Land van Heosden en Altena, dc Lan*slraal en de Boniinelerwaard.
FEUILLETON.
Uitgeve
Jtyg. 1586.
r: I», J. VEERMAN, Heugden.
ZATERDAG 1 MEI. 1897.
ütf niiiiffilfte T?rzorgerT
VUUÜ
O
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prgsvexhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 1regels 50 ct. Elke regt]
meer 7Vi ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Ad verten ti€n worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
tas
Brieven uit Indië.
XVI.
Wanneer op Java een Europeaan of een
inlander het tjjdeljjk8 met het eeuwige ver
wisseld heeft, dan wordt hg zoo gauw
mogelgk, althans binnen 24 uur begraven,
doch met een Chinees is dit anders, dien
houdt men een dag of 14 boven aarde,
pmdat eerst na de begrafenis de rouw be
gint, en welke tjjd voor de Chineezen drie
jaren duort en waaraan men zich streng
houdt. Nu kan het voorkomen, dat zaken,
die in den rouwtgd niet mogen gebeuren,
daarvoor nog moeten worden afgedaan en
daartoe worden die 14 dagen gebruikt. We
zjjn er hier zooveel mogelgk op uit om de
gebruiken bjj trouw- en begrafenisplechtig
heden te zien en het geluk, of wil men het
ongeluk, diende ons, want op een goeden
morgen kwam men ons vertellen, dat er
goede tiding was, dat er nl. 2 huizen verder
een Chinees ter ziele was en dat men druk
bezig was met het in orde maken der ki3t.
Een Chineesche doodkist is een dikke stam
van djahihout (wat nog heel wat harder is
dan ons eikenhout) die overlangs op een
derde wordt doorgezaagd en daarna wordt
uitgehold, waarna er nog een paar voet
stukken onder gemaakt worden. Alles wordt
natuurljjk netjes glad geschaafd en de wan
den worden minstens een paar palm dik
gelaten. Toen we eens poolshoogte kwamen
nemen, zat de geheele familie buiten de
deur om eene groote tafel vereenigd en was
men daar ook druk aan den gang de kist
klaar te maken. Het uithollen was reeds
geschied en men beplakte nu de kist in
wendig met verscheidene lagen wit papier,
terwijl zjj die om de tafel zaten, zich on
ledig hielden met het iu orde maken van
de diverse zakjes, die de doode in de kist
medekrjjgt, als een zakje rijst, een met wat
geld, een met wat hondenvleesch eu dan
nog een blikje met water, want zjj gelooven
dat het met de dooden niet heelemaal uit
is, doch dat ze slapen en als ze nu weer
wakker worden, moeten ze wat eten en
drinken bg zich hebben en ook wat geld,
dat altjjd noodig is en natuurlgk hoe rijker
de overledene, hoe meer er in de kist mede-
gaat. Alles geschiedde buitenshuis, de ver
schillende dingen werden tegen een der wan
den vastgezet en we hoopten inwendig, dat
ook het kisten zelf buiten zou gebeuren,
want levende Chineezen ziet men iederen
dag bg honderden, maar een dooden hadden
6)
»Gg hebt dus vele zusters en broeders
vroeg Herman.
>Ik heb drie zusters en ze3 broeders,*
herman Pierre.
De oudste zusters verrichten veldarbeid
en spinnen wol, de jongens weiden de geiten
en verzamelen riet.
>Weet gjj echter niet, hoe oud gjj zjjt?
Kunt gg lezen en schrjjven?*
Mjjne moeder heeft mg dit nooit geleerd,
en schrjjven kan in het geheele dorp geen
mensch, behalve de pastoor!* hernam de
Savojjaard. »Mjjn vader was te arm om
mg te laten schoolgaan, en in den winter
kan niemand het dorp verlaten, omdat dan
het dal vol sneeuw is.«
»Hebt gg misschien lust iets te leeren?
