H
Het Land van flensden en
leiia, de Langstraat en de
!on:nielerwaard.
Brieven uit Scheveningen.
Uitgever: L. J. YIEEMAH, Heusden.
g 1717.
WOENSDAG 3 AUG.
1898.
■mm
1-1 land van alte
VOOB
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke
nnmmers 5 cent.
Ik voor mij bljjf de voorkeur schenken
aan Baarn, doch de kinderen prefereeren
Scheveningen. 't Is waar, onze meestgeliefde
badplaats is met zjjn Noordzee ten westen,
zjjn praehtige bosschen ten oost.-n en het
scboone den Haag in zjjn onmiddellijke
nabijheid een heerljjk oord, maar 't wil
mjj voorkomen, dat de menschen hier meer
korren om elkaar, dan om 't natuurschoon,
't Ts hier eigenlijk te druk om uit te rusten
van een jaar dravens en zwoegens in de
hoofdstad. Men kan hier niet eens onge-
neerd buiten gaan in zjjn huisjasje en een
einde pjjp in den mond, opgeprikt en ge
kleed gaat men naar 't strand en wandel'
men in de boscbjes, en die als ik zicb
niet aan de vormen stoort, moet niet vreemd
opzi -n dat men hem wat verdacht aan
kijkt. .Dat doet men hier niet,« zei een
Scheveningsche kennis, met het oog op
mjjn gouwenaar van een cent, .afs men
een pjip rookt, dan althans een meer
schuimen of houten.
Enfin, 't jonge volk amuseert zich koste
lijk en werkt met schop en spa, met krui
wagen en emmer dat 't een lust is en we
getroosten ons nu maar de drukte en luieren
met honderd anderen in een badstoel aan
't strand vóór 't Hotel d'Orange, de meest
gezochte plek aan 't strand.
Rrrit, nu een ander ding! Als ik het
Van Stolkpark doorloop, kom ik bjj het
Hótel de la Promenade op den eenïg scboonen
Scbeveningschen weg. Yóór dit hotel is
een nieuwe verkeersweg aangelegd tusschen
Scheveningen en de nieuwe wjjk Laan van
Meerdervoort en omstreken en aan dien
weg, de Stadhouderslaan, ontwaart uw oog
een houten getimmerte, waarboven vrooljjk
de Nederlandsche driekleur wappert.
Hier vinden we de Nationale Tentoon
stelling van Vrouwenarbeid, een mooi stuk
werk van Nederlandsche dames, een beeld
gevende van den arbeid door Nederlandsche
vrouwen vei richt.
Bjj de tentoonstellingen, waarvan ik
vroeger verslag gaf, de eerste van 1883, de
laatste van 1895, staat deze achter in
grootte, maar in uitvoering en vooral in
aard en doel neemt de Scheveningsche een
eervolle plaats in.
Ze bestaat uit een groot hoofdgebouw,
waarachter zich een in een bloemtuin her
schapen plein bevindt, omzoomd door klei
nere gebouwen. Daarachter is een groote
zaal gebouwd voor uitvoeringen en con
gressen en naast het middenplein bevindt
zich de kampong of liever de dessa der
Javanen, waarin een beeld gegeven wordt
van het leven der inlanders en hun dage-
ljjkschen arbeid. Over dit Iadie spreek ik
later wel. Ik hoop dat het weer me nog
eens in staat zal stellen ze in hun element
te begroeten, deze dagen hebben ze 't niet
ruim. Ik heb een Javaansch feest bjjge-
gewoond, waarop onder een kouden N.-W.
wind de danseressen in ontbloot bovenlijf
haar dansen moesten uitvoeren, terwjjl ze
bibberden en schokschouderden van de kou
en bjj de toeschouwers meer meeljjden dan
bewondering opwekten.
Al heb ik de Tentoonstelling eenige malen
bezocht, met de noodige studie heb ik ze
nog niet bezien, 't Geval wilde n.l. dat in
bovenbedoeld achterste lokaal congres ge
houden werd, in de eerste helft der week
over weezenopvoeding, in de laatste over de
prostitutie, en aan de bijwoning dezer con
gressen heb ik een groot deel van mijn tijd
besteed.
