let Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bonimelenvaard. M 1669. FEUILLETON, Bet teeken der Vier Aan ie Neierlaiiscie Trouwen, Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 16 FEBR. 1898. h'ET LAND VAN ALTENA- VOOE Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnenjentsprgs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prgsveihooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. fa De Staat zal zich gaan bemoeien met de levensverzekeringen, de regeering althans heeft een ontwerp gereed gemaakt tot dat doel. Elders is de verhouding van den Staat tot de levensverzekeringen reeds voor lang geregeld. Hier te lande is van inmenging van Staatswege tot nog toe geen sprake geweest. Iedere corporatie kan een levens verzekering opriehten. Ze mag gelden innen en uitkeeren naar haar believen, ze kan haar kapitaal beleggen in fondsen, die ze zelf kiest, ze is volkomen onafhankelijk van den Staat, indien het haar maar gelukt, de koninklijke goedkeuring op haar statuten te verwerven. Wonderljjk is 't met de levensverzeke ringen geloopen. De koninkljjke goedkeu ring hing veelal af van de meer of minder wetenschappelijke inrichting der tarieven, maar toen de Hooge Raad in 1880 aan de koninklijke besluiten alle kracht ont zegde, was dat een opkomst voor de ver zekeringen. Tot dien tjjd hadden ze on mogelijk kunnen concureeren met de buiten- landsche maatschappijen, nu waren ze vrjj haar tarieven naar eigen goedkeuring op te stellen en zich geheel op den voet der buitenlandsche in te richten. Krachtig leefde nu het verzekeringswezen op. Het land werd afgereisd, ook door de buitenlandsche, zoodat in de laatste jaren, naar laid van belanghebbenden, het veld zoo goed als afgejaagd is. Toch staat in ons land het verzekerings wezen nog lang niet op de hoogte waarop het behoort te staan. Wanneer in Engeland iemand sterft, is het een uitgemaakte zaak dat daarbij een of andere levensverzekering betrokken is, bjj ons worden er honderden naar 't graf gedragen, huisvaders, die vrouw en kinderen onverzorgd nalaten, 't Is hier te lande nog niet genoeg doorgedrongen dat er voor ieder, die geen kapitalist is, geen betere geldbelegging bestaat dan de levensverzekering. Zoo ge uw geld op de spaarbank brengt, krggt ge trouw het bespaarde met den verschenen intrest terug of uw weduwe erft het na uw dood, maar zoo ge uw spaar penningen aan een levensverzekering toe vertrouwt, kunt ge vooraf contracteeren, door A. Conan Doyle. (16 Welnu, laten wjj ons thans in de plaats van Jonathan Small stellen. Laat ons de zaak van zjjn standpunt beschouwen. Hg komt naar Engeland met het dubbel idéé om terug te krijgen wat hg als zjjn rechtmatig eigendom beschouwt, en zich te wreken op den man die hem slecht be handeld heeft. Hjj vond uit waar Sholto woonde en stelde zich hoogst waarschjjnljjk met een van diens huisgenooten in betrek king. Daar is bijvoorbeeld die kelderknecht, La Rao, dien wjj niet gezien hebben. Mrs. Bernstone besehrjjft hem verre van gunstig. Small kon echter niet uitvinden waar de schat verborgen werd gehouden, want, be halve den majoor en een trouw dienaar die inmiddels overleden was, was dit aan nie mand bekend. Plotseling verneemt Small dat de majoor op sterven ligt. Vol angst dat het geheim van den schat met hem ten grave mocht dalen, verschalkt hij de waak zaamheid der wachters, baant zich een weg naar het venster der sterfkamer, en wordt alleen teruggehouden om naar binnen te klimmen, door de tegenwoordigheid der beide zonen. Maar, als waanzinnig door haat tegen den deode, klimt hij dien nacht de kamer binnen, onderzoekt zjjne bizondere papieren, in de hoop eenige anttekeningen betreffende den schat te