Ilol Laud van flensden en .4lena, de Langstraat en de fSoisiinelenvaard. FEUILLETON» Als ze maar van elkaar houden M 1504. Intieme brief. UitgeverU. J. VSKRMAH, ïïeusden. WOENSDAG 15 JULI. 1896. NATALY VON ESCHSTRUTH. Buitenland. Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7*/t ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. een uurtje conversatie waard zjjn, dragen een zwaren haarbos, van een kleur, die niet ie beschreven is. Het volk hier gespuis De Chinees Noed-adsji aan zijn land- noem ik faet Iq p]aa{s van zich ter aarde genoot Oto-ko-i te Peking. werpen? als onze geëerbiedigde Li - de Heil u, driewerf heil, gij, die gebleven zon verkwikke hem! zich verwaardigt zijt in het rjjk des Hemels, terwijl uw arme hun afschuwelijke straten te berijden, blijven vriend wordt rondgesleept door de vlakten ze kaarsrecht staan en staren hem brutaal der blanken, zoodat er ternauwernood een in het eerwaardig gelaat. Zjj durven zelfs, spanne tjjds rest om mjj met u te onder-bjj mjjn staart, lachen en ginnegappen als kon Tse-kiang is niet meer dan een bieder gelieven zou de reis te vervolgen, weinig aarde, zwemmende in veel water. Mij walgt van deze kortharigen. houden. Hoe onze heer alle goede geesten mogen hem zegenen deze snelreis uit- onze Heer, de afgezant van den Zoon des Hemels, zjjn genadig oog op hen laat houdt, wjj begrjjpen het niet. Of ja, wijvallen begrjipen het wel: de zon des hemels wilj Ja, het zijn vreemde lui. Verbeeld u, deze reis aan ons gezegend rijk ten nutte iedereen loopt rookende langs de straat, tot maken en schenkt onzen onvolprezen ge- f kinderen toe en 't rooken is hun zoo tot bieder Li-hoen-tjang kracht en opgewekt heid. Nu zijn we aangekomen in een landje, zoo wonderlijk klein dat gjj, die nooit het Hemelsehe rjjk verlaten hebt, er u geen voorstelling van maken kunt. We zijn er ingekomen van uit het Oosten en stel u voor dat we per ijzeren weg voortrijdende in drie uren het heele gebied dwars zijn doorgereisd. Men heeft nog niet de moeite gedaan het op te meten en onder de Euro- peesche staten wordt het ook niet geteld, vanwege zjjn geringheid. En nu vraagt ge wat we daar dan deden? Ge zult van verbazing de handen ineen slaan, want weet dat op dit brokske grond meer schatten vergaderd liggen dan in de grootste onzer gouvernementen zelfs Foe- kiang en Kwei-Tsjeoe, ofschoon hunne na men gelukkige volkplanting* en »het rijke gebied* aanduiden, kunnen niet halen bjj dit landje. Gij weet wat ons ontbreekthier is 't te vinden. Als we ze maar inpalmen kunnen, die blanken, dat ze ons te gelegener tjjd wat van hun overvloed leenen, dan is behoefte, dat het de regeering nooit gelukt is belasting op tabakskruid te leggen. Doch daar stapt onze geëerbiedigde Li af en de wachtkamer staat vol hooggeplaatsten, n.l. wat zjj dan hooggeplaatsten noemen. »Mjjn pijp* beveelt onze Genade en geeft het sein tot een gezellig onderhoud. Maar wat denkt ge? »Dat past ons niet* zeggen de zwart rokken, »bjj zulke gelegenheden moet ons gehemelte zich spenen van rookkitteling, opdat de tong niet in zwjjm valle en on verstandige taal spreke.* En wat sprak hunne tong? Dat ik het samenvatte en u overbrenge in enkele woorden: »handel met ons«, dat was de zin hunner toespraken. Wat dat volkje zich inbeeldt! Handelen wil het met de zonen van het onmetelijke llemelsche rijk en waarin? Wordt die machine hier gemaakt vroeg de gezegende Li. »Neen«, was 't antwoord, »in Enge land.* »En die boot?« »In Engeland!