Hel Lam! van flensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerivaard.
Brieven over ïndië.
~fëïtïlletonT
MADELEINE.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Hsusden.
M 1038. ZATERDAG 30 OCTOBER.
1897.
UND VAN ALTE[;
VOOB
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
franco per post zonder prgsvex hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels SO ct. Elke regel
meer 77, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht
Wegens hoogst treurige familieomstandig
heden worden deze brieven eerst heden
vervolgd.
We hadden voor de thuisreis hetzelfde
schip, de >Bromo,« uitgekozen, waarmede
we de uitreis gemaakt hadden. Dit behoefde
niet, daar we recht hadden om met ieder
8ehip van de Maatschappij Nederland of
de Rotterd. Lloyd te gaan, mits we maar
voor 30 Mei Batavia verlaten hadden, doch
de behandeling van kapitein, officieren en
verdere equipage op de uitreis ondervonden,
de voeding aan boord, het comfort dat men
er had, kortom alles was er ons zoo uit
stekend bevallen, dat we besloten om de
zelfde boot ook weer terug te nemen. Ze
verliet 28 April Batavia en we hadden dan
dit voor, dat w« de Roode Zee zouden
passeeren, vóórdat het er zoo ondrageljjk
warm zou zjjn.
De Hollandsche mailbooten varen tot
Soerabaya en vertrekken ook vandaar 10
dagen vóór den dag, dat ze van Batavia
afvaren. Men kan dan op alle plaatsen die
ze aandoen aan boord komen, zoodat men
van uit den Oosthoek de warme twee-
daagsche spoorreis naar Batavia niet behoeft
te maken.
We lazen in de couranten, dat de »Bromo«
op 19 April des namiddags ten 4 uur van
Soerabaya zou vertrekken en zjj zou dus
20 April ongeveer 11 uur des morgens te
Probolinggo op de reede komen. Toen we
dan ook 's morgens circa half elf aan den
boom kwamen, zagen we heel in de verte
ons schip reeds naderen en lag de stoom-
sloep van het prauwenveer, die ons aan
boord zoude brengen, reeds klaar. Met ver
scheidene luidjes, die ons uitgeleide deden,
stapten we daarop en even 11 uur waren
we weer aan boord van de ons zoo be
kende mailboot, waar weldra de champagne-
kurken knalden en menig glaasje geledigd
werd op onze goede thuisreis. Ongeveer een
uurtje latër liet de stoomfluit zich hooren,
wat voor hen, die de reis niet medemaakten,
het teeken was om te vertrekken. Goed en
wel waren we weder onder stoom, toen de
hofmeestersbei het signaal gaf, dat het tijd
was voor de lunch en moesten we dus
even kennis maken met de passagiers, die
mede naar Holland gingen.
Er waren er al heel wat aan boord,
meest ambtenaren en officieren die een of
(8
Een oogenblik bleef het jonge meisje staan
en drukte haar hand tegen haar luidklop-
pend hart, doordringend keek zjj haar med-
gezel daarna r.an en scheen hem tot in zjjn
ziel te willen lezen. Een donkere gloed be
dekte plotseling zjjn voorhoofd en hjj wendde
zich snel af, hij kon haar blik niet ver
dragen. Madeleine echter sloeg hare hand
tegen haar brandend voorhoofd en als ge
folterd door een ondraagljjken zielsangst
snelde zjj hem vooruit naar het dorp.
Een oogenblik nog bleef Keïri-Jaffta on-
beweegljjk staan, en staarde haar somber
na. Zjj keek niet meer naar hem om. Toen
volgde hjj haar. Het was hem bjjna on-
mogeljjk haar bij te houden. Zjj lette niet
op de gevaarlijke plaatsen in den weg, zjj
liet zich door niets in haar vaart tegen
houden en bereikte het dorp sneller dan de
wind.
Zjj snelde van huis tot huis, om te vra
gen of men Denis dien dag ook had ge
zien., in het dorp of elders, maar hoe dikwijls
zjj haar vraag ook herhaalde, niemand kon
haar een bevredigend antwoord geven, er
was niemand die hem dien dag had gezien
of wist waar hjj was.
