van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
W erkstaking.
FEUILLETON
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
M 1516.
WOENSDAG 26 AUG.
1886.
ALTENA'
N P T
tr LAND VAN
VOOB
O
Dit blad verschgnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprgs: per 3 maanden f 1.00.
F -aaco per post zonder prijsvei hooging. Afzonderlijke
nnmmers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel
meer 71/, et. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
3 (slot).
A&n het slot van ons vorig opstel delen
wij de vraag, of men partijen wel dwiügen
kan tot het aangaan ran contracten voor
eenen bepaalden tijd Zoo niet, dan zon het
missehien weinig baten of men al esn
schriftelijk bewjjs vorderde voor overeen
komsten die wel voor eenen bepaalden tjjd
worden gesloten.
Zeker most de wet niet dwingen, waar
dwang noch noodig noch wenschelijk is. Zeker
zal de zoogenaamde losse arbeid steeds een
wezenlijk deel van den arbeid zjjn. De losse
arbeider, die werkeljjk hierin zjjn bestaan
vindt, dat hij kleine en tijdelijke diensten
tegen een telkens te bepalen prijs verricht,
is onmisbaar en zal het wel altijd blijven.
Hem gelden onze opmerkingen niet.
Maar dat de zoogenaamde vaste werk
man feiteljjk al even los is als de losse,
dit is een groot kwaad, waarvan allé par
tijen en het werk zelf de grootste nadeelen
ondervinden.
Is het dus niet mogelijk om aan de mon
delinge arbeidscontracten alb rechtskracht
te ontzeggen, wel is het zeer goed uitvoer
baar, om tusschen mondelinge en schrifte
lijke contracten een verschil te maken, door
het laatste boven het eerste te begunstigen
of te beschermen. Met het mondeling con
tract moet de wet zich in het geheel niet
inlaten. Meent de eene party op grond
van zulk eene overeenkomst van de andere
iets te vorderen te hebben, dan staat haar
natuurlek de gewone weg van rechten open,
zonder meer. Voor de schriftelijke contrac
ten echter moeten bepaalde regelen worden
vastgesteld, en het toezicht van den Staat
op den arbeid moet dan ook uitsluitend be
trekking hebben op die ovareenkomsten,
welke naar de voorschriften der wet zgn
tot stand gekomen.
Die voorschriften moeten natuurlijk niet
alleen betrekking hebben op den uitwendigen
vorm van het contract, maar wel degelijk
op den inhoud zelf.
Wjj denken hier in de eerste plaats aan
de bepaling van h9t loon, in verband met
de wijze van werkenaan de werktjjden,
die van den arbeider kunnen gevorderd
worden; aan de uren, door bem boven den
gevorderden tjjd aan den arbeid besteed
aan het toezicht, dat over den arbeid wordt
uitgeoefendaan de wjjze van uitbetaling
van het loonaan verzuim ten gevolge van
ziekte en andere oorzakenaan de redenen,
die tot ontbinding van contract kunnen
leides en aan de willekeurige verbreking
daarvan.
Zooals wjj reeds opmerkten, het moet
partjjen vrijstaan zich aan de mogelijke
onaangename gevolgen van het mondeling
contract te blijven blootstellen; maar lang
zamerhand zou de andere weg vanzelf regel
worden.
Immers, het spreekt wel vanzelf, dat de
wet het opmaken der dienstcontracten niet
geheel aan de partijen zelveu zou kunnen
overlaten. Dat opmaken zou dan waar
schijnlijk veelal in hoogst gebrekkigen vorm
geschieden en veel last veroorzaken aan het
toezicht, dat zich daarover in de eerste plaats
behoort uit te strekken.
Wenscheljjk zou het dus wezen, dat voor
de contracten, waarbjj de werkman het ge
not van zijne arbeidskrachten voor eenen
zekeren tijd aan eenen ondernemer afstaat,
bepaalde formulieren werden vastgesteld, of
dat de werkgever althans geene andere for
mulieren daarvoor mocht bezigen, dan die
vooraf aan de goedkeuring der gestelde
macht waren onderworpen. In sommige fa
brieken of werkplaatsen bestaat een dienst
reglement, dat als algemeen model voor het
arbeidscontract geldt. De werkman, die daar
in dienst treedt, wordt geacht het werk te
hebben aanvaard op de voorwaarden en
onder de bepalingen, welke in dat reglement
zijn vervat; maar het is van genoegzame
bekendheid, boe het met dergelijke regle
menten in werkelijkheid toegaat: als ar
beidscontract hebben ze in eik geval geener
lei nut of waarde. Waarde voor de praktijk
heeft alleen een contract, dat aan beide
partgen ten volle bekend en met gemeen- eenige maanden geleden een vernietigende
schappelijke toestemming is aangegaan, en nederlaag hebben ondergaan bjj Adua.
