!!el Land van Heusden en A!(ena, de Langstraat en de iomnielenvaard.
Tuinbouw-Gehuchten.
Het kind van den baat.
FEUILLETON.
M 1698.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
ZATERDAG 28 MEI
1898,
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OÖ.
Franco per post zonder prgsvei hooging. Afzonderlijke
Dammers 5 cent.
(3
>Gg zgt toch allen allen gelukkig!*
riep Marianne op bitteren toon, terwgl ze
twee goudstukkea ia de baad vaa dea oude
11 LAND VAN ALTENA-
YOOB
De verbetering van sociale toestanden is
zeer zeker de meest besproken kwestie van
den tegenwoordigen tijd. De middelen, die
aanbevolen worden om tot de gewensehte
verbetering te komen, zijn velen en dag
aan dag komen nieuwe geneesmiddelen
voor deze slepende kwaal. Het streven tot
leniging der sociale nooden openbaart zicb
op tweeërlei wjizvsommige partjjen, cor
poraties en personen zoeken of geven den
weg aan tot algemeene verbetering en
daarmede gepaarde groote verandering, ter
wijl anderen en dit zullen op heden wel
de meesten zijü, door stnksgewjjze verbe
tering tot gezonder toestanden willen komen.
Niet alles, wat omtrent deze zaak het licht
ziet is waard om besproken en ernstig
overwogen te worden. Een enkel onder
werp tuinbouw-gehuchten scheen me
belangrjjk genoeg om er de aandacht der
lazers op te vestigen.
Onder bovenstaanden titel verscheen in 't
Gidsnummer van Januari jl. een schetsplan
van den heer C. J. H. van den Broek.
Schrjjver komt in zjjn alleszins lezens
waardig artikel op voor de belangen van
het platteland, inzonderheid voor die der
tuinlieden. In zjjne inleiding wijst hg er
op, dat het kweeken van eene aan den
grond verknochte bevolking staatsbelang is.
Vervolgens dat klein grondbezit veelal met
gedegen welvaart samengaat.
De groote daling in de prjjzen van land
en tuinvruchten is wel oorzaak geweest
van groote materiëele schade en verminde
ring van belangstelling, niet echter van
verminderde waarde van den grond. De
grond big ft dnur als beleggingsobject van
het groot-kapitaal.
Dat een werkzaam arbeider vaak betrek-
kdjjk meer vruchten van zjjn kleine stukje
land krggt, dan de lanbonwer zei re, is
reeds een bewjjs voor de 2e stelling.
De bevolking is in de laatste 50 jaren
verdubbelt, maar vraagt nu de landbouw
ook dubbel zooveel handen Integendeel
het platteland ontvolkt, naarmate het zielen
tal in de groote steden stjjgt.
Een middel nu om op loonende wjjze
meer arbeid aan den grond te besteden en
alzoo de plattelanders thuis te houden, hun
loonstandaard te verhoogen (die bjj alge
meene loonstijging echter te plattenlande
dezelfde bleef) en aldus grooter welvaart
Een verhaal uit Oost-Friesland,
van Emmy von Dincklage.
»Om hem, om zijnentwille in de ver
doemenis!* kreet de jonge vrouw, »en ver
geten
>Wat zou het je helpen, meeuw, als ook
bjj leed?*
Helpen? Ik ben niet te helpen! Maar
toch zou ik er mjjn halve leven voor willen
geven Zjj stond op van den boomstronk,
waarop ze gezeten had, sloeg het mos van
de rokken en haalde het linnen buideltje
uit haar zak.
»Ik moet gaan, Tobbis, daar is geld,
hebt ge meer noodig?*
»Neen, meeuw, mjjn zoon kwam niet
met leege handen!*
»Maar 't is niet noodig, dat hg u onder
steunt, ik ben er immers goed voor en hg
heeft niets te missen!
»Tcch, meeuw, 't is wel noodig, want
waar de voorzorg ontbreekt, daar bestaat
ook geen liefde! De gedachte, dat hij een
rechtschapen zoon is voor zjjn ouden, een
zamen vader, zal hem goedsmoeds doen
zgn, als hg morgen of overmorgen het
anker ziet opwinden en zgn schip den
L'ollart uitloopt!*
in 't leven te roepen, wordt ons door den
schrijver aan de hand gedaan.