De menschen kwamen naar buiten uit
hunne huizen en omringden het meisje en
twee jaar verlof had Jen en dus met hunne
familie dien lijd in Europa gingen door
brengen om hnnne familie en kennissen te
bezoeken. Onder die ambtenaren bevondeD
zich ook twee stationchefs, mannen, die
nooit verder geweest waren dan Javu's
Oosthoek, doch die wegens langdurigen
dienst ock recht hadden op een jaar bui-
tfnlandsch verlof en die nu niet beter
wislen te deen dan met hunne families dit
verlof door te gaan brengen in Holland
waar ze wel absoluut niemand kenden,
maar waarvan ze toch al zooveel gehoord
hadden, dat dit hun bijzonder aantrok.
Den eersten dsg gingen we niet ver,
slechts tot Panaroekan, waar we ongeveer
5 uur aankwamen en waar we tot den
volgenden mi Idag 1 uur op de reede bleven
liggen om tabak te laden. Zoolang we daar
lagen, hield ein kolossaal groote haai ons
gezelschap en het zou bepaald miuder ge-
wenscht geweest zjjn om altoen in de zee
een bad te nemen. Het was heet op die
reede en niemand was er rouwig om, toen
het anker weer gelicht werd en we onzen
weg om het eiland Madoera been gingen
vervolgen, 's Middags circa 4 uur passeerden
we de »Koningin-Regentes« van de Neder
land, die eerst naar de Oosthoek en ver
volgens naar Soerabaya ging. We hielden
Java natuurljjk voortdurend in Het gezicht
en waren Donderdagmiddag circa 2 uur
op Samarangs reede, waar we ook al weer
lading en nog enkele passagiers moesten
opnemen en waar we zouden bljjven liggen
tot den volgenden morgen 8 uur.
Samarang heeft een vrij drukke reede
en we amuseerden ons dien namiddag met
naar die bedrijvigheid te kjjken en werden
vooral opmerkzaam gemaakt op den kerk
toren aldaar, den eenigen van geheel Java.
We hadden daar op die reede nog eene
vermakelijke scène. Het was er verbazend
heet, de zon stond den heelen dag op de
boot te braden en er was geen aasje wind.
Nu is het aan boord regel, dat men zich
voor de avondtafel kleedt, een regel waar
van niet wordt afgeweken. Dit nu was
niet naar den zin van de echtgeaoote van
een der stationchefs, die er hartelijk voor
bedankte om een japon aan te trekken,
met het gevolg, dat zjj aan tafel komende,
vriendelijk verzocht zich eerst fatoealijk te
gaan kleeden of anders niet aan tafel te
komen. Daar waren de poppen aan het
dansen. Mevrouw (in Iudië is iedere ge
trouwde vrouw, mevrouw) woedend, zoo
iets was haar nog nooit overkomen, zjj
bestormden haar met vragen, maar zjj kon
den geen van allen hare vele vragen be
antwoorden zjj snelde verder, gevolgd door
de dorpelingen en Keïri-Jaffta, die als altjjd
geen woord voor de menschen over had.
Toen zij het d^rp aan de tegenoverge
stelde zjjde verlaten hadden, ontmoetten zjj
den ouden brievenbesteller.
»Hebt gjj Denis den jager ook gezien,
Jean?« riep de molenaarsdochter hem reeds
uit de verta toe. En toen zjj vlak bjj hem
was, vatte zij zijn ruwe hand en vroeg met
een door angst onduidelijke stem: »Zjjt gjj
hem onderweg ook tegen gekomen? Hebt
gjj hem vandaag nergens gezien?*
»Denis?« vroeg de oude man en keek
verwonderd van het zenuwachtig bevende
meisje naar de menigte, die hem nu ook
had bereikt. »Neen, ik ben hem niet tegen
gekomen, maar wat is er met hem?*
Madeleine wilde hem antwoorden, doch
eensklaps zeide hij alsof hem iets te binnen
schoot: Wacht eens, ik heb hem toch ge
zien, maar dat was niet heden, dat was
reeds gisteravond.*
»Dus vandaag niet? Bedenk u eens goed,*
smeekte het meisje.
»Neen, gisteravond, het was bjj Areuse,
hjj hield mjj staande en vroeg om vuur
voor zjjn pjjpje, dit zal om 5 uur geweest
zjjn.c
Bjj die woorden ontstelde Madeleine en
keek bjjna onwillekeurig naar Kaïri-Jaftta,
zjj was doodsbleek geworden.
