Hel
van neusden en
(!e B#rame erwaard.
Brieven uit Indië.
a
FEUILLETON,
Uitgever: L„ J. YESRMAH, Heugden.
M 1581. WOENSDAG 14 APRIL. 1897.
"V ergelding-.
xv.
VOOB
iij
L)it blad verschijnt WOENSDAG en ZATEBPAG.
Abonnementsprijs: per 3 maandsn 1.00.
franco per poet zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke
nummers 5 pant.
Advertentien van 1regels 50 ct. Elke rege]
ineer 71/» e*« Groote lettere naar plaatsruimte.
AdvertsntiSn worden tot Dinsdag» en Vrijdagavond
ingewacht.
Eene sociëteit, dc soos, is in eene Indische
eiad een onmisbaar iets, zij is de plaats,
waar de Europeanen elkander ontmoeten
en wil men te kennen geren, dat iemand
al heel onbekend is, dan z*gt men, wie zou
dien kennen, hjj is niet eens lid van de soos.
Maar lezer, vergeljjk nu niet uwe Hollandsche
sociëteit bjj de Indische. Ge zit daar veelal
in een bedompt lokaal, dat vol rook staat,
waar het smoor heet is en waar toch niets
kan openstaan vanwege de trek, terwjjl awe
ooren suizen van de politieke gesprekken,
die gehouden worden en waar soms stel
lingen verkondigd worden, die kant noch
Wal raken. Neen, eene Indische sociëteit is
veeleer eene villa met een tnin er om heen,
ge vindt daar eene leeszaal, eene billardzaal
•n vooral niet te vergeten eene danszaal.
Politiek wordt nooit behandeld, want men
is hier in eene kolonie en men wordt een
voudig geregeerd. Een paar maal in de week
is er steeds muziek en waar muziek is wordt
gedanst, ja als het volkslied ten gehoore
gebracht wordt, ziet men er lustig op dansen,
want als er muziek ia, mogen de dames er
Ook komen. Het societeitsourtje duurt tot
bjj half negen, dan gaat ieder naar huis
en wordt het middageten gebruikt, na
afloop waarvan men nog eenigen tjjd in
voor- of achtergalerij klimaat gaat scheppen
en om een uur of 10 onder de wol kruipt,
neen dat is niet waar, dek heeft men op
Java alleen op de bergen en dan nog heele
dunne dekentjes, men moet dus zeggen,
naar kooi gaat. Koffiehuizen of zoo iets
vindt men in Indië niet, de Europeanen
hebben hunne sociëteit en de inlanders gaan
hoogstens hun rjjst eten in de warong,
een kraampje, dat hier en daar aan den
weg staat. Ze krjjgen daar voor 7 centen
een bord rjjst met wat kerry en andere
rommel en een glas water met een scheutje
koffie, waarin nog een of andere vrucht
gemengd is en daarmede kan hjj uitstekend
zjjn maal doen. Het is eigenaardig van de
inlanders dat ze altjjd op crediet leven en
afbetalen als zij loon ontvangen, doch dit
doen ze getrouw, op dat punt is hjj streng
eerljjk, (altjjd tegenover landgenooten, niet
tegenover Europeanen, als hjj die kan beet
nemen is 't een eer,) doch het prikkelt hem
juist om te kunnen betalen en daarom werkt
hij hard, maar geef hem bjjv. zooveel, dat
hjj dadeljjk zjjne schuld ban betalen (die
hoogstens f 0,50 a f 0,60 is) dan behoeft hj
een paar dagen niet voor eten te zorgen
en dan werkt hjj ook niet, met geen stok
zou men er hem toe kunnen krjjgen. Die
zelfde gewoonte is ook aangenomen door Batavia—-Buitenzorg heeft eveneens smal
vele Europeesche jongelieden, die ïndiè' ba- spoor. Om nu van het westen van Java
schouwen als een luilekkerland, waar zonder naar het oosten te komeu moet men de ljjn
iets uit te voeren dj gebraden ganzen in DjoyaSolo passaeren en men begrjjpt,
den mond vliegen, tegenover hotelhouders, wat een last ea een oponthoud dit veroor-
1)
Op het kleine zolderkamertje van een on-
aanzienljjk huis in eene donkere en nauwe
straat eener Zuid-Duitsche residentie-stad,
stond een jongman in een ouden, armoe-
digen kamerjas, en zag door de half be
vroren ruiten naar den kouden Februari-
avond, welke op de met sneeuw bedekte
daken begon te vallen.