wavrin al de plichten van den werkgever Generaal Baratieri voerde de Italiaansche
eren goed zijn vermeld als die van den'troepen aan; hem werd de nederlaag aan
werkman. gerekend en wordt hem waarschijnlijk nog
Men behoeft er niet aan te twijfelen, aangerekend. Generaal Baratieri heeft zich
dat, ook met de algeraeene invoering van teruggetrokken in het dorpje Arco, zijn ge-
een goed geregeld contract, zich steeds om- boorteplaats, waar hij kalm het oogenblik
standigheden zullen voordoen, die een sto-afwacht, waarop de historie een onpartijdig
renden invloed op den gang van het werk oordeel zal uitspreken over zijn optreden in
zullen uitoefenen. Kwade trouw, zucht tot; den noodlottigen veldslag. Welnu,* zegt
ontduiking van aangegeven verplichtingen,de »Matin,« »dat. zal de historie doen, terwijl
misverstand en andere verschijnselen vanhij nog leeft! Wjj, Fransehen, zullen de
dien aard zullen nimmer geheel verdwijnen.
Doch ook hier kan de wet veel goeds be
werken door een algemeen toezicht van
staatswege, een toezicht, dat thans reeds
niet onbekend is en b.v. de veiligheid in
fabrieken en werkplaatsen omvat en op den
overinatigen arbeid en de verwaarloozing
van jeugdige personen en van vrouwen het
oog houdt, en dat zich zonder twijfel ook
behoort uit te strekken over de naleving
der wetsvoorschriften op de overeenkomsten
van den loondienst.
Het grootste voordeel van het door ons
geschetste stelsel, zal wellicht hierin gelegen
zijn, dat, de wettelijke regeling van het
arbeidscontract eenmaal tot stand gekomen,
de betreurenswaardige werkstakingen alle
reden van bestaan zullen verloren hebben.
Trouwens, waar de wetgever in deze zijn
plicht volbrengt en werkgever en arbeider
beiden beschermt, daar is het zijn recht te
eischen, dat de maatschappelijke arbeid
volkomen zonder stoornis worde volbracht.
Elke contractbreuk, door een bepaald aan
tal personen, gezamenlijk en met hetzelfde
doel ondernomen, moet dan, wat nu on
mogelijk het geval kan wezen, een verboden
feit zjjn, dat ter vervolging voor den straf
rechter wordt gebracht.
Eerst dan zal de maatschappij volkomen
veilig wezen voor een der grootste rampen,
die haar nu voortdurend bedreigen.
öïaiteriIaiAti.
Men zal zich herinneren, hoe de Italianen
o
(9
Een klein jaar geleden deelden we te
dezer plaatse een en ander mede omtrent
het stelsel van den Franschman Bertillon,
zjjn manier n.l. om het signalement van
misdadigers op te nemen, ten einde in alle
voorkomende gevallen nauwkeurig de iden
titeit van den misdadiger te kunnen vast
stellen. Internationale boosdoeners, geljjk er
in Londen, Berlijn en Parjjs rondzwerven,
hebben doorgaans gegronde reden naam en
afkomst foutief' op te geven. Indien in een
dezer plaatsen of een andere een vreemdeling
in handen der politie valt en hij geeft, wat
in negen van de tien keeren geschiedt, een
vreemden naam op en als woonplaats een
stad, die nimmer de eer had hem onder
haar burgers te tellen, dan is 't met de oude
wjjze van signalement opnemen, totaal
onrnogeljjk buiten twijfel vast te stellen,
wie die sinjeur is. Zelfs het kwistig rond-
z nden van fotografiën nut in dit geval niets.
Jdertillons stelsel is daarin tegemoet gekomen.
Waar zjjn voorschriften gevolgd worden, is
't eenvoudig onrnogeljjk dat een zakkenroller
of inbreker zich verschuilen kan achter een
aangenomen naam en op een blank boekje
veroordeeld wordt.
De bjj val, waarmee ons vorig artikel over
de Bertillonage gelezen is, geeft ons reden
te vermoeden dat 't onzen lezers aangenaam
zjjn zal uit een sprekend voorbeeld te zien
hoe met dit stelsel een gepakten dief aan
zichzelf ontdekt wordt.