»Dan moet gjj hem gezien hebben, Ktïri-
Jeffta,* riep zjj uit, >gjj zjjt gisteravond
de Areuse langs gegaan, vader te gemoet,
had een keurige sifare (een Japan?ch klee i)
aan en dat dropg za op hare woonplaats
altijals ze e^ns netjes wilde zijn. Dcch
er hielp geen lieve moederen aan, ze had
te kiezen tusschen een japon aandoen of
vasten en ze koos het laatste, door naar
het dek te gaan. Maar we waren er no?
niet, want na den eten begon het eerst
rec'-.t goed. Zoo had ze zich Holland niet
voorgesteld en ze bedankte er ook heerlijk
voor om daar langer te bljjven, zjj bleef
stil op Java en haar man en haar kinderen
konden alleen naar Europa gaan en zjj
ging te Tegal van de boot af, daar woonde
een neef van haar fn daar ging ze dan
maar zoolang logeeren. Nu, dien avond
werd om dat voorval nog al gplachen en
we waren allen nieuwsgierig, wat den vol
genden dag zoude gebeuren, a's we te
Tegal zouden komen, omd.it de geheele
familie, als gouvernersentspassagiers op ééne
kaart reisde en het den kapitein niet ge
oorloofd was, die te scheiden. Ging dus te
Tegal mevrouw van boord, dan moesten
mjjnbeer en de kinderen ook mede.
Al heel vroeg den volgenden morgen was
aan boord alles aan dek, booten en prau
wen voeren at en aan en ruim 7 uur kregen
we een stoombootje met de schutterij-mu-
ziek langs zij, waarmede twee nieuwe pas
sagiers werden uitgeleide gedaan. Deze
kwam aan dek, speelde d iar nog een paar
stukjes, totdat de stoomfluit het sigEaal tot
vertrekken gaf. De muziek voer nog eens
om de boot heen onder het spelen van het
Wien Neerlands bloed, het anker werd ge
licht, de achtervlag werd neergehaald om
het saluut te geven en voort ging het naar
Tegal toe.
De stationchef zat tusschen 2 vur^n. Aan
de eene zijde zjjne vrouw, die absoluut van
boord af wilde en aan de andere zjjde de
kapitein, die niet wilde, dat zjjne vrouw
alleen ging, hjj moest dan met de kinderen
medegr.an. Doch eindelijk had hjj het raadsel
opgelost. Dicht bjj Tegal gekomen, zeide
hij tot zjjne vrouw, dat het goed was, dat
ze de boot kon verlaten en dat ze maar
naar de hut moest gaan om in te pakken
wat ze dacht nocdig te hebben. Opgewon
den van vreugde vertelt mevrouw dit aan
de andere passagiers, direct gaat ze naar
beneden, naar de hut. Mjjnheer gaat vol
belangstelling ook eens kijken en na gezien
te hebben dat zjj goed en wed in de hut
is, sluit hjj deze van buiten af, gaat er
zelf op een stoel voor zitten en roept haar
toe, dat hjj ze er weer zal uitlaten, als we
die naar D. was geweest?*
De Arabier richtte zich fier op, hjj krniste
zijne armen langzaam over de borst en bleef
zwjjgend tegenover het meisje staan dat
hem angstig aanstaarde.
De menigte verdrong zich nieuwsgierig
om hen heen en wisselde beteekeüisvolle
blikken onder elkaar.
Hebt gij hem niet gezLn, Spanjaard?*
vroegen sommigen.
Waarom spreekt gij niet, gjj verstaat
ons toch?*
>Ziet gjj dan den angst van Madeleine
niet?*
Kaïri-Jaffta bleef zwjjgen.
Men hield echter niet op met vragen
»Als gjj hem hebt g:zien, waarom zegt gjj
het dan niet?*
Eindeljjk zeide hij op langzamen, doffen
toon»Ja, ik heb hem gezien.* Daarna
hernam hjj zjjn trotsche, ongenaakbare
houding.
>Nn, dan moet gij ook helpen!* riepen
allen opgewonden uit. »Weet gij dan niet
waar hij gebleven is?«
»Neen antwoordde de gevraagde somber.
Ontsteld deinsde Madeleine achteruit, er
vertoonde zich een vreemde trek om haar
mond en zjj ging vlak bij de dorpelingen
staan, alsof zjj bij hen steun en hulp moest
zoeken tegenover den Arabier. Zij zeide
niets.