Ja, zegt gg? Des te beter, dan zult gg
leeren inzien, dat nw vroeger leven eens
menschen onwaardig is, die verstand en
wilskracht heeft; integendeel zal bij u de
zucht ontwaken, om door het eene of andere
handwerk met vljjt en volharding uw onder
hond te verdienen. Ik zal u niet naar een
Lazureth zenden, ik wil niet slechts uwe
lichamelijke maar ook uwe geestelijke ge-
neesheer zijnIk wil de goeie kiem, welke
in u even als in ieder mensch ligt.
we nog niet gezien, en we waren nieuws
gierig, hoe dat volkje hunne ljjken wel
zou aankleeden. Men kon van buiten wel
het bed zien, waarop de doode lag en dat
door een witte klamboe was omgeven, doch
daarmede was hot ook uit, want toen de
kist zoover klaar was, werd ze door G man
naar binnen gedragen en vóór de deur werd
een groot wit gordijn gehangen. Doch een
half uurtje later was alles weer open en
nu zag man de kist op eene soort balustrade
staan en was men druk bezig, die met vet
en andere dingen hermetiseh sluitend te
maken en waren op de hoeken dier balustrade
lichten Aangestoken het raam was ook uit
genomen en evenals voor de deur hiBg daar
voor ook een wit laken, half opgenomen
zooals overgordijnen hangen, zoodat men
weer vrijelijk naar binnen kon zien. Zoo bleef
die kist daar een 14 dagen staan, steeds
brandden er 4 lichten en altijd werd er door
een der familieleden wacht bij gehouden,
terwijl de familie verder geheel buitenshuis
leefde. Eiudeljjk echter brak toch ook voor
den Chinees de dag aan, dat hg naar zijne
laatste rustplaats zou worden gebracht en
op den ochtend van dien dag, ten 7 uur,
verzamelden zich voor het sterfhuis een
menigte landgenooten, allen van onder tot
boven in het wit en op het hoofd een groote
witte muts, veel geljjkend op eene, waar
mede Sb. Nicolaas gewoonljjk wordt afge
beeld. Men begrijpt, dat ook de lieve jeugd,
zoowel Chineesche als Javaansche, niet ont
brak, vooral als men weet, dat enkele handen
vol met duiten onder hen te grabbelen
werden gegooid. In het sterfhuis naast de
kist stond eene tafel gedekt, waarop ver
schillende spijzen en dranken. Toen het
plechtig oogenblik genaderd was, werden
de lichten van die balustrade afgenomen en
op die tafel gezet en kwamen een 12-tal
koelies vooruit om de kist op te nemen en
in de met 4 paarden bespannen lijkkoets te
setten. (Hier werd een lijkwagen gebruikt,
doch meestal wordt de kist gedragen, soms
wel door 80 a 100 koeloes). Op dat oogen
blik hoorde men binnenshuis gillen en jam
meren op eene ontzettende wijze en men
zou waarachtig medeljjden gekregen hebben
met het innige verdriet der achtergeblevenen,
als men ons niet dadeljjk gezegd had, »hoor
die huilebalken eens te keer gaan.* Die
huilebalken zjjn Chineesche vrouwen, die
maar moeten brullen van het oogenblik,
dat het lijk de deur uitgaat, totdat het goed
en wel in het graf op zjjne plaats staat,
hoe harder ze dat doen hoe mooier het is,
want in uwen tegenwoordigen toestand en
leven zoude hij door kommer en gebrek
geheel verstikken. Ga slechts voort, mjj
uwe gansche levensgeschiedenis mede te
deelen.
De jongen, die slechts ten halve begrepen
had, wat de doctor met deze woorden zeg
gen wilde, maar instinktmatig begreep, dat
hij het goed met hem voor had, drukte de
hand zjjns weldoeners aan zjjnen mond, en
beproeide dezelve met zijne tranente meer
toen hg hoorde, dat hg niet naar een
Lazareth zoude gezonden worden maar onder
de persoonlijke hoede van den doctor, zjjne
volkomen herstelling zoude kunnen afwach
ten. Na eene poos hernam hg: tMjjne ge
schiedenis i8 zeer eenvoudig, beste heer
drie dagen, nadat ik aangenomen was, gaf
mijne goede moeder mjj tien sous en een
nieuw hemd en zeide: Ga naar Mouliers,
naar uwen vader, Pierre. Gij moet tbans
de wereld in om uw fortain te maken, gjj
moet Annette met u nemen. Wees spaar
zaam en Godvreezend, en denk aan de lessen,
welke de Pastoor u gegeven heeft en wordt
nooit soldaat. Daarop kuste zij mij, nam
de kleine Susan op den arm en den kleinen
Benoit aan de hand, en vergezelde mg tot
aan Pont de Dorou, nu kuste zg mg weder,
en rujjne andere zusters kusten mjj insge
lijks en wuifden met boomtakken, totdat
ik haar niet meer zien kon. Ik ging naar
mijnen vader te Montiers; deze gaf mjj vijf
tien sous en Fran§ois en Louis gaven jug
ieder ook tien sous en brood en kaas en zoo
naur Parijs^wa&t tUHü.jrttdüjr
pogen Kiny ik
alweer om mynheer den dnivel lankmoedig
te stemmen door hem te laten hooren, boe
bedroefd men is over het heengaan van
dezen doode. Zij zjjn ook in het wit gekleed,
doch hebben over hun hoofd een soort zak
van een bruine kleur, waarin 2 gaten zjjn
voor de oogen en ze loopen vlak achter
het ljjk.
