Het Land van Heusden en Allena, de
Langstraat
en tie uommeienvaara.
Brieven uit Indië.
FEUILLETON,
M 1590.
ZATERDAG 15 MEI.
1897.
^Égr
k ~v
n
Uitgever: I*. J. YEEBMAN, Heusden.
xviu.
,'.ye
C;.
land van
voob
Dit blad versolt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1,00.
franco per post zonder prgsvexhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 1regels SO et. Elke regel
meer 71/» et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
Uit de vaderlandsche conranten en uit de
jNederlandsche correspondenties in Indische
fcladen zieD we, lezers, dat ge moppert, dat
-ge ontevreden zjjt over het weer. Ge hadt
^oo gaarne flinke vorst gehad en dan ge
legenheid tot schaatsenrijden, doch in stede
daarvan kreegt ge sneeuw, regen, mist,
jjzel en wat dies meer zy. (Men bedenke,
dftt dit geschreven wordt einde Maart, en
«lat we tot de 2de helft van Februari alhier
'berichten uit Nederland hebben.) Ge mop
pert, want al die nattigheid maakt het zoo
onaangenaam en ook zoo ongezond. Neen,
koud is niets als het maar droge koude
is, maar al die regen en die sneeuw maken
ieen mensch totaal van streek. Ge moppert
.echter niet alleen, laat u dat een troost
zjjn (een schrale troost zult ge wel zeggen),
ook wjj, hier op Java mopperen, maar wjj
doen het juist om eene omgekeerde reden,
nl. wjj krjjgen absoluut geen regen en we
verlangen er zoo naar.
In de eerste plaats wordt er zoo dringend
naar verlangd in verband met het suiker
riet en de rjjst, die op de velden staan te
verschroeien en in de tweede plaats omdat
dan wftllicht een einde komt aan de nog
voortdurend heerschsnde cholera, doch de
hoofdreden waarom wjj zelf er zoo naar
•verlangen is, omdat dan de temperatuur
wat afkoelt. We hebben het te warm, ge
durende de geheele maand Maart viel zoo
goed als geen droppel regen en kwam de
thermometer ook niet onder de 80°. Ja,
als het 's morgens ten 6 nur reeds 84° a
85° is, als de thermometer successievelijk
stijgt tot 97® a 98°, dan wordt wat dik-
wjjls de wensch geuit »och kwam er nu
van avond maar eens een flinke donderbui,*
dan zou het tenminste wat opkoelen, doch
wol komen er soms wolken aan den hemel,
wel hoort men hat soms in de verte don
deren of ziet men het 's avonds weerlichten,
doch de verfrisschende regen blijft uit.
Daarom lezers, mopperen wjj, wij zjjn in
den westmoesson en hebben recht op frissche
buien, in den oostmoesson zeggen we soedah,
maar nu, neen nu zjjn we ook ontevreden.
Kom waar ge wilt, spreek wien ge wilt,
overal en altjjd is hetwat een hitte toch
den laatsten tjjd. Wil men eene party
billard spelen, o neen, het is te warm,
het is te warm om te loopen, om te eten,
om te slapen, ja het is bjjna te warm om
brieven uit Indië te gaan zitten schrjjven,
10)
Vertrouw op mg, madame,zeide de
vreemdeling, terwgl hg de hand der diep
bedrukte vrouw met harteljjkheid drukte
»ook ik weet, hoe goed het een ongelukkige
doet, wanneer hg in een vreemd land, in
de diepste ellende, plotseling een helper in den
nood vindt. Ook ik heb de school der tegen
spoed doorloopen. Welke ziekte heeft uw
man?<
»De armendoctor, die ons, nu vier dagen
geleden, bezocht, noemde de ziekte typhus,
en verzuimde sedert ons weder te bezoeken,*
was het antwoord.
>Hoe? typhus? Eene zoo besmettelijke
ziekte?* riep de heer Lafranc; »en deze wil
men genezen in dit koude, vochtige vertrek,
waar zelfs iemand, die volkomen gezond is,
ziek zoude wordenzonder geneeskundige
hulp, zonder behoorljjk voedsel. Zonder bed
den? Neen, madame, gjj zet uw leven op
het spel, wanneei; gjj hier langer bljjft, of
voortgaat deze zieke op te passen. Sta mg
toe, dat ik voor u en uwe kinderen een
betere en meer gezonde woning hure; uw
echtgenoot zal ik echter naar een particulier
ziekenhuis doen vervoeren, waar men hem
met de meeste zorg zal oppassen
doch we trofseeren de 91° en we troosten
ods maar bjj het idee, dat men ia het zweet
zjjns aanschjjn8 zijn brood moet verdienen.
