Hel Land van flensden en aiws ne loniinelerwaani Brieven uit Amsterdam. Het Hind van den haat. M 1715. FEUILLETON» Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 27 JULI 1898. Und van altena- VOOB Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco psr post zonder prjjsvexhooging. Afzonderljjke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels SO et. Elke regtl meer 71ft et. Groote letters naar plaatsruimte. AdvertentiSn worden tot Dinsdag- «n Yrjjdagavond ingewacht. »Acb, meheer,« zei me eens ren patient van L. n. V. »ik 1 en een ferlafen frouw, wa 8el ik hpginren?* >Wat zal ik beginnen?* Dat zeg ik haar ra, terwjjl mjjn vronw en kinderen 't hier niet langer konden uithouden en naar Scheveningen gevlucht zjjn, waar ge ook mjj komende week op de T. zult zien op- duikeH. Maar wat zal ik ordertusschen beginnen In najjn wanhoop slenter ik de straat door (vul in een groot staatsman), sla rechtaf en ben in een wip buiten. Appetjjteljjk ziet het er hier niet uit, zegt ge, en ge hebt gfdjjk. We staan hier aan de Kostverloren vaart en werpen een blik op de belt, anders gezegd de mestvaalt. Zoo'n uitstapje kun je niet beginnen met een vronw aan den arm of kinderen aan d* hand, daarom tracteer ik me er op iD mjjn eenzaamheid. Zeg nu niet bahwant ik vemker u dat het interessant is, niet dien blik op de Amsterdamsche vuilnis, die van de uwe al niet zoo veel ver» sehillen zal, maar een blik op de wjjze, waarop een stad van een half millioen menschen zich ontdoet van den afval. Zie eens, daar zjjn twee breede havens gegraven, die met zeer scherpe hoeken in bovengenoemde vaart uitmonden. De breede kaden zijn omzoomd met loodsen, schuren en woningen, alles en alles een oppervlakte beslaande van bijna 1 Hectare. Langs een der kaden liggen nu groote stapels balen met papier gevuld, gereed ter veizending. Op andere tjjden ziet ge weer massa's lompen, netjes gesorteerd voor de papier fabrieken. Deze havens maken de versche ping zeer gemakkeljjk. Bovendien staat de belt nog in verbinding met de Ijjn der Hollandsche spoor. Tal van wel niet zindeljjke maar toch njjvere handen vinden op de belt een goed stuk brood. Daar de stad de reini gingsdienst in handen heeft sedert 1877, zjjn deze menschen allen in dienst der ge meente, genieten een goed weekgeld en hebten aanspraak op pensioen. Dat er iets te doen is kunt ge nagaan als ik afschrjjf dat jaarljjks de volgende massa's gesorteerde Een verhaal uit Oost-Fritsland, van Emmy von Dinckxage. (20 »Meer dan van hier heengaan, kan ik niet,* voerde Lelfert haar nu op zjjn ouden, norschen toon tegemoet. »Mjjn erfdeel, mjjn vermogen, alles geef ik op, ter liefde van dit meisje, die zoo vriendeljjk tot mjj ge sproken heeft, als nog geen mensch te voren Vraag deze vrouw, Engel, welke woorden ik als kind te hooren kreeg, ik, die nog in de wieg, reeds door mjjne moeder gehaat werdNadat ik verdwenen, dat is verstooten was, leefde ik op de kweekschool voor de marine en op het schip, steeds ondermannen, die reeds door hun beroep verstaald, in last hadden, mjj nog strenger te behandelen dan de anderen! Mjjne medescholieren en mak kers hoonden den buitenlander en dreven er den spot mee, dat hjj geen tehuis had. Er moest toch wel de eene of andere vlek op hem kleven, daar er in de geheele wereld niemand scheen te zjjn, die iets met hem te doen wilde hebben. Toen ik groot en sterk werd,* Leffert knarste op de tanden, verkoos ik die dubbelzinnige blikken en aanmerkingen niet langer te verdragen en uit vrees, hielden allen zich stil, maar dit gedwongen zwjjgen ergerde mij bjjna nog meer en zie, Engel, zoo ben jjj de eerste, die zeide: >Neen, zjjn hart is niet boos,* maar zjjne moeder heeft hem met haat ge drenkt, en zoo werd hjj een woesteling en nn is zjjne hand tegen allen en alles, zooals de hand van allen is tegen hem!