Hel Lam! van Ileusden en Alien, de Langstraat en de Bommelenvaard. FEUILLETONo Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. M 1645. WOENSDAG 24 NOVEMBER. 1897. Brieven u t een Visschersdorp, inxriB. land van altema- VOOR Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regtl meer 71/, et. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. VIII. DE VAN SPEIJKSTOREN. Het wordt meer dan tijd om in deze brieven eene beschrijving van den vuurtoren te geven, niet alleen omdat zulk een toren uitsluitend aan den zeekant is te vinden en dus in de eerste plaats tot de eigenaar digheden van deze streek behooort, maar te meer nog omdat de Jan van Spejjks- toren, wr.arYan ik schrijven ga, tevens een monument is voor den welbekenden held in de Belgische opstand. Doze toren is wol de moeite van het beklimmen waard en vreemdelingen maken druk gebruik van de vrjje toegang, die elk er heeft. Voor eene eenigszins juiste beschrijving is een enkel los bezoek niet voldoende en daarom bracht ik mjjn voornpme» ten uitvoer, ook bjj nacht een kjjkje op den toren te nemen. Om 10 uur wordt de deur gesloten, dan zijn alle 4 wachters voor den nacht present, Voor dien tjjd dient men dus aanwezig te zijn. Op een stillen, donkeren avond zocht ik mijn weg door den doolhof van straatjes en steegjes rechts van de Voorstraat in de richting van den vuurtoren en wist ik me langs de smalle, ijzeren trappen, eigenljjk meer steile ladders, naar boven te werken. Iu het kamertje van de wachters de vjjfde verdieping vond ik wel licht, maar geen mensch en dus steeg ik nog hooger, waar ik op den omloop de wachter vond zitten, turende naar het dorp. Er zjjn in 't geheel vjjf torenwachters, waarvan bjj dag één in dienst is, terwjjl een ander de reserve vormt, die zoo noodig per tele foon wordt opgeroepen ter adsistentie. Bjj nacht zjjn er 4 wachters aanwezig, waar van 2 de wacht hebben en 2 andere slapen. Het was vóór negen en de wachter was nog alleen, om 9 uur zou hjj afgelost worden om te tienen weer te verschjjnen. Het gezicht op het dorp, dat als 't ware in een groote duinkom is gebouwd, was vertikkend schoon. Overal tusschen de flauw zichtbare huizen en andere gebouwen van het dicht bebouwde dorp schitterden hon derden lichtjes. Toen het eenigen tijd later bedtjjd werd, was het verdwjjnen van al die lichtstippen nog meer interessant. Bjj tientallen zag men de bewoners hun lampen dooven, oogénblik aan oogenblik, en 't was bepaald eigenaardig te zieu, dat zoovele menschen op hetzelfde oogenblik ter ruste (3 »Een wezen moet dus ljjden, wanneer het u belang zal inboezemen?* Zeker Adrianis huiverde licht. »Waurrm hebt ge mjj toch gered?* »Mjjn waarde prins, het is mjjn plicht te redden waar ik kan. Ik had u liever aan uw lot overgelaten en de strijd tmscben uwe natuur en de vernietiging, welke haar dreigde, gadegfslagen. Doch ik kon mij nLt i an mjn litfhebberij overgevtn. Ik was ge- loepen (m uw natuurlijke krachten kunst matig hulp te verleenen tn ik was dus ver plicht zulks te doen >Maar,« sprak Adrianis, »er is toch zeker menig man der wetenschap, menige genees heer, wiens wensch het is te troosten, te helpen, die zorg draagt voor het arme nienscheljjke materiaal, waaraan hij werkt.* »Zoo zjjn er,« antwoordde Damer, »doch zjj staan niet in de eerste rjjen van hun beroep en de wetenschap zal hun nooit iets verschuldigd zjjn.« De jonge man zweeg. >E7i via!*, riep hp eindeljjk. tGij maakt mjj kond in merg en been. Goeden nacht. Ik ben moe en ik ga droomen van de dame der opalen. Ik houd evenals gjj meer van levende vrouwen dan van doode, doch ik wil niet dat zjj lp den.