De menigte echter werd rumoeriger, zjj
wierp dreigende blikken op den Zouuaf, een
dof gemompel klonk uit alle monden en het
gemompel werd verstaanbare woorden, die
alles behalve vriendschappelijk klonken.
i a Tegal weer onder stoom zjjn. Dit voor
val verwekte, toen het beken 1 werd, na-
tuurlijk algemeene hilariteit aan boord en
het duurde niet lang of op de scheepspiano
werden toepasselijke liedjes gespeeld. Een
baid gezicht moet het voor mevrouw ge
weest zijn, toen ze door haar patrjj-spoorije
op ongeveer 20 M. afstand de Soembing
van de Rotterd. Lloyd kon zien passeeren.
Zoodra we Tegal voorbij waren werd ze
weder bevrjjd en nu is bet duideljjk dat er
aan tranen geen gebrek was.
B nitonland.
Naar aanleiding van de gevangenneming
van Vacher (het aantal mcorden dat dit
monster op zijn geweten heeft, is nog on
bekend; steeds bljjkt weer van nieuwe
moorden, die hij op knapen on jonge meisjes
begaan heeft op zjjn zwerftochten) wijst de
Temps* in een hoofdartikel op de gebrek
kige organisatie der Fransche politie. Deze is
gemeenteijjk gebleven en als zoodanig in
hoofdzaak ingericht geljjk bij ons. Elke
Fransehe gemeente heeft haar politie, welke
gewoonljjk met die van de nabnrige plaats
niet het minste verband houdt. Zoo kon
Yacher van de eene gemeente naar de
andere zwerven, zonder dat er gewaarschuwd
werd. De Temps* dringt aan op invoering
eener algemeene rijkspolitie, bekostigd door
den Staat, met bjjdragen uit de gemeente
kassen.
Te Hamburg is een werkstaking uitge
broken in de spinnerjjen, waarbjj 1000 ar
beiders betrokken zjjn. De weinigen, die
nog overbleven, zjjn ontslagen, daar de
werkzaamheden toch niet kunnen doorgaan
onder deze omstandigheden.
De vredesonderhandelaars to Konstanti-
nopel hebben nu 8 van de 18 artikelen
van het* voorloopig verdrag afgehandeld,
ook dat betreffende de schadeloosstelling
van particnlieren.
Uit Chania wordt gemeldDe Kretasche
nationale vergadering zal een stuk opstellen,
waarin zij de mogendheden haar dankbaar
heid betuigt en gehoorzaamheid aan hun
besluiten belooft, maar tevens verkondigt
dat elke schikking waarbij Turksche garni
zoenen op het eiland werden gelaten, het
zelfbestuur denkbeeldig zou maken en
nieuwe onlusten zou verwekken. De ver
gadering legt, met allen aan de mogend
heden verschnldigden eerbied, nadruk op
Kaïri-Jaffta scheen er echter niet op te
letten, hij liet zijne trotsche houding niet
varen, doch keek met een diep treurigen
blik in zjjue oogen naar Madeleine, die in
haar angst om haar geliefde liefeljjker was
aan te zien dan ooit.
Eensklaps hoorde hjj uit den mond van
een der dorpelingen weder het scheldwoord,
dat Denis gebezigd had tegenover den Ara
bier gisteren in zijn toorn, maar nu her
haalde het zich uit verscheiden monden, de
aangeklaagde schrikte op en keek de menigte
met vlammende blikken aan.
Hij was ongenaakbaar in zjjne koninkljjke,
waardige houding, hjj richtte het schoone
hoofd vorstelijk omhoog.
Eensklaps hoorde men in de verte een
verward rumoer van stemmende menigte
wendde haar aandacht van Kaïri-Jaffta af,
om Z9 op de ia de verte aansnellende lieden
te vestigen; voornit liep een jongen zoo
hard bjj loopen kon, die met levendige ge
baren op Madeleine toekwam en bjjaa adem
loos berichtteBoven aan den steilen wand
hangt bjj tusschen hemel en aarde!*
Wie?* vroeg alles door elkander, slechts
Madeleine was niet in staat een woord uit
te brengen.
