el Land van king m lensden en Allen», de Langstraat en de Bommelcrvvaard. FEUILLETON Op Waltershurg. Uitgever: L. J. YEEEMAH, Heusden. M 1531. ZATERDAG 17 OCTOBER. 1896. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco par post zonder prgsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/. et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. in. Thans willen wg u nog eens wjjzen op de groote voordeelen die eene totstandkoming van het grootsche werk zullen medebrengen, voordeelen, die zeer aanzienljjk zjjn, doch die, door de Staatscommissie met geen cijfers konden worden aangegeven. Wij noemen daartoe in de eerste plaats 't feit, dat bjj eventueele afsluiting zal ont staan een >IJselmeer< dat zal zjjn, of al thans spoedig worden, een zoetwater meer. Uit de proeven toch, door het Lid der Staatscommissie, den Hoogleraar Telders genomen, en die als bjjlagen aan het rap port van die Commissie zijn toegevoegd, is het resultaat getrokken, dat het IJselmeer, kort na de afsluiting, water zal bevatten van zoo'n gering zoutgehalte, dat het èn voor den mensen èn voor 't vee goed drink water is. Reeds tjjdens de afsluiting zal, door regel- matigen toevoer van IJselwater en door voortdurend verminderenden toevoer van zee water, bjj toenemende sluiting der toe voerkanalen, het zoutgehalte van het IJsel meer afnemen en na volkomen afsluiting, zoodanig zjjn verminderd, dat het niet meer merkbaar is. Ondergaat dus tjjdens de afsluiting het water van de af te sluiten kom der Zuiderzee reeds belangrijke verandering, wanneer die kom tot een IJselmeer zal zjjn hervormd, dan zal spoedig dat meer van ruim 36000 H.A., water van zeer gering zoutgehalte bevatten en door onophoudeljjken toevoer van rivierwater uit den IJselgeleidelijk veranderen in een zoetwatermeer. Dat de onmiddellijk aan het IJselmeer grenzende plaatsen daarvan reeds dadeljjk de gunstige gevolgen zullen ondervinden, behoeft niet te worden aangetoond. Voor de waterverversching van Amster dam, die tot nu toe plaats heeft door in lating van water te Zeeburg en uitstrooming op het Noordzeekanaal, kan dan worden beschikt over zoet water. Evenzoo kan voor het stellen van mili taire inundaties om Amsterdam, alsdan zoet- in plaats van zeewater worden gebruikt en worden de schadeljjke invloeden der inun datie belangrjjk geringer. Voor Noord-Holland kan eveneens in vol doende mate worden voorzien in de behoefte overtollige water door de noordeljjke sluizen zoon van achteren aan, en sloeg hem een geloosd, dan zal door de provincie een ge- koord om den hals, terwjjl Boucher mond regelde strooming van Zuid tot Noord plaats en neus van het slachtoffer dicht drukte, hebben, die reeds dadeljjk tot waterverver- om het geschreeuw te smoren. Zqo werd de jongen vermoord. Voorbijgangers vonden het Ijjk den volgenden dag, het werd ge bracht naar de Morgue, waar de vader het kwam herkennen. Boucher thuis gekomen had zjjn knevel afgeschoren en een beet aan zjjn duim verbonden. aan zoet water. Voor Friesland wordt het zoetwatermeer een bron van onberekenbaar genot. Wanneer men nagaat, dat het meest productieve deel der provincie rust op een zouten ondergrond, dat het boezemwater alleen bjj hooge boezemstanden en dan nog slechts in sommige deelen der provincie drinkbaar is, maar wanneer de boezemstand is gedaald tot zomerpeil voor het vee slechts brak water wordt gevonden, dan is het duideljjk, dat de mogelijkheid om te be schikken over eene onbeperkte hoeveelh;id zoet water, reeds zoolang is gewenscht als Friesland bestaat. Van de omliggende hooge gronden, is, wanneer die genoegzamen voorraad ople verden, slechts bruin veenwater te trekken. Is de boezem van