De Indische gastvrijheid en de Indische
hartelijkheid zgn overbekend en inderdaad,
wij hebben die in alle opzichten onder
vonden. Toen we pas een week of 6 in
Probolinggo waren, waren we al geheel en
al eingebflrgert, de Europeanen kenden we
bjjna uilen en we begonnen ons totaal thuis
te gevoelen. Zoo van lieverlede leerden we
wat Malei8che woorden en zinnetjes, het
baarsche raakte er wat af, kortom we be
schouwden Probolinggo als onze eigen woon
plaats. We gingen op receptie by den
resident, we gingen den regent nieuwjaar
wenschen, we werden trouwe bezoekers van
d<? danspartij, die iederen Zondagavond in
d# Harmonie* plaats had en welerkeerig
werden ook wij door Probolinggo's inge
zetenen geheel als hunne medeburgers be
schouwd. Ge weet, dat opera's en comedie's
op Java witte raven zgn en is er nog eens
comedie, dan moet het een liefhebberij
gezelschap zgn, dat een af ander stuk
opvoert. Nu, bier was dan ook zulk een
gezelschap en als bewjjs, dat we in
het geheel niet meer als vreemdeling te
boek stonden, dient dat we de vriendelijke
invitatie kregen, om in het op te voeren
stuk »Ultimo« mede een rol te vervullen.
En het was vol in de »Harmonie« op den
avond van den 13den Maart, niet omdat
wjj mede zouden spelen, dat zal de luidjes
wel koud gelaten hebben, maar het was
bekend, dat er onder de aetrices en acteurs
uitnemende krachten waren, we zonden bjjna
zeggen sterren van de eerste grootte en
daarom had niet alleen deze plaats zelf zgn
contingent geleverd, maar waren ook toe
schouwers overgekomen van Pasoeroean,
van Kraksaar, van Malang, van Loenadjang,
ja zelfs van Soerabaya en maar laten
we die comedie verder met rust en laten
we u wat vertellen van een tochtje door
Java's oosteljjken hoek.
Iemand, die Java bezocht heeft en vooral
iemand, die in den oosthoek geweest is,
moet natuurlijk bergtochten gemaakt hebben
en tabaks- en koffielanden gezien hebben.
Dit laatste gaat heel gemakkelijk, men
geeft aan een administrateur van zulk een
land®zijn verlangen daartoe te kennen, waar
men zulk eenen maar ontmoet en dan brengt
de gastvrjjheid van zelf mede, dat men
uitgenoodigd wordt om zijn land eens te
komen bekgken. Dan is het direct »wel
kom dan eens op mjjn land kjjken,* als ge
het eenvoudige voor lisf wilt nemen, kunt
imiLiwiiBi iiiiwi«wiirnra—m tmnmm vKtKmTjaknanutMxx^je^m^-m iinwriw.
uwe goede bedoelingen, maar niets zal mij
bewegen mgn man te verlaten, die thans
juist mijn hulp het meeste behoeft.*
Gjj hebt geljjk, Madame, en ik voeg mij
naar uwe wenschen,* zeide de heer Lafranc.
De heer Lafranc verzocht de vrouw de
noodige toebereidselen voor het vervoer
der zieke te willen maken, betaalde de
de achterstallige hnur en keerde spoedig
terug met eeD zorgvuldig gesloten draag
koets voor den zieke en sleden voor de
vrouw en de kinderen, waarna zij naar het
huis van den heer Lafranc werden gebracht,
waar deze eenige vertrekken voor de hem
onbekende familie had doen inrichten.
Mevrouw Lafranc wedijverde met haren
man, de ongelukkigen eene verkwikkende
wjjkplaats te bezorgen. De gevoelvolle vrouw
had in de twee ingeruimde kamers alles
bijeengeflracht om het voor de ongelukkigen
zoo aangenaam mogeljjk te maken. Met een
hartelgke welkomsgroet ontving zjj, als
vrouw des huizes, de echtgenoote van den
doctor op den drempel van haar huis, en
hielp haar bjj het overbrengen van den zieke
naar zjjne kamer.
De geheele familie des heeren Lafranc
gaf aan de vrouw des doctors hunne deel
neming te kennen.
