Hel Lam! van [lensden e
de Langslraal
en sic
waart
Herfstdraden.
M 1528.
FEUILLETON.
Op Waltersburg.
Uitgever: L. J. YSERMAN, Heusden.
WOENSDAG 7 OCTOBER.
1896.
VOOR
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.00.
Frunco per post zonder prjjsvevhooging. Afzonderlijke
nanmers 5 cent.
Advertent
meer 71/, ct
Advertent
ingow: t.
YBuJ.
roote
egels 50 ct. i
naar plaat
'insdag- en vrgdagavond
De samenstellers van den almanak, de
sterrekundigen, zetten den aanvang van
den Herfst in de laatste dagen van Sep
tember. De natuur is het daarmee niet altijd
eens en begint met hare opruiming dan eens
wat vroeger, dan wat later, in het algemeen
echter bevestigt ze de opgave des kalenders.
En wie niet geheel en al opgaat in 't ver
werven van 't dageljjksch brood, boeken of
tjjdverdrjjf, kan niet zonder althans een
zweem van aandoening voorbijgaan aan de
kale akkers, ds bruingetinte boomen, de
grauwe wolkenstapels en de naar 't zuiden
trekkende vogelscharen. 't Is waar, de Lente
met haar gloed en geuren brengt ongeljjk
veel meer dichters op de been en menigeen,
ook van die, welke niet tot deze gulden
menschensoort zich rekenen kan, voelt in
de dagen der Meibloemen en nachtegalen
de koop van een dichtstuk in zjjne arme
ziel ontluiken, terwjjl hg in de dagen van
den nazomer slechts met zorg voor winter
mantels en steenkolen vervuld is. Maar toch,
ook de Herfst telt zjjn zangers en zange
ressen. Uit tal van gedichten geven we een
klein van Quack, waarbjj Richard Hol zeer
Bchoone muziek geschreven heeft.
Sterven en heengaan is het herfstlot der
bloemen en der vogels, weemoed is de grond
toon van den herfstdag. Misschien komt deze
■temming 't duideljjkst uit bjj degenen, die
in dubbelen zin zeggen moetenhet wordt
ierfst.
Ook het leven beeft gesn bindenden ka
lender, zoodat de een, met zjj» zestig jaren
op den rug niet zelden den anderen met
veertig beschaamt in lichaamskracht en
sterkte van geest. Doch gemiddeld kondigt
toch wel de nadering der vjjftig den nabjj-
zjjnden teruggang aan. Reikt ons de hand,
Reikt ons de hand, gij vrienden en vreemden,
die met ons dit getal wenken ziet, en laat
ons met klaren blik de werkelijkheid in het
oog vatten het wordt herfst met ons. Yer af
liggen de gouden maar niet voor allen
gouden, dagen der kindsehheid, vervlogen
zijn de liederen der jeugd, reeds half uit
gebrand is het heilige liefdevuur van den
huiseljjken haardzilverdraden doorweven
den haardos, voorzoover er nog van haar
dos sprake kan zjjn. Gaat over onze hoofden
niet een klaagljjke klank als een zwaluwen-
vlucht? Komt in het diepst onzer ziel niet
een schaduw van gedachte aan den nada
renden winter?
Pas meenden we nog midden in de rij
Ik
I U
ze*
las op ter eere van de
ransche vloot en van de
n bedank Mijnheer den
woelens die hij ons heeft
waaruit de nakomelingschap nog wijshei 1 heeft de keizer zich verscheidene
en kennis put. Maar het recht is ieder langen tijd onderhouden met de pres
gegeven «n ie lereen de plicht opgelegd de van de Kamer en den Senaat. De vloc
lente z'.'ns levens nuttig te maken tot zaaien liep zonder incidenten af.
en den zomer tot opkweeking van zulke Om half zeven had aldaar een
planten, naar welker vruchten kinderen en plaats. De heer Paure, president der
kinds kinderen met bigde handen grjjpen. sche Republiek, vergezeld van de
Laat het herfst worden, vrienden, als we denten van Kamer en Senaat, den minister- De keizerin heeft niet aan het diner
maar voor de winter des doods ons verrast, president, van admiraals en generaals, bracht, deelgenomen.
onze voorraadschuur hebben gevuld met de na de vloot-revue een bezoek aan den keizer* ]\jen jn de laatste dagen een
!e daarop het Russische
i volkslied en de Marseillaise.