ontdekkea, en laat ten slotte een herinnering aan zijn bezoek achter, in den vorm van het korte opschrift welke som bjj nw sterven aan de weduwe zal uitgekeerd worden. Al naar gelang de grootte dier som, bedraagt ook de jaarlijks te betalen premie. De verzekering is derhalve een spaarbank, die behalve op wetenschappelijke grond slagen, ook gebaseerd is op onderling ver trouwen, vertrouwen vooral van den kant der verzekerde partjj. Nu bestaat er thans nog bij velen wantrouwen tegenover de maatschappijen en de volkomen nakoming van hare beloften en verplichtingen heeft dat wantrouwen nog niet kunnen uitroeien. Zoover we weten is slechts eenmaal een maatschappij in gebreke gebleven aan haar verplichtingen te voldoen. Dat zegt wat, op zooveel maatschappijen als tegenwoordig werken, vooral op zooveel buitenlandsche. Deze zijn natuurlijk nog veel vrjjer dan de binnenlandsche, hebben zich niet eens te storen aan de regelen bjj 't wetboek van koophandel gesteld en kunnen zich, een voudig door haar agentschap of kantoren hier te lande op te heffen, ontslaan van alle verplichting. De verzekerden staan dan weerloos en zjjn aan de genade der bestuur ders overgeleverd. In finantiele aangelegenheden kan men zjjn naaste verwanten niet vertrouwendat heeft de ondervinding geleerd en leert ze nog dageljjks. En dus is eenig wantrouwen ia de maatschappijen van levenszekering wel te begrjjpen. Dat dit de soliede inrich tingen verdriet, is eveneens te begrjjpen en 't zjjn deze dan ook die aandringen op toezicht van staatswege, opdat op haren akker het onkruid gewied worde. Tot heden kunnen de maatschappijen alleen door volkomen publiciteit trachten het vertrouwen der natie te winnen. Ze hebben dan jaarljjks ter algemeene kennis te brengen den staat van uitgaven en ont vangsten, de grootte van hun kapitaal en vooral de wjjze waarop dat kapitaal belegd is. Het aantal dier maatschappijen hier te lande loopt al aardig naar de honderd. Men heeft dus, wil men een verzekering sluiten, keuze, maar we ontraden iedereen een contact te sluiten, met welke maat schappij ook, die niet het volle licht over haar finantieele omstandigheden velen kan. Een bjjzonder soort van levensverzeke ring maken de begrafenisfondsen uit. Een tiental jaren geleden waren hier te lande 271 dier fondsen, ter wjj l zeker een derde op de kaart. Hjj had ongetwijfeld vooraf het plan beraamd, om, in geval hjj den majoor doodde, hjj een of ander bewjjs op het lichaam zoude achterlaten, ten teeken dat het geen alledaagsche moord wasmaar, van het standpunt der vier bondgenooten beschouwd, een zekere daad van gerechtig heid. Dusdanige zotte grillen zgn in de jaarboeken der ljjfstraffeljjke rechtspleging volstrekt niets ongewoons, en zgn gewoonlgk van onberekenbaar nut voor de ontdekking van den misdadiger. Is u dit alles duidelijk?* Volkomen.* «Welnu, wat kan Jonathan Small thans doen? Niets anders dan een wakend oog honden op de pogingen die worden aan gewend om den schat te vinden. Waar- schjjnljjk verlaat hjj Engeland en komt slechts bjj tuschenpoozen terug. Daar wordt het vliering-kamertje ontdekt, en onmid dellijk wordt hij ervan in kennis gesteld. En opnieuw bespeuren wjj de aanwezigheid van den een of anderen bondgenoot onder de huisgenooten. Jonathan is met zgn houten been niet in staat om de kamer van Bartholomeus Sholto te bereiken. Hij neemt echter een bondgenoot met zich, die deze moeielgkheid overwint, doch deze stapt met zijn eenen voet in de creosoot, waarop Toby ten tooneele verschjjnt en een slecht betaald ambtenaar benevens een half kreupele geneesheer zes mijlen ver met zich voorttrekt. «Maar, de geheime bondgenoot, en niet Jonathan pleegde de misdaad.