Denis, de jager! De koejongen heeft
hem naar beneden zien stotten, en verzoekt
u hem te komen helpen, het is een moeielijk
werk om bij hem te komen, omdat hij aan
de linkerzijde naar beneden gegleden is.«
Nu uitte Madeleine een gil, die allen door
merg en been drong. Het was alsof de
schrik haar tot nu toe verlamd had. tHelp
hem! Volgt mjj, eer het te laat is!« riep
de noodzakelijkheid dat de mogendheden
de plechtige beloften vervullen die de vloot
voogden zoo vaak hebben gedaan. Een
ofconomische crisis is op Kreta on ver
rei
De schadeloosstelling voor de verliezen
die particulieren hebben geleden door het
beschieten van Tnrksche p'aatsen door de
Griekscbe vloot, is thans op 6 millioen
drachmen (de Turken eischten eerst 10
millioen) bepaald.
Men is in Griekenland tot de ontdek
king gekomen, dut tijdens den oorlog op
de vloot bjj verschillende torpedo's de slag-
doppen ontbraken, zoodat zjj niet konden
ontploffen. Twee officieren zullen voor den
krjjgsraad terecht staan.
De bladen doen heftige aanvallen op
prins George, commandant der vloot.
Engeland he eft zijn toestemming gegeven
tot de benoeming van overste Schafer tot
gouverneur van Kreta, en daarmee zjjn
alle mogendheden het eens. Maar de voor
naamste persoon in deze, de Sultan, weigert
halsstarrig de benoeming goad te keuren.
Het wordt hoe langer hoe waarschjjnljjker
dat Turkije langs de geheele linie zal zege
vieren, bovenal op Kreta, en dat de mo
gendheden veel geld hebben verknoeid, om
ter wille van de Porte den opstand op
Kreta te laten doodbloeden.
De vlootvoógden gaan voort met krach
tige vertoogen en flinke weigeringen aan
de Turken en goedgemeende beloften aan
de Kreterizen, maar zjj kunnen niet ver
hinderen dat de Turksche landvoogd op
Kreta steeds meer invloed krijgt.
In het dorp Khenelew, (Rusland) district
Kozlow, weerklonk tjjdens den namiddag-
dienst in de kerk het geroep van >brand*.
Er ontstond een paniek, waarbjj 54 per
sonen dood bleven en 80 verwond werden.
De »Times« verneemt uit Johannesburg,
dd. 26 dezerDe Duitsche kolonie heeft
den Duitschen eonsul te Pretoria verzocht,
aan zjjne regeering te seinen, dat de Duit
sche belangen door de houding van da
Transvaalsche regeering en Volksraad tegen
over het rapport der industrieele commissie
benadeeld worden.
In de overstroomde streken van Ascoli
en Piceno (Italië) staat het water bjjna drie
meter hoog. Veel vee is meegesleurd en
huizen zijn beschadigd. Een groot aantal
personen, die in boomen gevlucht waren,
zij uit, toen zij woorden kon vinden.
En zij snelde de anderen reeds vooruit
de met dennen begroeide hoogte op.
Velen volgden haar terstond, anderen
echter haalden eerst touwen en ladders,
zelfs vrouwen en kinderen trokken mee,
allen waren vol belangstelling en met mede
lijden vervuld voor de wanhopende Made-
Line.
Weldra hadden zjj de Stigliwand bereikt.
Het i3 een berghelling met scherp uitste
kende rotspanten voorzien, wel 800 voet
hoog, loodrecht naar beneden tot aan de
bergketel van Chasseron.
In de diepte staan reusachtige dennen,
waariusschen geweldige rotsblokken op
elkaar gestapeld liggen en die bespoeld
worden door een helder beekje. Nog nooit
had een menschelijke voet het gewaagd die
hoogte te bestjjgen of af te dalen, die geen
steunpunt voor den voet bood.
De menigte begaf zich zoo dicht mogelijk
aan den rand en ontdekte met ontzetting
in haar blik de a ongelakkigen jager, die
hulpeloos tusschen hemel en aarde hing.
Het was de gevaarljjkste plaats van den
geheelen rotswand, die Denis tot steun
diende. Een scherp vooruitspringend stuk
rots had den ongelukkige onder het vallen
opgevangen en zjjn loshangend buis en da
riem van zjjn buks waren op wonderbaarljjke
wijze in da diepe spleet gewrongen. Hjj
zweefde bjjna vrij ia de lacht, terwjjl zjjn
voet een steunpunt gevonden had tegen de
rots en zijn rechterarm krampachtig het
harde gesteente vast hield.
Wordt vervolgd.
KlIWSMA»
XXXII.
Wordt vervolgd J
•sy.vat- mw m uumm uunii—u.q-fc