Friesland echter bg aan houdende droogte door verdamping tot zo merpeil gedaald, dan hebben ook de omlig gende hooge streken gebrek aan water en moet alles worden aangewend, om door het ophoulen van water de scheepvaart op de veenkanalen in stand te kunnen houden. Van de hooge gronden is dus het water ongeschikt en ontoereikend voor aanvulling van den boezem. Die aanvulling is nog in hooge mate ge wenscht om te voorkomen, dat de veenlaag waarop bjj de lage hooilanden de 20 a 40 c.M. dikke humuslaag rust, droog valt en daardoor de bovengrond uitdroogt. sching leidt. Met die onuitputtelijke bron van zoet water (het IJselmeer is ruim elf maal grooter dan de boezem der provincie) zal bjj oor deelkundige regeling van den toe- en afvoer van IJselmeerwater, de boezem reeds spoedig drinkbaar water bevatten en behoeft er van watergebrek of watervervuiling geen sprake meer te zjjn. In het vroege voorjaar behoeft dan in Friesland niet meer, zooals nu, het boezem water zoo hoog te worden gehouden als de laagste landen maar eenigszins toelaten, waardoor ze aan het gevaar van onder vloeiing onderhevig zjjn bjj de minste ver heffing van Wesleljjke winden. Men behoeft dan geen aeht te slaan op mogeljjke drooge tijden, maar stroome het boezemwater af tot de meest gewenschte hoogte van 10 a 15 c.M. boven zomerpeil, want, volgt dan, zooals nog dit voorjaar, een lange tjjd van droogte, dan ligt het IJselmeer gereed om de gevolgen van ver damping en aftapping op te heffen en wel met toevoer van zoet water. De geheele bodem van Friesland, die nu bij lage waterstanden bljjkt zout te zijn, zal dan gestadig van zoutgehalte verminderen en eindeljjk in 't geheel geen zoutdeelen meer bevatten. De gevolgen daarvan zjjn Een zomn-boezemstand van 10 a 15 c.M. yan onberekenbaar nat. èn door verbeterde echter wedersproken door te veel feiten, en Boucher wordt ten slotte veroordeeld voor tien jaar zitten. Is deze zaak niet merkwaardig? Is die vader een held, die durft te richten over zjjn zoon, omdat hjj latere misdaden van dezen voorziet? Of is hjj een vulgaire moor denaar, die zjjn opwelling van gekrenkte jjdelheid niet kan intoomen, en die later de hand aan zichzelven slaat, om de schande De vrouw van "Vasseur zoowel als die van de terechtzitting te ontgaan? Onder van Boucher had vermoed, wat er gaande stel, dat Vasseur zich niet van kant ge was geweest. De eerste had, toen zjj een'maakt had, en gjj, waarde lezer, zoudt bekentenis van haar man had uitgelokt, jury-lid zjjn geweest in zjjn proces, zoudt gezegd: Boucher en gjj zjjt twee ellende- gjj hem dan schuldig hebben verklaard of lingen, en het best is, dat gjj u doodschiet.* j niet Maar deze vraag heeft geen zin, want De andere vrouw, van een minder stalen j de tweede daad hoort bjj de eerste, maakt karakter, had uit de school geklapt, waar- een deel daarvan uit. De zelfmoord is voor door de aanhouding van de beide schuldigen Vasseur's karakter het noodzakelijke gevolg (14 »Dan gaan wjj tot hem,* en alzoo deden ze. Docter Fabricius was jaren lang, sedert menschenheugenis, practiseerend arts, in de naaste stad geweest en stond bekend als een voortreffelijk geneesheer en humaan mensch. Hg was ongetrouwd gebleven, omdat een man met een bult, zooals hg plag te zeggen, en een vrouw niet bg elkaar passen. Hg had zich een aanzienlgk vermogen verga derd, waarvan hg nu op zjjn ouden dag behaaglgk leefüe. Hg had in dit schoone dal een uitgestrekte bezitting gekocht en liet daarop het landhuis bouwen. Hg legde zgn praktgk neer in trok zich hier terug slechts omgeven van zgn twee oude huisgezellen. Het was hem een behoefte geworden zich uit de wereld terug te trekken, maar hg was geen menschenhater geworden. »Ik heb de menschen lief* zei hg dikwgls, »en om deze liefde te bewaren, mgd ik ze voortaan. De ouderdom verstaat de jeugd niet, zelfs niet den rgpen mannelgken leeftgd. Den man behoort de wereld, ofschoon de jeugd meent dat ze haar toekomt. Beiden spotten met de hommels, die hun tgd gehad hebben en om. nu niet uit den korf geworpen te worden, ga ik vrgwillig heen. Dat onder houdt de vriendschap.