Anatole, de oudste zoon van den heer La
franc, die eerst kort geleden tot regiments
doctor te Petersburg was aangesteld, nam
d<? behandeling van den zieke geheel op
zich. Den volgenden morgen bezocht La
•Dat nooit, mijnheer!* viel hem de vrouw franc met ziine vrouw en oudste_zflpn zime
ge bljjven logeeren en ik zal je alles laten
zien, het is hier vlak bij. Vlak bjj, hoe moet
men er dan komen O, dat is doodeen
voudig, eerst per spoor naar Loemadjang,
dat is ruim 8 unr, dan rijdt ge nog 2 uur,
met een barretje en dan nog 2 uur te paard,
dus als ge 's morgens 0 uur met den eersten
trein vertrekt en ge gaat te Loemadjang
direct door, dan zijt ge ruim 12 uur bjj
me, dan kunt ge daar baden en wordt het
juist tjjd voor de rjjsttafel. Wat men maar
vlak bjj* gelieft te noemen en dan van
1012 op een paard, terwjjl het zonnetje
zoo fel staat te branden, lust ge nog een
eitje? Doch, de tccht was te interessant om
niet te maken, het koffiehnis lag vlak bij
don altijd rookende Smeroe en men had er
prachtige vergezichten over de andere bergen.
We gaan nog een tocht maken naar den
Bromo en we bewaren nu Smeroe en
Bromo verder voor een volgenden brief.
De tabakslanden vindt men meer in de resi
dentie Bezoeki en de Staat legt op het oogen-
blik een spoorweg ProbolinggoDjember
Panoeroekan (P. D. P. genaamd), om de
voortbrengselen van de in die streek gelegen
velden te vervoeren.
Om te Djember te komen moet men nog
gebruik maken van de werktreinen, waarin
soms een derde klas wagen of anders wel
een goederenwagen aanwezig is om per
sonen mede te nemen. Djember is nu nog
een klein binnenplaatsje, doch als de spoor
weg klaar is zal het, zeer uitbreiden, daar
de bureaux er allen heen gaan. Nu is het
nog primitief, want toen we er aankwamen
en in het eenige hotel, dat er is om kamers
vroegen, kregen we ten antwoord, dat we
moesten wachten totdat mijnheer de hotel
houder zjjn middagslaapje geëindigd had.
Wel een pretje, als men een uur of 5 in
den trein gezeten heeft en men zeer ver
langt om zich wat op te frisschen, maar
er was niets aan te doen, we moesten ge
duld hebben. Eindelijk, daar kwam de
hotelhouder aan en die begon direct een
praatje, hjj stelde zich voor als de hotel
houder en wilde dadelijk weten, wat of
wjj wel te Djember kwamen doen of we
zakem hadden, of we iemand moesten hebben,
hjj wilde precies het naadje van de kous
weten. We scheepten hem af en, kregen
gelukkig eene kamer en na ons wat opge-
frisckt te hebben gingen we de stad eens
bekjjken. We moesten naar een tabaksveld
maar waar dat lag, dat wisten we op geen
stukken na, we wisten alleen, dat de ad
ministrateur dien avond nog in de stad
moest komen en dat hjj daar eene bendy
knapt en veranderd schenen.
Hoe gaat het u allen in uwe nieuwe
woning, madame?* vroeg Lafranc na de
de eerste plichtplegingen.
Wjj gevoelen ons zoo gelukkig, als wij
nimmer hadden durven hopen,* zeide ma
dame Oswald met van vreugde stralende
oogen, met Gods hnlp hopen wjj mgn man
te behoudendaarvoor kunnen wij u niet
genoeg dankbaar zgn, edele man.*
»Wilt gij zoo goed zjjn mjj bjj den zieke
te brengen?* verzocht Anatole de jonge
Elisabeth, die met de innigste dankbaarheid
haar oog op Lafranc en diens echtgenoot
vestigde, en licht als eene Sylphide aan net
verzoek van den jongen regiments-doctor
voldeed.
