Het Land van lieusden en Altena, de Langstraat en tie Bommelerwaard. Brieven uit Amsterdam. M 1750. FEUILLETON. Misdadig uit liefde. Uitgever: L. J. VEERMAN, Neusden. WOENSDAG 30 NOV. 1898. LAND VAN ALTENA' VOOR Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO. Franco per post zonder prjjsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. We Lebben een spiksplinternieuwe school kwestie, ontstaan op een terrein, waar nie mand ze ooit verwachtte. Als een bom is ze in ons midden gevallen, we zijn er van geschrokken natuurljjk, maar nu de eerste schrik voorbjj is, rollen we het ding een beetje om en om, en zijn alweer gernst, nu 't niet uit elkaar berst. Dr. Dünner, onze opperrabjjn nl. heeft een circulaire uitgevaardigd, waarin harde woorden tegen den Amsterdamschen onder wijzer gebezigd worden. Volgens hem zou aan dezen niet meer de opleiding tot maat- schappeljjke en christelijke deugden en het onderwjjs der Joodscbe kinderen mogen toe vertrouwd worden. »Wie den aard en het karakter van het Jodendom kent,* schrjjft de heer Dünner, »weet dat onze godsdienst vaste en bppaalde bf grippen omtrent God, diens voorzienigheid, schepping, straf en belooning verkondigt. Deze begrippen vormen met de zedewetter en ceremonieele voorschriften een ondeel baar geheel, zoodat men zich hij het ont kennen van één dezer fundamenten buiten het Jodendom plaatst. Het is aldos aar geen twjjfel onderhevig dat alleen bij aai deze strenge eischen kan voldoen, wiens wereldbeschouwing een opvoeding tot grond slag heeft, die van de prilste jeugd af in de genoemde geestesrichting gekweekt is.« Tot heden toe zonden de Amsterdnmsche joden bun kinderen naar de openbare school En dat zjjn er niet weinigen. De scholen in het oosten der oude stad zijn op enkele uitzonderingen na geheel door hen bevolk». Het onderwijzend personeel heeft daar des Zaterdags klassen van 3 a 4 Christen- kindertjes, zoodat het grootste deel vacanth neemt. Bezwaren tegen 't onderwijs door openbare onderwjjzers zjjn nooit ingekomen, wat meer is, ik ken openbare onderwijzers, die op Zondag fnngeeren als hoofd eener joodscbe school. Wsnt des Zondags leeren de jodenkindertjes hun Hebreeuwscb, hnn zede- en spijswetten, hun ceremonieele voor schriften en waar nu onder het personeel niemand met hoofdacte gevonden wordt, ziet de joodscbe gemeente er niet tegen oj een openbaar onderwjjzer, een christen, tot hoofd aan te stellen. Hoe rjjmt dat samen, zon mm zoo (i I. Ik werd tot dokter te U. op de Lnne- bnrger heide benoemd. Ik zon onwaarheid moeten spreken als ik zeide dat ik met die bevordering bjjzonder ingenomen was, ik kende die ter kwader naam bekend staande heide nog niet en beloofde er mjj niet veel goeds van. Ik nam echter de betrekking aan. Ik was nog jong en had niets om handen, mjjn vertrek verschafte mjj geene andere moeite dan dat ik mjjn reiskoffer moest pakken en op het spoor gaan zitten. Ik wist dat eiken zomer een groot aantal bijen houders naar de Luneburger heide kwam, alwaar hunne kleine boningverzamelaars de korven met den rjjken honing der heide vulden. Kon het mjj daar niet evenzoo gaan? Als ik daar honing genoeg had vergaard stond mg het terugkeeren immers nog al- tjjd vrjj Voltaire had wel is waar beweerd dat de Luneburgerheide een woeste landstreek was, die door een wilden volkstam bewoond werd, ik wist intusschen dat die volkstam uit onschuldige schapen bestond, en dat volkje boezemde mjj geen andere vrees in dan dat ik mg misschien te dikwjjls aan het vleesch van die dieren zou willen te goed doen. Ook die vrees scheen later on gegrond te zgn. Er stond mg inder aad in die heide een uituw leven te wachten, het beviel mg daur Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 77. ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- ©n Vrijdagavond ingewacht. zeggen. Er is nog meer dat niet rijmt. De heer Tunner geeft hoog op van de socialis tische ideiëa onder de onderwjjzers en zegt, dat de overtuiging dier heeren wel van invloed zal zijn op het onderwijs. Hjj brengt op aandringen van de redactie der Amst. Ct.