* Damer nam zjjn boeken en couranten gaan. Eindeljjk waren slechts weinigen meer over, meest vasts klanten, zoo de wachter zei en de nacht had zjjn sluier gespreid over het visschersdorp. Heel in de verte zag men de lichte streep van den trein, die nu en dan achter het geboomte ver dween een helder schjjnsel in de lucht wees aan waar Alkmaar lag en heel, heel ver ook, waar zich de groote hoofdstad des lands bevond. Aan de zeezjjde was het nog duister. Vooraan was het water lichter, maar op een afstand smolt zee en lucht in een wazige duisternis samen. Kleine lichtstippen wezen de plaats aan van schok- kertjes en andere visschersvaartuigen, terwjjl de groote lichten van de IJmnider vuur torens op rnim 17 K.M. afstand schitterden als kleine zonnen. Eene rustige stilte heerechte alom, alleen afgebroken door het eentoonige geratel van de nachtwacht. Spoedig verschenen de overige waehters, die ook op den omloop van den toren, hoog in de lucht, een praatje kwamen maken. Het gesprek liep over den zeehond die 's middags was gevangen en over de pas geplaatste seinpaal voor weervoorspel lingen van het metereolisch instituut. De zeehond komt slechts zelden meer op onze kusten. Deze was ruim 1,5 M. lang dus een groot exemplaar en was een voorpoot (of vin) kwijt. De huid was zilvergrjjs en wordt vooral voor tahakszakjes gebruikt, terwjjl van het spek traan wordt gekookt. Meer ziet men echter de bruinviseh, ook een zoogdier, die zjjn eigenaardige naam van duikelaar te danken heeft aan de be weging van de vrjj groote luchtklep. De seinpaal, door zijn bjjzondere vorm de galy genoemd, mocht zich niet in waar- deerende belangstelling verheugen. De toren wachters schjjnen er heel wat werk aan te krjjgen, terwjjl de toelage niet met de moeite overeenstemt. Deze paal staat dicht bjj den toren op een hoog duin. 't Is een hooge mast met dwarsbalk, waar aan door middel van opgeheschen ballen van zeil doek, de weervoorspellingen aan de voorbjj- varende schepen wordt kenbaar gemaakt. Weldra is het half elf geworden en 2 mannen dalen af naar de verdieping, waar hun kooi is, terwjjl de andere hun kamertje opzoeken. Dit is de 5e verdieping. Het vertrekje is cirkelvormig en heeft een mid- delljjn van ruim 2y9 M. Van deze ruimte gaat nog de trapkast, de trap naar boven en 's winters de plaats voor de kachel af. weer op, en bleef tot aan het aanbreken van den dag zitten lezen en schrijven. Viebde Hoofdstuk. Veronica Zaranegra verheugde zich over het vinden van haar halssnoer en nog meer omdat dit de oorsprong was van een avon tuur. Die schoone jonge man, met zjjn glin sterende oogen, die haar de paarlen had teruggebracht, zag er uit als een ridder uit het tooverland. Zjj was jong; zjj had ge noeg van de afzondering van haar weduw staat zij wilde weer genieten van het leven, van zjjn genoegens en vermaken. Wanneer zij op het balcon van haar hnis stond, geleek zjj een schilderij van Caterina Cor; arohaar gouden baar werd vastge houden door een met paarlen bezaait netje; haar mantel van rood satijn, afgezet met bont, lag over haar schouders en viel tot aan haar voeten geljjk het kleed eener Dogaressa. Het balcon was vol met spirea, welks witte bloemen in het licht der sterren en het lamplicht geleken op sneeuw, toen de gondel met den Siciliaanschen prins en zjjn metgezel stilhield aan de watertrap. »Hoe aardig van u, zoo vlug mjjn paarlen te ontdekken in het gras en het zand,* zei zjj eenige minuten later, toen Adrianis haar Damer voorstelde in de lange, donkere kamer, behangen met tapjjten en versierd met kostbare bronzen schildergen en fraai mozaiek. Onder het spreken had zjj haar mantel afgedaan en op een sofa geworpen zjj was in het zwart gekleedde wjjde mou wen gaven gelegenheid haar fraaie armen to bewonderen; aan den hals was