van [lensden en Allena, de Langstraat en de Boinmelerwaard. let Land Zonder Examen. FEUILLETON. MADELEINE. land van altena- Uitgever: L. J. YEBEMAÏÏ, Heusden. M 1642. ZATERDAG 13 NOVEMBER. 1897. VOOB Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco psr post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën ran 16 regels 50 et. Elke regel meer 71/, et. Groote letters naar plaatsruimte. Adrertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Om tot telegrhfht te worden benoemt, schrijft de wet eenige namens voor. Tot postambtenaar idem, tot onderwijzer idem. Geen notaris komt zondpr examen aan een s'andplaa'p, geen officier in een garnizoen, geen predikant op den preekstoel, geen docter in de ziekenzaal, geen agent van politie zelfs aan zijn betrekking van f 450 Examens hier, «xamens overal! In een iegeljjk, die tot land, provincie of gemeente in eenige betrekking komt te staan, eischt de wet bewjjzen van bekwaamheid. En dat zeer terecht. Om eenig ambt, staat of be diening te vervullen, moet meer of mindere studie voorafgaan en de wet eischt met volle recht bewijzen dat deze studie met vrucht volbracht is. Daar is niets onge rijmds in, tenzjj misschien de inrichting van eenige examens. Maar er is iets anders, en dat is wel ongerijmd. Het land wordt bestuurd door de vertegenwoordiging, de provincie door de staten, de gemeeente door den raad. Deze lichamen stellen de wetten samen, waarin o.a. bewijzen van bekwaamheid worden verordineerd om tot eenige betrek king in aanmerking te komen, maar de leden, die deze lichamen uitmaken, geven geen enkelen waarborg van bekwaamheid voor de functie waartoe ze worden aan gewezen. Het zal in de Eerste en Tweede Kamer wel niet voorkomen, dat daartoe louter onbekwamen gekozen worden. Al treft men er persoonlijkheden onder, waarover een wetenschappelijk raenseh geneigd is het hoofd te schudden, in den regel ziet men bjj de keuze der leden, toch nog wel op knappe koppen, op mannen, die op dit of dat gebied uitmunten. Voor de Provinciale Staten wordt daar ïft minder op gelet en nog minder voor den gemeenteraad, en 't is tegen dat euvel, dat prof. De Geer in de Octoberaflevering van de «Vragen des T|jds« waarschuwt. Men weet hoe de leden van den gemeen teraad gekozen wordenA. omdat hij een gezellig prater is; B. is fabribant en een groot werkgever; C., de rentenier, heeft tech niets te doenD. is notaris, hjj kent de menschenE. heeft verstand van school- zaken, indertjjd heeft hp nog een acte ge haald F. is een braaf, best mensch, enz. Meen niet dat we hier alleen doelen op 't platteland in de steden gaat 't al eveneens. Tegenwoordig zelfs is 't in de steden reeds een aanbeveling dat men ar beider is of den arbeider een goed hart toedraagt en hem gaarne wat zou gunnen van het vette der aarde. En nu zouden Toen reikten wjj elkaar nogmaals de hand en gingen van elkander. Wel drong mjjn geweten mjj den jager alles te bekennen en mjjn ware vaderland te noemen. Hjj ver* diende niet, dat ik htm met opzet bedroog; wjj zouden dan de beslissing aan een twee gevecht kunnen overlaten, maar waartoe zou het dienen, als ik hem beter inlichtte, het was immers ook goed zoo. Ik verkeerde toch in de meening, dat gjj mg lieihadt en was dit zco, dat kon het u niet anders dan gewenscht zjjn, den jager nooit meer te zien. Den volgenden dag reeds werden mg helaas de oogen geopend, toen bemerkte ik het reeds hoe verschrikkelijk ik mg in uwe liefde bad vergist, Madeleine; trots en bitter heid voerden strjjd in mjja hart, totdat eindelgk daar boven aan de rots, toen ik uw wmhoop zag, de liefde overwon. Ik 1 ad u te lief om u te zien ljjden, gjj zoudt ge lukkig zjjn ook al zoudt