De jonge man, die in dit armoedig ge
meubileerd en slecht verwarmd kamertje
huizen moest, scheen in geenendeele tot
diegenen te behooren, die door de Voor
zienigheid of door het lot, rjjk met mam
mon gezegend zjjn. Zjjn eigen voorkomen
en alles om hem heen, gaven dit genoeg
zaam te kennen. Aan den met verbleekt,
gescheurd en hier en daar slecht gelapt
behangsel uit den goeden ouden tjjd be
dekten xnuur, hingen oude kleederen, be
stoven pjjpen en anatomische platen aan
het eene venster een manke, wurmstekige
lessenaar, hoog opgestapeld met boeken, en
glazen vol anatomische praeparatenin den
hoek een skeletop eene leeljjke kast, glazen
Ze komen ergens logeeren, vertellen dat ze
momenteel zonder betrekking en zonder
■geld zijn, dat dus de hotelhouder maar
moet opsehrijven en dat ze zullen betalen
zoodra ze eene betrekking gevonden heb
ben. Ze blijven dan een dag o£ 14 hangen
om daarna in een andere plaats hetzelfde*
te gaan doen en op die wijze kannen ze
op kosten der hotelhouders een heel tjjdje
leven, doch eindeljjk en ten laatste loopt
het spaak, de hotelhouders merken, dat ze
heel netjes zjjn opgelicht en dreigen met
eene aanklacht. Is het zoover gekomen,
dat die heertjes nergens meer uitkomst
zien, dan wordt de familie in Holland met
het feit in kennis gesteld, en moet geld
gezonden of het heertje draait de gevan
genis in en men begrjjpt, in veruit de
meeste gevallen zal de familie dit doen om
althans te voorkomen dat een famielid als
oplichter wordt veroordeeld en daardoor
den naam der geheele familie bezoedelt.
De hotelhouders zjjn tot dit crediet geven
bjj na verplicht, want als iemand eene be
trekking krjjgt van bjjv. f 150 's maands,
dan kan hij daarop gaarne f 400 h f 500
voorschot krijgen, maandeljjks wordt hem
dat ingehouden en hij kan dan zjjne schul
den weer betalen. Het gouvernement geeft
hiervan zelf het voorbeeld, want bjjv. offi
cieren kunnen ook een halfjaar tractement
in voorschot krggen. De Indische maat-
scbappjj is dit zoo gewoon en daarin ver
andering te brengen zou heel lastig gaan.
Ingrjjpende veranderingen maken gaat
moeieljjk, vooral als het geld kost; op
oorlogsgebied schjjnt dit minder te geven,
vandaag bjjv. zal men nieuwe kazernes
gaan bouwen om die over een half jaar
weer af te keuren en dergeljjke staaltjes
meer, doch op ander gebied wordt over
eene verandering geschreven en gedelibe
reerd tot in den treure. Een aardig voor
beeld daarvan levert het verhandelde over
de derde rail SoloDjocja.
Voordat de Staat er toe besloot op Java
spoorwegen aan te leggen, was dit gedaan
door de Ned. Ind. Spoorwegmaatschappjj,
die eene ljjn aanlegde Djoya-Solo-Simarang.