het kleed Alles ia das zeer bekromp?n, 't helpt veel, dat het vertrek zeer hoog van verdieping is. Hier liggen de boeken, die bjjgehouden worden, de naamlijst voor de bezoekers en de telefoon. De toren is telefonisch ver bonden met den opzichter de directe chef der wachters het telegraafkantoor met de kustwacht te Kamperduin, Petten en Callantsoog en den vuurtoren te Huis duinen. Om 2 uur 's nachts worden deze wachthebbenden door de anderen afgelost. Tot dien tjjd moet bjj bearten de een bij het telefoontoestel in 't kamertje, de ander op den omloop in het glazen wachthokje wezen. Dit huisje is juist groot genoeg voor 1 persoon. Het staat aan de westzjjde van den toren op den omloop en is tevens bewaarplaats van de meest voorkomende seinvlaggen. Veel gebruikt wordt het niet »'s zomers stik je er van de hitte en 's win ters (volgens de wachters) verr je er van de kou.* „In tegenstelling vau sommige andere torens wordt deze ook bjj dag bewaakt, vooral is dit voor de marinevaartuigen. Elk marineschip dat voorbjj vaart wordt door den toren gesalueerd en er wordt nauwkeurige aanteekening gehouden van tjjd, plaats en richting. Door middel van seinvlaggen bjj dag en electrisch licht aan boord bij nacht, kunnen oorlogschip en vuurtoren elkander berichten geven. Dit gaat met een cjjferstelsel. Voor elk cjjfer van 1 tot 9 en 0 is een bepaald vlagge- teeken en door het achter elkander seinen van verschillende teekens begrjjptde wachter, wat het schip wil zeggen, 's Nachts gebeurt dit met korte en lange lichtstrepen in ver- tikale richtingelk teeken wordt met een dwarse streep afgezwaaid. Ten teeken, dat het bericht begrepen is moet van den toren met een terpentjjnbus teruggeseind worden. Het is wel na te gaan, dat de wachters niet erg op zoo'n nachteljjke gedachtewis seling gesteld zjjn. Niet alleen vereischt het begrjjpen van de seinen veel oplettend heid en inspanning, maar ook is het aan steken van een terpentjjnbus een lastig en bjj wind onaangenaam werkje, daar men er bjjna altjjd brandwonden bjj oploopt. Het seinstelsel voor de internationale scheep vaart is eenigszins anders ingericht. Het komt zelden voor en gaat op dezelfde wjjze met letters. Verder worden ook vuurpjjlen gebruikt. (Natuurljjk zjjn deze van heel ander samenstel, dan die voor de redding laag uitgesneden en tegen het donkere kleed kwam de rose-tint van haar gelaat nog beter uit. »Mevrouw,« zei Damer, terwjjl hjj met een onaangenaam en zonderling gevoel van verlegenheid voor haar boog, prins Adrianis had u niet moeten zeggen welk gelnk ik heb gehadik ben geen geschikt man voor dames zooals hij.* »Maar hoe zaagt gjj ze zoo spoedig in het zand en den modder?* »Ik heb ïajjn gezicht geoefend; ik ge bruik mjjn oogen. De meeste menschen ge bruiken de hunne niet.* Zjj zag hem nieuwsgierig aan en lachte. Het antwoord scheen haar zeer vermakeljjk toe. Zjj begreep het eigenlijk niet goed daarom wendde zjj zich eenigszins onge duldig van hem af en wendde zich tot Adrian us. Zjj spraken over muziek. Adrianis was een meester in deze kunster lag een man doline op de groote pianohjj nam haar op en zong een Siciliaansch minneliedje daarna zongen zjj samen. Damer zat in de schaduw en luisterde en zag naar hen. Muziek sprak bijna in het geheel niet tot hem maar er was in die twee fraaie stemmen toch iets dat hem trof. Toen de twee eindigden met zingen, juichte het publiek op het water hen toe. Adrianis lachte, stond op, ging naar het balcon en wierp eenige geldstukken naar beneden voor de rondtrekkende muzikanten, die hun spel hadden gestaakt om naar het gezang te luisteren. Spoedig daarna vertrokken de jongelieden en gingen naar beneden, waar hun gondola hen wachtte. De maan