gjj de mjjne niet worden. >En nu weet gjj, waarom ik moet gaan, al die goedhartige, beste, brave menschen gerust de belangen der geneente kunnen toevertrouwd worden, als maar niet van tjjd tot tjjd in de huishouding van die splin- terige finantieele kwesties te voren kwamen, waarvoor de heeren staan. De keuze toch van raadsleden geeft geen enkelen waarborg dat onder hen iemand 8chnilt op de hoogte van fi lantieele ope ratien. We noemen alleen het sluiten of aflossen van leening-n waarbjj de on ler- richtiDg van een belas: ghebbend deskundige zeer gewenscht is. Maar zelfs de zeer ge wone administratie, het nazien d-r jaar rekening is voor den gemeenteraad een onmogeljjk werk. Nog veel moeieljjker is het d:t voor de leden der Provinciale Stafen, die nota bene, over de gemeenteadmini stratie waken moeten en die evenmin door de wjjze waarop ze gekozen worden eenigen grond geven tot het vermoeden dat onder hen deskundigen schuilen. Het kan dan ook geen verwondering baren dat in de gemeentebuisboudingen fouten voorkomen, om geen erger woord te gebruiken, die over jaren loopen en slechts bij toeval ontdekt worden. Uit onze buurt weten we daarvan mee te praten, Schiedam, Leiden, Amsterdam enz., ondervonden het ook. In de hoofdstad b.v. is de raad voor ongeveer een ton bedot door een beambte der bank van leening en is het voorgekomen dat een begrooting met een half millioen werd overschreden, zonder dat het dage- ljjksch bestuur daarvan eenig vermoeden had. Wanneer zulke feiten in de groote steden plaats hebben, waar de kans op de keuze van finantieele specialiteiten grooter is dan in kleine plaatsen, is de vraag gewettigd: nemen de gemeenten ook meer op hun horens dan ze dragen kunnen? En hierop antwoordt prof. De Geer toestemmend. Ban ken van leening bv. sleepen een zeer lastigo en onnaspeurlijke boekhouding met zich, zoodat hier alles afhangt van de eerljjkheid der ambtenaren. Verder zijn de gemeentebesturen over laden met werk en gedwongen tot uitgaven voor zaken welke des rijks zijn. Onderwjjs en politie, ook pensioenregeling kon het rijk op zich nemen, terwjjl de gemeenten de daarvoor te betalen sommen aan het rjjk overdroegen. En ten slotte zou de gemeentewet ver anderd dienen te worden in dien zin, dat de wethouders, althans de wethouder aan wien de behartiging der finantien is opge dragen, kon gekozen worden buiten den raad; terwjjl de arbeid van provinciale staten, voor zooveel betreft de controle der gemeenterekeningen, zou moeten opgedra gen worden aan een vast college, onaf hankelijk van de staten en uitsluitend daartoe Madeleine,* vervolgde hg op zachten en innigen toon, »ik heb u veel te livf, ik be min u te innig om nog langer uw aanblik te kunnen verdragen, als gjj niet de mjjne zjjt, maar om een ding smeek ik u, geef mjj een lok van dat goudblonde haar dat mjj zoo zalig en zoo nameloos ellendig heeft gemaakt!* Toen sloeg zij hare armen hartstochtelijk om zgn hals. «Nu, Kaïri-Jaffta, gjj moogt om mjjnentwille niet ongelukkig zijn riep zjj buiten zichzelve uit. »Maak mg tot de uwe en Denis o Denis!* Haar hoofd zonk op zjjn schouder, voorzichtig en teeder kuste hg haar blonde lokken, daarna richtte hij haar zacht op en keek haar met schit terende oogen in het lieve gezichtje. »Gjj behoort hem toe, mijn meisje,* zeide hg ontroerd, >denkt gij, dat ik hem reet gevaar van mijn leven zou gered hebben om hem opnieuw aan uwe grootmoedigheid op te offeren NeenHebt elkaar lief en wees gelukkig, ik ben geboren om te ljjden «n zoo ik mjjn liefde, mijn geluk en mjjn alles opoffer, dan heb ik ook die eene schuld geboet, die mg zoo rusteloos de geheele wereld door heeft gedreven 1 Gjj zult mjjn rechter zjjD, geliefde, aan wien ik alles biechten wil en als gjj mg kunt vergeven, dan trek ik getroost van hier.