Land van Heusden en Altena, dc
Langslraal en
de Bommelmvaard.
Jozef en zijne broeders.
M IT24.
FEUILLETON.
ZATERDAG 27 AUG.
1898.
voos
Uitgever: L. J. VEERMAK, Heusden.
LAND VAN aliens
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën ran 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote lettere naar plaateruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Yrjj dagavond
ingewacht.
Niet iedf-r van ons is het gegeven zjjü
tpd te kennen; wel moeten wij er allen
naar streven, onzen tjjd te weten.
Onzen tjjd, maar ook onze plaats.
Wanneer we niet hebben geleerd zoowel
te komen als te ganswanneer we niet
weten waar we staan moeten, hoe we ons
te gedragen hebben, dan wordt het ons
wel eens op minder zachte wjjze aan het
verstand gebracht en berokkenen we ons
menig verdrietig oogenblik, menige harde les.
Men behoeft niet eens een gewoon menscb
te zjjn om dat te ervaren. Otto, Prins Von
Bismarck, was een buitengewoon man,
groot in zijn willen en bandelen, een
machtige persoonlijkheid, een man van
jjzer, die een deel van de wereldgeschiedenis
heeft beheerscht; en toch, ook die reus
onder de kinderen der menschen, heeft de
fout begaan zjjn tjjd niet te kennen en het
op grievende wjjze moeten vernemen van
zjjn jongen gebieder, den derden Keizer in
weinige maanden van het jonge Duitsche rjjk.
Kleine oorzaken hebben somtjjds groote
gevolgen. Hoe geheel anders zou de wereld
geschiedenis wellicht nog geloopen zjjn,
wanneer die groote man, die zjjn tjjd en
zjjn volk zoo goed kende, het begrepen
had, dat zijn eigen tjjd gekomen was; dat
de bouwmeester, die zjjn werk voltooid
heett, de gereedschappen uit zjjn hand moet
leggen.
Aan Von Bismarck zal de geschiedenis
het zeker als een groote fout toerekenen,
dat lijj, zich zelf onmisbaar achtende, wilde
bljjven heerschen naar zjjn eigen beginselen
en volgens zjjn eigen richting, ook toen
die beginselen en die richting niet nood-
zakeljjk meer waren en ook niet meer
werden gewenscht door een hoogere macht,
die in alles te erkennen en te eerbie
digen was.
Voor ons, eenvoudige, gewone menschen,
voor ons ook, in het alledaagsche leven,
komen telkens oogenblikken en omstan
digheden, waarin wij rekening hebben te
houden met de verheven spreuk, dat »de
wjjze zjjn tjjd kent;* zjjn tjjd en zjju plaats.
Hoe veistandig, hoe ontwikkeld en ervaren
wjj zjjn, de jaren gaan over ons heen in
snelle vaart, de wereld rondom ons ver
andert en vernieuwt; naar wjj veranderen
betrekkeljjk zeer weinig. Het nieuwe nemen
»En ik heb ook geen broeder, niemand
Wederom gleed dat zonnige lachje over
't bewolkte gelaat van den vreemde, als eene
lentebloem, die met haar kopje boven de
bevoren aardkorst komt uitfejjken. »Mis-
schien zal er wel spoedig eens iemand komen
opdagen zei bjj bemoedigend, en bjj scheen
zjjne oogen maar niet te kunnen afwenden
van het bemiüneljjke sehepseltje, dat daar
in hulpelooze verwarring voor hem zat.
>Geef mjj uwe hand, Martha, opdat ik
zonder booze gedachten van mijne broeders
kan spreken
Eene kleine, bevende band, met eenige
inktvlekken als moesjes, bestippeld, gleed in
de zjjne. Vtor een oogenblik werd de sombere
uitdrukking van zjjn gelaat zoo mogelijk
nog somberder, daarna begon hjj halfluid:
>Ik was de achtste zoon mjjns vaders,
tevens zjjn lieveling tn de toekomstige erf
genaam van de helft van zjjn toenmaals
nog zeer aanzienljjk vermogen. Mijne andere
broeders waren afgunstig op mg, ik stond
Lun in den weg en hoe ouder ik werd, hoe
meer ze mg haatten. Zelfs al mocht een van
hen het op mjjn verderf hebben toegelegd,
ik ware toch in de anderen bljjven gelooven
maar zjj spanden samen, om mg in 't on
geluk te storten, allen, allen waren het eens,
ik moest nit den weg geruimd. Zjj, de man
nen, tegen een knaap, bloed van hun bloed,
wjj nooit geheel in ons op. Wjj hechten aan
en denken in onzen tjjd, wij bljjven staaa
op de eenmaal ingenomen plaats. Maar
ni uwe toestanden en denkbeelden ontwik
kelen zich en dringen zich naar voren.