scheen niet en ge- gebruikt worden.) Wordt van een schip een pjjl afgestoken, dan antwoordt de toren ook met een, ten teeken, dat men 't schip ziet. Volgen er nu eenige kort na elkander binnen een bepaalden tjjd, dan is dit een noodsein. De toren waarschuwt dan per telefoon den opzichter van de kustver- lichting, die dan de voorzitter van de red- dingsmaatschappjj in kennis stelt. Deze ziet dan wafer verder gedaan moet worden; de toren heeft zjjn plicht gedaan. Seint het in nood zjjnde vaartuig om een sleep boot, dan roept de wachter de directeur van 't telegraafkantoor op, die naar de sleepdienst van Nieuwediep of IJmuiden bericht zendt. Deze maatschappjj exploiteert eenige sleepbooten, waarvan de Hercules* en de >Simson< de grootste en sterkste zjjn. Menige hooge premie van reederjj of assurantie maatschappjj hebben deze booten al verdiend, door zich met woeste zee nog buiten te wagen en alzoo een schip in nood van een anders wissen ondergang te redden door het in behouden haven te sleepen. Behalve de Van Spejjkstoren is er alhier nog een vuurtoren die echter sinds een jaar of 3 buiten dienst is gesteld. De toren wachter vertelde me dat met behulp van de 2 torens de ligging van de groote zand bank voor Kamp kon worden bepaald. Deze bank levert voor diepgaande schepen veel gevaar op. Toen de beide torens aan den Hoek van Holland gereed waren, even als hier met rood licht, moest een van deze twee afgedankt worden. De 2e en oudste toren staat op 't zoogenaamde torensduin, een hoog en mooi begroeid kegelvormig duin. Van deze werden indertijd geen seinen gewisseld. Hjj is lager, dan de andere, maar staat op veel hoogere grondslag. Hier werd alleen 's nachts door een per soon voor het licht gezorgd. Het lichttoe- stel is er echter uit, alleen het gebouw scbjjnt te big ven bestaan, misschien om later nog eens dienst te kunnen doen als tjjdeljjke plaatsvervanger. Slot volgt.) Buitenland. Vrjjdagmiddag brak in het hartje van de City te Londen een brand uit zóó geweldig, als men sinds 1666 niet had bjjgewoond, een brand, waarvoor de geheele Londensche brandweer met al het beschikbaar materieel op de been is geweest. durende de eerste vjjf minuten spraken zij niets tegen elkaartoen zjj het hotel hadden bereikt namen zjj afscheid met een kort welterustendoch de een vroeg den ander niet, welken indruk hg had ont vangen van de dame. De avond was donkermist verduisterde de sterren. De lichten op het Dogana en de lampen langs het Schiavone schenen met een breed licht, en ook nog andere lichten glansden hier en daar in gondels of in booten, of in de toppen der schepen, die geankerd lagen in het dok van St. Marcus. Het was nagenoeg elf uur. Adrianis zat in den tuin van het hotel, aan den zeekaut; afgetrokken staarde hjj naar het zwarte uitspansel en bestudeerde hjj de lichten, die fonkelden als diamanten; en hg dacht uitsluitend aan de vrouw, die hg zoo pas verlaten had. Hg zag haar gouden haar schitteren in het lamplicht, de fijne kant om haar hals; de met juweelen versierde hand aan de mandoline, den glimlachenden rozigen mondhg hoorde de heldere, frissche stem zingen en samen vloeien met zjjn eigen, terwjjl haar oogen glimlachten, toen zjj de zjjne ontmoetten. >Steenen des verdriets!* dacht hjj. »Neen, neen, het zullen juweelen van vreugde zjjn, voor haar en voor mjj. Liefde is geboren uit een blik, nit een toon, uit een gemurmel. Zjj is de wonderbloem des levens. Haar bloesems ontbotten in een oogwenk, zoodat er geen tjjd tot nadenken is.