Vrees niet dat ik u lastig zal vallen met
het weergeven der geleverde verhandelingen
en gevoerde discussies, mijn collega's van
de groote pers hebben op dit punt te veel
op mjj voor, hoewel ge u ook daarvan niet
te groote gedachte most koesteren. Er be
staat hier n.l. een correspondentie-bureau,
dat verslagen levert voor de groote pers
daarvan komt het dat ge in verschillende
bladen verslagen ontmoet in dezelfde be
woordingen. Alleen »'t Vaderland* levert
een eigen beredeneerd verslag, dat dan ook
bij de overige vergeleken, gunstig afsteekt.
Met verbazing heb ik in de drie laatste
dagen aandachtig zitten luisteren naar 't
geen over 't onderwerp prostitutie werd te
berde gebracht. Met verbazing omdat
daar ten aanhoore van de fine fleur der
aristocratie, voor 7/g uit dames bestaande,
dingen aangeduid en met name genoemd
werden, die een kwarteeuw geleden in geen
fatsoenlijk gezelschap ter sprake naochten
komen. Er werd daar zonder doekjes om te
winden gesproken over voorbehoedmiddelen,
over geslachtsdrift, over onthouding enz.
enz. door doctoren en leeken, dames en
heeren, alsof 't een heel gewone maatschap
pelijke zaak betreft. Dat betreft het nu ook
wel, maar het feit dat op een congres door
dames georganiseerd, in 1898 deze dingen
publiek besproken worden, is toch wel een
feit dat opmerking verdient. Al wilde ik,
zou ik een blad, dat door oud en jong ge
lezen wordt, geen verslag van deze ver
handelingen geven kunnen en doe er dus
verder het zwijgen toe. De congressen wor
den goed bezocht, maar die de T. bezoekt,
zij indachtig dat daarvoor apart entree ge
heven wordt, «venals voor Indie. Voor mjj
hindert deze omstandigheid echter niet, dank
zjj de vrijgevigheid der commissie ten op-
ziehte per pers.
Nog ééne opmerking ten slotte. Op deze
T. door dames ingericht, wordt van heeren
tegen afgifte van een kwitantie een vast
bedrag geheven voor 't bezoek aan het
urinoir. Dat heb ik nooit nog aangetroffen
wel werd dit altjjd van dames gevorderd.
Zou dit hier geschieden om duidelijk te doen
uitkom«n dat de heeren der Schepping niets
mogen voor hebben boven de dames, of om
op de onbilljjkheid te wijzen, die in den
regel op dit punt heerscht? Dan hoop ik,
dat het goed moge begrepen worden.
Buitenland.
Prins BISMARCK.
Prins Bismarck is Zaterdagavond 11 uur
overleden.
De toestand was Vrijdag betrekkeljjk be
vredigend Zaterdagmorgen las hjj de cou
ranten, sprak over politiek gdz., doch plotse
ling kwam hierin een groote verandering
door een acuut zwellen der longen; in den
namiddag verloor de prins herhaalde malen
het bewustzjjn. Des avonds werden beden-
keljjke verschjjnselen opgemerkt, waarna
tegen elf uur de dood kalm, zonder eenige
pjjn, intrad.
Aan het sterfbed stonden de gansche
familie, prof. Schweninger, die pas was
aangekomen, dr. Chrysander en baron en
barones Merck. De laatste woorden richtte
Bismarck tot gravin Rantzau. .Dank u,
mjjn kind*, sprak hjj tot haar, toen zjj
hem het voorhoofd afwischte.
De vorst ligt, alsof bij slaapt. Op het
gezicht rust een kalme, vreedzame uit
drukking.
Otto Eduard Leopold prins von Bismarck,
hertog von Lauenburg, de eerste rijkskan
selier van het Duitsche rjjk, werd den lsten
Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel
meer 77. ct. Groote letters Daar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- an Vrijdagavond
ingewacht.
Ap il 1815 op het landgoed Schöahausen
in het regeeringsdistrict Maagdenburg ge
boren en behoorde tot de linie Setönhansen
vau het oudadeljjke geslaeht Bismarck. Zijn
vader was gepensioneerd ritmeester, bezitter
van Schönhausen en verschillende andero
goederen en sedert 7 Juli 1806 gehuwd met
Luise Wilhelmine Menken (overl. 1839).
