van
en
Lano'slraal ei
ïoiiimelenvaard.
BLAD.
M 1493.
Watt'
UitgeverE. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 6 JUNI.
1896.
'tT UNO VAN ALTE,lf''
VOOR
a
O
Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprgs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsve. booging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 30 ct. Elke regel
meer 7l/a ct. Groote letters nnar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond
ingewacht.
»t. 'Wl»
VERVOLG BUITENLAND.
f Te Bremen hebben de graanwerkers
*regens een geschil over het loon den arbeid
estaakt. De booten kunnen niet lossen.
O r
Het ftaliaansche oorlogschip »Lombardia«
vertoefde eenige maanden in de haven van
Rio de Janeiro, terwijl daar de gele koorts
epidemisch heerschte.
Het schip kon niet weg, want wegens
het toen nog niet bijgelegde geschil tusschen
de regeeriugen van beide landen over satis
factie wegens het mishandelen van eenige
Italianen te Rio, kon het geval zifch voor
doen, dat de Italiaansche gezant genood
zaakt was zjjn post te verlaten.
De bemanning bestond uit 250 koppen.
In Maart bevonden zich daarvan nog slechts
10 gezonden aan boord. Al de overigen
waren overlvden of werden in de zieken
huizen te Rio verpleegd. Zonder de benoe
ming af te wachten van een nieuwen com
mandant, stoomden toen deze laatste tien,
om hun leven te redden, op eigen gezag
naar de Kaapverdische eilanden.
Van regeeringswege is een onderzoek in
gesteld, ten einde uit te maken, of het ge
val werkeljjk zoo verschrikkelijk is als door
de bladen wordt beweerd.
Een telegram uit Athene schat het aan
tal Turksehe troepen, dat binnen kort op
Creta zal zijn, op 10000. Abdullah Pascha
is voornemens, om alle strategische punten
in het Westen van het eiland te bezetten
en daar den staat van beleg af te kondigen,
om den opstand met kracht te onderdrukken.
Een deel der bevolking schijnt daarin weinig
vertrouwen te stellen.
Een aantal huisgezinnen zjjn naar Athene
vertrokken, vreezende dat zjj het lot zullen
ondergaan van de bewoners der dorpen
Galata, Mournies en Taratto, die hun wonin
gen zagen geplunderd en in de vlammen
opgaar.
De mogendheden zjjn niet van plan om
kalm aan te zien, op welke wjjze de Turk
sehe regeering den opstand zal trachten te
dempen.
De zes gezanten hebben der Porte uit
drukkelijk doen weten, dat het vermoorden
van christenen niet langer zou worden ge
duld. De Russische gezant moet deze mede-
deeling nog door eenige krachtige woorden
hebben onderstreept; waarom de correspon
dent der Times* te Konstantinopel spjjtig
opmerkt: »Als het op moorden aankomt,
maakt de Russische regeering onderscheid
tusschen Armeniërs en Grieken.*
Slechts Duitschland schjjnt ook nu weer
niet veel lust te hebben zich te branden
aan het vuurtje, dat reeds zooveel jaren in
het Turksehe rjjk smeult. Koning George
van Griekenland zal, indien hjj er toe mocht
overgaan om een krachtige politiek tegen
over Tarkjje aan te nemen, niet kunnen
rekenen op den steun van Duitschland, zegt
de Berljjnsche correspondent der Daily
News.*
»Het handhaven van den vrede door alle
middelen, is het motto der Duitsche poli
tiek, zelfs wanneer die vrede wordt gekocht
door hectacomben van slachtoffers van Turk
sehe barbaarschheid. De tjjden zjjn voorbij
toen de Duitschers partjj trokken voor de
Hellenen, wanneer deze opstonden voor
Christendom en beschaving en materialisme
beheerscht nu de buitenlandsche politiek
van het keizerrjjk.*
Deze onthoudings-politiek vindt in Duitsch
land zelf geen algeheele instemming. De
»Vossische Zeitung* o.a. betreurt de onver
schilligheid der Duitsche regeering en dringt
sterk aan op de interventie der mogendheden.