Wee ons, als we dan, onwrikbaar vast
houdende aan het oade, aan dien drang
trachten weerstand te bieden.
Dat onwrikbaar vaïthouden aan eenmaal
ingenomen standpunt is niets dan dwaze
eigenwaan. Het oude is niet beter dan bet
nieuwe, omdat bet oud is. Maar «1 ware
het anders, oude, ufgeleefde krachten zullen
nooit tegen jonge en frissche kunnen op-
marchceren; de nnuwere denkbeelden zullen
zich nimmer geheel met de oude kannen
verdragen.
Een dwaas, die meent dat hg altjjd
jong en frisch big ft, dat bjj best regeeren
kan tot zjjn dood. Een dwaas, die meent
dat hg onmisbaar is geworden, dat bjj
alleen het weet en de waarheid alleen aan
zjjn kant is. De ervaring leert ons eiken
dag het tegendeeltracht eiken dag ons
van dien treurigen waan te genezen. En
als we ons daartegen kanten, dan zjjn we,
schoon oud en hoog geplaatst, toch niet
eerwaardig, noch eerbiedwaardig. Dan laakt
en veracht men ons, waar lof en vereering
en dank anders ons zouden toegevallen
zijn van bet jongere en nieuwere leven,
dat we niet konden verdragen.
Hjj is een held, die het goede weet te
erkennen in het jongere geslacht met zjjn
jongere denkbeelden; in dat jonge geslacht,
dat zich krachtig gevoelt en wil handelen
zelfstandig en naar eigen inzichten en be
grippen. Hjj is een held, die zjjn plaats weet
in te ruimen, wanneer plaats noodig is voor
wat de levenstaak nog moet aanvangen.
Hg is groot, die het inziet, dat ook zonder
hem de aarde zal draaien, dat de mensehe-
ljjke taak beperkt is, dat zjjn krachten eens
een einde nemendat de wereld, de samen
leving behoefte hebben aan verjonging en
vernieuwing, 't Is een wanhopige poging
eQn spaak in het wiel te willen stekenmaar
't is bovendien een misdadige poging, die
hoogmoed en zelfzucht tot ouders heeft.
Hoogmoed is het, te willen volhouden,
dat we het beter inzien dan de jongeren,
die beter dan wjj tot de levenstaak zijn toe
gerust. Zelfzucht is het, te willen bljjven
die we zjjn, en zóó onze omgeving te be
latten de vruchten te plukken vau frissche
krachten en nieuwe denkbeelden.
hun taf-1- en bedgenoot, hun broeder.
Zjj lokten mij mede op de jacht en toen
tot over de grenzen. Mjjn oudste broeder,
Rolfe3, van wien ik altjjd bjjzonder veel had
gehouden en voor wien ik om zjjne man
nelijke kracht en behendigheid eene grenzen-
looze bewondering koesterde, schoot een
grensbewaker van den toen naburigen staat
neder, die ons nazette. Er zat ons echter
nog een tweede beambte op de hielen en aan
dezen wilde mjjn broeder en beul mjj uit
leveren, zoodra hij de andere broeders maar
in veiligheid zag. Met duivelsche arglist wist
hg mg het zien te beletten, door mg stof en
aarde in de oogen te werpen. Ik viel, werd
gevat, gebonden en naar de gevangenis ge
sleurd
Een kreet van smart getuigde van de
deelneming der toehoorderes. Hare lippen
beefden en hare oogen stonden vol tranen.