De Staat legde later spoorwegen van Bui
tenzorg naar Djoya en van Solo naar Soe-
rabaya, daar ook het lijntje BataviaBui
tenzorg door de Ned. Ind. Spoorwegen reeds
was aangelegd. De Staat heeft op alle lijnen
smal spoor, terwjjl het gedeelte Djoya
SoloSamarang breed spoor heeft. De ljjn
en waggelende tafel en stoelen voor en naast
een oud, voor sofa versleten rustbed, dat
reeds verscheidene generatien had zien op
komen en verdwjjnen dit was zoo wat alles
wat de geringe ruimte van het kamertje
hielp verminderen.
De jonge man, dien wjj reöds uit het
huisraad van zijn kamertje als doctor hebben
leeren. kennen, richtte het vochtige oog thans
over de naburige daken naar den door
sneeuwwolken verdonkerden hemel, en eene
diepe zucht ontlastte zjjne beklemde borst.
Zjjn anders ernstig gelaat was heden van
bittere smart overtogen, die niet slechts uit
lichameljjk maar ook uit zieleleed scheen
voort te spruiten.
»En al ware mijn toestand ook nog el
lendiger, nog hopeloozer dan hjj is, daar
om zoude ik toch nog mijn vertrouwen op
bijstand en hulp van Hem niet opgeven
die de sneeuwvlokken geteld en geschapen
üeeft, welke als een groot gordjjn voor
het vrooljjke lentetooneel de bevroren
aarde met haar plantsoen bedekken. Heeft
Hjj mjj tot dusverre geleid en onderhouden,
dan is Hjj hiertoe nog verder in staatEen
jaar zal de laatste som nog wel aanhouden,
welke mijn voogd mij zoo even heeft ge
zonden, wanneer ik de opbrengst vaa den
verkoop mjjner verzamelingen daarbjj voeg
waaraan ik in betere tjjden zooveel vljjt en
spaarpenningen heb besteed. In één jaar kan
zaakt. Te Djoya verlaat men den Staats
spoorweg om over te stappen in de N. I.
S. en te Solo moet men daar weder uit om
per Staatsspoorweg zjjn weg te vervolgen.
Tweemaal dus moet de geheele trein wor
den overgeladen, wat niet alleen veel last
en oponthoud maar somwjjlen ook veel
schade veroorzaakt. De Preanger bijv. in
den Westhoek leveren veel bibit (stekken
van suikerriet) aan den Oosthoek. Op de
plaats van afzending worden de wagons
netjes geladen, de bossen zjjn soort bij soort
gebonden en ook is eene afscheiding ge
maakt welk gedeelte voor iederen ontvanger
respectieveljjk bestemd is. De trein komt te
Djoya en nu zjjn allereerst de wagens der
N. I. S. grooter dan die van de S. S. Vjjf
wagens der laatste zjjn ongeveer geljjk met
vier der eerste. De wagens moeten overge
laden worden, doch hoe gaat dat soms, hier
raakt een boa los, daar komt een bos in
verdrukking en wordt het stek gekneusd,
een deel van den eenen wagon wordt met
een heelen anderen in eenzelfden gestuwd,
kortom er wordt schade beloopen en te
Solo gaat zich hetzelfde nog eens herhalen.
Voeg daarbjj, dat dikwjjls niet dadeljjk tot
overlading wordt overgegaan, zooals bij
personentreinen geschiedt, dat de bibit som3
uren aan den felsten zonnesehjjn wordt bloot
gesteld enz. enz., dan behoeft het wel geen
betoog, dat van verschillende kanten de
wenscheljjkheid wordt uitgesproken om dat
spoorwegwjjdteverschil te doen ophouden en
tezorgen, dat de treinen van Batavia naar
Soerabaya zonder overladen kunnen door-
loopen. Voor de S. S. directie is de tegen
woordige toestand makkeljjker, daar die
thans in tweeën verdeeld zjjn, n.l. wester
en oosterlijnen, welke beide een afzonderlijke
directie hebben, terwijl bjj opheffing van het
bezwaar die verdeeling ook zou ophouden
en dus de twee directies in ééne zouden
worden opgelost, doch de belangen van het
publiek dienen te gaan boven de gemakken
van spoorweg directies.