« zelfs één bewijs bij, een geval dat een onderwijzer op spottenden toon gesproken heeft over de Joodsehe spijswetten, waar voor de booswicht, aangeklaagd en ter verantwoording geroepen, spijt betuigd en excuses aangeboden heeft. Na is dat waar, de Amsterdamsche onderwijzers tellen eenigen onder hun vaan del, die rood op de graat zgn, en niet onder stoelen of banken steken dat ze be- hooren tot de sociaal-democraten. En dat zgn niet eens de minst knappen en ijverigen. Zou 't nu in de hersens dezer mannen kunnen opkomen hnn staatkundige principes te verkondigen aan 12-en 13-jarige leerlingen? Die dat durft beweren zonder schaduw van bewjjs, heeft geen begrip van den kleinen omvang der wetenschap, die aan zulke patientjes toegediend wordt. Met hetzelfde recht gouden Christenouders kunnen beweren dat op de openbare school joodsehe begrippen worden aangekweekt, door de talrjjke dames en beeren, dte onder 't personeel tot den Israeditischen godsdienst behooren. Ik wil aannemen dat er te weinig tijd overbljjft om de jodenkindertjes godsdienst onderwijs te geven, maar dat is al etteljjke jaren zoo, en dat 't tot kweeking van ge- loovige Israëlieten bepaald noodig is aparte scholen op te richten want het getal ongeloovige Israëlieten neemt 'schrikbarend toe, wat ik toeschrjjf aan de wrjjving tns- schen christenen en joden en waarvan ik niet gaarne de schuld aan de openbare school zou durven geven. Het plan van den heer Dünner vindt bjj zjjn geloofsgenooten zeer weinig instem ming, wat te verwachten was, want de meest ijverige voorvechters voor de openbare school en voor de verkiezing van kamer leden, die de openbare school een goed hart toedragen, zgn juist de joden Op 't kantoor van L. n. V. is 't niet richtig. Ge hebt laatst reeds een en ander uit het ontwerp-adres aan de regeering mee gedeeld. Dit ontwerp, in een vergadering ter tafel gebracht, mocht niet de goed zeer goed en later werd het mjj zelfs moeiljjk daarvan te scheiden, ofschoon ik de ver wachtte honing nog niet vergaard had. Mjjn doctorale praetjjk bepaalde zich niet alleen tot de stad U. maar strekte zich nit over een gebied van eenige mijlen in omvang, een streek die slechts uit heide en veengrond bestond. In de heide stonden hier en daar eenige hutten, welker bewoners zich beg ver den om van den onvruehtbaren heidegrond aardappelen en een weinig koren te trekken. De veenen werden gedeeltelijk verwerkt tot turf, en eenige turfboeren hadden zich aan de grenzen nedergezet, om uit dien onvei- ligen grond hun armoedig bestaan te scheppen. Mjjne eerste bezigheid bestond in het koopen van een paard en tot aan zgn dood heb ik er steeds aan getwjjfeld of het wel een volbloed was. Dit was verstandig van mjj gedacht, want hjj had de dwaze streken der jeugd reeds lang achter zich gelaten, en door zgn eigenaar was hjj mjj op een zeer buitengewone wjjze aanbevolen. Toen ik hem eenige jaren in mjjn bezit had gehad was ik de grondregel toegedaan, dat hoe meer menscben men leert kennen, hoe meer men zich aan zgn paard hecht. Het dier was ge willig, bescheiden in zijn behoeften, hield van de zandwegen der heide evenmin als ik en wierp mij gedurende ons samenzjjn slechts eenmaal van zgn mg en nu nog weet ik niet, welke luim hem dat ingafin zijne plaats zou ik misschien veel minder geduldig zgn geweest. Ik leerde de heide liefkrjjgen, want zjj was toch schoonHet was een genot haar op een stillen zonnigen zomermorgen door te rjjden, als het heidekruid bloeide, als de dauwdroppels nog aan de grashalmen glin- keuring der aanwezigen wegdragen, 't Be helsde te weinig meende de meerderheid; er moest nadrukkelijk in gezegd worden dat voortaan de armenzorg niet in de eerste plaats aan kerk en particulieren, maar aan den Staat behoort te worden opgedragen. Dit nu betreuren de bestuurderen en 't is daarom dat ze er in den breede over ge sproken hebben of hun plicht niet gebiedt af te treden. Na gemeenschappelijk overleg evenwel hebben ze gemeend de taak hun opgedragen niet te mogen neerleggen, nu scheuring en splitsing in 't genootschap er 't gevolg van zou zjjn. Ieder, die deze jjverige mannen Kalff, Blankenberg, Boterhoven Ie Haan enz. kent, is ze daarvoor recht dankbaar. Nieuws omtrent den meisjesprikker* is me niet bekfnd. Aan de politiebureelen komen ettelijken, tuk op de uitgeloofde premie van f 500, met vermoedens en gis singen aandragen, maar de ondeugd loopt nog ongestraft rond. 