Het middel hiertoe wordt gevonden in
eene rationeele bevordering van de fijne
groenten- en ooftcuhuur.
Voor de groenten- en fruitcultuur beeft
Nederland, naast Vlaanderen de meest ge
schikte ligging niet alleen van Europa,
maar zelfs van de geheele wereld. Ia 24
uur reizens zgn de Nederlandsche produkten
bereikbaar voor 14 millioen stedebewoDers,
terwgl de grond en het klimaat ons land
uitstekend geschikt maakt voor genoemde
cultuur. Staatsbemoeiing is echter in deze
dringend noodzakelijk, thans* (eigen woor
den van den schrjjver) kan elk jongeling
in de tuinbouwstreken niet ander3 doen
dan de vraag naar land vermeerderende
pacht doen stijgenden landheer verrjjken
en zelf blijven de oude knecht.
Aan kundige en vlgtige arbeiders worde
daarom verschaft:
a. Goedkoope grond.
b. Vastheid van bezit.
c. Cultuur die veel arbeid vraagt.
d. Goedkoop vervoer en speciale hnlp
voor buitenlandschen afzet der producten.
e. Leiding, onderwgs, erediet en hulp bg
de teelt.
Goedkoope grond.
De hooge waarde, die de gronden in
Hillegom, in 't Westland, Zwjjndrecht enz.
hebben, is niet gelegen in de waarde van
den grond, ook niet uitsluitend in de ge
schiktheid voor zeker gewas. Het is de
bevolking der cultuurwjjze, die den grond
duur heeft gemaakt.
De ligging staat natuurlijk in nauw
verband met de afstand ten opzichte van
bevolkingscentra en verkeerswegen.
De kern van het voorstel van den schrijver
is om grond van niet meer dan middel
matige kwaliteit, die in zeker-n zin onzjjdige
eigenschappen heeft en slechts op toepassing
van veel arbeid, veel intellect en veel kapi
taal wacht om allerlei teelt te gedoogen,
door den mensch tot hoogere waarde-op-
brengst te dwingen.
Tot het overbrengen op die gronden
worden meerdere huisgezinnen gekozen,
b.v. 12 of 20. Zjj worden zoodanig bijeen
gevoegd, dat zij elkander kennen of dat zij
onderling verbonden zgn om gemeenschap
pelijk te kunnen handelen. Een wordt tot
hoofd erkend van de buurt of het gehucht.
Een inspecteur of tuinbouwleeraar staat
allen met raad en voorschrift ter zgde.
liet glijden. Daarop keerde ze zich haastig
om en sloeg toen, met gebogen boofd, den
weg naar huis in.
Toen ze weer de hooge, houten brug,
die over de moerassige gracht was opge
slagen, betrad, deed de gedachte aan de
kinderen, baar uit haar knagend gepeins
ontwaken. Ze zag om zich heen en daar,
half verscholen achter het groene loof van
een elzenboschje, stond haar eerstgeborene.
Zgn gezicht was bleek en vertrokken, maar
vertoonde tegelijk zulk eene onmiskenbare
uitdrukking van hoogmoedige zegepraal,
dat het geheel bjjna afschrik wekte.
Met de rechterhand op de leuning der
brag, staarde de jonge vrouw naar den
koppigen, tengeren, kleinen demon, dien
zjj het leven had geschonken, alsof het iets
vreemds was, dat ze nog nooit gezien had.
De jongen grgnsde haar tegen, waarbjj
zjjne witte tandjes blikkerden.
»Gjj hebt toch niet goed gezien, moeder,
ik ben sterker dan Kolf, dat moederskindje
>Waar is Rolf?* bracht de vrouw met
moeite uit.
»In de Röthekuhle; wjj wilden eens zien,
wie van ons den ander in 't water zou
kunnen stootenden sterkste zou dan de
geheele vjjver toebehooren. Ik pakte hem
aan en wierp hem naar beneden. Eerst
dronk hg terdeeg water, maar daarna bleet
hg onbeweegljjk liggen!*
Marianne slaakte een kreet van ontzetting,
zóó wild en doordringend, als klonken er
uit ééne borst twee waanzinnige stemmen,
die in één gil de geheele toonladder van
den hoogsten tot den laagsten toon afliepen.