* »Moeder, spreek met hem!* smeekte Karoline. afval ten verkoop afgeleverd worden 1,000,000 KG. p ipier, 70,000 KG. oud leer, 7500 K.G. lood, koper, zink, 140,000 K.G. oud blik, 100,000 K.G. gzer, 420,000 K.G. glas, 35,000 K.G. beenderen, 6000 H.L. cokes, 400,000 K.G. lompen in 28 soorten, tan gemeene gorsj) af tot nieuw laken en zjjde toe. Wat waardeloos is wordt verbrand en die ascb, 81000 M1., weer verkocht. Voor een en ander wordt een aardige cent ontvangen, maar daarvoor moet ook de gemeente een heel leger manschappen onderhonden, benevens stallen vol paarden en kostbare vervoermiddelen; bakken, kar ren, wagens, schuiten en stoombooteD. De stad is voor den reinigingsdienst ver deeld in c. 70 wjjken, onder 't opzicht van 11 opzichters. Iedere wijk heeft een kar tot zjjn dienst, die door 2 man bediend wordt, 's morgens 7 uur met ophalen begint en doorwerkt tot de wjjk rein is. Voor steegjes en sloppen, niet berijdbaar, zijn nog een 70 mannen noodig, die rondrijden met een bak op een steekwagentje, een zeer vernuftig instrument. Dewjjl voor sommige wijken de afstand naar de belt te groot is om per dag eenige keeren been en weer te rjjden, zjjn op een vijftal punten huisjes gebouwd boven 't water, waaronder een schuit komt te liggen die 16 wagens bevatten kan en waarin ze leeggestort worden. 's Nachts werken weder extra manschap pen en een dozjjn veegmnchines, vooraf gegaan door sproeiwagens. Een voornaam deel der reinigingsdienst is de besproeiing der straten, dat geregeld in den zomer over dag geschiedt en waar voor op zekere afstanden pijpen zjjn aange bracht aan de Vechtwaterleiding. Nu we door frisch water wat opgefleurd zjjn van dit bezoek aan de belt, durf ik nog wel een oogenblik uw aandacht vragen voor de behandeling van den menschafval, een moeiljjk nummer voor een groote stad. We zijn daarmee nog niet geheel in 't reine. In een deel der stad heerscht het tonnenstelsel, in een ander het nog een voudiger systeemdat der emmers, die in daartoe ingerichte wagens worden uitge stort. Het is niet te hopen dat ge ooit bjj »Hjj heeft mijne verklaringen afgesneden hjj wil mjj immers niet eens hooren riep Marianne. »'t Ware misschien beter geweest, dat hjj mij zoo straks den mond voor altjjd gesloteu had, omdat ik het brand merk op zijn voorhoofd zocht te bedekken, omdat ik em wegrukte van het pad des verderfs en hem dwong zich naar wet en rede te voegen Kunt gjj dan beseffen, hoe diep eene moeder gekrenkt moet zjjn, eer de haat eene scheiding kan maken tussch- n haar en haar eigen kind? Neen, neen! Leffert, veroordeel mij, dood mjj, vrede kan er tusschen ons nooit zjjn je bent immers de zoon van je rader!* Vol angst gingen Engel's oogen van den eenen naar den anderen van deze hartstoch telijke menschen, zooals ze daar, in hun op- bruisenden toorn, tegenover elkaar stonden. »Ik weet niet, wat het is, waarvan gjj spreekt, zei ze beschroomd, »ocb, als gjj elkaar maar zeggen wildet, wat u kan verzoenen, voor God is immers geen ding onmogeljjk Ze stak beiden eene harer kleine handen toe. Leffert kwam haar een paar stappen nader, zonder noehtans hare hand aan te nemen. »Ik heb het immers, reeds gezegd, ik zal heengaanMeer kan ik niet doen. Ik doe het om uwentwille, Karoline!* Moeder! moeder!* hoorde men op dit oogenblik Willem luidkeels ia de keuken roepen. »Moeder, Engel, waar zjjt gij? Vader is van den stoel gevallen, hjj be weegt zich niet en geeft mjj geen antwoord. Komt toch gauw!