Toen het ljjk goed en wel in den wagen
stond en deze weer gesloten was, kwam de
muziek naar voren, bestaande uit menschen
met een bekken en verschillende houten,
waarop een verbazend eentonige muziek
wordt gemaakt, daarna een man die twee
groote witte lantaarns droeg, waarop met
Chineesche letters de naam van den over
ledene staat en welke nog een geruimen
tijd vóór het sterfhuis hljjven staan, ten
teeken dat daaruit pas een doode is weg
gedragen, vervolgens verschillende kastjes
met allerlei etenswaren en daarop de ljjk-
wagen, waar bovenop een witte haan werd
gezet. Men beweerde dat dat beest daar vrjj
en los op stond, doch het liet den kop zoo
hangen, dat wjj veronderstellen dat er wel
iets aan de pooten gezeten zal hebben,
zoodat zjj niet weg kon, want hjj moest
minstens een uur blijven zitten. Achter de
lijkwagen dadeljjk de 12 huilebalken en
daarachter de familie, de vrienden en vrien
dinnen, allen in het wit. Zoo opgesteld
zette de stoet zich in beweging, nadat nog
naast den ljjkwagen 2 koelies waren ge
komen, die daarover een groote pajong
uitgestrekt bielden.
De huilebalken deden de lucht weergalmen
van hunne akelige geluiden en men zou er
bepaald naar van geworden zjjn als men
niet geweten had dat het alles maar aan
steller jj was, waardoor het feiteljjk min of
meer belacheljjk werd. De Chineezen hebben
geen bepaald kerkhof, doch deze familie heeft
hier haar graf, gene weer daar en we hadden
al eens een Chineesche begrafenis gevolgd
zonder iets te zien, dat we nu eerst infor
meerden waar dit heen ging en hoorden
dat het ruim 3 paal moest, dus zoowat een
uur loopen. Ernstig namen de volgers de
zaak niet op, want vrooljjk met elkaar
pratende, dan eens hier, dan weer eens daar
groetend en onder het genot van een si
gaartje liepen ze er achteraan, terwijl nu
de een, even later een volgende verdween
en weer anderen het wel zoo gemakkelijk
vonden zich in een karretje te laten rjjden.
Bjj het graf gekomen waren er niet veel
meer dan nog een derde bjj van degenen,
die meegegaan waren. De ljjkwagen reed
trachten fortuin te maken.
De burgers echter wilden mjjn aapje
niet zien, maar spraken van oorlog, en
omdat ik daar mjjne fortuin niet maken
konde, ging ik naar Holland en zoo ver,
waar men mjjne Annette zien wilde. Sedert
ben ik nu wel opgegroeid, en zoude wel
bjj de halve brigade van Autun dienst
nemen, waar de lange tambour-majoor mjj
tot trommelslager wilde maken. Als ik lezen
ot schrjj7en kon, zooals de groote Achilla
Carbanes, mgn landsman; dan zoude ik
wel lust hebben om ook soldaat te worden,
en zou misschien even goed fortuin gemaakt
hebben als hjj, die officier is bjj de 22ste
halve brigade te Straatsburg. Die heeft ruim
tien jaren geleden eenen ouden Abbé op
zjjn zolderkamertje te Parjjs verborgen,
waar hjj leefde, en heeft hem gevoed, en
de oude Abbé heeft hem des avonds geleerd,
hoe men zjjn geluk maken en rjjk en ver
standig konde worden. Of ik ging naar
Rusland, wanneer ik schrgven kónde, want
derwaarts is reeds menig Savojjaard met
lier en marmot gegaan, en als rijk man
met vele duizende livres teruggekomen.
O, mjjnheerwanneer ik konde leeren
schrjjvenl*
>Gjj zult het leeren, Pierre! ik zal uw
leermeester zijn,* sprak de jonge genees
heer, terwijl hjj het noodige ter hand
nam, om de wonden van den ljjder te
verbiuden.