vruchten van geesteljjken en zedelijkenop de Poolstar.
half millioen vreemdelingen te Parjjs zijn
levensarbeid, waarmee we ons voeden kun-; Aan het diner bracht de president een aarigekoraen. Het moet er buitengewoon
nen in het koude getjj en die we als een j dronk uit op de gezondheid van de Rus-j ^ru]j zjjn#
schat van groote waarde ons kroost kunnensische souvereinen. i "T 7
S Bd de jongste stormen op de kust r
nalaten. Met groote vreugde heb ike, aldus sprak
i Bretagne (f1 rankrgk) zgn 6 visscherssehmt
heer Paure, vergezeld door de presi-
de uoci rauic, Yüigcziüiu uuui UG piooi—
den ten der beide Kamers, heden Uwe Kei- j
thuis behoorend, en met
Er worden insch
ynnrwaftrta t.e sohrjjden en reeds bevinden wji "i f.orDfa.» 'den ten der beide Kamers, heden Uwe Kei-ïU1 ume
ons met ontoereikende krachten in de groep i De Russische jachten zgn met het Fran- zerljjke Majesteit en de Keizerin ontvangen. 1 m.&n e(lull)a£ei vergaan,
der enkele nakomers. Kort geleden mengden j sche eskader te twee uur op de reede van'Als president der Republiek ben ik over- ^m"en SeoPen^ v°or te na8eaeu
we onze stem in het volle koor en hoor Cherbourg aangekomen. De Czaar stond j tuigd de gevoelens der natie te vertolken, 2qqq ^re8K 6n aUrö 66 en 6
reeds zingen de anderen een nieuw vreemd bij de aankomst op de brug van de >Pool-j wanneer ik uitdrukking geef aan den alge-:
lied, terwjjl wjj alleen in den ouden, ge-ster* en beantwoordde met militairen groetmeenen wensch voor het welzjjn der kei-
liefden toon voort neuriën.
Het Fransche stadje Quissac is het too-
1 de hoera's der Fransche matrozen. Bjj dezerljjke familie, voor de glorie der Regeering neel geweest van een onder versehrikkeljjke
En ach, onze schuinstaande letters passen aankomst op de reede werden door de Uwer Majesteit, voor het geluk van Rusland, omstandigheden gepleegden moord,
niet meer bjj het hedendaagsche steilschrift; j batterijen salvo's gelost. j Morgen zullen Uwe Majesteiten te Parjjs j Een jonge boerenknecht op het domein-
onze politiek past niet meer in de wind- j Het Russische keizerpaar is Maandag om het hart van het Fransche volk kunnen goed Plantier, toebehoorende aan den heer
richting dezer dagen; ons Christendom is 3 uur te Cherbourg aan land gestapt. voelen kloppen en de ontvangst, welke Uwe'Dumeny, vrederechter te Nimes, had op de
oud-modisch, onze levenswjjsheid verzuurdJ Toen de keizer en de keizerin den voet Majesteiten daar ten deel zal vallen, zal kermis een lootje genomen in een tombola.
Op welke naarkt koopt men nog onze waar? zetten op Franschen grond, werd met on- Haar bewjjs geven van den ernst onzer De fortuin was hem gunstig en hjj trok
In welk gezelschap hoort men nog naar beschrijfeljjk enthousiasme geroepen»Leve vriendschap. Uwe Majesteit heeft het behaagd den hoogsten prjjs, die een zekere waarde
onzen raad? Behendiger en verstandiger de Czaar! Leve Rusland Aan de keizerin in Frankrijk te komen, geëscorteerd door een vertegenwoordigde,
dan wij, grjjzenden en vergrijsden, zgn de werden drie corbeilles aangeboden.
onzer escaders.