* Alle drie jjlden naar buiten en vonden een ljjk! De voorbjjgangers, de buren, de dienst boden, allen kwamen op Willem's geroep aanloopen. Men zond in allerjjl om den dokter en de een liep hier, de ander daar, een bezoek aan Amsterdam 's avonds in een bnurt verwijlt, waar dat stelsel heerscht, dan is in waarhei l uw neus niet voor pleizier uit. De buurt waar ik woon en ia alge meen de buitensta! raakt zijn afval op eeu heel eenvoulige en onmerkbare manier kwjjt. Daar is het Licrnurstelsel toegepast, dat een ideaal op dit punt. heeten mag. Alle privaten van één gebouw, dat zijn er in den regel vier of vjjf, staan door eenzelfde buis in verbinding met een vergaarbak, die zich vóór de woning onder de straatsteenen bevindt. Al deze bakken staan op hun beurt weer in verbinding met een pijp, die van uit bet pompstation dat zich op de belt aan de Kostverloren vaart bevindt luchtledig gepompt wordt en zoo den in- hond van alle bakken als 't ware opzuigt. In de bnurt van de belt kunt ge die pomp geregeld hooren gaan. Zonder een uitvoe- rigen technischen uitleg is dit moeilijk te verklaren, maar 't resultaat is dat wij bui- teribewoners der hoofdstad onze faecaliea kwjjt raken zonder er eenigen last van te hebben. Dit is de hooge waarde van Liernurs stelsel. Toch voldoet het nog niet geheel aan de verwachtingen. We zitten, nog met waseh- en ander vuil water, dat langs een anderen weg, door riolen naar de grachten moet afvloeien, en dat, zegt men, onze grachten vervuilt. Als dit nu tegeljjk met de faccalien kon verwjjderd worden, zouden we geheel tevre den zjjn. Enfin er moet iets te zoeken over blijven, wat zouden we anders in de 20ste eeuw uitvoeren? De volgende maal uit Scheveningen over een smakelijker onderwerp. A., 23 Juli 1898. J. L. ESii ifceiïlsaïscï. In Servië gaat de politieke horizont zicb weer betrekken. Milan, de man van het eeuwige geldgebrek, schjjut weer platzak te zjjn. De heer Georgiewitsch heeft medege deeld, dat hjj aan de Skupsehtina bianen- kort eenige voorstellen zal doen, die, volgens berichten, geljjk staan met een verholen geldgeschenk aan Milan. De toestand in de Skupschtina verwikkelt zich intus8chen meer eu meer, daar het zonder eigenljjk recht te weten, waarom. Toen de dokter kwam en zjjne bevelen gaf, scheen de algemeene verwarring nog toe te nemen. De geheele buurschap stroomde de ruime keuken binnen en verdrong zich voor de bedstede in de kamer. Niemand twijfelde er aan, dat Brinkhof dood was, niemand betreurde zij u sterven ea toch duurde het eenigen tjjd, voor men er toe kon komen, te zeggen: »Het is gedaan!* Ja, 't was gedaan en de aarde eischte gebiedend het stof terug, waarboven de thans weggevluchte geest zich nauweljjks eene spanne had weten te verheffen. Klein zielig, als eene moerasplant niet verdvr reikend dan het plekje gronds, waarin hjj wortelde en dat hij kruipend overspande, werd zjjn bestaan op aarde niet geteekend door een streven naar ie's hoogers, door een opgewekten, zegenrijken bloeitijd. Toch was zijne levensvlam, voor ze voorgoed uitging, nog eenmaal helder opgeflikkerd. Het geluk had zijne zwakke geestvermogens den laatsten knak gegeven, hjj was in den vollen zin des woords van bljjdsehap ge storven. Toen Leffert namelijk, ongeveer een uur geleden, bedroefd od bjjna ontzet voor zjjn vader stond, die zich buiten, bjj den slag boom, in de zon zat te koesteren, en zich aan hem had bekend gemaakt, toen had de oude zjjne bevende handen instinctmatig naar zjjn hootd gebracht en in de dunne, grjjze haren woelend, had hij gemompeld: Marianne, mooie Marianne, het kind is mijn jongen, 't is de erfgenaam van Brink hof ooals de zigeuaers hem maar niet stelen, dat is 't dat is 't!