* was wederom 't antwoord. En daarop zeide onze geëerbiedigde meester, in zijn onna volgbaar phlegma: »maar jelui kunt het onze reis niet onvruchtbaar. Intasschen laten 1 toch wel namaken we dit doel niet van ons aangezicht lezen, noch door onze lippen uitspreken. Of onze reis dit verholen doel daar gelaten beantwoordt aan de verwach tingen Och, lieve Oto-ko-i, wjj bewonderen en roemen en geven met teekens te kennen, hoe schoon we 't vindon, maar denk niet dat er iets is, de moeiten der reize waard. Het volk is afschuwelijk leeljjk, hun teint vies-blank, hun oogen staan recht in 't hoofd, hun haren ze hebben geen haren alleen de vrouwen, van welke sommige rozerood getint zjjn en bjj gebrek aau onze liefeljjke dochteren uit het Hemelsehe rijk Doch zulke spotternjj, die wanneer ze in ons Hemelsch Rjjk tot den grooten onder koning gericht werd, den spotter het hoofd zou kosten, vatten deze mat,-witte aange zichten niet. »Namaken« kunnen ze, zelf maken ze niets. IJzer hebbon ze niet, kolen niet noemenswaardig; goud, zilver, edelge steenten levert hun hun strook lands niet op. Waarin zouden ze dan handelen? Laat ze den grooten geest danken, dat wjj, zonen van het Hemelsehe rijk hun geld willen gebruiken ten onzen nutteDat zal hun tot groote eer zijn Dit landje, dat Laagland heet, hetwelk in onze verheven taal overgezet zijnde, luiden Op één brok dezer aarde ligt de koninkljjke tuin Baarn-Soestop een ander de hoofdstad Amsterdamop nog een ander Den Haag en Rotterdamde rest is water, alles wateh Den Haag staat verslonden te worden doorhart uitgaat den Oceaan, Amsterdam en Rotterdam staan i half onder, half boven water. Zelfs uw ver heven wijsheid, waarde Oto-ko-i zal ter nauwernood vatten, wat mg hier als stellige waarheid verzeker! is: Laagland ligt be neden de oppervlakte van den Oceaan en alleen met aarden wallen kan het land voor de golven beveiligd worden. Wat ze er aan hebben het te beveiligen, is me niet duideljjk; het zou ons scha noch voordeel geven indien het verdronk. We hebben het doorreisd in alle rich tingen, ons gemoedelijk alles laten welge vallen, wat men er ons van vertelde en niet meer dan een glimlach besteed aan de op- smjerjjen der bewoners, doch en hiermee wil ik dezen eindigen één enkel oogen- blik heb ik en broeder Tjoe-ko-tsjing, die in mijn nabijheid was, gevaar geloopen onze kalmte te verliezen. En dat was, toen ik te hooren kreeg dat men deze Laaglanders soms noemt »de Chineezen van Europa.* Bespotteljjk, deze creaturen, die niets kunnen maken en morgen aan den dag gevaar loopen weggespoeld ts worden, op één lijn te stellen met de onderdanen van den Zoon des Hemels; die hun schepen in Engeland, hun bouw- steenen in Duitschland, hun werklui uit alle oorden der wereld betrekkendie zich vermeten in de wereld rond te bazuinen dat ze de boekdrukkunst hebben uitge vonden, eeuwen na onsdie doch laat ik ophouden daaraan heb ik ook mijn kalmte niet weggegeven. Maar toen ik be merkte dat de Laaglanders door deze ver gelijking niet alleen niet gevleid, maar be- leedigd zich gevoeldentoen we begrepen, ïjoe-ko-tsing en ik, dat ze dien eerenaam als scheldwoord opvatteden, toen vlamde de toorn op in ons oog en Tjoe zocht den dolk. Dat is toch wel het toppunt van on beschaamdheid, den naam van het grootste, oudste en meest verheven volk der wereld, zich tot een schande te achten. De ons verzeilende goede geesten hebben ons echter voor kwaad behoedde wormen zjjn den toorn onwaardig. Wjj keerden hun den rug toe en verbeidden met ongeduld het oogenblik, waarop 't onze verheven ge- dook (4 Ais we het bruidskleed voor de Gravin maken, zullen we eerst een meesterstuk leveren De kleine werd niet rood en verlegen, ge lijk te doen gebruikelijk is, ze lachte nog vrooljjker en sloeg de handen samen. Zeker, dat moet geEn spoedig ook naar ik verwacht 1* Natuurljjk, dat zal niet lang duren!