»Wat ik begonnen heb, wil ik volein
digen,* sprak nu Lafranc, »toen ik giste
ren door het voorval in den apothekers
winkel op uw knaapje oplettend werd, en
den kleinen in zjjne behoeftige kleeding van
koude en smart zag beven, steeg mij eene
oude herinnering levendig voor den geest,
hoe ook ik eenmaal door de geheele wereld
verstooten en veracht, aan alle ongemakken
van wind on regen blootgesteld, den dood
nabij, een barmhartig man vond, die, zelf
door de fortuin karig bedeeld, met mij het
weinige deelde, wat hg bezat, ja, nog meer,
die de eigenlgke grondlegger van mgn tegen-
woordigen zorgeloozen toestand werd. Gaarne
echter zoude ik, zonder onbescheiden te zgn,
wenschen te vernemen, hoe gjj tot zulk een
graad van hulpeloosheid ziit geraakt, daar
met 2 paarden had staan. Maar waar stond
die? Het gelnk echter diende ons, want
we hadden nog geen 10 minuten geloopen,
toen we eene bendy zagen en op onze
vraag aan wie die behoorde, vernamen we,
dat die van den administrateur was, en
we zouden daar in dien winkel wel kannen
hooren. waar mjjnheer was. Goed, wc liepen
de toko binnen en de tokohouder bracht
ons direct op de hoogte, mjjnheer zou over
een 20 minuten hier zjjn, we kregen een
stoel en binnen 10 minuten waren we
heelemaal op de hoogte betreffende de Djem-
bersche toestanden. We kwamen te weten,
dat mjjnheer A vreeseljjke rusie had met
mjjnheer B, omdat di8 voor de tabak iets
meer gaf dan deze, we wisten precies, hoe
de docter, de schoolmeester en andere auto
riteiten aangeschreven stonden, hoe de dames
onder elkander leefden enz. enz. en het was
eene verademing, toen een rjjtuig opüield en
de man op wien we wachtende waren uit
stapte, zoodat aan des tokohouders woorden
rijkheid een einde kwam.
[Wordt vervólgd.)
Buitenland.
De Parjjsche politie houdt nog altjjd de
nieuwsgierigen verwjjderd van de plaats
waar de bazaar gestaan heeft. Agenten be
waken alles wat op het terrein voorkomt.
En die voorzorg is niet nutteloos, want een
wolk verzamelaars is op de rue Jean Goujon
neergeslagen om, zelfs tegen zeer hooge
prijzen, voorwerpen te koopen, die van den
brand zgn overgebleven. Aldus wilde een
Engelschman 5000 fr. geven voor een half
verbrande gop De eigenares van het Hotel
du Palais* heeft aan een Engelschman de
twee jjzeren staven verkocht die in 't boven
gedeelte van het venster, waardoor 150
menschen gered werden, waren big ven vast
zitten. De verzamelaar heeft er 700 fr. voor
betaald, die onder het personeel van het
hotel zgn uitgedeeld.
In het buitenland schjjnt 't al even koud
of wel, nog kouder te zijn dan bij ons.
Uit verscheidene plaatsen in Duifcschland
wordt sneeuwval gemeld. Te Hamburg stond
de thermometer Dinsdag op 2 graden. Op
den Inselsberg in Thüringen lag de sneeuw
10 cM. dik.
Uit Londen wordt bericht, dat de men
schen in winterkleeren bibberend rondloopen,
als ware het Januari. In vele Engelsche
steden heeft het hard gesneeuwd, zeer hevige
sneeuwvallen worden gemeld uit Herfords-
hire en Perth. Dinsdagavond vielen er in de
I Wil—■lllll Ml ■IllMIIBI II III
hebt.*
Gaarne wil ik aan uw verlangen vol
doen, daar niemand ons vertrouwen waar
diger is, dan gjj, onze edele weldoener,*
zeide madame Oswald, en wilde juist een
aanvang met hare geschiedenis maken, toen
Anatole weder binnentrad en aan zgn ouders
vroeg, of zij zich zeiven ook niet wilden
overtuigen van de ontwjjfelbare beterschap
van den patient, v*aarop deze madame Os
wald naar den ziekenkamer volgden.
•Gjj vindt dus dat de krisis bij den zieke
zich t8n goede heeft gekeerd*? vroeg
madame Oswald aan den doctor.
Het grootste gevaar is geweken,* zeide
Anatole, »de zwakte is alleen toe te schrjjven
aan gemis aan het noodige. De bewusteloos
heid zal spoedig ophouden en de sterke
constitutie van dezen man zich weldra her
stellen.*
Hoezeer dank ik u voor deze gerust
stellende verzekering*, sprak de vrouw van
Oswald.
Lanfranc trad thans naar het bed van
den zieke en beschouwde de regelmatige
trekken van den patient.
Eensklaps kwam een glans op zgn gelaat.
Oplettend vestigde hg andermaal zgn blik
op het gelaat des lijders, hg meende die
trekken meer gezien te hebben, maar waar?