Toen slingerde ze zich met een forschen
Echter blijft elk individu volkomen vrjj in
het kweeken en verhandelen zjjner pro
ducten, die eeh'er alleen dan de voordeelen
van coöperatieve verhandeling en verzending
genieten, wanneer ze vau goeie kwali
teit zjjn.
Op kinder-exploitatie dient streng te
worden gelet, daar het gevaar hiervoor bjj
tuinlieden zeer groot is.
Vastheid van bezit.
Van groot belang is het, dat de bebonwer
de meerdere waarde van den grond, als
gevolg van zjjn arbeid, in eigendom ver-
krjjgt. Eeuwigdurende erfpacht is in dit
geval misschien heter dan in eigendom geven,
bezwaard met hypotheek, omdat dan bet<?r
maatregelen kunnen genomen worden om
wanbeheer te voorkomen. De erfpacht
wordt hooger gesteld dan de rente van de
koopsom bedraagt. Het overschot kan be
steed worden tot onderhoud en verzekering
der gebouwen, proefvelden en andere zaken
van algemeen belang. Ook zou men hieruit
eeu voorschotfonds kunnen vestigen. Het
algemeen beheer is voorloopig in handen
van door den Staat aangewezen personen
om successievelijk in eigen beheer over
te gaan.
De Staat kan geld leenen tegen 3°/0.
Wanneer nu de grond gekocht wordt tegen
4°/0, rente, bljjft dus 1% over voor kosten
van beheer.
Schema van berekening(bjj benadering).
20 H.A. a f 1000 de H.A. f 20000
Bouw v. 13 huizen a f800 10400
Kosten van verdere in
richting, tuin, park enz. 3600
f 34000
Erfpacht h f 80 de H.A.
(13 X IVs H.A.) f 1560
Huur van 13 huizen a
f 1,25 's weeks 845
Bruto jaarljjks inkomen f 2405 f 2405.
Gaat af
Staatsgrondrente 3°/0 v.
f 34000 f 1020
1 °/0 admininistratie 340
Onderhoud der woningen
3% v. f 10400 3L2
Onvoorzien 100
Advertentien van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
f 1772 f 1772.
Schiet over f 683.
Wordt vervolgd.)
zwaai over de breede gracht tot midden
in 't kreupelhout, waar haar zjjden mutsje
bleef hangen. Ze vloog meer dan ze liep
over de weide, drong, als een pjjl van den
boog, door den krans van wilgen, waardoor
de vjjver omzoomd werd en daar tusschen
de witte en gele waterlelies, lag onbeweeg
lijk als in diepen slaap, een bleek, blond
kinderkopje.
Zonder bedenken begaf Marianne zich te
water. Het kwam haar tot over de enkels,
tot over de knieën, maar al ware het nog
hooger gekomen, zjj zou er zich niet om
bekommerd hebben. Gelukkig echter was
de Röthekuhle wel te doorwaden en eindelgk
kon ze den knaap bjj zjjn kieltje naar zich
toetrekken. Ze drukte het kleine lichaam
aan hare borst en droeg het aan land. Ze
trok de kleerijes van de blanke mollige leden,
om ze daarna met haar halsdoek, haar boeze
laar, hare rokken te wrijven. Ze legde haar
oor op het jonge, zoo plotseling verstjjfde
hart. Ze drukte hare lipppen op het rozen
mondje, om door haar warmen adem de
kille strakheid te verdrgven en haar eigen
gelaat scheen bleeker en kouder dan dat
van het kind. Maar alles was tevergeefs
>Dood!« fluisterde Marianne eindelgk en
legde het ljjkje neer op bet blauwgroene,
harde moerasgras, waarop ze knielde.
Leffert was zjjne moeder gevolgd en had
met angstige verwondering hare handel wjj ze
aangezien. Hg zag den vriendeljjk lachenden
trek op Rolt's gezichtje en vermoedde niets
van de vreeseljjke waarheid. Eh nog minder
begreep hg de wilde, wanhopige smart, die
het hart van zgne moeder doorvlijmde.
>Ik kan doen, wat ik wil!* zeide hg
OuiteTilanci.