* Op de pastorie Waltershausen en op het slot Waltersburg vfu- I jj steeds een trouwe tmim.rtü (Tbwuitt Hii whs her nnlr nrehïauun boven zomerpeil is uit dat oogpunt de meest gewenschte. En niet minder wenschelgk is het voor de scheepvaart in de provincie, dat de boezem niet daalt onder dat peil. Welnu, het Zoetwatermeer door de Zui- derzeevereeniging ontworpen en door opbrengst visscherg. van den bodem èn voor de FJ mi t etilan cl. Woensdag is voor het Hof te Pargs een en door deder zonderlingste strafzaken behandeld, welke Staatscommissie onveranderd aangehouden,ooit voorgekomen zgn. biedt aan Friesland de reddende hand. j Vasseur, een wgnslgter, vermoordde zgn Door het aangenomen peil voor het IJsel-j zoon, omdat deze door wangedrag den meer van 40 c.M. onder N.A.P., overeen- goeden naam der familie in opspraak bracht komende met 26 c.M. boven het zomerpeil en toen de moordenaar aangehouden was, der provincie, dat, met het oog op de wa- begreep hg plotseling den omvang van zgn terverversching, des zomers, 20 c.M. hooger wandaad, sprong uit een venster en brakzich van zgn schande te bevrgden door zal worden gehouden, kan met geringe vrgwillig zgn hals. geweld, hem voortdurend achtervolgd. Hg wgziging en vernieuwing der aan de Zuid- Er was in dit treurspel als medeplichtige j had ten slotte Boucher als handlanger ge- zgde gelegen sluizen, de boezem van Fries- een neef, Jules Boucher, die geld noodig bruikt, om den jongen te lokken naar een land tot elke gewenschte hoogte met zoet had en voor duizend franken den jongen afgelegen hoek. Boucher beweert niet ver water worden gevuld. op 24 April ten vgf ure 's avonds gelokt Big ven dan de zuidelgke sluizen tot aan- had in een zglaan van het Bosch van Vin- voer van zoet water geopend, en wordt het cennes. Aldaar viel de vader plotseling den was gevolgd. Vasseur was door twee detec tives gebracht in een kamer van het Paleis van Justitie om verhoord te worden, en toen zgn bewakers een oogenblik afwezig waren, had hg zich uit het venster laten vallen en zich van kant gemaakt. De zoon was werkelgk een armzalig exemplaar van het menschelgk geslacht. Op zgn veertiende jaar kon hg nog niet lezen en schrgven. Hg wierp met steenen naar zgn ouders, wanneer dezen hem kwa men opzoeken in z$n kosthuis, en als zg hem ergens in de leer deden, werd hg telkens als onbruikbaar door zgn patroon aan de deur gezet. Daarbg had hg erg slechte kennissen, waarvan één betrokken was geweest in den moord van de barones de Valley. Vasseur en zgn vrouw waren gezeten lieden, die door hard werken en spaarzaamheid een fortuintje hadden ver diend. De man was heftig van natuur, en kon niet verkroppen, dat de jongen ken- nelgk opgroeide voor het tuchthuis. Hg had een jaar geleden met zgn zoon en met Boucher een wandeling 's avonds langs de Seine gemaakt, en toen groote aanvechting getoond, om zgn lieven spruit in het water te gooien. Sedert had dat denkbeeld, om toen de eenzaamheid opzocht. In beide moeten opstaan De familie van het slot is woningen was hg een hooggeëerde vriend, de beste van de wereld.* wien geen familiegeheim vreemd bleef, die >Juist daarom, Thomas, men mag den voor elkeen de innigste deelneming koesterde, dag niet prgzen voor de avond gekomen is.