* •En u gelooft ook, een dragonder.* De directrice was verrukt over zooveel vertrouwelijkheid. Wie andersVan 't regi ment. van mgnheer uw oom!* Maria Tosca lachte spottend. »Wjj zullen zien of een der heeren mjj imponeert! Voor- loopig is mjjn hart nog koud, als jjs en steenwjj Polinnen verlieven op onze eigeu manier. Doe, bid ik u, recht veel bloemen op den rok, opdat men mg op het eerste gezicht een liefdesverklaring doet!* Onder- tusschen draaide en zwenkte ze het rui- schende kleedje, zoodat mademoiselle la Directrice om haar heen fladderen moest, als een vlinder om de bloem. Maar ze deed 't gaarne, want die kleine, babbelende gravin, met haar eigenaardige r cn vreemde uit- j spraak beviel haar ongemeen. De gezelschapsdame uit het huis van den overste zat ondertusschen terzjjde in een leunstoel en geeuwde achter haar mof, dank baar dat het passen eindelijk gedaan was. •Nu mo°.t ik nog een kanten shawl koo- pen en bruin zjjden pluche voor een jjskos- tuum uitzoeken.* Dit zeggende zwesfde Maria Tosca naar een andere zaal en van daar verder, koopende wat haar beviel. »Ik verlang alles gelijk te betalen* zei ze einde lijk, »ik hoop tenminste genoeg geld bjj me te hebben,* haalde haar portemonnaie voor den dag en reikte den kassier een bankbiljet toe. »Kom ik toe?« De »kas« vergeleek de rekening, boog zich met een hoffeljjken lach en schertste: Zeker komt uwe genade toe en houdt zelfs nog een som over; hier zjjn negen pfennigen retour!* De kleine Poolsche schaterde: negen pfennigen, o wat ben ik nog rjjk!« liet het geld in haar beurs glijden, knikte vriendeljjk naar alle kanten en keerde zich plotse ling tot den kassier »nog een vraag, mijn heer Is in deze buurt ook een groote tabakszaak? In uw geëerde residentie is alles voortreffelijk, maar sigaretten kent uien er niet! O, wat afschuweljjk goed heeft men mg reeds in de handen gestopt! Ik kan ner gens mjjn gewone soort krijgen en ge begrjjpi hoe dat voortdurend zoeken en te leurgesteld worden het humeur aantast! Wanneer ik mjjn gewone, goede sigaretten had, zou mjjn geluk volmaakt zjjn, maar nie mand kan ze me verschaffen en dat maakt, me nerveus, ongelukkig, ziek zelfs. Ik tele-1 grafeerde aan mjjn leverancier, maar hjj Moge de groote geest u beschermen en moge hg ook met ons zijn op den verderen tocht tot we wederkeeren in het Hemelsehe rijk, ons geliefd vaderland, waarnaar ons Uw zeer getrouwe NOED-ADSJI. Rotterdam, 8 Juli 1896. Arton is wegens bankroet tot 2 jaar gevangenis en 3000 frs. boete veroordeeld. Bij den aanleg van den spoorweg tusschen Sofia en Rouaan heeft een ernstige gebeur tenis plaats gehad. Tengevolge van een twist waren eenige Italiaansehe werklieden handgemeen gewor den in de nabjjheid van het dorp Milkova. Een Bulgaarsch gendarme, die belast was met de handhaving der orde, maakte daar over eenige aanmerkingen tot een Italiaan. Deze wierp zich op den gendarme en trok zjj>i sabel uit de scheede. De Bulgaarsche werklieden kwamen den gendarme te hulp en ontwapenden den Italiaanschen arbeider, die opgesloten werd in het huis, waar de gendarme woonde. Hier werd proces-verbaal van het geval opgemaakt. De andere Italianen gingen naar den hoofdingenieur, den heer Picard, die zich aan het hoofd van een aantal arbeiders naar het huis van den gendarme begaf en de in vrijheidstelling van den Italiaan verzocht. Op