* «Juisr. En niet met Jonathan's instem ming, te oordeelen naar de wijze waarop hg door de kamer rondsprong. Hg droeg Bartholomeus Sholto geen wrok toe en zou er de voorkeur aan gegeven hebben dezen der inwoners verzekerd was. Deze fondsen zgn in den regel verbonden aan ziekefondsen i en foDdsen tot ondersteuning bij ongevallen. Van degeljjke inrichting is bij vele geen sprake. Uit de geiBdc contribntien worden de uitgaven bestreden, van reserve-kapitaal is geen sprake en tal van znlke fondsen zijn dan ook gesprongen. Voor beide zaken, levensverzekeringen en begrafenisfondsen, benevens voor andere, meer vau philantropischen aard, als weduwen- en weezenbenrzen zal 't goed zgn, dat de staat niet alleen het oog houdt op de inrichting, maar jaarlijks kennis neemt van den toestand der kas. De gezonde maat schappijen behoeven dien machtigen dwars kijker niet te vreezen en de minder gezonde, wel, hoe eer die verdwjjnen hoe beter. In den zomer van dit jaar, zal in den Haag een nationale tentoonstelling van vrouwen-arbeid gehouden worden. De aan leiding daartoe was het zien van zooveel zedeljjke en stoffeljjke ellende, waaronder vrouwen naast ons, of wat verder van ons verwijderd, gebukt gaan, en het hierdoor ontstaan verlangen dit te vermin Ieren. Het doel, het beste wat de vrouwen deden op élk gebied, bjjeen te brengen en zoo te laten zien wat door vrouwen gedaan kan worden, en wat zij nog niet voldoende kunnen, zal, hoopt de vereeniging, medewerken tot het uitbreiden van den werkkring der vrouw allereerst. Ten tweede tot betere opleiding van vrouwen voor verschillend werk en aller laatst, maar niet omdat het 't minste is, het laatste genoemdhet zal belangstelling wekken, vooral ook bjj vrouwen en hen na doen denken over het lot en leven van hare zusters. Meer dan 500 vrouwen in ons land werken al met lost en ijver voor dit goede doel. Aangemoedigd door het goede succè3 der tentoonstelling in Kopenhagen, gaat de ver eeniging met moed voort, en het aantal medewerksters neemt dageljjks toe in de meeste plaatsen worden kring.comité's ge vormd. Mg dunkt, wij moeten het allen een genoegen vinden, mede te werken tot zoo iets goeds, omdat het in ons aller bevatting en bereik ligt. Alle vrouwen, van welken leeftjjd, kring, rang of stand, kunnen geven wat gevraagd wordt: zedelijken of stoffelijken slechts te binden en hem het roepen on mogelijk te maken. Hjj wensehte zjjn hoofd niet aan den strop te wagen. Er was echter niets meer aan te doende wilde harts tocht van zjjn metgezel was losgebroken en het vergif had zijn werk gedaandaarom liet Jonathan Small zgn toeken achter, liet de kist met den schat naar omlaag zakken en volgde haar langs denzelfden weg. Dit was in zooverre ik het ontraadselen kan, de loop der gebeurtenissen. Het spreekt vanzelve dat hij, wat zjjne persoonlijkheid betreft, van middelbaren leeftijd en door de zon gebruind moet wezen, daar hjj zijn tijd in een oven als de Adamans-Eilanden heeft uitgediend. Zjjne lengte is gemakkelijk te berekenen naar de lengte van zijn voet, en wij weten dat hij een baard draagt. Zgn harig gelaat werd door Thaddeus Sholto immers met schrik opgemerkt, toen het zich voor het venster vertoonde. Meer is er niet, naar ik geloof?* «En de medeplichtige?* >0, dat is een lastig geheim. Maar spoedig genoeg zult ge ook daar alles van weten. Wat een heerljjke morgen is het! Zie hoe die kleine wolk daar drjjft als een gespik kelde veder van den een of anderen reus- achtigen flamingo. Thans dringt de roode zonnegloed door de Londensche och ten d- schemeriog. Zij beschijnt zeer vele manschen, maar ik durf wedden, dat niet één hunner op een vreemdsoortiger wandeling is dan gij en ik. Hoe nietig gevoelen wij ons met al onze eerzucht en begeerten bij het aan schouwen van de groote elementaire krach ten der Natuur! Zjjt gjj goed op de hoogte met Jean Paul?