De S. S. stelde aan de N. I. S. voor,
haar materieel te veranderen en ook smal
spoor te maken, waarvoor deze bedankte,
doch zjj was wel genegen hare lijnen aan
den S. S. over te doen, maar vroeg daar
voor zulk een exorbitant hoogen prjjs, dat
daaraan niet te ienken viel. Edoch men
kreeg een ander idee, nl. om op de ljjn
SoloDjoya een derde spoorrail te leggen,
zoodat dus in het vervolg zoowel de treinen
mjj dan eerst, wanneer de nood het hoogste
is, met zjjne hulp het meest nabjj is.c
De troost, welke hij zich zeiven als het
ware had toegesproken, of die hem veeleer
de Goddeljjke stem had toegefluisterd, stelde
hem geruster; hij kon thans weenen, en
door tranen aan zjjn beklemd gemoed lucht
geven. Hjj wierp zich in een hoek van zgn
armoedige sofa, en weende lang totdat reeds
de duisternis over het wegstervende licht
ten volle zegepraalde. Eensklaps hoorde hjj
nu iemaui den trap opkomen, de deur ging
open, en eene welbekende stem, die van
zijnen vriend Lodewijk Binder, een akademie-
kennis, begroette hem op het minzaamst.
Het deed den doctor zoo goed, in het uur
van droevenis en kommer, eenen vriend bg
zich te zien, aan wien hg zgn hart zoo ge
heel ontlasten kon. Hjj stak de studeerlamp
aan en fyeette den getrouwen vriend van
harte welkom. >Gjj schreit, Herman,*
vroeg zjjn vriend, >o deel mjj mede wat
u kommer veroorzaakt. Gjj weet immers
wel, dat elk leed, elke last lichter door twee
personen gedragen wordt. Is uwe familie
eenig onheil overkomen. Zjjt gjj ziek ge
weest?*
De deelnemende toon dezer woorden ver
ried genoegzaam het har telg ke deel, het
welk de kandidaat tot de heilige dienst, in
het lot zjjn8 vriends nam.
»Ik heb geene familie meer, want ik ben
der N. I. S. als die der S. S. daarover schreven en veel gemopperd tegen de zoo.
konden rjjlen. Ds S. S. zou die rail be
kostigen en verder aan de N. 1. S. voor
iederen reiziger en iederen M.8 laadruimte,
die er passeerde, zoo en zooveel betalen.
Mooier kon het toch wel niet, het zaakje
werd in de 2 Je Kamer besproken en reeds
eenige jaren wordt op de Indische begroo
ting geregeld f 187000 voor dat doel uit
getrokken.
Lezer, stel u nu een oogenblik voor, dat
zulk een verschil van spoorwjjdte eens zou
bestaan in de lijn AmsterdamDen Haag
Rotterdam bjjv. tusschen den Haag en Lei
den. Hoe lang zou dat duren? Op welke
wijze dan ook, nietwaar, zou daaraan ten
spoedigste een eind gemaakt worden. Maar
in Indië zgn we niet zoo vlug. De ver
schillende couranten bevatten ellenlange
artikelen om de noodzakeljjkheid van de
derde rail aan te tooneu, in ingezonden
stukken worden argumenten aangevoerd,
die de redactie zelve vergeten mochten heb
ben, maar jawel, men laat de bladen hun
gang gaan en stoort er zich niet aan.