»Ik beeldde mjj destjjls nog in,« zoo
vervolgde Jozef zjjn verhaal, >dat mgn vader
zoo ongeveer de rjjkste en aanzienlijkste man
was op de gansche aarde. Ik had dan ook
nog niet veel meer van de wereld gezien,
dan het dorp waar wjj woonden, en 't was
mg, of het den trotschen man den dood
moest doen, als het bekend werd, dat zjjn
oudste een grensbeambte had doodgeschoten,
dat zjjn jongste als een gemeen misdadiger
in de gevangenis zat. Ik gaf daarom, bjj 't
verhoor voor den rechter, een valschen naam
op. Ik was bgzonder groot en forsch voor
mjjne jaren en de kommies, die rug gevangen
had genomen, wilde in mjj maar volstrekt
den moordenaar zien van zjjn makker, die,
olschoon niet doodelgk getroffen, toch ten
gevolge van Rolfes' schot in levensgevaar
verkeerde. Van mgn verleden konden zeniets
Als we meent-n cnmisbaar te zijo, dan
zal de ervaring ons op droevige wjjze heren,
dat het tegendeel maar nl te waar is. Wel
hem, die in tjjds zjjn bescheiden plaatsje op
het groote wereldtooneel aan anderen weet
af te staan. Wel hem, die het gevoelt en
erkent, dat zjjn aardsche faak is afgeloopen,
zjjn plaats hem niet meer toekomt, maar
aan anderen behoort.
De wjjzen kennen hun tjjd. Welk een
schat van levenswijsheid, van wereld- eu
menschenkennh, welk een schat vau levens
ervaring ligt toch opgesloten in die heeilgke
spreuk.
De Fransche minister van oorlog heeft
de schorsing van alle militaire oefeningen
bevolen, zoo lang de buitengewone hitte
duurt.
De Berljjnscbe iLokalanzeigerc verneemt
uit Hammerfest dat alle pogingen, welke
in de buurt van Spitsbergen gedaan zjjn
zjjn om een spoor te vinden van den Noord-
po ol-ballonreiziger André?, vruchteloos zjjn
gehleven.
Uit Kopenhagen seint men dat Jutland
en Fuuen door een vreeseljjken storm en
onweer zjjn bezocht. Yele gebouwen werden
door den bliksem getroffen; 39 boerderijen
en 13 huizen brandden af en 6 personen
verloren het leven.
Volgens een Spaansch blad zouden Spanje,
Frankrgk en Rusland een overeenkomst
gesloten hebben met het doel, de kuiperjjen
van Engeland en Duitschland in Marokko
tegen te gaan.
Uit Kopenhagen wordt gemeld dat de
keizerin-weduwe van Rusland aan den Tsaar
gemeld heeft, dat zjj haar verbljjf te Kopen
hagen wil verlengen, wegens den onrust-
wekkenden toestand van dö Koningin van
Denemarken.
In de door hongersnood geteisterde de
partementen van het Russisehe rjjk zal nu
van regeeringswege ruim 7a/s millioen pud
zauigranen onder de boeren worden verdeeld,
terwjjl ook pogingen zullen worden aange
wend om den noodljjdenden werk te ver
schaffen door het aanleggen van wegen.
In de afgeloopen verslagweek zjjn te
Bombay 162 stertgevallen aan de pest aan
gegeven. Big kens officieele berichten is de
te weten komen, mjjae medeplichtigen wilde
ik niet noemen, in 't kort, ik wer 1 ver
oordeeld.*
»Arme man, o God, hoe verschrikkelijk
moet het zgo, in d-m kerker te smachten,*
zei Martha snikkend.
»Ja, wel was het verschrikkelgk, vooral
in den eersten tjjd. Met lichaam en ziel
kwam ik tegen mjjn hard lot in opstand,
tot ik eindelijk ernstig ziek werd. Toen kwam
er mg een dokter bezoeken. Traag en on
beholpen deel hij zich voor, maar trouw en
onvermoeid heeft hjj zich mjjn8 belangen
aangetrokken. Nadat ik hersteld was, zorgda
hij er voor, dat mij meer vrjjheid, licht en
lucht werd toegestaan. Hjj bracht mij boeken
en schrijfgereedschap, hg gaf mg raad en
leidde mgne studiën, zoodat de onervaren
jongeling in zjjne gevangenschap het leven
en de wereld beter leerde kennen, dan wan
neer hg, in vrijheid, thuis den rjjken boer
bad uitgehangen.
Daar er niets was, dat rag afleidde, pro
fiteerde ik veel en na drie jaar was ik
dermate aan deze manier van leven gewoon
geraakt, dat ik bjjna schrikte, toen men
mg mededeelde, dat ik in zooverre bege
nadigd was, om als militair bjj het leger
in de Indische Koloniën te worden ingelgfd.