De goedertierenheid van president Kruger
heeft zelfs eindelijk den correspondent der
»Times« gebracht tot het bewustzijn, dat
»Oom Paul*, als men hem goed kent, niet
die koppige Zuid-Afrikaner is, waarvoor
velen hem hebben gehouden. De heer Kruger
moet zich met zekere minachting over de
vrijgelaten hervormers hebben uitgelaten.
Want er zal zeker niemand zjjn, die in de
volgende woorden van den Transvaalschen
president iets kan vinden, waarmede hij kan
bewijzen, dat de heer Kruger de hervor
mers* voor mannen aanziet.
Wanneer mijn kleine honden ondeugend
zijn*, moet hij gezegd hebben, »dan moet
ik ze straffen, ofschoon mjj dat altijd spijt.
Den volgenden keer moet ik den grooten
hond muilbanden. De kleine honden blaffen
alleen, maar de groote hond bjjt.«
Dat zijn vleiende woorden voor den groo
ten hond, dat is Rhodes; zij zjjn minder
vleiend voor de kleine hondjes, de Hervor
mers. Doch daar let de Kaapsche corres
pondent der Times* niet op. De Hervor
mers zijn vrjjde Johannesburgers hebben
»cheers« doen weerklinken ter eere van den
heer Kruger: dies kan de heer Kruger niet
slecht zijn.
VERVOLG BINNENLAND.
De Haagsche correspondent der »Zutph.
Ct.,« de kansen der kieswet besprekende,
waarschuwt er voor om uit de aanneming
van art. 1 de conclusie te trekken, dat de
wet bij eindstemming met een even groote
meerderheid zal worden aangenomen.
Met zekerheid, dus zegt hij, valt daarom
trent nog niets te voorspellen, om de een
voudige reden, dat het niet onmogelijk is,
dat leden, die tegen artikel één hebben ge
stemd, ten slotte toch zullen stemmen vóór
de wet, maar aan den anderen kant ook
volstrekt niet alle leden, die artikel één
hebben aangenomen, daarmede hebben willen
te kennen geven, dat zjj ook de wet bij
eindstemming zullen goedkeuren.
Vóór de stemming van art. 1 verklaarde
de heer Beelaerts uitdrukkelijk, dat zjjn stem
vóór nog volstrekt niet mocht beschouwd
worden als een goedkeuring van de wet.
Hoe bjj ten slotte zou stemmen, zou af
hangen van de beslissing over verschillende
nog te behandelen onderdeelen.
Die verklaring nu heeft te meer beteekenis,
omdat ze werd afgelegd niet alleen uit naam
van des heeren Beelaerts' partjjgenooten in
engeren kring, de z.g. Lohmannianen. Uit
wier naam verder de heer Beelaerts kon
spreken, werd er niet bij gezegd, ruaar, naar
men mij mededeelde, waren het verscheidene
Katholieken, die hem hadden opgedragen,
ook uit hun naam in dien geest te spreken.
Het is trouwens bekend genoeg, dat er
over de kiesrechtkwestie ook onder de Katho
lieken verdeeldheid bestaat. De Haffmannia-
nen willen de regeering volgen door dik en
dun. Dezen zijn echter in de minderheid,
en de meerderheid wil met den heer Beelaerts
haar steun afhankeljjk stellen van het vol
doen aan zekere eisehen.
Men schrjjft aan de »Maasbode« uitRome:
Het zal velen misschien een raadsel zijn,
hoe het mogeljjk is, dat in de Augustjjner-
kerk te Padua, ter plaatse waar volgens het
proces-verbaal uit het archief het ljjk moest
liggen van den broeder uws eersten Oranje-
konings, niets gevonden werd, geljjk bericht
wordt. Maar die officiëele waarheid is
niet letterlijk juist, d. w. z. ze kan worden
aangevuld met de mededeeling, dat er wèl
iets gevonden is Doch hier kom ik op
een zeer kiesch punt, waarvan ik de verant
woordelijkheid overlaat aan de »Gazettino«
te Padua, die het volgende mededeelt:
Dicht hg de plaats, waar het grafschrift
van den prins zich bevindt, staatzekere
inrichting, (die wij gewoonljjk met één of
drie cijfers aanduiden), afgescheiden door
een muurtje van het overige deel der sacristy.