't Is te verwachten en te hopen, dat bjj een volgende aanranding de omstanders de courage hebben hem te vatten. Op muzikaal gebied heerscht dezer dagen groote drukte, 't Is voor iemand, die een beetje stem heeft, een groote kunst kond te bljjven bjj allerlei vleiende aanzoeken om dakr en daar mee te zingen. Want alle vereenigingen, en ze zgn bjj dozjjnen te tellen, ljjden aan tekort, niet alleen van geld, maar vooral van zangers en allen leenen links en reehts. Zoo b.v. gaan Am- sterdamsehe mannenkoren van 60 leden met een dik 100-tal naar 't concours te Haarlem, één zelfs van c. 25 man komt daar uit met 4maal zooveel personen, waar onder befaamde zangers en behaalt den eersten en bovendien nog de eereprjjs. Mag dat knoeierjj heeten of niet? 't Merkwaardigste op dit gebied is een uitvoering, hedenavond te geven, van de Jaargetijden*, van vader Haydn. Die wordt gegeven door de Oratiumvereeniging, een college, dat zich ten doel stelt, groote, be roemde muziekwerken voor 't volk uit te voeren, tegen 25 ct. entree, waaronder een tekstboekje begrepen is. Die gaan weg als vet, geljjk te denken is, binnen een paar dagen waren 4000 plaatsen genomen, zoodat men er over denkt een tweede uitvoering sterden, als de bjjen van bloesem tot bloesem gonsden en als de kevers door de lneht dansten. Geen mensch stoorde dien diepen vrede. Men zag geene beelden en toch een landschap, waarover een verwonderlijk lieve adem verspreid lag, die moeiljjk door het penceel is weder te geven en nog moeiljjker te beschrijven. Op zulk een morgen oefende de heide steeds een aangenamen en wel- dadigen invloed op mg uit. De heide stond echter niet altjjd in haar bloemengewaad, niet altijd gonsden de bjjen en dansten de kevers. Als in de herfst de stormwinden opstaken en door geen heuvel, door geen boomen in hunne woede beperkt werden, als regen of sneeuwvlokken u in het gelaat sneden en de vorst de leden deed huiveren, dan vertoonde de natuur daar hare onaangename zijde, die aan mjjn paard evenmin beviel als aan mjj. Ik bevond mjj nog eerst sedert eenige weken in U. en kende het afwisselende karakter der heide nog niet in zjjn geheelen omvang. Het was «en schoone herfst en op de verschillende uitstapjes die ik met mjjn reismakker gemaakt had, was het weder ons steeds gunstig geweest; wij hadden altjjd zonneschjjn, een blauwe hemel, het was buitengewoon zacht meer verlangden wjj beiden niet. Op zekeren dag werd ik geroepen bjj een heidebewoner, die eenige uren van mijne woonplaat verwjjderd leef le. De winter be gon zich dien dag voor het eerst te doen gevoelen. De hemel was met grauwe, zware wolken bedekt, de lucht was koud en de wind was sterker dan voor zoo'n rit wel weuscheljjk was. Goed en wel kwam ik aan de hut van den boer. De eigenaar was ernstig ziek eu het was hoog tjjd dat ik voor te bereiden. Het koor bestaat uit een goede honderd gfïaviteerden, die met lust ouder Tierie gestudeerd hebben in het oude schoone werk. 't Is een dankbaar zingen uit Haydn's muziek. Gisteren heb ik mee gezongen in zjjn ^Schepping* en veel ge noten. Zooals ik zei is er gelegenheid te over om zonder lid te worden, overal mee te doen, maar 't bost veel tijd en men wil toch ook wel eens een avondje gezellig bij z'n vronw thuis zitten. Dat overkwam me tot heden dezen winter nog slechts één maal per week, den Zondag uitgezonderd. 