Wat Herman zich omtrent den knaap had
voorgenomen, vervulde hij getrouw. Hjj
naar de plaats waar het ljjk moest bjj-
gezet worden en de volgers en volgsters
gingen allen in eene loods, die daar bljjk-
baar pas was neergezet. Enkele inlanders
waren nog tegenwoordig doch een Europeaan
was buiten ons niet te bekennen en een
der Chineezen gaf ons een teeken om naar
het graf door te loopen. Een viertal Chi
neezen kwam mede daarheen en deze hadden
eene karaf met een bruinachtig voGht en
ééa glas en achtereenvolgens dronken zjj
daar ieder een glas van en kwamen daarna
op ons af om te vragen of we ook een
glaasje wilden hebben, voor welk vriendeljjk
aanbod we echter feestelijk belankten.
Daarop ging een dier Chineezen naar de
loods en kwam even later terug met een
blad, waarop een groot glas met een geel
achtig vocht, waarin een groot stuk jjs en
een bordje met een boterham er op, die
reed3 in zes stukken gesneden was en
waarop waarscbjjnljjk wat hondenvleesch
lag en noodigde ons uit dat te nemen, doch
ook dat zag er zoo smakelijk uit, dat we
bedankten en waarljjk toen werden we in
de loods genoodigd, maar ook daarin hadden
wjj geen zin, doch eene verklaarbare nieuws
gierigheid dreef er ons wel toe om eens
te gluren wat daar binnen gebeurde en
jawel, daar zaten allen heel genoegelijk bjj
elkander, heerljjk te smullen aan alles wat
in die verschillende kastjes was medege
nomen, terwjjl er ook in die loods wel wat
voorhanden zal geweest zjjn. De huilebalken
waren echter nog maar altjjd aan het brullen.
Zoodra men genoeg gegeten en gedronken
had kwamen allen naar het graf, de kist
werd uit den ljjkwagen genomen en voor
de deur gezet, waarop de haan genomen
werd, die nog altgd op den ljjkwagen zat.
Met één slag werd diens kop van den romp
gescheiden en moest hjj op de kist uit
bloeden, waarna de kist door de deur naar
binnen werd geschoven.
Thans waren de huilebalken klaar en
hadden zeker wel hevigen dorst gekregen,
want als kievitten liepen ze op de loods af.
Buitenland.
Met veel plechtigheid zjjn Woensdag de
eerbewjjzen, door de Engelsche regeering
verleend aan de Fransche visschers die zich
verdienstelijk gemaakt hebben ter gelegen
heid der ramp met de Drummond Castle*,
uitgereikt. Gosselin, eerste secretaris van het
Britsch gezantschap te Parjjs, begaf zich
met een vertegenwoordiger van den Fran-
knaap. Op het eerste gezicht had hij in
den knaap begaafdheden ontdekt, en hjj
meende zjjne vrije uren niet nuttiger te
kunnen besteden, dan wanneer hjj den
geest van zjjnen pupil met nuttige kundig
heden verrjjkte. Terwjjl hjj bereidwillig en
met een waar genoegen zjjn armoedig
lokaal met hem deelde, leerde hjj hem
schrjjven en de eerste beginselen der reken
kunde, en zag met het grootste genoegen,
hoe snel en gemakkeljjk Pierre het hem
geleerde begreep. Het was eene oefening,
welke voor den jongen doctor ook nuttig
was, want sedert het bovenvermelde gesprek
met zgnen vriend Lodewjjk, voelde hij des
gel jjks meer aandrang, iu vreemde landen
datgeno te zoeken, wat het vaderland hem
ontzegd». De landtaal van Pierre, die het
Fransch beter dan zjjn nationaal patois
sprak, was hem tot uitvoering van zijn plan
onontbeerljjk, en zoo werd de beschaving
van den jongen Savojjaard voor hem eene
even nuttige als genotrjjke bezigheid. De
knaap gaf bjjzondere big ken van vlugheid
en vatbaarheid voor mechanischen arbeid,
en Herman gat hem bg wjjze van onder
houd, eenig onderricht in het vervaardigen
van onderscheidene voorwerpen van bord
papier en spaan; zoodra echter had Pierre
het gebruik geleerd van de noodige gereed
schappen, of hg overtrof zjjnen meester
reeds in vaardigheid en het uitvinden van
nieuwe vormen. Menigmaal bedroefde Her
man er zich over, dat zijne middelen hem
niet veroorloofden den knaap hier of daar
bjj eenen ambachtsman te besteden, om
schen minister van binnenlandsche zaken
en met verscheidene zeeofficieren en amb--
tenaren naar Brest, waar men zich op de
»Epervier< inscheepte, die het gezelschap
naar Oaessant overbracht. Toen men ter
hoogte van de Passage du Fromveur was
gekomen, waar het stoomschip vergaan is,
liet de commandant stoppen. Alle man ver
scheen aan dek en terwijl de vlaggen half
stok geheschen werden, hield de comman
dant een korte toespraak. >Alle zeelieden
zijn broeders*, zeide hjj, en hij bracht het
aantal slachtoffers van de ramp in her
innering. Daarop hield de geestelijke een
gebed, drie kanonschoten werden gelost en
men stoomde verder, naar het eiland, waar
de geheele bevolking in feestdos de bezoekers
opwachtte.