de weigering van den politieman schoten de heer Picard en zjjn werklieden en troffen zij hem doodeli]k. De Italiaan werd ver volgens bevrjjd. Maar weldra kwamen er andere gendar mes, die den heer Picard c. s. in hechtenis namen. Het Fransche consulaat vroeg de invrijheidstelling van den ingenieur, die eerst geweigerd, doch later onder borg stelling van 20,000 francs verleend werd. De zaak zal voor de rechtbank komen. Lo-Teng-Luh, de secretaris vanLi-Hoeng- Chang, moet gezegd hebben, dat het ge wichtigste gevolg van de Europeosche reis des onderkonings zal zijn de openstelling der Chineesche havens en van het Chiueesche binnenland. Riviergekronkel. stuurt mij niets. Daar zit grootmama achter en graaf Czarnowski, die me het rooken willen afwennen. Weet ge, wat dat zeggen wil? O ik sterf, wanneer ik niet spoedig mijn sigaretten vind De kleine gravin was in haar opgewon denheid zoo gracieus en wekte zoozeer het medeljjden op, dat terstond een menigte handen repten en onder de meest troostrijke betuigingen een lange lijst van tabakswin kels opstelden. De dame van gezelschap ver ging van ongeduld en toen Maria eindelijk met de dankende betuiging scheidde, dat ze terstond al die zaken wilde bezoeken, fluis- terdte ze haar in: >mag ik haar genade voor stellen alleen te gaan? Ik zal mjjn bood schappen hier in de buurt wel te voet doen en ontmoet dan de gravin in het hoeden- magazjjn; wie het eerst komt, wacht.* »Goed« knikte de Poolsche, »ik rjjd alleen Maar waar is onze wagen?* De dames stonden in de portier en tuur den onaangenaam verrast, lang de glim mende straat. Missehien rjjdt Thomas wegens 't weer wat op en af!« De portier stormde naar buiten om inlich ting te geven, »zooeven zjjn drie heeren in huzarenuniform ingestegen en voortgereden.* In onzen wagen?* >Om u te dienen, comtesse!* Huzaren Officieren Misschien de Overste?* Li-Hung-Chang is zóó vermoeid, dat hjj zjjn reis zal verkorten en dus niet naar Weenen gaat. Van Brussel vertrekt hjj naar Parjjs en dan naar Londen, waar hjj mgn oom, »Neen, dame, het waren drie luitenants.* Kende je ze?* Pardon, comtesse, in zulk een groote stad is dat onmogelgk. Willen de dames niet nog een oogenblik binnen wachten De koetsier zal wel terstond terugkomen.* De dame van gezelschap was hoogst ver bolgen: »en dat nu, nu we haast hebben!* en de kleine gravin beefde van kwaadheid en stampte met den voet op het marmer >nu worden de winkels gesloten en ik krjjg mjjn sigaretten weer niet! O, dat wachten, dat hatelijke wachten!* Wat hielp het echter? De dames waren genoodzaakt bianen te wachten en het heete Polen bloed dreef spoedig tranen van heftigen spjjt in de schoone oogen der gravin. Eindeljjk hield een rijtuig voor de deur stil. De portier deed de deur open en meldde de equipage. Gravin Tosca stormde hem voor bjj. Waar was je, Thomas?* •Ja, gravin, daar kwamen drie heeren van ons regiment en wilden naar de opera.* Welke heeren?* »De luitenant Baron von Bernau en Een zacht, toornig »ah« viel hem in de reden. »Weer deze baron Bernau! 't Is of ik er een voorgevoel van had Nu is de maat der onbeschaamdheid vol! Hier, Thomas, een lijst met adressen. Rijd van 't een naar 't ander, tot ik gevonden heb wat ik zoek. Die zaak met baron Bernau vertel je aan tante, als we thuis zjjn De stem der kleine beefde; ze trok het portier met een slag toe. Thomas krabbelde zich achter 't oor. »Dat zal een grap wor den dacht hjj met een beklemd gevoel van angst. »Nu, de luitenant moet dat varken maar wasschen, als hjj morgen op de koffie komt!