Die inrichting werd omstreeks 40 jaren ge
leden aangelegd, en bjj onderzoek is ge
bleken, dat de put, waarop zij uitloopt, niet
den gewonen vorm heeft van zulke putten
maar juist dien der graven, die zich in de
kerk bevinden. De ruimte zou precies die
van den prins kunnen bevatten.
Ook zjjn de gewone gaten van zulke
putten er niet iner zjjn twee gaten, bljjk-
baar met het houweel ingehakt. De graven
in de kerk zijn 1.67 meter diepdeze put
ook. De put bevindt zich juist ter plaatse,
waar volgens het proces-verbaal het graf
van den prins moest zjjn. De omstandigheid,
dat dit no. 100 nog een met wit bekleed
luchtgat bezit, bevestigt ook het vermoeden,
dat de put vroeger eene anlere bestemming
heeft gehad dan de tegenwoordige.
Men houdt het er dan ook voor, dat de
werklieden, die daar ter plaatse het geheim
gemak hebben moeten aanbrengen, zich de
moeite van een put te graven hebben willen
besparen en daartoe het graf hebben ge
bezigd.*
Het is nu de vraag, of de kist zich daar
nog ter plaatse bevindt wat een waar
schandaal zou wezen dan wel, of men
ze ergens anders, in eene onbekende plaats,
heeft opgeborgen.
P.S. Volgens den correspondent der >Cor-
riere della Sera* zouden de werklieden de
looden kist des nachts hebben meegenomen,
in den waan dat zij een schat bevatte. Toen
zij er niets in vonden dan wat beenderen,
zoudon ze deze teleurgesteld hebben wegge
worpen.
De »N. R. Ct.« deelt mede, dat, hoewel
men het lijk van Prins Willet* George
Frederik te Padua niet heeft kunnen vinden,
het grafmonument, vervaardigd door Canavo,
toch door de »Van Spegk* naar Nederland
wordt overgebracht.
In den goudsmidswinkel van den heer
P. O. van Hoften, Voorstraat 309 te Dor
drecht, is Donderdag namiddag omstreeks
3 uur een allerbrutaalste diefstal gespleegd.
Op een oogenblik dat ue winkel zonder toe
zicht was en twee draaiorgels in de buurt
er lustig op los orgelden, zóó dat alle andere
geluiden er door overstemd werden, wist
een tot dusverre onbekend persoon onge
merkt den winkel binnen te treden, de etalage
kast achter de toonbank te openen en zich
met een daarin staand bakje met 48 gouden
ringen, waaronder tien met juweelen, uit de
voeten te maken. De diefstal werd onmid-
delljjk daarna ontdekt door het openstaan
der etalagekast. Deze kast was vóór den
diefstal gesloten, doch niet voldoendezjj
was op slot gedraaid en ook op de knip,
die zich buitenwaarts bevindt, maar niet op
de knippen van binnen, zoodat zjj, zjj 't ook
met eenige krachtsinspanning, was opsn te
trekken.
Dat de diefstal gepleegd is door iemand
die zjjn »vak« verstaat, is niet te loochenen.
Zooals gezegd, bevindt zich de geopende
kast achter de toonbank. Vóór de toonbank
is zij slechts met moeite te bereiken, zoodat
de dief, tenzjj deze een tamelijk lang persoon
is geweest, zich vermoedeljjk achter de toon
bank heeft begeven en toen zjjn slag ge
slagen. Bepaald raadselachtig is het, dat hjj
niet is bemerkt. Vlak over den winkel waren
een paar schilders bezig met verven, en
daarbjj was er zeer veel drukte op de straat,
Maar wellicht was juist dit laatste, gevoegd
bjj het lawaai der draaiorgels, een gunstige
omstandigheid voor den dief.
Hoewel de heer Van Hoften de politie
onmiddelljjk van het gebeurde kennis gaf',
is van dader of daders tot nog toe geen
spoor ontdekt, evenmin als van de ont
vreemde ringen;
Men meldt uit Rotterdam:
Door een schipper werd Donderdag in de
Maas tusschen Schiedam en Vlaardingen
drijvende gevonden het lijk van den 28-jarigen
hulp-brievenbesteller Elie Swerus, woon
achtig en in dienst te Rotterdam, vanwaar
hjj sedert Vrijdag j.l. vermist werd.