« Met de wereld buiten het dal, hield hg Twee dagen waren sedert in rust voorbij geen conversatie. Zgn landgoed voorzag in gegaan. Op den derden verscheen de oude het grootste deel zgner behoefte, en wat er dienaar ontdaan voor zgn meester, ontbrak, kocht de oude dienaar eenmaal; Docter, ge hebt gelgk. In Waltershausen 's maands in de stad. j zal 't nog vandaag er op losgaan. De boeren moed te hebben, dat de vader zgn zoon vermoorden zou, maar dat alleen een kor- rektie in de bedoeling lag. Die stelling wordt geweest van diens wandaad, en het is dus onmogelgk dat gg ooit een man als Vas seur voor een gerechtshof als beschuldigde zult zien staan. Boucher, die voor geld een jongen in het verderf lokt, is een onoog- lgk wezen, maar Vasseur heeft een energie, te weinig alledaagsch om geen eerbied te boezemen. De eenige aanmerking, van uit dit oog punt te maken op Vasseur, is dat hg zich niet dadelgk van kant heeft gemaakt. Daar toe komt hij eerst, wanneer zgn vrouw hem daartoe aanzet. Zjj begrgpt nog dui- delgker dan haar man, dat zelfmoord onaf- scheidelgk verbonden is aan de vaderlgke terechtstelling. Maar dan nog wacht hg met den zelfmoord tot hg in handen van het gerecht is. Indien Vasseur dadelgk na de daad zich zeiven had te kort gedaas; zou ik bewondering voor hem kunnen heb ben en hem aanzien als een ruwen held, die zichzelven opoffert, om anderen te vrg- waren voor de wandaden van zgn zoon. Nu hg zich eerst na zgn aanhouding te kort doet, plaagt mg de vraag, of de ge krenkte ijdelheid dezen man niet heeft be- heerscht, en ten slotte big ft mg het vraag stuk onopgelost. Spanje schgnt ten einde raad met be trekking tot den opstand op Cuba. Uit Cadix toch schrgft men: Wanneer Spanje den opstand tegen Cuba niet tegen 1 April e.k. heeft onderdrukt, bestaat het voornemen bg de regeering, om den strgd op te geven en het eiland te laten gaan.* Vóór enkele dagen had Thomas bg zgn terugkeer uit de stad de nieuwsbladen mee gebracht. benevens allerlei geruchten, die in de stad stof tot dagelgksch gesprek leverden. Het volk was overal rumoerig geworden en had zich tegen de overheden verzet. In de stad waren reeds pogingen gedaan dat voor beeld te volgen en de rustige burgerg zag met schrik de toekomst tegen. De oude Thomrvs kwam jammerend en weeklagend terug, de oude Margaretha hoorde met sid dering zgn verhaal aan, doch de docter ver trok geen spier in 't gelaat. Hg doorbla derde kalm de kranten en nadat hë Thomas had uitgehoord, zei hë: »wat klaag je toch? Het gezwel, dat zgn vuile stoffen naar binnen dreigde uit te storten, ontlast zich naar buiten. De zieke is gered, wan neer doch dat verstaat ge niet.* >En Thomas* voer hë na een poos voort, »geloof je, dat het oproer ook in mgn stil Vrederust doordringen zal?* Dat is wel onmogelgk, dokter. De heele om trek vereert u, gevoelen alleen dank voor u.« »Hm, jë geloovige Thomas 1 In tëden als deze worden de banden van dankbaar heid en vereering 't allereerst losgereten. Het zou me niet verwonderen, als maar sprak men in de stad niet van de boeren van Waltershausen?* iMftftr docter. teeen wien zouden die worden opgehitst tegen de slotbewoners en den bravon predikant. Ze zullen allen ver jaagd worden.* Die boodschap had de docter 's namid dags gekregen, 's Avonds had hg in 't westen hooren schieten. »Maak de kamers in orde,* had hg gezegd, »we zullen bezoek krëgen.* »De rebellen?* riep ontzet de oude Mar garetha. »Neen, doe maar wat ik u gelast.