Otto von Bismarck kwam in 1821 te
Berljjn, vanwaar hij na het Friedrieh-Wil
helm-gymnasium te hebben afgeloopen in
1832 naar GöttiDgen ging om in de rechten
te stndeeren. Kort nadat hij zjjn graad had
gehaald, werd hij in Juni 1835 tot auscal-
tator bjj het Berlijnsche Stadsgericht be
noemd, in 1836 tot referendaris bjj de
regeering te Aken en in 1837 bjj die te
Potsdam, ten einde hier tegelijk zjjn militie-
plicht te kunnen vervallen.
In den herfst van 1838 vroeg hjj over
plaatsing aan naar Greifswald, om land
bouwkundige studiën te ondernemen aan de
akad emie in Eldena(Mecklenburg-Schwerin),
ten einde later met vrucht de landgoederen
die zjjn vader hem en zjjn broeder zou na
laten, te kuDnen bestaren. Toen in 1841
Bismarck's brooder Bernhard (overleden
1893) landraad was geworden van den kreits
Naugard, had er reeds een voorloopige ver
deeling van de familie-goederen plaats, die
ten slotte in 1845 bij hnn vaders dood ge
heel onder de beide zoons verdeeld werden.
Otto kreeg het stamgoed Schönhausen en
het Pommersche landgoed Kniephof. Van
nu af aan op Schönhausen wonende, werd
Bismarck daar dijkgraaf en ia 1846 tot
afgevaardigde van de ridderschap van de
kreits Jerichow voor den Saksischen pro
vincialen landdag te Merseburg gekozen.
Als zoodanig nam hij deel aan de verga
deringen van den eersten Vereenigden Land
dag in Berlijn als een der meest besliste
voorvechters van de conservatief-monarcbis-
tische partjj, ljjnrecht staande tegenover hen
die den Pruisischen staat op constitutio-
neelen grondslag wilden vestigen. Op den
tweeden Vereenigden Landdag, die van 2
tot IQ. April 1848 vergaderde, uitte hij dan
ook onverholen bjj adresdebat zijn misnoegd
heid over de concessies in de revolutionaire
Maartdagen door de monarchie gedaan.
Tegenover revolutionaire vereenigingen en
hare bladen, bevorderde hjj conservatieve
vereenigingen en organen; o.a. hielp Bis
marck de .Neue Preussische Zeitung*
(.Kreuzzeitung*) oprichten. In 1847 had
Bismarck reeds de aandacht van den koning
getrokken; in October 1848 trad hij, inge
volge diens opdracht als bemiddelaar op bij
de benoeming van graaf Brandenburg tot
minister-president.
Toen hij na de ontbinding van de Prui
sische Nationale Vergadering in Januari
1849 in het huis van afgevaardigden ge
kozen en in Juni herkozen was voor den
kreits Westhavelland, streed hij als een van
de aanvoerders der rechterzjjde voor een
krachtig koningschap en een samenwerken
van Pruisen en Oostenrijk bjj het regelen
van Duitsche toestanden.
Als de energiekste en talentvolste ver
tegenwoordiger van de politiek des konings,
werd hij in Mei 1851 benoemd tot eersten
secretaris van legatie bjj het Pruisische bonds-
gezantschaphiermede begon Bismarck's
diplomatieke loopbaan. Drie maanden later
was hjj reeds gezant bjj den Dnitschen bond.
Als zoodanig streefde hjj weliswaar aller
eerst naar een compromis tusschen de beide
groote mogendheden over het bestier van
de Duitsche aangelegenhedenmaar tegen
over het streven van de elkander opvolgende
gezanten van Oostenrjjk (graaf Than, fhr.
von Prokesch-Osten, graat Rechberg) om
een soort van overwicht nit te oefenen over
den Pruisischen gezant, zorgde bjj altijd
met energie en zeer handig voor de belan
gen van Pruisen. Reeds toen hinderde het
hem, dat Pruisen door Oostenrjjk met de
hulp van de kleinere staten kon overstemd
wor len. Tnsschen de jaren 1853 en 1856
had men al dfirwgU het plan gekoesterd om
hem de leiding van buitenlandsche zaken
op te dragen.