De man is op heeteidaad betrapt in het
gedrang vóór de Groote Opera te Parjjs.
Op 't politiebureel onderzocht, vond men
in de zakken van zjjn wijden overjas, waar
van de voering rondom één enorme zak
was, horloges met gouden en zilveren ket
tingen, poxtemonnnics enz., 't geen verder
zoo ai van tie gauin6 uu zakkenrollers is,
j tot geparfumeerde dameszakdoekjas incluis,
j Met het onschuldigste gezicht van de wereld
j, betuigde hij deze voorwerpen geërfd en j
"'tplan gekoesterd te hebben, ze hier te|
gelde te maken. Hij sprak Duitseh en gaf;
op Jozef Schulze te heeten, geboren tej
Maagdenburg, 47 jaren oud. Nog familie te
Maagdenburg? Geen enkel lid, hjj stond
alleen op de wereld. Meer gezeten? Nooit,
natuurljjk, rein als witte wol. Hjj mocht een
paar dagen rusten om van den schrik der
gevangenneming te bekomen en werd toen
weder in verboor genomen, doch er kwam
niets meer uit dan wat hjj reeds gezegd had.
Het proces-verbaal werd voorgelezen en
hem werd gevraagd of hij er iets op aan te
merken had. Niets anders dan dat hjj zich
aan de kleeren van een dame vastgegrepen
hg,d, om niet onder den voet te komenvan
stelen was hier geen sprake. »Natuurljjk«
zei de lezer.
De commissaris drukte op een electrische
schel. Twee beambten treden binnen. Dezen
man meten,is 't bevel en de twee nemen
den patiënt mee over den gang naar een
kleine kamer, de meetkamer. Schulze werpt
een wantrouwenden blik op de zonderlinge
stoflage dezer kamer. Hjj ziet, hoe een be
ambte, die aan een tafel bjj 't raam zit, een
pen ter haDd neemt, gereed op een kartonnen
blad aan te teekenen, wat de beschuldigde
bereids aan den commissaris opgegeven
heefe. Hij verspreekt zich geen enkele maal,
desniettemin gelooft de politie er geen syllabe
van, te meer niet, daar reeds bericht uit
Maagdenburg gekomen is dat men dezen
Schulze niet kent.
Ontkleed u,« beveelt een der beambten.
Jozef legt zijn kleeren af en de beambte is
hem daarbij behulpzaam. Nu het boven
lichaam ontbloot is, onderzoekt deze scherp
elke plek der lichaamsoppervlakte en dicteert
Linkerarm, moedervlek, 8 e.M. boven de
elleboog. Rechterarm, litteeken aan den
onderarm, dwars, 5 c.M. boven den hand
wortel, rood gekleurd, 2 c.M. lang. Borst,
moedervlek, 3 c.M. onder den rechteriepei.
Rug, sterk gebogen, wervelzuil naar links
uitwijkend. Linkervoet, vergroeide nagel aan
den kleinen teenrechtervoet, de tweede
teen ligt over de derde.
>Zoo, Schulze zoo heet je immers
valt de beambte zichzelf lachende in de
reden, daar allo gevangen Duitschers Schulze
of Muller opgeven te heeten kleed je
nu maar weer aan, maar laat jas en schoenen
nog uit.*
.Jozef wordt nu tegen den muur gezet.
Daar bevindt zich een groot houten kruis.
Van den staanden balk leest de beambte
af: >1750 m.M. lengte, de kromming van
den rug op 2 c.M. te rekenen.*
»Steek je armen uit Schulze; houd ze
rechts en links flink uitgestrekt, de hand
vlakte naar voren.
Ar inspan wjj dte 1770 ru.M.c
De nieuwe metingen hebben n.l. uitge
maakt, dat de algemeen verbreide meening,
als zou de spanwjjdte der armen precies
zooveel bedragen als de lichaamslengte, op
dwaling berust. Bjj den hier gemeten Jozef
Schulze bedraagt de eerste 20 m.M. meer.
Deze 20 m.M. komen op rekening van de
ruggegraatskromming, die den man kleiner
maakt dan hij eigenljjk is.
»Mag ik u verzoeken plaats te nemen?*
zegt schertsend de beambte, terwjjl hij op
een stoel wjjst, aan welks leuning een ver
schuifbaar toestel is aangebracht.