De toebereidselen voor de Noordpool
expeditie van Andrée, welke de volgende
maand naar Spitsbergen vertrekt, zjjn vrii-
wel afgeloopen. De ballon, die in den af-
geloopen winter met 300 kubieke meters
vergroot werd, is den 21 sten uit Par jjs af
gezonden.
De bark Victor Eugène* arriveerde Don
derdagavond met vier overlevenden van de
schoenerbrik >Yaillant«, die den 14en April
bij de Groote Bank tegen een ijsberg stootte,
te St. Pierre. De schok was geweldig, en
de boegen van het schip werden verbrijzeld.
Eenigen der bemanning, die beneden waren,
verdronken door het instroomende water,
terwijl anderen, die op dek waren, door de
vallende rondhouten werden gedood.
Daar het schip na den stoot nog eenige
oogenblikken bleef drijven, werden de booten
in groote verwarring te water gebracht, maar
deze bleken te klein om de uit 73 koppen
bestaande bemanning te bergen.
Zoover bekend, gelukte het slechts aan
één boot, met zeven personen er in, van
het schip vrjj te komen en deze dreef bjj
een ontzettende koude vjjf dagen en nachten
op zee rond. De schipbreukelingen waren
geheel van voedsel verstoken en drie der
ongelukkigen waren van konde en uitputting
gestorven, vóór hulp opdaagde.
De vier overbljj venden redden het leven
door het ljjk van een der gestorven kame
raden als voedsel te gebruiken. Toen zjj
door de booten van de Victor Eugène*
werden gered, hadden zjj door de koude
ontzettend geleden en het bleek noodig, van
ieder hunner hetzjj een arm of een been te
amputeeren.
Men gelooft, dat alle anderen bjj het
te vormen. Een bjjzondere zucht van den
Savojjaard tot het vak van koopman het
welk deze lieden evenals de Joden schjjnt
aangeboren te zjjn, noopte Herman, den
knaap ook hiervan datgene te leeren, wat
hjj er zelf van wist en van anderen leeren
kon. Ook de vervaardiging van zegellak
leerde Pierre van zgnen weldoener; hoe
onbeduidend dit ook moge schjjnen, moet
het toch hier vermeld worden, omdat het
op de toekomst van den armen jongen
een hoogst gewichtigen en zegenrjjken
invloed had.
Zoo waren reeds mèer dan twee maanden
verloopen, sedert Herman, als barmhartige
Samaritaan, den Savojjaard had opgenomen,
en het weinige dat hij bezat, met hém
deelde. De bezielde, zoowel als de onbe
zielde natuur, had zich van haar winter-
kleed ontdaan en een vroolijk licht en aan
bloemen en knoppen een rijk gewaad aan
gedaan; de vrooljjke trekvogels waren terug
gekeerd en kweelden in de iri volle bloei
staande boomen. De ziekte van den knaap
was geheel en al geweken en zijn geest
met eenen voorraad van nuttige kundig
heden verrgkt, die voor hem de heilzaamste
gevolgen konden hebben, wanneer hg daar
van een gepast gebruik maakte.
Op eenen vrooljjken morgen kwam Pierre
uit de vroegmis te huis, welke hjj nooit
verzuimde, sedert zjjn toestaui hem het
kerkgaan veroorloofde. Hg vond zgnen
verzorger bezig eene kleine randsel met
linnengoed en eenige kleedingstukkken te
.7-*iTTi
Wordt vervolgd.
j! M, IllBHIHHIIBM I III IM» —ui