Wegens zijne anti-Oostenrjjksche houding
werd hjj in 1859 door het ministerie van
zjjn post te Frankfort teruggeroepen en be
noemd tot ambassadeur te Petersburg, waar
Bismark het er op toelegde om vriendschap
pelijke betrekkingen tusschen Rusland en
Pruisen te vestigen, waarvan hij de waarde
voor de toekomstige afrekening met Oosten
rjjk reeds tjjdens den Krimoorlog had inge
zien. In het voorjaar van 1862 verruilde
hij den post te Petersburg met dien te Parjjs,
waar hij echter slechts kort bleef. Want de
door dentoenmaligenprins-regentgewenschte
hervorming van het Pruisische leger had
inmiddels een binnenlandsche crisis in Prui
sen veroorzaakt; en er was behoefte aan
een sterke hand en een bekwaam hoofd om
de zaken weer op orde te brengen. Daar
het ministerie dat den 28den Maart onder
presidium van prins Hohenbhe aan het be
wind was gekomen zich niet meer kon
staande houden, werd den 23sten Septem
ber 1862 Bismarck tot interimair voorzitter
van het staatsrainisterie en den 8sten Octo
ber na het definitieve aftreden van prins
Hohealohe, tot minister-president en minis
ter van buitenlandsche zaken benoemd.
Thans was de tijd gekomen, dat de groote
man krachtig kon meewerken tot het ver
wezenlijken van zjjn ideaal: in de eerste
plaats Pruisens grootheid, daarna Duitsch-
lands eenheid. De tjjden waren moeieljjk;
ter volvoering van zjjn plannen was een
krachtig leger noodig en de volksvertegen
woordiging had de verhoogde begrooting
van oorlog verworpen. De nieuwe minister
president zou zeker door zijn persoonlijken
invloed geen gunstige wending in de zaak
kunnen tot stand brengen. De pers sprak
met onverholen wantrouwen en gering
schatting van hem.studentikoze jonker,
leeghoofdige vechtersbaas, Napoleonaanbid
der, stedenverdelger*, dat waren de liefeljjke
namen, hem gegeven, terwijl het oordeel
der meesten samengevat werd in de woorden:
.Bismarck, dat is de coup d'état!* De be
grooting werd ook ten tweeden male ver
worpen, zonder dat dit echter eenigen in
vloed uitoefende op de organisatie van het
leger. Teen nu door den dood van den
Deenschen koning de Sleeswjjk-Holsteinsche
quaestie op het tapjjt kwam, was Bismarck
gereed. Oostenrijk en Pruisen bezetten de
hertogdommen en bjj den vrede deed de
koning van Denemarken van alle rechten
op deze landen afstand ten behoeve van de
beide mogendheden. Het gezamenljjk bestuur
der beide landen duurde slechts kort. De
oorlog tnsschen Oostenrjjk en Pruisen maakte
er een einde aan en ook aan de overmacht
van eerstgenoemd land in Dnitschland.
Slees wijk en Holstein werden afgestaan aan
Pruisen, een Noord-Duitsche bond werd
opgericht, waarvan Bismarck's koning pre
sident was. Hannover, Hessen, Nassau wer
den bij Pruisen ingeljjfd, de Zuid-Duitsche
staten sloten met laatstgenoemd laud eeu
of- en defensief verbond. Bismarck's doel
was grootendeels bereikt. Was het wonder,
dat het .kruisigt hem!* van vroegere dagen
vervangen werd door een .hosanna*?
De Landdag van Pruisen verleende Bis
marck indemniteit voor hetgeen vroeger in
strjjd met de grondwet was gebeurd; de
vrede was dus gesloten en de nieuwe bonds
kanselier kon op den ingeslagen weg voort
gaan. Pruisen had zijn gebied uitgebreid,
Frankrijk meende thans ook recht te hebben
op eenige compensatie. Bismarck verklaarde
geen dorp, geen klaverveld van het Duitsche
rjjk te kunnen afstaan. Napoleon, die zich
langen tjjd voor den fijnsten diplomaat in
Europa gehouden had en als zoodanig ook
beschouwd werd, was in den laatsten tjjd
voortdurend tel urgesteldde ontrniming
van Mexico ten gevolge van de dreigende
houding der Vereenigde Staten, bet dood
schieten van den door hem eerst bescherm
den, later aan zjjn lot overgelaten keizer
Maximiliasn, de bovenvermelde weigering
van Bismarck, de afwjjzing zijner eischen
in de Luxemburgsche en de Sleeswijksche
qnaesties, dat alles toonde, dat de dagen
van Sebastopol en Solferino voorbjj waren.