jongeren en terwjjl de wereld zich naar i Keizer Nicolaas droeg de uniform van De Fransche marine is daarvoor dank- bracht door 't geluk van den knaap, dat hem
huune wenschen hervormt, kunnen wjj ge- kapitein ter zee, met het cordon van het baar; zjj herinnert zich met trots de talrjjke een niet onbeduidend verlies bezorgde, werd
troost onze verdorde kransen aan den wand Legioen van Eer. bewjjzen van sympathie, waarmede Uw woedend, toen hg zich weldra het mikpunt
der herinnering ophangen. Bedriegen wjj i De President kuste de keizerin de hand doorluchtigen vader haar heeft omgeven, enzag van de spotternjjen der omstanders,
ons zeiven niet, vrienden 't wordt herfst en reikte daarna de hand aan den keizer, de eer, welke haar gegeven werd door het Plotseling greep hij een mes en stootte
met ons en voor ons beteekent het langzaam die haar harteljjk drukte, terwjjl hjj luisterde deelnemen aan de manifestaties te Kroon- j het met kracht in de borst van den onge-
neerzjjgende avondrood geen nieuwen dag naar de welkomstgroeten, waarop keizer stad en te Toulon. Uukkigen boerenknecht, die doodeljjk getrof-
der vreugde. Maar bedriegt ook gjj u niet, Nicolaas eenige woorden tot antwoord sprakY Met een welkomstgroet aan Uwe Majes-fen ineenzakte. De rampzalige was eenige
gjj helden des daags, woordvoerders der! De keizer gaf den president zjjn tevreden- teiten op den bodem der Fransche Repu-oogenblikken later een lijk. De pleger van
nieuwe tijden: spoedig staat ook gij mor- heid te kennen, dat hij thans in staat was bliek hef ik het glas op ter eere van Uwedezen laaghartigen en verraderlijken aanslag
rend en verslagen ter zjjde en ziet den wind Frankrjjk te bezoeken, waartoe hij reeds j Majesteit den keizer en Hare Majesteit dej werd onmiddellijk gearresteerd en achter
zgn grillig spel drjjven met de afgeschudde lang het voornemen had opgevat. De keizerin, keizerin.* :sk>t e* grendel gebracht. Deze geschiedenis
bladeren der boomen, die gij geplant hebt.die wegens de doorgestane vermoeienissen j De muziek speelde het Russishe volkslied, j zal hem waarschijnlijk het hoofd kosten.
De herfst spreekt echter niet alleen van'der zeereis verzocht was, om af te zien van'waarna de keizer als volgt antwoordde. yaa de iacjin(," van"het*onlangs te Ant-
verdorren en naderende rust, hg spreekt het bg wonen der revue der zeeschepen, ant-j »Ik ben getroffen door de hartelijke en werpen aangekomen Engelsche stoomschip
ook van verzamelen en oogsten tegen den 'woordde, dat zij niet wilde afzien van het j vriendschappelijke ontvangst, welke Gjj ons ,0^ Colonna* zijn tjjdens een storm
wintertjjd. j genoegen om een voet te zetten op een 5 te Cherbourg hebt bereid ik heb ten zeerste in de vorige week 800 schapen en 90 ossen
Niet een ieder is het gegeven arbeid des Franseh schip, waarop zij te zeer was gesteld. het escader bewonderd, dat ons begeleid door 8tortzeeën over boord geslagen.
geestes achter te laten, tot welken het volk j Zij vergezelde daarom den keizer op de heeft, evenals het admiraalschip »Hoche«.
opziet met dankbaarheiden vereering; niet >Elan.* De keizer bracht een bezoek aan Bg het betreden van den bodem dezer Een schoener, onder Britsche vlag varend,
De tombola-houder, uit zgn humeur ge-
een ieder liederen aan te stemmen, die een'de »Hoche« en onderhield zich daar eenigeu bevriende natie deel ik de gevoelens, waaraan eu eien ^eü(^® vrjjbuiters op Cuba aan
volgend geslaeht nog met frisschq stemmen tjjd met den admiraal.
U zoo even uitdrukking hebt gegeven.
s zingtniet een ieder, geschriften igi te laten,
<u
»Bljjf hier, genadige heer, begeef u niet
in gevaar!* smeekten zjj.
»Wees om mg niet bezorgd. Ik doe mjjn
plicht, daarvoor ben ik soldaat.*
De portier had eindelgk opengedaan.
>Dat niemand mjj volge. Sluit de poort
achter mg toe!* beval Ottokar.
Hjj was buiten op het plein en uit het
gezieht der achtergeblevenen. Opmerkzaam
hooren zjj toe. »Hjj is verloren,* fluisterden
zjj, de boeren zgn met geweren gewapend
en hun kogels bestrjjken het heele plein.
