre bloedverwant, een rjjk man,
had hem zyn vermogen nagelaten, op voor
waarde, dat hjj er de rente van kon genieten
zoolang hjj studeerde en zonder aan
stelling was. Later zou het vermogen aan
enkele stichtingen ten goede komen. De candi
daat was leep genoeg, tot aan zyn levensavond
te «studeeren!*
Te Monaco zyn twee lichte aardschokken
waargenomen.
Te Londen werd een man reroordeed tot
zes maanden dwangarbeid en f 6000 boete
wegens het leenen van geld tegen een rente
van 5 pCtper maand
beschjjnen zal.*
Je houdt dus wel veel van Arden Towers,
mjjn liefste?*
«Het is een paradijs voor me.<
»Maar zonder slang,* antwoordde hjj.
>Neen, maar er is een heerljjke, gróotsche
Adam.*
«En een allerliefste Eva. En een slang
zal er Booit zyn, niet waar, Alice?*
«Neen,* antwoordde zjj met van liefde
stralende oogen.
«Maar nu moet ik heen, Alice,* ging de
graaf voort. «Ik heb om één uur een af
spraak, maar ben voor tweeën weer terug.
Lord Morne komt met mjj mee. Ik hoop
dat ge dan wel genoeg znlt uitgerust zyn
om beneden te komen, hjj is zoo verlangend
om je te zien.*
«Ik ben wel, Leo, alleen wat vermoeid,
en ik zal zorgen beneden te zjjn.«
»Wil je wel gelooven, Alice,* hernam
Lord Arden lachende, »dat ik jaloersch ben
op al die heeren. Ik zal bljj zjjn als de
«Season* over is en ik u weer voor mjj
alleen heb.*
>En ik niet minder,* antwoordde zjj hem
kussende.
«Wjj doen nog als verliefden, Alice.*
«En dat zyn wjj en zullen wjj bljjven.*
«Altjjd, mjjn koningin!*
En zoo verliet hy haar.
«Leo!* riep zjj hem na. «Ik dacht er niet
aan. Zyn er geen brieven voor my?<
«Ja, wel tien, geloof ik. Zjj liggen in de
bibliotheek. Ik zal ze je laten brengen.*
Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke
DOOR
EEN DONDERSLAG.
(Wordt vervolgd./