Napoleon had zjjn meester gevonden. Najjver
was dns de oorzaak van de minder goede ver
standhouding tusschen Frankrijk en Dnitsch
land, najjver bjj den keizer, maar niat
minder najjver bij het volk, dat voor Sa-
dowa voldoening eisehte. Een voorwendsel
werd gemakkelijk gevonden in de keuze vau
Leopold van Hohenzollern voor den Spaan
se hen koningskroon. En zoo brak de ver
schrikkelijke oorlog van 1870 uit, die
Dnitschland voor de muren van Parjjs weer
een keizer gaf.
In het slot te Versailles, de woonplaats
van zooveel monarchen, die het Duitsche
rjjk de diepste vernederingen hebben doen
ondergaan, werd den 18en Januari, 's mid
dags om 12 uur, Wilhelm I als keizer van
Duitschland geproclameerd. Na den oorlog
had Bismarck de dubbele taak het nieuw
gestichte rjjk vastheid te geven naar binnen
en naar buiten.
Tegenover het buitenland is het hem ge
lukt. Vooral ook door de rol van den
.eerljjken makelaar* te spelen, heeft hjj er
veel toe bijgedragen, om den vrede in
Europa te handhaven, of waar deze ver
broken was, zooals in 1877 tusschen Rus
land en Turkjje, om dan tenminste den
oorlog te localiseeren. Zjjn verdienste tegen
over het rjjk is minder onbestreden, niet
zoozeer, waar het de inrichting hiervan in
engeren zin betreft, ofschoon hjj daar alles,
wat mogelijk was, gedaan heeft om het
koningschap sterk, het parlement zwak te
maken, als wel op economisch gebied. Ove
rigens kwam Bis marck er rondweg vooruit,
dat economische quaestiën door hem niet
volgens economische beginselen worden be
handeld, maar ondergeschikt gemaakt wor
den aan de eischen zjjner politiek, en zoo
k wam hjj bjj de verdediging van sommige
voorstellen met motieven, waarvan men
vragen moest: Ernst of kortswjjl? B.v.:
.Een tarievenstelsel, dat aan de geheele
inlandsche productie op de eigen markt
een voordeel verzekert, boven de buiten
landsche productie kan van geene zjjde als
drukkend beschouwd worden, omdat zijn
werkingen zich over alle produceerende
kringen der natie geljjkmatiger verdeelen,
dan dit bjj een stelsel van beschermende
rechten voor enkele takken van njj verheid
het geval is.« Ofschoon hjj den 16en Febr.
1885 in den Rjjksdag verklaarde, dat hjj
het als een zjjner grootste verdiensten be
schouwde, tot de invoering van matige
beschermende rechten meegewerkt te hebben,
was hjj toch ter wille van de vriendschap
van Napoleon III, vrjjhandelaar geweest,
en voornameljjk om de jonkerpartjj te be
lieven is hjj protectionist geworden. In het
jaar 1881 is hjj begonnen sociale hervor
mingen in te voeren en een Duitsche kolo
niale-politiek te steunen. Niettegenstaande
zijn hoogen leeffcjjd, stelde hjj zich voor nog
veel in het belang van zjjn hem dierbaar
land te kunnen tot stand brengen, toen
het plotseling bleek, zooals meer gebleken
is, dat het koningschap, dat hjj sterk had
gemaakt, hem in de eerste plaats met zjjn
groote macht zou treffen. Den 80en Dec.
1889 richtte de jonge Keizer Wilhelm II
nog een vleiend schrjjven bjj gelegenheid
van het nieuwe jaar tot den vorst, waarin
o.a. het volgende voorkwam»Ik bid God,
dat Hjj mg in mjjn moeiljjke waardigheid,
die zoo vol verantwoordelijkheid is, uwe
trouwen en beproefden raad nog vele jaren
zal laten behonden.* Den 15en Maart begaf
- dA
Odzo jongste spruit heeft in't voorjaar
in hevigen graad kinkhoest gehad en met
het oog daarop heeft mijn huisdocter als
zomerverbljjf thans een zeeplaats gerekom-
mandeerd. Misschien herinneren uw lezers
zich dat in de laatste zomers de brieven
van uw Amsterdamschen correspondent uit
Baarn geschreven werden thans komen
ze uit Scheveningen.
Scheveningen30 Juli '98. J. L.