* Zjj keek hem mst vragende blikken aan in 't leven geroepen. Voorloopig echter is dit alle3 nog niet aldus, zjjn de gemeentebesturen belast met het nazien der rekeningen ea de staten met de contióte. Aan de kiezers das de zorg dat in deze lichamen uitsluitend mannen een zetel verwerven, di> door kennis en verstand uitmunten. Dv belangen der ge meente kunrea niet toevertronwd worden aan menschen, wier hoogste lof is dat ze «niet geleerd* zjjn. Dat kunnen beste, bra re menschen zijn, laat ze bjj hun leest bljjven en geef ze niet de kans de zaken der ge meente in de war te sturen. Buitenland. De volgende officieele nota is na afloop van den Fransche minsterraaad, inzake de zaak Dreyfus, aan de pers gezonden «De voorzitter van den ministerraad un de minister van oorlog hebben den raad in kennis gesteld van de plannen van de heeren afgevaardigden Castelin en Mirman om een vraag tot ben te richten betrekkelijk de perspolemiek, begonnen naar aanleiding van de zaak Dreyfus. De heer Méline en gene raal Billot hebben den raad het door hen gegeven antwoord meegedeeld. De kapitein Dreyfus is volgens regel en recht door den krijgsraad veroordeeld. De veroordeeling bljjft met vol effect. Zij zou slechts teniet gedaan kannen worden" door een arrest van revisie, gewezen overeenkomstig de voor schriften van art. 443 van het wetboek van strafvordering, geljjk het is gewijzigd door de wet van 8 Juni 1895. «Volgens de woorden van deze wet, komt het recht om revisie aan te vragen aan den minister van justitie toe, «wanneer, na een veroordeeling, een feit voorvalt of ontdekt wordt of wanneer stukken die tjjdens het proces onbekend waren worden overgelegd, welke van zoodanigen aard zijn dat zjj de onschuld van den veroordeelde vaststellen.* Aangezien de minister van justitie noch van een nieuw feit, noch van een onbekend stuk kennis heeft bekomen, is het slechts de taak van de regeering de uitvoering der veroordeeling te (bigven) verzekeren.* Omtrent de zelfmoord van den heer Drey fus te Parjjs wordt thans iets naders be kend. Wg kunnen hieromtrent nog het volgende mededeelen Op de rijk bewoonde Avenue Marceau, niet verre van den «Are de Triomphe*, woonde een zekere heer Dreyfus, wiens vader als reeder te Havre millionnair was geweest, en die, al had hjj een groot deel van zijns vaders fortuin verloren in onge lukkige beurs-speculatiën, toch nog altjjd en hij legde zacht zjjn hand op haar hoofd, terwijl hg op kalmen toon begon«Het is geen lange geschiedenis, slechts een volledig verslag van mjjne levensgeschiedenis, die ik u indertjjd heb verteld. Fatima was dood, zij was door den bediende van den koopman gevallen, die de gevluchten met hardnek kige woede vervolgd had en door hun tegenstand geprikkeld hen den dood zwoer. Ik had geen rust eer ik deu verrader op het spoor was en toen ik met veel moeite zjjn huis had gevonden en ik mjj achter de amandelboomen van zijn tuin had ver borgen, gelukte het nsjj hem mjjn dolk in zijn hart te stooten, zoodat hij levenloos in zjjn Eden neerviel. Ik vluchtte, maar de laatste blik, waarmee de stervende mij had aangezien, heeft mij onophoudelijk ver volgd en mjj de dagen en do nachten van mjjn eenzaam leven verbitterd. Fatima was gewroken, naar de zeden van mjjn land gewroken, maar toch drukte mg de sehuld zwaar op mijn ziel en ik kon geen vrede vinden voor de onraeedoogende stem van mjjn geweten. Dat woord, dat noodlottige woord, het welk de menschen mjj toevoegden toen zjj in het dorp waren hedenmorgen, toen zjj mg allen voor schuldig hielden, dat vree- seljjke woord was de