< De jonkman was verder gegaan, op het huis toe, terwjjl de oude met zijn deernis wekkend lachje nog steeds driftig in zich zelt zat te mompelen. Eindelgk had de boer eene beweging gemaakt, alsof hjj wilde groo'ste deel der liberalen met den vroegeren minister Rib.irez symp vhiseert, die in stilte een samen wei king met de ralikalen voor bereidt, ten doel hebben Ie de verwijdering van den ex koning nit h-t land. Waarschijnlijk in verban 1 met d-zi po ging moet de publicatie ran een bri f uir Praag beschouwd worden, afgedrukt ia de »Narodri Listy*. In dezen brief schrjjft koning Milan aan zijn gemalin Natalia, dat hij zich wegens geldgebrek en omdat zjjn bestaan veron gelukt was, van kant zou maken. De Ko ningin deelde dat aan den Keizer van Rus land mede, dia daarop Milan 4 millioen frs. schonk, onder voorwaarde dat hjj nooit meer naar Servië terug zou keeran. Dit gebeurde in 1888, en tien jaar later is Milan niet alleen levenslustiger dan ooit, maar ook weer terug in Servië en opperbevel hebber van het leger. Het begin van den brief, waarin hij zjjn vronw van zjjn plan in kennis stelt, luidt als een roman. Hjj wil voor haar een generale biecht afleggen en verzoekt haar aan zijn woorden geloof te slaan, want ze zijn als die van een stervende. In Bayonne in een armoedig hotel en onder een valschen naam levende, schrijft hij, dat het laatste uur van zjjn leven is aangebroken, terwijl voor haar, de beleedigde vrouw, de ure van triomf en wraak gekomen is. En nu wil hjj haar alles bekennen, opdat zij het later aan haar zoon mededeGe, want met het opatellen van dien brief zegt bjj zijn eigen doodvonnis te teekenen. >Eén vrouw,* zoo schrijft Milan, »was de schuld van alles, nameljjk Artemesia, mijn minnares. Daarom moest de Koningin Servië verlaten en werd ik, toen die ver houding ruchtbaar werd en door mjjn poli tieke vjjanden Werd geëxploiteerd, gedwon gen om afstand^ te doen. als_ik den troon voor mjjn zoon wilde redden. En na dien stap gedaan te hebben, begaf ik mij met Artemisia, bjj wie ik een zoon heb en die ik beloofd hal te trouwen, naar het bui tenland. Twee jaren heeft die liaison geduurd, en als ik Artemisia toch niet getrouwd heb, dan was het om mijn zoon, omdat men mjj schreef dat zoo'n tweede huweljjk na leelig opstaan, om Leffert na te ijlen, maar voor hjj zich nog geheel had opgericht, was plotseling zjjn gelaat betrokken, waren hem de armen slap en krachteloos langs de zjjden gevallen en zonk hjj ontzield ter aarde. De vreugde over 't wederzien van zijn erfgenaam, ha 1 den zwakken man den dood gedaan. >'t Is gedaan I* zei de dokter en de an deren zeiden het hem na, maar toen werd het eensklaps wonderbaar stil. Allen kniel den neder, om voor de arme ziel te bidden. Ook Karoline lag geknield aan het voeten einde der bedstede en groote tranen biggel den haar over de wangen 't waren de eenige, die op deze plaats, den eeuwig ge- heimni8vollen dood gewijd werden. Aan 't hoofdeinde leunde, het bleeke en nog zoo sehoone hoofd gebogen, de weduwe des overledenen. Tegenover haar, achter de knie lende Kaïoline, stond Leffert, strak en hoog, maar met een gelaat, dat maar al te duidelijk verried, welk een zwaren strjjd hjj inwendig had te strijden. Telkens en telkens weer zochten zjjne van hartstocht fonkelende oogen zjjne moeder, om een oogenblik latei met eene dan plotseling veranderde uitdruk king van innige teederheid, op het blonde meisjeshoofd, voor hem, te big ven rusten. Een oude boer begon dof en eentonig vóór te bidden en hier en daar werden zjjne woorden herhaald, steeds op denzelfden ge- ljjkmatigen dreun. Onder dit algemeene ge murmel" boog Leffert zich naar het ljjk over en fluisterde met zijn mond dicht voor het oor van het snikkende meisje: »Engel, ik kan je lieve oogen niet zoo zien schreien. Stel je toch gerust, de dood zoomin als de haat, zal je van hier, uit je tehuis verdrjjven. De onde man daar is heengegaan en ook ik ga dit hnis verlaten, maar alleen om uwent wille, Engel, want je rust is mg heilig. Iu mjjne nabjjheid zou je 't niet kunnen uit voer zijn belangen zou zijn. Maar Artemisia, in