Ieder oogenblik kan het hek omgeworpen
worden. Hoe durft hg 't wagen, hjj alleen
Moed bezat hjj altjjd, doch waarom zich
in gevaar begeven?*
Ongeveer een honderdtal boeren beleger
den de groote poort en het aan beide zjjden
geplaatste hek. Zjj waren met balken bezig
den ingang open te stooten en probeerden
©p andere plaatsen het hek te vernielen. Tot
op dit oogenblik waren hun pogingen vruch
teloos. Poort en hek waren nog ongeschonden
en niemand was op het plein doorgedrongen.
»De ladders hier riepen enkele stemmen.
»Nog niet,* antwoordden andere, eerst
moeten de anderen hier zgn, die 't park
door komen.*
»Op het plein is niemand te zien, we
kunnen het wagen
>Neen, hst is tegen da afspraak!*
De ritmeester hoorde deze woorden, toen
hjj 't poortje uittrad. Persoonljjken moed
hebben ze niet* zei hjj in zichzelven,
vslechts in massa durven ze voortdringen,
de ellendelingen!*
Hjj ging het plein op hjj, de enkele,
had wel den moed. 't Was verwonderljjk
hoe zgn plotseling verschjjnen werkte op de
menigte. Hjj was tien pas voorwaarts ge
treden hield toen halt, en keek den troep
onverschrokken aan. De sabel aan zgn zjjde
was zgn eenig wapen, maar de bliksemende
oogen, de koene houding van den sehoonen,
trot8chen man toonden, dat hjj er niet aan
dacht zich te verweeren. Zoo stond hjj daar,
zoo zag hem de menigte en geljjk hjj ston
den zjj allen stom en bewegingloos.
>Die ellendelingen* herhaalde hjj en een
blik der verachting vergezelde zgn woorden.
Hij schreed op de poort toe, de boeren
bleven sprakeloos, het was als verwachten
zjj hem.
»Wat heeft u hier gevoerd, mannen?*
vroeg hjj, »wat zoekt ge hier?*
Zgn stem klonk kalm en onbevreesd.
Zfl zagen elkander aan en een nam het
woord: »wjj willen onze rechten hebben,
wjj willen vrij zjjn!*
Vrjj is ieder, die de wetten houdt en
de rechten zjjner medeburgers eerbiedigt!*
antwoordde Ottokar.
»Wjj willen andere wetten, wetten, die
ons ook rechten waarborgen.
»Andere wetten Zjjn die hier binnen
in 't slot te vinden?*
»Wg willen geen lijfeigenen van den
slotheer zjjn.*
Een lach vloog over het schoone, moe
dige gelaat van den ritmeester.
Tjjdens zjjn aanwezigheid op de >Elan« Mjjnheer de president!
Het was de stem van George Hausman.man.
De lafaard had zich op den achtergrond j Een dozijn heetbloedige jonge boeren
gehouden. De boeren zagen elkaar besluite- 1 hadden de buksen reeds aangelegd en op
loos aan eenigen hieven hunne geweren i de borst des ritmeesters gericht. De huzaren
omhoog. Ottokar echter trad hen tegemoet j naderden, op hun paarden gezeten zagen ze
en bood hun onverschrokken de borst tot
doel aan.
»Ja, schiet toe,* riep hjj, »laat u door
den laffen schreeuwer, die zelf niet in 't dag
licht durft komen, ook nog tot moordenaars
maken!*
Schiet, als je moed hebt,* riep de boeren-
advokaat.
Twee opgeschoten knapen legden hun
geweren aan.
Ottokar stond kalm, de oogen vast ge
richt op de trompen der gewereB.
»Goen moord,* riep de oude boer en de
jongens zetten beschaamd af.
Daar klonk trompetgeschal. Het schetterde
in het park, in de breede laan, die naar den
ingang leidde.
»Ha,< zei met een lach de ritmeester,
smjjn huzaren, mjjn brave Steinmann
Juist te rechter tjjd!«
Met het geschetter der trompetten ver
mengde zich de dreunende hoefslag der
paarden eu in galop vlogen de huzaren de
hoogte op.
»Schiet den hond neer!* riep nog een
hun bevelhebber, alleen, zonder wapens,
tegenover de woedende boeren en de op hem
gerichte geweerloopen.
»Vuur op de schurken,* werd uit twee
monden tegeljjk gekommandeerd.
De huzaren gaven vuur, de boeren insge-
ljjks. De boerenaavokaat vloog in de laan
terug en bergde zich achter de boomen en
de boeren, hem ziende vluchten, jjlden hem na.