vloek van mjjn leven, zoodat ik eerst mjjn eigen geluk en leven eon inkomen van twaalf duizend franken had, en een eigen buitenhuis niet verre van Versailles. Voorts was hij geassocieerd met een zekeren heer Djjckboff in de Rue Taitbout voor zaken aan de geldmarkt, zoodat Dreyfus, al ware hij niet rijk, toch volstrekt geen armoede behoefde te ljjden en zjjn vrouw en drie dochtertjes beneden tien jaar behoorlijk onderhonden kon. Maar alle rijkdom en armoede zijn maar betrekkelijk ten opzichte van de behoeften, welke ieder in zjjn huishouden onontbeerlijk gelieft te achten. Diogenes vond zich rjjk in zijn ledig vat, en Lucnlius deinsde terug voor zjjn armoede, toen hij nog stapels goud om zich heen zag. Aan Dreyfus woog de teruggang van zijn weelde des te harder, omdat hjj rjjke ea adellijke betrekkingen had. Zjjn vrouw, geboren mejuffrouw Fur- tadoAbraham, was onder anderen ver maagschapt aan de schatrijke mevrouw FurtadoHeine, en zjjn moeder, geboren gravin O'Hecuerty, was van aanzienlijke Iersche afkomst. Er waren in het huishouden drie meisjes op te voeden, die voorloopig op een school van geesteljjke zusters waren, in dezelfde wijk gelegen, en kinderen kleeden en opvoeden gelijk op met andere kinderen, wier ouders rjjk zjjn, dat kost duizenden. Dreyfus ging gebukt onder zijn financieele onmacht, en reeds herhaaldelijk was het denkbeeld bjj hem opgekomen, om een einde aan zjjn leven te maken. Hjj bad aan zjjn associé en san zijn vrouw d it denkbeeld niet verzwegen, en deze laatste had wel pogingen gedaan, om hem dat onzinnige plan uit zgn hoofd te praten, maar tevens met het voornemen dat als haar man zich van kant maakte, zij dit desgeljjks zou doen. Zaterdag gaven Dreyfus en zijn vrouw te kennen aan hun omgeving, dat zjj voor eenigen tjjd naar Londen zouden gaan. Zjj betaalden aan de twee dienstboden haar huur, gaven hun canarie-vogels ten geschenke aan een nicht en pakten hsn koffers voor de reis. Dinsdag opende de concierge van het huis de kamers, waar de familie woonde, en vond toen tot zjjn ontzetting de vijf lijken van Dreyfus, van zjjn vrouw en van de drie jonge meisjes, verstikt door kolen damp, in een der slaapvertrekken liggen. Man en vrouw waren vrijwillig de eeuwig heid ingegaan, en hadden tegeljjkertjjd hun drie kinderen vermoord. Volgens de «Standard* loopt het gerucht dat tu8schen Dnitschland en Frankrjjk onderhandelingen worden gevoerd omtrent een gemeenschappelijk optreden tegen China, wegens den daar plaats gehad hebbenden moord op missionarissen. ten offer moest brengen, eer ik rust kan vinden. Gij echter, Madeleine, geef gjj mij den laatsten troost mee op den moeiljjken weg, dien ik nu moet gaan en die mij, als God het wil, naar een andere wtreld zal leiden, waar minder leed is dan hier!* Hjj was voor haar op de knieën neer gezonken en keek haar smeekend met zjjn donkere oogen aanhet blonde meisje echter boog zich weenend over hem heen en legde de handen op zjjn hoofd: «Dat God u be hoede Kaïri Jafftat* Het was een zachte dag geweest, bijzonder warm was bet jaargetijde en verrassend na de strenge koude, die nog weinig weken te voren had geheerscht. De oorlog scheen zijn einde bereikt te hebben, slechts enkele kleine schermutselingen of een stoutmoedige tocht van franctireurs volgden op de bloe dige veldslagen der laatste worstelingen, om het met ijzeren muren ingesloten Parijs. Dicht bij Gray, waar zich achter een met bosch begroeide hoogte een uitgestrekte vlakte bevindt, had een gevecht tusschen Fransche troepen en vgandelgke ruiters plaats gehad; het gevecht had niet lang geduurd en was dan ook niet bjjzonder bloedig geweest. Slechts één vgandelgke sabel bracht dood en