haar verwachtingen bedro >en, vervolgde mij dag en nacht, zoodat ik een half jaar lang geen minunt rust bad. De beurs en het spel voltooiden mjjn ondergane». Ik m>t sterven en heb 345.000 frs. schulden, waar tegenover staan mjjn hui9rnal ter waarde van 100.000 frs., en kostbaarheden ter waarde van 400.000 frs., welke ik verpand heb, opdat die schalden na mjjn dood geen schandvlek voor mjjn zoon zouden zjjn. Ik heb u slecht behandeld; maar op dit oogen blik vraag ik u vergiffenis. Ge kunt u voor stellen hoe hopeloos mjjn positie is, als ik het waag om u te schrjjveD, maar ik doe het uit liefde voor mjjn zoon. »Ik zal rustig sterven, omdat ik weet dat mijn dood mjjn zoon niet tot oneer zal zjjn. De slag die mjj thans treft, is mjjn verdiende loon. »Maar gij, Natalia, kunt nog op een ge lukkig leven aan de zjjde van nw zoon rekenen. Wees hem een raadgeefster, maar vertrouw niet op de Serviërs. Onze troon waggelt. Laat mjjn zoon spaarzaam zijn en waarschuw hem om niet in de fouten van zijn vader te vervallen. En nu adieu voor altijd. Binnen weinige dagen zal ik niet meer onder de levenden vertoeven. Zeg aan mjjn zoon dat hij zich voor Ristits in acht neme. Hij is de kwade genius van zjjn land en hondt alleen van zich zeiven. Als ge naar Servië terugkeert, laat dan uw geil in het buitenland achter, en laat onze zoon dit ook doen, daar hjj, als hg van den troon ver jaagd wordt, een vermogen hebben moet, om onafhankeljjk te kunnen leven. »Ook gjj hebt een fout begaan door nooit te willen gelooven dat de Servische troon waggelt. Verval niet in die fout tegenover onzen zoon. Mjjn dood moge u en Alexander geluk aanbrengen. Ik omarm u nog voor de laatste maal en smeek u om vergiffenis.* En nu, tien jaar later, wordt deze voor Milan zoo compromitteerende brief gepu bliceerd. De gezagvoerder vau een Donderdag te Wilmington aangekomen Engelsch stoom schip heeft daar gerapporteerd dat hij op eenigen afstand van het Sa'fle-eiland de Ijjken van 175 slachtoffers van de ramp der houlen, jjj arme duif, en ik zou, geloof ik, moeten sterven, als ik hier, waar alles aan je h rinnert, zonder je moest bljjven leven Vaarwel dan en vergeef mjj, dat ik zulk een woestaard, zulk een balling ben op aarde Zjjn warme adem deed Karoline's tranen drogen. Ze sloeg hare bevonde handjes om zjjne krampachtig gesloten vuist, die, even eens bevend, zich ge Iwee liet openen en zich gewillig tusschen do lieve vingertjes plooide. Ze sprak geen woord, maar hare reine, blauwe oogen, waaruit hem een hemelsch licht scheen tegen te stralen, staarden lang en diep in de zjjne en baar blik sprak van hoop en vertrouwen. En, o wonder, de doode, hare pleegmoeder, die nog steeds on beweeglijk, in dezelfde houding tegenover haar stond, de biddende menigte, ja hare geheele omgeving scheen voor haar te ver dwijnen, want haar zielsoog blikte onver wachts in eene nieuwe, wonderbaar schoons wereld. Wel zag ze ook (laar dwaling en smart, maar welk eene zaligheid, zij, zij zelf, het jonge meisje, kon den dwalende een vredig tehuis binnenvoeren, had het in hare macht, zjjne wilde smart te bezweren. Hare lippen opend3n zich een weinig, als om de verrukking van dit oogenblik des te beter in zich op te nemen, maar za bleef zwjjgen. Onafgebroken klonk nog, nu hier, dan daar, 't eentonige gemurmel der gebeden voor de artue ziel des gestorvenen, maar terwjjl hunne lippen prevelden, hielden de meesten zich in gedachten bezig met de vraag, aan wien nu wel de hoeve der Brinkhofs ten deel zou vallen en of de gebochelde knaap wel mans genoeg was, om ooit boer te worden. Ook Marianne hield afrekening, terwjjl ze daar zoo strak en onbeweegigk tegenover het jonge paar stond, echter niet in betrekking tot geld

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1