»Zit rechtop, meneer Schulze, we zullen
uw zithoogte meten.* Langzaam daalt het
toestel lager, tot het op Schulze's hoofd
rust. »850 m.M.* roept de beambte. Schulze
is zittende een reus, wiens bovenlichaam
veel langer is dan zjjn onderdanen.
»Zet u nu op dezen stoel bij het raam.*
Schulze zit nu in het volle daglicht. De
beambte neemt een passer, geljjk ingenieurs
en machinisten gebruiken om den middellijn
van buizen te meten. Een der afgeronde
punten wordt aan het voorhoofd gehouden
en de andere aan net achterhoofd, zoolang
heen en weer bewogen tot ue beambte de
hoogste plaats gevonden heeft. De lengte
van het hoofd bedraagt 187 mM. De breedte,
gemeten boven de ooren, 168 mM,
eerste elementen daarvan verzamelen om
aan de Italianen, die nog aarzelen dit te
gelooven, te toonen, dat hun soldaten hun
vollen plicht hebben gedaan en dat de ware
schuldige is een politieus, een minister, dat
het Crispi zelf is en hjj alleen.*
De Matin* geeft dan weer het verhaal
van iemand, die tot aan het laatste oogen
blik is gebleven in de omgeving van den
gouverneur van Erythrea. Thans is hjj in
het particuliere leven teruggekeerd, heeft hjj
vrjjheid om te spreken en niet de redenen
om te zwijgen, welke zjjn kameraden hebben.
Hjj wil niet, dat zjjn vroegere chef langer
verdacht worde van lichtvaardigheid, onver
schilligheid en lafhartigheid.*
Baratieri beschikte over ongeveer 15.000
manschappen. Menelik over 100.000. De
Italiaansche troepen waren half gedemorali
seerd door het klimaat, door slechte voeding,
door de soms onoverkomelijke hinderpalen,
welke het terrein hun bood. Daartegenover
de vjjand, geharde krijgers, aan het oorlog
voeren gewend, goede schutters, sterk,
krachtig, in het kort flinke soldaten.
De strijd stond dus bjj lauge na niet geljjk.
Dat heeft hjj voor de regeering niet verholen
en in talrijke, duidely'k gestelde dépêches
heeft hij dat te kennen gegeven, waut »hij
is een schrijver van den eersten rang.* Hg
stelde den heer Crispi in kennis met het
moeilijke van zijn taak en ai de gevaren
van zijn toestand. Maar hier nemen wjj
woordeljjk over wat de ^Matin* zegt
»maur op al die dépêches was steeds het ant-
Jozef Schulze wordt bjj een tafel gebracht,
waarop zjjn linkermiddelvinger gemeten
wordt: 106 mM.
Zjjn onderarm wordt ontbloot en op tafel
gelegd, met dien verstande dat het heele
gewicht van 't bovenlijf op den arm rust.
De lengte van den elleboog tot de uiterste
vingerspits wordt gemeten.
Nu plaatst men hem met één voet op
een bankje, alweer zóó, dat het heele li
chaamsgewicht op den voet rust, en de voet
wordt gemeten.
»Zoo Schulze, kleed je nu maar aan en
jkona dan nog eens in 't licht.* Nu onder-
jj zoekt de beambte de oogen en geeft zoo
nauwkeurig mogeljjk de kleur op.
Eu nu zuilen we je portret nog maken
ook. Zet nu maar een vriendeljjk gezicht,
je bent een aardige vent*, zegt schertsend
de beambte en brengt hem naar de kamer
des phstograafs. Deze zet Schulze op een
stoel, waarnaast een spiegel geplaatst is.
Het toestel wordt zóó gesteld, dat men twee
portretten krjjgt, van Schulze zelf' half en
face en tegelijk uit den spiegel een beeld
en profil.
Vjjf minuten daarna zit Jozef Schulze in
zjjn hokje, en vraagt zich -af, waarop dat
alles uitloopen zou.
Gewapend met de verkregen metingen
wendt zieh nu de politie tot haar ambtge
noot te Londen, Berlijn en elders.
De hoofdcommissaris te Berljjn staat met
Schulze's signalement in de hand vóór een
kast, waarin zich 3 rijen, elk met negen
vakken bevinden, half gevuld met kartonnen
bladen. Toch bevinden zich daarin reeds
ongeveer 12000 kaarten met nauwkeurig
opgenomen signalementen. Elk der 27 vak
ken draagt een etiquet, waarop lengte en
breedte van het hoofd, benevens de lengte
van den middelvinger is opgeteekend.