* De dame vau gezelschap zich voor de terugreis naar China inscheept. Daar de Italiaansehe ministerraad ge vraagd had de discussies over het ontwerp betreffende de militaire maatregelen tot November te verdagen, is de minister van oorlog afgetreden. Tengevolge hiervan heeft markies di Rudini aan den koning het ontslag van het geheele kabinet aangeboden. De Koning heeft den markies opgedragen een nieuw kabinet samen te stellen. Uit Madrid komen berichten van buiten gewone warmte in Spanje: 115° Fahren heit in de schaduw te Sevilla, 108° F. te Jaen, 104° F. in Madrid zelf. Verscheidene sterfgevallen tengevolge van de hitte worden uit Andalusië gemeld. Er is op Cuba hevig gevochten. De Spaan- sche colonnes waren onder bevel van generaal Albert en kolonel Vara de Rey, ten getale van 1500 man; de Cubaansche opstandelin gen werden aangevoerd door de leiders José Macéa en Perequito Perez. Na een gevecht dat 6 uur duurde werden de stellingen van de opstandelingen ingenomen. Zjj hadden 19 dooden, de Spanjaarden 4, waaronder 2 officieren. Dr. Emil Holub, de bekende Afrika- reiziger, die nu te Weenen woont, heeft volgens den Times-correspondent aldaar mededeelingen ontvangen over de ontdekking van goudvelden in den Oranje-Vrijstaat, die, naar men verwacht, in opbrengst met de Transvaalsche kunnen wedjjveren. De Russische politie heeft Zaterdag in een kelderwoning drie geheime drukkerijen ontdekt, die in verband staan met de werk staking. Een honderdtal personen moeten deswege aangehouden zijn. Het officieele onderzoek naar de omstan digheden van de ramp op het Chodinskoje- veld bjj Moskou heeft tot uitkomst gehad dat verantwoordelijk verklaard zjjn: generaal Wlassofsky, politieprefect van Moskou; ge neraal Behr, voorzitter van de commissie voor het volksfeest; Budberg, een van de commissieleden, en de architect van de ge bouwen waar de geschenken verdeeld moesten worden. Deze vier zullen dus gebracht worden voor een rechtbank uit den Senaat, waaraan eenige personen uit verschillende standen als gezworenen toegevoegd zullen worden. De officieele opgaven van het aantal stond naast het rjjtuig en overgoot Thomas, terwijl hjj de ljjst bestudeerde, met haar verwijten. Om aan dien stroom te ontkomen legde hjj de zweep er op en voort vloog de equipage. Maria Tosca wierp zich in de kussens en balde de kleine vuisten. Nu was 't haar duideljjk: baron von Bernau wilde zich op haar wreken, omdat ze hem zoo geheel over 't hoofd gezien had. Dwaas die ze was, nog een moment vertrouwen gesteld te hebben in zjjn mooie oogen! In de eerste dagen op Helgoland had ze ernstig gevaar geloopen hem interessant te vinden, zjjn vereering vleide, zjjn blikken imponeerden, zjjn bloemen bevielen haar. Maar grootmama zeide: >in een badplaats veroorloven de beeren zich wel eens een vrjjheid; het gedrag van dit jongmensch echter was veel te in 't oog loopend om effect te maken. Hjj behandelt u, zooals men een winkeljuffrouw, maar niet een dame uit hooge kringen behandeltDat kwetste de trots der jonge gravin als een dolkmes. In haar streed gekwetst eergevoel met warme sympathie voor den schoonen aanbidder, maar toorn en dorst naar wraak behield de overhand, toen ze om zijnentwil haar geliefde badplaats verlaten moest. Wan neer echter één roos ontbladerd wordt, levert de boom daarvoor honderd nieuwe jonge knoppen en evenzoo gaat het met meisjes- ideën. Wanneer de eene met goed gevolg bestreden is, wassen daarvoor andere in het hart op, die elkaar geljj ken als rozen van eenzelfde struik. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1896 | | pagina 1