Er scbnnt opnieuw een heftige campagne
voor en tegen ZolaDreyfus in Frankrjjk
te gaan losbreken. Tegen de ver lachtmaking
dat hg het recht ontvlucht, heeft Zola in
een onderhond met een redacleur van den
»Temps< verklaard dat hij, volgens zjjn be
lofte, licht zal brengen. Maar ik wil, ver
volgde hjj, niet onwetteljjk vervolgd worden,
daarom maak ik bezwaar te en Versailles.
Mocht ik er toch heen gezonden worden,
welnu, dan zal ik, met vertrouwen op de
overwinning, gaan.
Zola heeft een vervolging ingesteld tegen
Hippolyfe Marinoni, directeur van het »Petit
Journal* en Ernst Jade1, redacteur, die een
artikel opgenomen en geschreven hadden
in het nummer van Maandagavond, ge
titeld >Zola vader en zoon*. In dit artikel
vertelt Judet dat Francois Zola, vader van
den schrjjver, luitenant van het Fransche
vreemdelingen-legioen, in 1831-32 uit het
leger gejaagd is wegens diefstal en ver
duistering, na twee maanden gevangenis
straf te hebben ondergaan. De haat tegen
het leger is van vader op zoon overgegaan,
vandaar Zola's partijtrekken voor Dreyfus,
den verrader. In het nummer van Dinsdag
komt Judet deze beschuldigingen nog aan
dikken in een artikel »Zola de recidivist*
waarin Frankrjjk, aangevallen door »de
zoon ven luitenant Zola* zooals Judet sma
delijk den grooten schrjjver noemt, voorge
steld wordt als wei-wetend hoe het dien
aanval te beschouwen heeft.
Henri Cassella, die den 8sten April 1.1.
in de »Siècle« kolonel Panizzardi liet ver
klaren dat Dreyfus ook naar de meening
van Schwarzkoppen onschuldig is, heeft nu
een tweede stuk gepubliceerd, waarin hg
mededeelt dat beide officieren weten dat
Esterhazy de sehuldige is. Na Dreyfus' ver
oordeeling heeft Schwarzkoppen nog ge
regeld uit Frankrjjk stukken ontvangen
met dezelfde hand geschreven, de hand van
Esterhazy zooals uit het facsimil van de
»Matin« overtuigend bleek. Maar Panizzardi
Doch Schwarzkoppen konden openljjk hun
overtuiging zeggen, dat Esterhazy en niet
Dreyfus de schuldige is. Mocht Schwarz
koppen spreken, dan zal Panizzardi dadeljjk
bereid wezen ook zjjne onthullingen te doen.
De eerste kan en mag hg niet wezen.
Er is in deze onthullisg zeker veel
duisters.
De woordeljjke inbond van den brief,
eindeljjk op tergenden toon. »Vader zal bljj
zgn, als hg hoort, hoe sterk ik ben en dat
van nu aan de Röthekuhle alleen aan de
Brinkhofs behoort.*
Zonder een woord te zeggen, zag Mari
anne haar zoon aan, maar die blik scheen
den kleinen duivel toch niet te bevallen,
want hij schreeuwde uitdagend
»Gjj moogt mjj niets doen, moeder, want
ik ben de erfgenaam der Brinkhofs en gjj
waart vroeger maar een arm meisje, de
dochter van een scheepskapitein, die niet
eens zóóveel bezat, als er op mjjue hand
kan liggen! Alles wat ge zgt, hebt ge aan
mgn vader te danken
>Ja ja!« antwoordde Marianne en elk
woord woog zwaar als een molensteen.
Daarop vergewiste ze zich omtrent den stand
der zon, die in schitterenden glans bjjna
hare middaghoogte had bereikt. Eu wat ze
nu ging beginnen, deed Leffert zgn oor
spronkelijk plan, om de vlucht te nemen,
vergeten. Eerst trok ze het doode kind zgne
kleertjes weer aan en begon toen hare
eigene kleeding in orde te brengen. Een
van hare schoenen was in den vjjver bljjven
steken, ze trok na ook den anderen uit en
ging barrevoets. Hare stevige wollen klee
deren waren nagenoeg opgedroogd door de
pogingen, die ze had aangewend, om het
kind in 't leven terng te roepen. Zjj trok
ze stuk voor stuk aan en beet eindelgk
niet hare sterke, witte tanden een eind van
een der lange banden aan haar boezelaar
af, waarmee ze, eer de jongen er op bedacht
was, Leffert's handen op zgn rug vastbond.