Hoe meer hg echter dit gelaat beschouwde,
des te duideljjker scheen het hem te worden
en des te levendiger schitterde zgn oog.
Eensklaps greep kg de naast kern staande
vrouw des ljjders bjj den arm. »Ik bid u,«
laatste plaats hagelsteenen zoo groot als
boonen.
In Frankrijk zakte de thermometer op
sommige plaatsen 8 graden onder nul en te
Ch&lons (sur Saóne) heeft de hagel geduchte
schade aangericht evenals te Ma§on, waar
de halve wijaoogst verpletterd is.
Verschillende correspondenten hebben met
lof melding gemaakt van de tucht in het
Turksche leger, van het gedrag der Turk-
sche officieren en soldaten jegens de over-
wonnelingen, waardoor de dunk, dien men
in Europa had van alles wat met den naam
Turkjje in verband staat, aanmerkeljjk ge-
wjjzigd is en niet weinig heeft bjjgelragen
tot den sympatieksn loon, waarop in som
mige groote buitenland3che blaien over
Turkije wordt gesproken. In overeenstem
ming daarmede is hetgeen wjj vermeld vin
den over het vervoer der Turksche gewonden.
Hetgeen wij hieronder mededeelen, is ont
leend aan eene correspondentie uit Saloniki
aan de »New-York Herald.*
De Sultan had een iradé uitgevaardigd,
bevelende, dat de gewonden, die hjj in zgn
eigen woorden »mjjne kinderen* noemt, ver
voerd moesten worden in speciale treinen,
waarin gelegenheid moest wezen om te
slapen.
Den 7 Mei, 's namiddags twee uur, stond
te Saloniki zulk een trein gereed, in 't ge
heel bestaande uit elf waggons, tien voor
de zieken en één voor de geneesmiddelen,
ver'oandkisten en andere voor de reis on
ontbeerlijke zaken. Op iederen waggon was
in een sprekend, scherp uitkomend embleem
zgn bedoeling aangegeven; dit embleem
was in roode kleur de wassende maan, wat
in Turkjje dezelfde beteekenis heeft als in
Westelijk-Europa het roode kruis.
Den geheelen nacht was met jjver aan
de waggons gewerkt en nu nog werd de
laatste hand daaraan gelegd, door ze te
nomineren.
In eiken waggon waren acht bedden, en
elk bed was zoo gemaakt, dat de gewonde
of zieke, zoo noodig, uit en in het rjj'uig
gebracht kon worden. Da matras van lams
wol lag op sterke buigzame springveeren
een volle peluw en een nieuwe roode wollen
deken voltooiden het geheel.
Aan beide einden van den waggon ba-
vond zich een houten tafel in twee afdee-
lingen, zoodat de zieken in de bedden aan
het boven- en benedeneinde gemakkeijjk wat
te drinken konden krjjgen, het waschgerei
bereiken etc.
Even vóór het vertrek van den trein ver-
de ware naam van uw man, of heb ik
gelijk wanneer ik vermoed, dat hjj Herman
Walden heet?*
»Om Godswil, hoe weet gjjvroeg
de verschrikte vrouw.
Heb ik geljjk*? riep Lanfranc en zag
haar strak in de oogen, terwjjl zij blozend
zulks bevestigde.
•Ik heb hem gevonden,* riep hg nu met
drift en viel als dronken van vreugde in
de armen zijner vrouw»mjjn voormaligen
weldoener, dien ik alles te danken heb.*
Hoe?* riepen vrouw en zoon geljjk,
deze zieke zou...?*
Dezelfde jonge doctor zjjn, die mij vóór
33 jaren het leven redde. O, de wegen der
voorzienigheid zijn wonderbaar. Verheug u
dierbare vrouw. Ik ben die Savoyaard, wiens
geschiedenis u niet onbekend zal zgn en
zou met vreugde al mijne bezittingen met
uwen man deelen.*
•Ik herinner mjj niet van een Savoyaard
gehoord te hebben*, zei madame Walden,
die er maar niets van begrjjpen kon.
•Ja, daaraan herken ik zjjne edelmoedig
heid,* hervatte Lafranc, terwgl hjj de uit
geteerde hand des zieken met warmte drukte.
Beschouw dit huis als het uwe en de huis-
genooten als uwe bloedverwanten. In de
eerste plaats, verhaal ons nwe geschiedenis,
waar ik thans des te meer naar verlang,
nu zjj personen betreft, die mjj zoo oneindig
dierbaar zjjn.«
Wordt vervolgd.
0