En ritmeester Ottokar von Waltershausen
IV. AÏSCHEID TAN DE PASTORIE.
De vriendeljjke heldere namiddag liep ten
einde. Nog bescheen de zon met haar stralen
het landschap, berg en dal, woud en weiden
en het schoone, trotsche slot, dat met zijn
breeden gevel en zgn hooge baleons van de
hoogte in het dal zag, over het statige
dorp jen, het kerkhof met zijn groene graf
heuvels en zwarte kruisen, over de pastorie
met baar angstig wachtende bewoners. Dat
alles lag in diepe stilte. Rust en stilte geven
een lentenamiddag die zich naar den avond
neigt, wel de ware wjjding, maar voer het
land had gezet, is door een Spaansch oor
logschip te Havana binnengebracht.
»Ha, daarvoor zjjt ge ljjfeigenen gewor- maal de stem van Hausman, »hjj is de menscheljjk gevoel vermogen ze dat eerst
den van een gemeenen bedrieger, die het aanvoerder, is hjj er niet meer, dan hebben wanneer in het hart de vrede woontwan-
tuchthuis ontloopen is.< ze hun hoofd verloren, dan weten ze nietneer de handen, die over dag gewerkt hebben,
De boer, die tot nu het woord gevoerd wat te doen. Schiet hem neer, wanneer jeuitrusten van den arbeid,
had hjj was een oud man zweeg eigen leven je lief is! Het is geen moord, Dit gevoel hadden de bewoners van Wal-
beschaamd. Doch achtor uit den troep klonk het is zelfverdediging en noodweer. Schiet!* jtersbausen niet. Onrast en twist heerschten
een schreeuwende stem: »schiet hem neer, j Begaat geen moord 1* waarschuwde nog- overal, slechts op ééne plaats niet en ook
den schurk, den boerenbloedzuiger, den jmaals de oude boer. jdaar was het ver van rustig,
recrutenbeul!* j »Ben jelui flauwe meiden?* vroeg Haus-j De dorpskerk en het kerkhof lagen zoo
stil, alsof de vrede, die de waardige predi
kant des Zondags van den kansel ver
kondigde, daar een onaantastbare woon
plaats had opgeslagen. En vrede was 't ook
in de pastorie, die tusschen beide in lag.
Maar in de harten woonde ze niet.
Voor de deur stond een met één paard
bespannen boerenwagen, beladen met huis
raad, koffers en kleeden. Voor het paard
stond een knaap van ongeveer veertien jaren,
een flinke jongen, sterk, frisch, met ver
standig uiterljjk. Dat was Johannes, de
oudste zoon des predikants. Met Gods hulp,
zoo had men gemeend en dik wjj ls gezegd,
zal hjj de opvolger zjjns vaders worden.
Thans stond hg wachtend voor den wagen,
waarop het huisraad der familie geladen
werdover enkele minuten moest de pastorie
ontruimd zgn. »Voor altjjd* had men ge
dreigd. Een trek van weerspannigheid was
soms op zgn gelaat merkbaar, doch zgn
vro©m gemoed effende dien, hg wachtte met
geduld en onderwerping op vader en de
andere kinderen. In het onvermjjdeljjke heeft
men zich te voegen, zeide hem zgn verstand;
tegen de beschikkingen Gods mag de mensch
niet- opstaan, zeide hem zgn godvreezend hart.
il'. 11 mtm r rm u,n &rspwrGKynE<yai
aeao—MW—m
Than» ia 't Herfst I De friasche kleuren van 't landschap
tanen telkens meer,
Het gra3 verdort, de bloemen treuren en 't gele blad
zinkt machtloos neer.
De wind gonst door de vochte dennen
Als alaakte hij een stervenszucht,
Terwijl pp breed ontplooide pennen
Do schuwe vogel zuidwaarts vlucht.
Wij zien dat kwjjnen in de dreven,
Dien vogel spoeden langs zjjn baan,
En voelen iets in 't harte leven
Dat ons wel gaarn' ook heen deed gaan.
Een trek naar schooner lenteluchten,
Naar blijder 's feer I Getroost o mensch I
't Verlangea dat de ziel doet zuchten
Blijkt eenmaal u geen ijdele wenschl
m.i.
A
Wordt vervolgd.)