Nu zou men zoo oppervlakkig zeggen,
dat de N. I. S. er niets tegen kan hebben
als de Staat de derde rail bekostigt eu baar
voor ieder reiziger en vrachtgoed uitbetaalt,
doch deze wil liever hare geheele ljjn aan
den Staat overdoen, vandaar dus tegenwer
king dezerzjjds. Goed, zegt de N. I. S., gjj
kunt de derde rail leggen, maar denk er
aan, al mjjne bruggen, al mjjae dwarsleg-
gers enz. zgn gebaseerd op 2 rails, die
hebben dus maar draagkracht op 2 plaatsen
en komt dus de derde rail er bg, dan ver
nieuwt ge zoowel de bruggen als de dwars-
leggers en bovendien zal nu ééne rail twee
maal bereden worden tegen de beide anderen
eens, zoodat de zaken aan de eene zjjde
meer aan sljjtage onderhevig zgn dan aan
de andere, waarom ook het onderhoud ter
uwer laste komt. Aldus aangenomen zou
het werk wellicht in de millioenan loopen
en dus veel te duur worden.
Kwam een man aan het hoofd der spoor
wegen, die doortastend was, die er op stond
Oost en West onder een bestuur te ver
eenigen, dan zou eene oplossing gauw ge
noeg* gevonden zjjn, immers in het hoogste
geval, kon men Djoya en Solo door eene
geheel aparte lijn verbinden, zoodat men
met de N. I. S. niets te maken had, maar
zoover zjjn we nog niet en het zal nog
wel goruitnen tjjd duren eer die verbetering
tot stand komt. Het is vreemd, ieder ge
voelt de wenschelgkheid dier derde rail en
dus komt ze vooreerst niet, want we zgn
in Indië.
In Holland wordt, en terecht, veel ge-
Walden, de jonge geneesheer. >Die weinigen,
die door de banden des bloeds, aan mij
verbonden zgn, kan ik niet tot mijne fa
milie tellen, want de mammon heeft hun
hart verstaald tegen den hulpbehoevenden
toestand van hunnen bloedverwant. Zie hier
de gansche aanleiding van mjjnen kommer
en mjjner tranen: lees den brief van mjjnen
voogd, gjj weet immers dat ik voor u gejne
geheimen heb.*
Uit het opengevouwen papier las Lode
wijk het volgende:
Mijnheer en pupil! daar gjj gisteren uw
zes en twintigste jaar zjjt ingetreden, haast
ik mg u het overschot van uw, mjj in be
waring gegeven vermogen, toe te zenden
om het verder zelf te besturen. Van de 4750
gulden welke de nalatenschap uwer ouders
bedroeg, zgn nog 102 florjjnen 36 kreutzer
over, die gjj hiernevens ontvangt. Slechts
aan mjjne belanglooze, trouwe en jjverige
administratie heeft het mogen gelukken u
nog zooveel te doen overhouden, daar gjj,
voornameljjk in de beide laatste jaren, waar
in gjj, bjj eigene werkzaamheid en jjver, door
uwe practjjk als doctDr, uw eigen onder
houd had kunnen verdienen, uw vermogen
al te zeer hebt aangesproken.
Wees zoo goed brenger dezer kwitantie
voor deze 102 florjjnen 36 kreutzer mede
te geven, en bg ^ïij de rekening en ver
antwoording van de.gehouden administratie
te komen inzien.
genaamde preventieve hechtenis en men moet
dan ook zeggen, dat het. schreeuwend on
recht is, als iemand bjjv. een maand of
wat preventief in de gevangenis wordt ge
zet, om daarna, hetzjj omdat zjjne onschuld
gebleken is of wel bij gebrek aan bewjjg,
zoo maar weer klakkeloos ta worden ont
slagen. In Indië is men daar echter nog
heel wat vlugger mede dan in Holland. Bjj
het minste susDöct wordt de Jaraan maar
voorloopig ingepikt en men schjjnt hier de
leer te huldigen, dat als de man nu on
schuldig is, dan zal hij wel eens iets ge
daan hebben of anders nog wel eens wat
doen, waar hij straf voor moet hebben.