« Vijfde Hoofdstuk. Twee weken gingen voorbjj en brachten de maand Mei in het land. De nachten waren nog koud, doch de dag was warm, Omstreeks één uur werd de brandweer gealarmeerd in de Hamsell-street, waar ver- moedeljjk tengevolge van een gasontploffing een hevige brand was ontstaan in het ma- srazjjn van confectiegoederen van de firma Waller, Brown Co. Hoewel in een onge loof! jjk korten tjjd een tiental hoofdbraud- weerstations hun stoom- en handbrandspui ten in werking hadden gesteld, bleek de enorme watermassa, die in het vuur werd geworpen, machteloos te zjjn tegen de in tensiteit van het vernielend element. Het gebouw stond weldra in een laaien gloed en na begonnen de vlammen over te slaan op de belendende perceelen, gelukkig eerst nadat alle meisjes, die in de magazjjnen Waller, Brown Cowerkzaam waren, langs de daken zich in veiligheid hadden gesteld. Naar alle zjjden loeiden de vlammen op, zjj woedden door nauwe brandgangen en steegjes om het vlammende gebouw en tast ten nu ook verscheidene huizen aan, in de Je win Cresent, de Jewinstreet, de Well- street en de Redcrosstreet. Dan vereenigden ze zich dwarrelend tot een geweldige vlam- menzuil, die een niet onbelangrijk gedeelte van de wjjk Cripplegate besloeg. Een enorm aantal stoombrandspuiten en verscheidene detachementen politie hoopten zich op rond het centrum van den brand. In de omlig gende, meest zeer nauwe straten was er geen doorkomen meer aan. Vlug werd er toen een cordon politie rond de bedreigde wjjk getrokken en binnen het afgezette ge deelte maakte de politie schoon schip, 't Bleef echter een chaos van brandblusch- materiëel, alles in volle werking. In enkele straten stonden stoomspuiten op de troittoirs te werken, daar allerlei voertuigen den door gang versperden. Om twee uur was de gloed reeds zóó hevig, dat de brandweer langzaam terug moest wjjken. De brand won hoe langer hoe meer terreiH, in weerwil van de stroo men water, die er in werden geworpen. In de Jewin Cresent stonden de brandweerlui reeds tot aan hun knieën in het water. Ieder oogenblik werd de toestand dreigeuder, zoodat er herhaaldelijk om meer blusch- materieel moest worden getelephoneerd. In weinige oogenblikken waren pakhuizen vol goederen, zooeven nog ongeschonden, aan getast, in vlammen gehuld en vernield. Halfverbrande goederen vlogen de lucht in, daken ploften neer, muren vielen in en soms zelfs heet; en Veronica Zaranegra was bjjna altjjd op het water. Er was een klein eiland, dat aan de familie behoorde en waar een klein zomerhuisje of paviljoen stond. Hier kwam zjj dikwjjls om te ontbijten, of des namiddags om haar thee of des avonds om wjjn te drinken, vergezeld van een groep vrooljjke Venetianen van haar leeftjjd en van de beide vreemdelingen, die haar heur opalen hadden teruggeven. »Ik wou dat ik geleefd had, toen dat collier nog nieuw was,* sprak zjj, toen de juwelier die het gerepareerd had het haar terugbracht. »Het leven te Venetië was toen één feest. Ik heb er over gelezenniets dan maskers, serenades en schitterende pracht; het volk dacht toen niet zoo philosophisch over het leven als thans; het leefde. Nina Zaranegra was een schoone vrouw. Haar portret is in de Belle Arti. Zjj is door haar man nit jaloezie gedood. Zjj had dit collier om den hals, toen dezo door het stiletto werd doorboord. Zoo vertelde Carlo mjj ten minste. Maar misschien is het niet waar.* Draag ze niet,« zei Adrianis, tot wien zjj sprak. Draag ze niet, wanneer ze met bloed bezoedeld zjjn. Gjj weet, het zjjn steenen des verdriets.* Zij lachte. Watzjjt gjj, Sicilianen, bijgeloovig. Wjj, menschen van het Noorden, niet. Juist wegens dat treurspel mag ik de steenen graag dragen.* Zjj bond het snoer om haar halsAdri anis hielp haar; zijn hand beefde; hunne oogen ontmoetten elkaar en vertelden elkaar zooveel. /Wordt vwolgd*/

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1897 | | pagina 1