Niets van dit alles schreef ik aan mgn
vader, want waartoe zou het dienen, hem
te melden; Uw ongelukkige zoon trekt als
begenadigd misdadiger over de zee, naar een
ver afgelegen land, waar de dood hem be
dreigt en duizend onbekende gevaren hem
wachten! Hoe zouden mjjae broeders dan
triomfeeren! Neen, als een rjjk, onafhan
kelijk man wilde ik hun onder de oogen
treden, of nooit weer
epidemie thans ook in het zuiden van Indië
uitgebroken.
Reeds meermalen heeft men zich ongerust
gemaakt over wat Amerika nu zou beginnen:
opgewonden als het was door den strjjl.
Nu reeds komt uit New-York een bericht
uit Kingston, luidend, dat terwjjl de suiker-
conferentie op de Aatillen op Barbados
tegen 3 September zal vergaderen, men op
Jam&ïca ten plebisciet wil uitschrijven.
Het doel daarvan zou zjjn aan het Brit-
sche parlement om toestemming te vragen
zich te mogen inljjven bjj de Vereenigde
Staten.
De bewerkers van deze beweging trachten
ook de andere koloniën tot samenwerking
te bewegen.
Yan wie dit uitgaat, behoeft men niet
ver te zoekennog minder, hoe Engeland
dit nieuws zal opnemen, dat beteekent een
prijsgeven van een der sleutels op het toe
komstige Panama-kanaal.
Dat de verpleging van de Amerikaansche
soldaten nog veel te wenschen overlaat,
bljjkt uit het volgende:
Het nieuwe kamp te Montauk Point,
schrjjft dr. Max Wolff uit Washington, waar
heen thans allen, die te Cuba aan heimwee
ljjden, tot herstel van gezondheid worden
gezonden, wordt hoe langer hoe voller; elk
transport brengt nieuwe bewoners aan. Des
ondanks is nog het geheele kamp een einde-
looze chaos. De regens hebben alles door
weekt, zelfs de kleederen en dekens der
zieke manschappen.
De tenten zjjn nog niet aangekomen of
nog niet opgesteld, en de houten huizen,
waarvan een geheel stadje zou gebouwd
worden, zjjn nog niet opgericht, omdat de
timmerlieden, nog voor ze met den arbeid
begonnen waren, het werk staakten. Het
gebrek aan water was zoo groot, dat de
manschappen van dorst schreiden. De ge
neeskundige staf meende, dat water niet
gezond voor de zieken was en dat deze
uitsluitend melk moesten drinken. Doch er
whs evenmin melk te krjjgen en toen ten
laatste een zestal emmers waren aange
komen, bleek de melk zuur te zjjn geworden
en de enkele soldaten die er toch van
dronken raakten aan 't braken.
Volgens globale berekeningen heeft de
oorlog op Kuba Spanje tot dusver 2000
millioen peseta's gekost. Het verlies aan
menschenlevens in dezen heilloozen krijg is
»Wat zal ik u verder nog veel vertellen,
juffrouw? In den krjjgsdienst wist ik mjj
omhoog te werken. Nooit dacht ik aan
eigen voorspoed of eigen gemakhet eenige
doel vau al mijn streven was steeds, het
zoover te brengen, dat ik mjj op mjjne
broeders zou kunnen wreken. Nog eenige
jaren en ik was werkeljjk vrjj, maar mjjn
doel bleef hetzelfde, tot ik gisteren den
eersten stap deed, om eindeljjk mgn brandend
verlangen verwezenlgkt te zien. Zjj zullen
den trotschen nek en het huichelachtige
aangezicht voor den verraden broeder in
het stof buigen. Zie zoo, Martha, nu weet
je alles 1
Had Jozef onder het spreken het handje,
dat hg gevangen hield, reeds telkens dichter
naar zich toegetrokken, was Martha zelf
reeds naast hem komen staan, genoeg, toen
het verhaal uit was, rezen redenaar en
publiek als bjj ingeving op en vielen elkaar,
zonder een woord te spreken, in de armen.
Nadat Jozef haar een paar maal had gekast,
maakte Martha zich van hem los eu zeide
angstig
»Ach, moeder 1*
Bekommer je daarover niet, met je
moeder zal ik het wel klaar spelen.*
>Maar je znlt je broeders immers geen
kwaad doen, niet waar? Jjj moet die slechte
menschen eens toonen, hoe men handelt,
als men een goed en edel hart heeft!*
>Is dat do voorwaarde, waarop je de mgne
wilt worden?* vroeg de ander wantrouwig.
>0 neen, ik zat zoo even jaist aan je te
denken en
»En schreef je naam vulde Hollera aan.