Vroeger scheen het gewoonte om met den
verdaehte de getuigen ook maar tegeljjk
voorloopig in te rekenen, men had ze dan
bg de hand, doch dit laatste wordt tegen
woordig achterwege gelaten.
Een klein voorbeeld, hoe men hier te werk
gaat, zal het duidelijk maken. In de maand
October j.l. werd ergens ingebroken en werd
daar o.a. een zilyeren horloge ontvreemd.
De politie werd gewaarschuwd, doch natuur
lijk van den dader geen spoor. Eenige dagen
later komt een Javaan, een, die al een
jaar of 5 in den ketting had gewerkt, bjj
den assistent-medono en zegtge moet daar
en daar eens onderzoek doen, daar zult ge
wel wat vinden en jawel, daar werd een
lombardbriefje gevonden, het was dus heel
goed mogeljjk dat de man, die daar woonde
het horloge beleend had, hoewel hij dat
ten sterkste ontkende en beweerde niet te
weten, hoe dat briefje in zjjn huis kwam,
en hij werd ingepikt. De zaak kwam in
December voor den landraad, doch toen
was een der getuigen ziek, dus werd die
een maand uitgesteld, in Januari was da
aanklager niet te vinden, ergo weer een
maand uitstel en in Februari was dit weer
het geval en moest de zaak alweer worden
verschoven en zulks zal wellicht nog een
paar keer gebeuren, waarna dan de man
bjj gebrek aan bewjjs wordt vrjjgelaten.
Het is best mogelijk dat de aanklager, zelf
de beleener en de dief is, dat hjj het lom
bardbriefje bjj den ander in huis heeft ge
worpen om de aandacht van zich zelf af
te leiden of misschien uit een wrok tegen
den ander, doch daar wordt niet verdsr
naar gevraagd, evenmin om den aanklager,
zelf een boef eerste klasse, als leugenaar
te beschouwen. De verdachte big ft maar in
arrest en wordt bovendien blootgesteld om
beri beri te krggen, wat in gevangenissen
veelal heerscht, zoodat het bepaald wen-
scheljjk is, daarin verandering te brengen,
al ware het voorloopig maar om met het
Met achting, uw welmeenende vriend,
Abraham Schimmel.
Vroegprediker aan de St. Thomas.
»Dat is niet recht pluis, beste Herman,*
zeide Lodewjjk, toen hg den brief had door
gelezen. »Uwe moeder is nog geen volle
zeven jaren dood, en gjj, die u aan de
akademie bjjkans het noodige ontzegdet,
zoudt, behalve uw stipendium, nog zulk
eene som hebben verbruikt? Heb ik toch
zelf, die gedurende vier jaren aan de aka
demie niet al te zuinig heb geleefd, en geen
stipendium hoegenaamd had, ternauwernood
2000 gulden aan mjjne studiën besteed. M*t
de belangeloosheid van den heer Vroegpre
diker, moet het er geheel anders uitzien.*
»Gjj doet den heer Schimmel onrecht,
wanneer gjj hem zoo rechtstreeks eene
slechtheid naar het hoofd werpt,* hernam
Herman berispend»de schijn moge inder
daad tegen hem zgn, dit beken ik zelf, maar
hoe zonde hg, een bedienaar des Goddelgken
woords, zich aan het goed van eenen wees
vergrjjpen?*
»Er zgn vele wolven in schaapsvachten,
beste vriend!* nam Lodewjjk weder het
woord op, »en dominé Schimmel is juist een
van die menschen, welke het algemeen ge
rucht als zoodanig eenen aanwijst, die wel
tot hunne gemeente mochten zeggendoet
slechts naar mjjne woorden, niet naar mgne
werken.* Wordt vervolgd./
A
DE BBIEF VAN DEN VOOGD.
mJUmmi «UthÉft Aifl 1 ipamftrn ftp.p wees, als gihc hernam Herman
A