Verrassend is 't, de vlugheid te zien, waar
mee zelfs een leek zich met een kaart in
de hand, in deze kast oriënteert.
De commissaris is natuurlijk in een oogen-
Iblik klaar. Hg leestlengte van het hoofd
187 mM, en zjjn oog valt op het 4de, 5d$
woord: »Wij hebben behoefte aan een over
winning! Wjj meeten een overwinning
behalen! Het land verwacht een over
winning
Er moest een beslissende slag geleverd
worden
Op het oogenblik dat Crispi generaal
Mocenni, minister van oorlog, wist te doen
beslniten om het commando aan Baratieri
te ontnemen en te geven aan Baldissera,
werd te Rome een telegram nit Adigrat ont
vangen, waarin verslag werd gedaan van
een lichte schermutseling, waarbij wij eenige
gewonden of dooden hadden, zonder dat deze
aan een der beide zijden eenig voordeel had
opgeleverd. Crispi antwoordde op dat tele
gram onmiddellijk
»Dat is geen oorlog! Gij zijt soldaten en
gjj marcheert als teringlijders. Het spijt mij,
dat ik niet ter plaatse ben om n van raad
te kunnen dienen.*
Baratieri was woedend over deze beleedi-
ging. Hjj had slechts voor vier dagen levens
middelen in zjjn kamp en den vorigen dag
had hij maatregelen genomen om zjjn linies
achterwaarts te leggen om meer in de nabjj-
heid te zjjn van de basis, van waar hij zich
van levensmiddelen moest voorzien. Eenige
officieren waren reeds vertrokken om deze
beweging voor te bereiden; een colonne zou
reeds optrekken de bevelen werden weer
ingetrokkeneen krijgsraad werd belegd en
aan alle bevelhebbers werd de vraag voor
gelegd, of men zou vechten of zich terug
trekken.*
En alle bevelhebbers verklaarden zich
voor den aanval met uitzondering van
majoor Salsa. Hjj, die het land door en door
kende, stelde alle gevaren in het licht, maar
te vergeefsch. Ter verdediging van generaal
Baratieri wordt nog gezegd: »En het plan
voor den slag? Het was niet alleen goed
gekeurd door de generaals, die er aan deel
namenhet is sedert volkomen in orde be
vonden door de meest bevoegde militaire
beoordeelaars in Frankrijk, Duitschland en
zelfs in Italië.*
De troepen hebben dapper gevochtende
en 6de vak van alle drie de rjjen, die tot
opschrift hebben: hoofdlengte 184189.
Hjj leest nu: breedte van het hoofd 158.
Een blik op de kast toont hem dat hjj
in de drie vakken der laatste rij wezen
moet, die tot opschrift dragen hoofdbreedte
,157—160.
Nu komt de middelvinger aan de beurt:
116.
Het tweede vak van deze drie draagt tot
opschrift 112116. Ia dit vak moet dus
'Jozef Schulze schuilen. Hjj neemt de kaar-
ten ter hand, snuffelt ze door en neemt er
i met een uitroep van verrassing eén uit. Fluks
1 de andere gegevens vergeleken, die precies
Utemmen en een half uur later gaat een
telegram naar Parjjs van dezen inhoud
Gevangene heet Wilhelm Carl Bauer,
geboren Berlyn, oud 47 jaar, zakkenroller
en inbreker, bjj naam Kortpoot, zes von
nissen samen 12 jaar, laatst gevlucht ge
vangenis Dusseldorp.*
De Parjjsche commissaris laat Jozef Schulze
roepen.
Jozef treedt binnen.
Kom nader, Kortpoot!*
As je me nou, voor den d...!« roept
Jozef, woedend ook hier zjjn scheldnaam te
hooren en zich meteen verradende.
♦Hou je maar stil, ik weet het wel, dat
is je naam niet. Jozef SGhulze, heet je, niet
waar Bauer
En nu laat hg op hem neerdruppelen,
langzaam, al 't geen hem ter oore gekomen
is. Bauer, zich te Parjjs volkomen onbekend
wanende, staat verbluft en weet zich niet
te wenden of te keeren. Hg bevestigt ten
slotte al wat de commissaris hem opdischt
en is nog niet klaar met het raadsel, als
reeds weer de gevangenisdeur zich achter
hem gesloten heeft. Zoo iets is hem nog
nooit overkomen. Nu de politie zoo glad
wordt, zal 't zaak zjjn het handwerk te laten
varen en zich ergens te vestigen. Voorloopig
echter zal de Parysche rechter zich wal met
dit laatste belasten.