* «Dat gaat nogal. Ik werkte hem door aan de hand van Carlyle.* Waarom zonden bjjv. van tien menschen vjjf mannen mogen geld verdienen en vjjf vrouwen gebrek lijden in meerdere of mindere mate, afwachtend, wie zoo goed wil zgn zijn leven met haar te deelenen daar door dikwjjls gedwongen een man te nemen als Afosfwinner, inplaats van de keuze van het hart te volgen, waarop ieder menseh recht heeft. Komaan, wjj willen allen met elkander de handen uitsteken en doen wat wij kun nen, met belangstelling en liefde, vrouwen en meisjes, die weet in eigen omgeving wat het beteekentzorgen voor elkander en hoe tevreden het stemt. Wat zullen wij doen9 Joseph. A. Lulofs. Inlichtingen, brochures en verslagen ver krijgbaar aan onderstaand» adressen C. GoekoopDe Jong van Beek en Donk, presidente, den Haag; C. G. Pekelharing Doyer, vice-presid., GroningenH. H. ScholtenCommelin, Secretaresse, Amster dam; Marie Jungius, ScheveningenMej. v. Djjk, Meerkade, den Haag, penningm. »Dat was even alsof men een sloot voor een meer aanziet. Hjj maakt één zonder linge doch diepzinnige opmerking, en wel: dat het voornaamste bewijs voor iemands waarljjke grootheid gelegen is in de over tuiging van zgn eigen nietigheid. Dat be doelt een kracht van vergelijking en er kenning, die op zich zelve reeds edel te noemen is. Er ligt zeer veel geestes-voedsel in Richter. Gjj hebt geen revolver bjj u, wel?* «Ik heb mjjn stok.* »Het is waarschijnlijk dat wjj iets soort gelijks noodig zullen hebben als wjj hun schuilplaats ontdekken. Jonathan zal ik u overlaten, maar als de ander lastig wordt, zal ik hem neerschieten.* Terwjjl hij dit zeide, haalde hij zgn revolver te voorschgn en na twee kamers ervan geladen te hebben, stak hg hem in zjjn rechter jaszak. Gedurende al dien tjjd hadden wjj Toby gevolgd over den half-landeljjken, langs villa's loopenden weg, die naar de wereldstad voerde. Thans echter kwamen wjj in lange straten, waar arbeiders en dokwerkers reeds bezig waren en onzindeljjke vrouwen luiken en deuren openden. Op den hoek begonnen de tappergen reeds volk te krjjgen en zag men ruw-uitziende kerels naar buiten komen, die met hunne mouwen hunne monden af veegden. Groote honden staarden ons ver wonderd aan terwijl wjj voorbijgingen, doch onze ongeëvenaarde Toby keek noch rechts noch links, maar liep voort met zgn neus op den grond, van tjjd tot tijd met vol doening blaffende, als om ons te overtuigen dat hij de creosoot nog rook. Wjj hadden Streatham, Brixton en Camberwel doorge- loopen, en bevonden ons nu in Kennington Buitenland. Het getuigenis van overste Picquart in het Proces Zola is zeer bezwarend voor Esterhazy geweestwij laten daarom hier van een groot gedeelte volgen. Mr. LaboriHeeft overste Picqnart een stnk gezien dat de schuld van Esterhazy onmogeljjk zou maken? Picquart: Ik ken zoo'n stuk niet. LaboriHebben de chefs van den "overste gezegd dat het onmogeljjk was, dat Ester hazy de schrgver van het borderel was? PicqnartDat heeft men mjj nooit gezegd. L. Waaraan schrijft gjj de machinatie toe, waarvan gij het slachtoffer zjjt? P. Men heeft, geloof ik, gedacht dat zij bestemd was mjj te verhinderen de schold van Esterhazy te constateeren. Ik geloof, dat de hand van Esterhazy daarin is, dat bjj medeplichtigen heeft, en dat er onder die medeplichtigen iemand is, die zeer goed op de hoogte is van al wat er omgaat in de bureau's van oorlog (Beweging). L. Waarom? P. Wegens het feit dat hij kennis droeg van den brief, geteekend Speranza, welke onderschept en gekopieerd is, en van den anderen brief waarin