* Daarop was het rgtuig gekomen en de docter haastte zich de aangekomenen op te zoeken. Buiten gekomen schrok hë. Hë had verwacht den eigenaar van het slot te zien, doch hë stond voor een ongelukkig paar, waaraan hë in 't minst niet gedacht had. In het rëtuig zaten de ritmeester en zën schoonzuster. Toen de ritmeester alleen het slotplein opgegaan was, hadden de boeren niet den moed op hem te vuren. Daar stormden de huzaren tegen de hoogte op en aan beide zgden werd geschoten. Baron von Walters hausen viel. 't Werd een woedende kamp en naar alle zgden vlogen de kogels. Midden in dien kogelregen stortte uit het slot een door smart en waanzin gejaagde vrouw. Zë had zich niet om de lieden bekommerd, die haar binnen hadden willen houden en evenmin om de kogels, die op het plein over en weer vloeren. Zii wierp zich op den man, die op den grond in zën bloed baadde, hief hem op met de kracht der vertwëfeling en droeg hem in 't slot. In veiligheid gekomen verloor zg haar bewustzën en viel naast den gewonde neer. De wonde des ritmeesters werd onder zocht, het bleek dat hë in de borst getroffen was. Daar geen arts tegenwoordig was, werd snel een voorloopig verband gelegd. »Naar Vrederust,* riep de barones, toen ze weer bëgekomen was. »Ingespannen, terstond!* beval ze. Zg had den eenigen uitweg gevonden, die open stond en niemand weersprak haar. Het rëtuig werd ingespannen en de gewonde voorzichtig naar buiten gedragen. De barones stapte mede in en een paar oude bedienden begeleidden haar. Adalbert,* zei ze tot haar gade, die even eens instëgen wilde, »uw eer verbiedt u, het slot en de lieden in het gevaar te verlaten.* Ja, Adalbert,* voegde Koert er bë, tonze eereplaats is hier.* De beide broeders bleven thuis. Door een achterdeur verliet het rëtuig het slot, gedekt door de stallen en schuren, zoodat het voor het oog der boeren verborgen bleef. Men bereikte zonder ongevallen langs de eenzame wegen van het bosch het landhuis van Ür. Fabricius. Deze vond den gewonde, omvat door de zachte armen der schoone vrouw, in een toestand van volledige uit putting, een doode gelgk. »Red hem, help hem!* riep Emma von Waltershausen. »We zullen zien,* antwoordde de arts. De ritmeester werd in een kamer te bed gebracht. Hg sloeg de oogen niet op. »Thans, genadige barones,* zeide de arts,? behoort hij mjj. Wees zoo goad u in gindsche kamer te begeven, die de oude Margaretha voor u ingericht heeft.* »Moet dat?* vroeg zg. >Het moet, om zgnentwille en uwentwille.* Zë verliet, door haar kamervrouw be geleid, de ziekekamer. De arts begon zën onderzoek; de oude Thomas en de bediende der barones stonden hem ter zgde. De kogel was in de borst ge drongen, diep in de rechter long. »Is het doodelëk, docter?* vroeg de rit meester, thans eerst de oogen opslaande. »Uw leven ligt in Gods hand,* antwoordde de arts, »ik wil oprecht zgn, zooals een docter tegenover een man, die den dood niet vreest, zën mag. De kogel moet uit uw lichaam verwëderd worden en het moet haastig geschieden. Het volgend kwartier beslist over uw leven.* »Ik dank u,« zeide Ottokar, >mag ik mëu schoonzuster zien?* »Ik breng ze bë u.« De docter zocht de barones op. Zë poogde in zgn gelaat te lezen, wat hë te zeggen had. »Hg sterft is hë reeds dood?* »Hg leeft!* antwoordde de arts kalm. »Maar hë moet sterven? En ik ben zëQ moordenares!* >Hë wenscht uw genade te spreken. Ik moet terstond tot een operatie overgaan om de kogel uit de borst te verwëderen, maar heb weinig vertrouwen dat ze gelukken zal. Ik ben volkomen op de hoogte van uw ver houding tot uw ongelukkigen zwager. Doe uzelven in de weinige minuten, die ge hem nog wëden kunt, geen verwëten. Ieder ver- wgt zou voor hem een vloek zën, waarmee hg van het leven scheiden moest. Geef më als moedige vrouw uw hand daarop!* LAND VAN ALTENfc VOOR Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1896 | | pagina 1