verderf, als hjj zich vermetel midden tusschen het gedrang wierp Bg het diner tot sluiting van de Brus- selsche tentoonstelling verklaarde de presi dent van het comité, dat in 1905 ter eere van het 75-jarig bestaan van België er een nieuwe tentoonstelling zal georganiseerd worden. De rhenmatiek van vorst Bismarck is erger geworden en de vorst ljjdt aan slapeloosheid; de zieke moet het bed houden, Professor Schweniger is te Friedrichsruhe aangekomen. De familis zal de onthulling van Bismarck's monument te Kiel niet bij wonen. Terwjjl een bediende van de Berljjnsche firma Meiszner Co. in een der lokalen van het bankgebouw van Julius Bleichrö- der Co. zat te wachten op een cheque voor 100,000 mark, die door de klerken in gereedheid gebracht werd en in de Rijksbank moest uitbetaald worden, nam zekere Löwy, die naar het schijnt laag op een gunstige gelegenheid geloerd had, de cheque in ont vangst. Toen de bediende zelf na eenige oogenblikken vroeg, of de cheque al klaar is, werd het bedrog ontdekt. Men zette den bedrieger dadelijk na en smaakte de vol doening hem te arresteeren op het oogen- blik dat hjj de cheque wilde innen. Te Rome is bericht ontvangen uit Spanje, dat mi8chien binnenkort een opstand der Carlisten te verwachten is. De bewoners van Gragnano bjj Napels worden sedert 25 jaar bestnurd door leden van ééne familiede gemeentekas is sedert 27 jaar niet nagezienbetalingsmandaten voor verplichte uitgaven zijn te koop voor de helft der nominale waardewanneer men een deurwaarder om betaling zendt, verklaart de betaalmeester: «Ik betaal niet, want er is geen geldsedert April is de gemeenteraad niet vergaderd geweest, want er zijn geen raadsledensedert vier maan den zjjn er ook geen wethoudersde scholen staan vrjjwel leeg en ofschoon de plaats tusschen de 15000 en 20000 zielen telt, heeft zich maar één schoolkind aangemeld om 't getuigschrift van volbrachten leeftjjd; tien jaar geleden had de gemeente 30000 lires schuldthans is het sommetje aan gewassen tot l1/, millioen. Uit Konstantinopel wordt bericht: 12 artikelen van het definitieve vredestractaat zijn geteekend geworden. Men is het bjjna eens over de schadeloosstelling. De gedachtenwisseliug bljjft voortduren omtrent de quaestie der te verleenen voor rechten. In het gouvernement Archangel moet hongersnood heerschen; velen zijn reeds en vonken in het rond scheen te doen spatten. Zijn eigenaar was een gebruinde man uit het Zuiden, met een edel, fraai gelaat, zwaarmoedige donkere oogen, met het vurig verlangen steeds midden in den dichtsten kogelregen te zjjn, en daar, waar men op de woedendste wjjze handgemeen was. Zoo had hg gestreden met den moed van den stervenden leeuw, steeds opnieuw had hij zijn bloedend hoofd aan de kogels van den vjjand blootgesteld, totdat hij eindeljjk doodeljjk vermoeid in elkaar was gezonken, met een doorboorde borst, maar met een glimlach op de lippen, die, terwijl hij sliep, het brandend zand aanraakten, dat geel en droog was als het zand van de woestgn van zijn vaderland en zoo sloten zjjn oogen zich met een zachten glans in de schaduw van de hoog# pjjnboomen, die hem toeknikten als oude vrienden uit de eindelooze woestgn. De Hacht daalde neder en de sterren schitterden aan den donkerblauwen hemel, toen stak de wind op en liefkoosde fluis terend het trotsehe voorhoofd van den Arabier; deze echter sliep vast en vreed zaam en had reeds lang het vaderland be reikt, waar vrede en rust te putten is voor de treurende menschenziel, uit de bron van de eeuwige genade. «Rust zacht Kaïri-Jaffta Slot. mm wBHHwPniwiiwawr»giwmjuiUHH|i|'Wiwq— «rarraa*;?

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1897 | | pagina 1