De schipper vervoerde het lijk naar Rot
terdam, alwaar het door de politie naar
Crooswijk overgebracht werd. Op het lijk
was nog het koperen insigne, doch de brieven-
tasch werd niet daarop bevonden.
Uiterlijke kenteekenen van geweld werden
niet geconstateerd. Men verdiept zich in
gissingen, doch er bestaat reden te ver
moeden, dat de ongelukkige uit wanhoop
zelfmoord pleegde.
Voor de rechtbank te Leeuwarden hebben
terechtgestaan de drie gebroeders Wiebren,
Marten en Keimpe Hogerhuis, beschuldigd
ih den nacht van 5 op 6 December 1895
te hebben ingebroken bjj den gaardenier
G. Hoitsma, te Britsum, om daar te stelen,
en, toen zij door de bewoners daarin werden
verhinderd, geweld gepleegd en met een
revolver geschoten op G. Hoitsma, Sieds
Jansma en IJmkje Jansrua, waarbjj Sieds
Jansma, de broeder van IJmkje, ernstig is
verwond.
Er zjjn 20 getuigen in deze zaak ge
hoord, waarvan Hoitsma, Sieds en IJmkje
Jansma verklaren, in dien nacht een of meer
der gebroeders Hogerhuis te hebben herkend.
De beklaagden ontkennen en beweren, dat
de getuigen liegen.
De offic. van justitie, mr. G. J. P. Graaf
Schimmelpenninek, eischte schuldigverkla
ring van beklaagden aan poging tot diefstal
onder zeer verzwarende omstandigheden, en
Wiebren en Marten bovendien aan poging
tot moord, met veroordeeling van Wiebren
en Marten ieder tot 15 jaar en Keimpe tot
8 jaar gevangenisstraf.
De beklaagden werden verdedigd door
mrs. J. van Leeuwen, J. A. Stoop en G.
Visscher, die de wettigheid der bewijzen be
streden en vrjjspraak eischten.
De uitspraak is bepaald op Woensdag
10 Juni a.s.
Men schrijft uit Roermond
Als onervaren 17-jarige vertrok een meisje
uit deze provincie naar een der groote
steden in Rhjjnpruisen, om daar als meid
haar brood te verdienen. De wereld zag zij
met haar jeugdig oog in rozenkleur gehuld
en zjj wendde zich niet af van de stem,
die haar tot vermaak en genieten opriep.
Lang streed ze en hield zich goed, maar
ze bezweek en haar minnaar, een kellner,
verdween, toen hjj de gevolgen zijner on
bezonnenheid zag.
Haar kind zag in de kliniek te Bonn
het leven en een eigenaardig licht werpt
het op de toestanden in groote steden, dat
er als 't ware mededinging bestond, om het
kindje tegen een gering pleeggeld op te
nemen. Het kindje bleef acht dagen bjj eene
vrouw, die de moeder alleen gezien had bjj
de afgifte van 't kind, dan bjj eene tweede
vrouw, die het kindje na anderhalve maand
slschts noode afgaf, toen de politie het af
deed halen.
De jeugdige moeder werd weder in 't bezit
van haar kind gesteld en ging toen onder
geleide van een criminal-beambte tot Kalde-
kirchen en van daar met een politie-beambte
naar Venlo, waar zjj aankwam toen het
reeds donker was. Daar stond zjj met haar
bjjna drie maanden oud hulpeloos wicht,
verlaten, eenzaam, der wanhoop ten prooi.
Thuis, in haar dorp, daarheen kon zjj met
het kleine schepsel niet komen en 't
rampzalig besluit rijpte bjj haar, een einde
aan haar leven te maken, dat zoo bitter
hard haar deed boeten en het kind mede
in de golven te nemen.
Kort was de weg naar de Maas, die daar
zoo duister voor haar lag, zooveel geheimen
verbergend in haar schoot.