De jongen vloekte, dreigde en schreeuwde,
maar zjj maakte daar een eind aan, door
SSr
dien Esterhazy deze week aan Picquart
heeft geschreven is: »Na uwe weigering om
te vechten, alleen veroorzaakt door uwe
vrees voor een ontmoeting, heb ik u vele
dagen gezocht en gjj hebt me ontvlucht als
een lafaard, dien ge zjjt. Maandag ben ik
naar Versailles gekomen, ik heb u aan de
deur van het paleis opge vacht en iedereen
weet dat ik daar geweest ben. Als uwe
lafheid een grens heeft, zeg mij dan waar
en wanneer gjj n tegenover mjj durft
stellen om de tuchtiging te ontvangen, die
gjj verdient*.
Men weet dat Picquart geweigerd beeft
dan door hem als eerloos gebraadmerkten
overste de eer van een dusl te gunnen. Hjj
zal ook nu niet antwoorden.
Carara en zijn vrouw, di3 indertjjd een
kwitantielooper vermoordden en zjjn Ijjk in
een oven verbrandden, hebben te Parijs
terechtgestaan. Cararra gaf alle schuld aan
zjjn vrouw, die herhaaldelijk flauw viel en
om hare kinderen riep. Hij werd echt«r
overtuigd van eigen schold en de rechtbank
veroordeelde hem ter dood, zgn vrouw tot
levenslange gevangenisstraf. Cararra is in
cassatie gegaan.
Een geweldige mjjnramp is ia de kolen-
werken van Frameries (Bergen) gebeurd.
Een ontploffing had plaats in een mjjnaf-
deeling waarin 18 werklieden aan den arbeid
waren. Veertien dezer werden op de plaats
doodgeslagen, vier konden Dog levend den
uitgang bereiken, doch zeer ernstig verbrand.
Onder de bevolking is groote verslagenheid.
De politie te Barcelona heeft in de Gu-
ardiastraat een dievenbende ontdekt die over
geheel Europa werkte. Zjj zonden overal
brieven heen ook naar Nederland
waarin gesproken werd van een verborgen
schat waarvan de plaats tegen overmaking
van 500 k 1000 francs zou worden aan
gewezen. Een massa goedgeloovigen zjjn er
ingeloopen.
De Turksch-Grieksche grens is na bjjna
geheel afgepaald. Alleen over een stnkje
grond bg Gribova kan de grenscommissie
het niet eens worden. Alle leden van de
commissie willen het aan Turkjje geven,
behalve da Griek en de Ras, die het aan
Griekenland toewjjzen.
De sultan heeft thans den Tsaar verwit
tigd dat hg geen bezwaar meer heeft tegen
de benoeming van prins George van Grie
kenland tot landvoogd van Kreta.
haar zakdoek voor zgn mond te bindea.
Leffert was echter volstrekt niet van zins,
om zgn tegenstand op te geven, vooral,
toen hjj merkte, dat het niet naar huis
ging, daar zjjne moeder, die hem steeds hij
den kraag vasthield, op den rjjweg gekomen,
den tegenovergestelden kant, waar de heide
lag, met hem opging.
Hg liet zich daarom op den grond vallen
en slagen noch stooten waren in staat, hem
weer te doen opstaan. Weinig kende hjj
echter zgne moeder, die hjj in hare gewone,
koele onverschilligheid, nog nooit krachtig
handelend had zien optreden. Met den
tweeden band van haar boezelaar snoerde
ze thans zgne trappelende voeten aaneen,
nam hem op den rug en vervolgde zoo
haar weg. Geen woord was er ouder de
geheele worsteling over hare lippen ge
komen en zonder te spreken legde ze hem
bg de brug even neer, om haar mutsje met
roode linten terug te halen.
Daarna ging het weer voorwaarts.
Leffert, die zeer hoog opzag tegen lichaams
kracht en meende, dat deze alleen da wereld
regeerde, berekende zeer juist, dat zgne
moeder niet in staat zou zijn, hem te dragen
over de geheele uitgestrekte heidevlakte, die
ze met haar last al nader en nader kwam.
Na verloop van een half uur scheen haar
dan ook werkeljjk de adem te begeven en
hingen de zweetdroppels als heldere parels
aan hare kort afgeknipte haren. Maar ze
dacht aan geen rusten.
Wordt vervolgd