Lieve hemel, heb je dat gezien?*
>Ik zie alles, het be waste blaadje zit hier
ontzettend. Wel zjjn van de tweehonderd
dnizend naar Cuba gezonden manschappen,
slechts twee generaals, zeventig officieren
van lageren rang en veertienhonderd min
deren gedood, terwjjl één generaal, vjjf en
tachtig officieren van lageren rang en zeven
honderd en vjjftig minderen stierven ten
crevolve van de bekomen verwondingen
(vierhonderd vjjf en zestig officieren en acht
duizend tweehonderd minderen herstelden
van hun verwond'ngen), doch het aAntal
sterfgevallen tengevolge van ziekte is zóó
groot, dat het totale verlies aan menschen
levens aan Spaansche zjjde, op honderd
duizend kan worden gesehat. Yolgens de
officieele opgaven zouden driehonderd en
vjjftig officieren en dertienduizend vjjfhon-
derd man ten offer zjjn gevallen aan de gele
ko orts en zouden honderddertig officieren en
veertigduizend man aan andere ziekten over
leden zjjn (waarschjjnljjk tengevolge van
slechte voeding).
De Spaansche regeering komt door re-
patrieering der troepen uit de koloniën in
een zeer moeieljjk parket. Hoe zjj haar eens
gegeven woord den troepen de hnn ver-
schnldigde achterstallige soldjj bjj den terug
keer in het vaderland nit te betalen, ge
stand moet doen, is een raadsel.
Ook zit de regeering verlegen met het
groote aantal teragkeerende officieren. Tegen
de oorspronkeljjke plannen tot uitbreiding
der regimenten bestaan ernstige financieels
bezwaren, en een hervorming van het offi
cierscorps is niet langer te vermjjden. Spanje
beschikt over niet minder dan 557 generaals
(5 veldmaarschalken in werkeljjken dienst,
42 bevelvoerende generaals, 75 luitenant-
generaals, 177 brigade-generaals en 47 an
dere officieren in rang met de generaals ge-
ljjkstaande, waarbjj dan nog komen 211
generaals op nonactiviteit).
Op het kasteel van den hertog van Marl
borough te Blemheim (Engeland) wordt een
brandweerfeest gegeven, bjj welke gelegen
heid de brandweerlieden getuigenis afleggen
van bun bekwaamheid. Eenige dagen ge
leden werd een houten huis in het park
voor dat doel in brand gestoken en men
zocht iemand, die in het brandende huis
wilde big ven, tot hg met reddingsmiddelen
er uit werd gehaald. De hertog van Marl
borough bood zich daartoe aan en bleef
zóólang in het brandende gebouw, tot de
brandweerlieden hem er nit droegen.
in mjjn borstzak!*
»Hé«, riep ze verwonderd, »kun je dan
too veren?*
Voor hg nog kon antwoorden, trad Lotte
de kamer binnen en zag met ware ontzet
ting het paar vertrouwelijk, hand in hand,
voor zich staan.
Nog had ze hare verbazing niet in woorden
kannen uiten, toen Jozef, die met Martha
aan de hand op de oude dienstmaagd was
toegetreden, haar aldus aansprak
Juffrouw Charlotte, reeds bjj den tweeden
blik, want de eerste was voor deze lieve,
kleine Martha, zag ik, dat alleen eene
vriendin, zoo voortreffelijk en onbedorven
als gjj, dit kind bad kunnen opvoeden en
voor alle schadeljjke inrloeden bewaren.
Daarom smeek ik n thans, schenk ons
beiden uw zegen! Morgen aal ik mevrouw
Brand bewgzen, dat ik eene vrouw en, als
gjj wilt, ook eene oude, tronwe vriendin
kan onderhouden
Lotte sloeg weer voor ean enkelen keer
van haar oorspronkelijk gevoelen tot het
tegenovergestelde over en dat te eer, toen
Martha haar om den hals viel en vleiend
zeide
Goede, lieve Lotte, hjj heeft zooveel
uitgestaan en ik heb hem zoo lief! Wees
niet boos, dat ik vergat je te roepen, toen
hg kwam!*
Wat bleef er voor de arme Lotte toen
anders over, dan hare jaffronw Martje, haar
kind, te kassen, om zich vervolgens op een
stoel te laten neervallen, daar hare knieën
zoo geweldig beefden.
Wordt vervolgd.
(7
Buitenland.