Lang zat zjj weenend op dien kouden
Novemberavond aan den oever en legde
eerst haar kind in het koude water, oogde
het na zoolang zjj kon en toen ontzonk
haar de moed. Zjj kon van 't leven niet
scheiden. Nu 't kind weg was, zou zjj niet
meer teruggestooten, verjaagd worden, en
de jonge moeder, nu moordenaresse ge
worden, trok terug naar Duitschland en
woonde ten slotte te Nijmegen, waar het
alziend oog der justitie haar ontdekte, nadat
het Ijjkje eenige dagen na de verdrinking
door het hooge water aangespoeld was.
Deze treurige zaak werd Woensdag
door de arr. rechtbank te Roermond be
handeld. De schuldige bekende deemoedig,
de sub8t, off. eischte onder aanneming van
verzachtende omstandigheden veroordeeling
tot eene gevangenisstraf van vier jaren.
Jhr. mr. Michiels van Kessenich Jr., ver
dediger der beschuldigde, bepleitte ook een
zacht vonnis.
Wanneer bjj ons zich een troepje Zigeuners
vertoont, worden zij steeds met de minst
mogeljjke gastvrjjheid uitgenoodigd hoe eer
hoe beter zich te verwjjderen. Nog onlangs
geschiedde dat bjj het grenskantoor tusschen
Rheden en Bellingwolde, ten aanzien van
de zonderlinge combinatie va* 4 Zigeuners,
2 kameelen, 1 ezel en een kar met 8 apen,
blijkbaar de voorhoede van een grootere
bende.
Wie meenen mocht, dat dit een wel wat
hard optreden tegen onzen evenmensch is,
kan uit het stuk van dr. Ujlaki (die in '94
als officier van gezondheid o.a. met Lind-
green krijgsgevangene was van den radja
van Lombok) in »Elsevier's Maandschrift*
leeren, dat de Zigeuners in hun eigen land
(Hongarije) al niet veel beter behandeld
worden. Daar worden zjj nergens langer
dan twee etmalen geduld en moeten buiten
de gemeentein de open lucht wonen.
De stoomboot-reederjj Fop Smit Co.
deed Woensdag aan den Kinderdijk de kiel
leggen van eene salon-raderstoomboot, ten
einde in het begin van het volgend jaar
eene belangrjjke uitbreiding aan haren dienst
RotterdamGorinchem te geven.
Dr. Van Hamel Roos en Harmens te
Amsterdam zjjn voornemens een adres op
te stellen ter verkrjjging van wetteljjke
maatregelen tegen het bedrog met cacao
poeder en willen dat, voorzien van de hand-
teekeningen van cacaofabrikanten, aan de
Tweede Kamer inzenden, opdat deze de zaak
in handen neme. Zjj hebben te dien einde
alle cacaofabrikanten in ons land verzocht,
hun met een enkel woord te berichten, of
■zjj zich willen aansluiten bjj deze beweging
en een dergeljjk adres zouden willen onder
teekenen.
Te Venlo zjjn 166 schapen, die uit Pruisen
per trein werden ingevoerd zonder autorisatie,
door rjjksambtenaren in beslag genomen.
Tegen den hoofdconducteur C. E., van de
Links-Rheinische-Eisenbahn, is proces-ver
baal opgemaakt.
Twee vreemden, waarschjjnljjk Duitschers,
kwamen een dezer dagen te Hulst in het
logement van den heer V. logeeren. Den
zelfden dag dat ze waren aangekomen, trok
ken ze weer stilletjes weg, medenemende
een gouden dames-horloge, een zilveren hee-
ren-horloge, oorbelletjes, een broche en eenig
geld, alles toebehoorende aan den logement
houder, die den diefstal eerst 's avonds, toen
hjj door het wegbljjven der lieve gasten
argwaan kreeg, ontdekte. Tot heden weet
men nog niet, wie de twee dieven zjjneen
ervan wordt vermoed ook onlangs te Mid
delburg bjj een dergeljjken diefstal betrokken
tè zjjn geweest.
Gisteren is te Suawoade eene jonge dochter,
die in het hooiland werkte, door de groote
hitte ongesteld geworden. Hoewel terstond
geneeskundige hulp was ingeroepen, is zjj
heden ochtend aan de gevolgen overleden.