sprake is van Halfgod* en die gemaakt is om te doen gelooven, dat ik in een geheimzinnig genootschap betrokken was. L. In Tunis hebt gjj vervalschte telegram men ontvangen. Hebt gjj deswege een klacht ingediend? P. Ik heb majoor Ravary gevraagd een instructie te openen. Hjj heeft gezegd dat ik niet ontvankelijk was. Ik smeekte hem deze zaak op te helderen voor het proces Esterhazy. Hg heeft mjj naar den bur gerlijken rechter verwezen. L. Was de opdracht, die men u gaf na uw vertrek van het ministerie belangrijk? P. Zjj was niet onmisbaar; ik heb moeite moeten doen om haar niet te begrijpen. L. Stelde men u haar niettemin niet voor als dringead, zoodat men u verhinderde naar Parjjs terug te komen? P. Ik geloof dat mjjn tegenwoordigheid te Parjjs niet gewenscht werd. L. Waarom niet? P. Ik acht het onnoodig dit nader uit te leggen. L. Hebt gij niet gezegd dat uw missie in Tanis tot Gabes leidde? Lane, terwjjl wjj ons door zijstraten naar het oosteljjk gedeelte van den omtrek van Londen begeven hadden. De mannen die wij achtervolgden, schenen een vreaind- soortigen, in zigzagloopenden weg genomen te hebben, gewis met het idee om aan elke nasporing te ontsnappen. Zij waren geen enkelen keer rechtuit geloopen wanneer zich een zjjstraat of steeg aan hen vertoond had. Aan het einde van Kennington Lane waren zjj links afgeslagen door Bond-street en Miles-street. Waar laatstgenoemde straat naar Knight's Place afloopt, bleef Toby stilstaan en begon toen voorwaarts en wear terug te loopeu, met een hangend en een opstaand oor, waaruit duideljjk zjjne be sluiteloosheid bleek. Daarop begon hij een cirkel om ons heen te loopen, terwijl hg ons van tjjd tot tjjd aankeek alsof hij ons om raad in zjjne verlegenheid vroeg. »Wat drommel is er te doen met den hond?* bromde Holmes; «zjj zullen toch gewis geen rjjtuig of luchtballon gebruikt hebben.* «Misschien zgn zij hier eenigen tgd stil big ven staan,* merkte ik op. «Ha!'tis al in orde. Daar gaat hg weêr,« zei mjjn metgezel, met een zacht van verlichting. Het was ook zoo, want na rondgesnuffeld te hebben, scheen hg plotseling een besluit te nemen, en liep hij nog vlugger en met meer vastberaden heid dan tot nu toe voort. Ik kon aan Holmes' gelaat zien, dat hjj dacht dat wij nu spoedig bet einde van oazen tocht zouden bereiken. steun: wij hebben immers allen, in welke omgeving wij zgn, van jongsaf geleerd el kander te helpen. Ea hos grooter die kring zich uitbreidt, hoe meer zegen verspreid wordt. Zij bjj wie het vuurtje van geluk en voorspoed het helderst brandt, geve van het bare in ruime mate mede, maar allen kannen wij wat geven van onze liefde en onzen zorg om het leven van onze zusters, wat warmer en verkwikkender te maken. Naast Vrede en Geluk wonen Bittere Zorg en Ontevredenheid wie in het leven heeft leeren zien en nadenken, zal stilstaan en mede geven van het hare. Elk wat in haar macht is. Sommigen meenen, dat dit streven om betere levensvoorwaarden te verkrjjgen voor de vrouw, tegen den man is gericht 1 Alsof wij niet weten, dat hij, die weet, dat 't beste van ons leven, onze zorg, onze liefde voor hem is, onze bondgenoot wil zjjn. Wjj hebben de overtuiging, dat juist dat pogen, om de Moeder zijner kinderen, Zuster, Echtgenoote, zgn Levensvriendin, te verheffen, zgn volle sympathie heeft. Een plaats naast hem maakt haar nog minder tot een last, nog meer tot een steun in zgn moeiljjk leven. En concurrentie? Ja, dat is een meer gegrond bezwaar, doch eerlijke conenrrentie is veroorloofd en heeft niet ieder recht zgn aandeel te verdienen? - i -r'TTi IIMUIIiwi-—rTitrnnmrw an nu i «aura—nn-imwuwiTimwinwrrT irin (Wordt vervolgd./

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1