't 2al n derhalve niet verwonderen dat ik van de publieke vermakelijkheden, als daar zjjn, Italiaanscbe-, Hollandsche- en Fransche opera, een half dozijn schouw burgen, 't paardenspel van Renz enz. enz., nog niets gehoord of gezien heb. Bij geruchte alleen weet ik, dat van alle opera's dit seizoen de Italiaansche verre de kroon spant en de gevolgen daarvan voor de andere niet achterblijven. Dat waait Van der Linden niet in 't zeiltje. Deze heeft bovendien veler sympathie verloren door zijn handelwijze met een eerste zangeres, die om een uiterst gezochte aanleiding van contractbreuk be schuldigd en ontslagen werd. Als 't hem niet gein kt was een andere ster, de geliefde z angeres mevr. Madier te engageeren, zou de winter hem leeljjk tegen grijnzen. A., 27 Nov. '98. J. L. Buitenland. In een van de kapellen van de kerk Saint Germain-des-Prés te Parijs, waar, ter ge legenheid van de Sainte-Catherine, een feest was georganiseerd voor de kinderen tot de parochie behoorend, werd ook een toover- lantaarn vertoond. De toestel viel om en een brandende petroleumlamp brak, waar door een kleine ontploffing ontstond en een vlam opsloeg. De kinderen liepen luid gillend weg. Een dertigtal kinderen werden in het gedrang meer of minder ernstig gewond. Een meisje werd dood gedrukt. De brand was spoedig gebluscht. De heer Gérault-Richard, hoofdredacteur van de »Petite République* heeft waarschijn lijk met het doel een vervolging uit te lokken, aan het hoofd van zgn blad met vette letters de volgende aanklacht doen drukken, onder 't hoofdje: »Een misdaad.* kwam. Ik zond den volwassen zoon, die mjj had wezen roepen, naar de stad om de geneesmiddelen, die ik had voorgeschreven, te halen, ik zelf bleef nog eenige uren bjj den patient om hem goed te kunnen gade slaan. Inmiddels brak de avond aan, ik lette daar echter niet op, wat scheelde het mjj of ik eenige uren later thuis kwam Toen ik mjj eindeljjk gereed maakte om te vertrekken, was het bijna donker. Ik twjjfelde niet of ik zou deu terugweg wel vinden, bovendien was er niemand in huis, die hem mg had kunnen wjjzen, daar de zoon nog niet uit de stad was teruggekeerd. Goedsmoeds reed ik voort. Het weder werd intusschen van minuut tot minuut slechter. De wolken, die in den namiddag slechts gedreigd hadden, braken, en de wind joeg mjj de regen in het gelaat. Ik kon bedaard mjjne oogen sluiten, want in het donker kon ik toch den weg niet her kennen; de regen was trouwens zeer on aangenaam, want de wind ontwikkelde eene kracht, die mjj ongewoon voorkwam. Ik dreef mjjn paard tot grooteren spoed aan, terwjjl ik het aan zijne scherpzinnig- overliet om den goeden weg in te slaan. Ditmaal had ik mg echter in hem vergist. Reeds langer dan een uur had ik gereden, toen ik eensklaps ontdekte dat de wind mij in den iug in plaats van in het gelaat woei. Dit was jnist tegen de richting in die ik houden moest om in de stad te komen en daar ik den wind evenmin vertrouwde als mjju paard, voor wien het weder klaar- bljjkelgk even onaangenaam was als voor mij, wendde ik hem en dreef hem in de vorige richting voorwaarts. De onzekere gang van het dier bewees mjj, dat wjj ons niet meer op den gebaanden Tavernier, kapiteinFonlon, luitenant- kolonelZnrlinden, generaalDe Freyeinet, minister van oorlog, hebben, op documenten die zij wisten, dat valsch zijn, aan den krjjgsraad overgelever 1 den luitenant-kolonel Picquart hem beschuldigend van misdaden, terwijl zij wisten, dat hij onschuldig is. Zij maken zich aldus tot medeplichtigen en wrekers van de verraders en falsarissen Esterhazy, Du Paty de Clam en Henry*. De »S»ècle« deelt mede, dat mevr. Dreyfus het volgende telegram van haar echtgenoot heeft ontvangen »Ik verheug mij met jelui allen. Mjjn geestelijke en lichamelijke ge zondheid verkeeren in goeden toestand.* De advocaten Labori en Mornard hebben na een onderhond besloten een hunner secre tarissen, waarschijnlijk mr. Hild, naar Ca yenne te zenden om inlichtingen omtrent Dreyfus in te winnen en zoo mogelijk een onderhoud met hem te voeren. Het onderzoek, dat door het Hof gelast was met betrekking tot het papier, waarop het borderel is geschreven, is afgeloopen. Men verzekert, dat de papierfabrikanten, die als deskundigen met het onderzoek waren belast, eenstemmig tot de slotsom zijn gekomen, dat het papier van het borderel en het papier pelure van de brieven van Esterhazy, volkomen van hetzelfde maaksel waren en zelfs afkomstig moesten zjjn uit dezelfde kuip papierpap. Thans is een nieuw onderzoek gelast over het schrift van Dreyfus, van Esterhazy en het borderel. Op het Lugano-meer (Zwitserland), zijn ten gevolge van een hevigen storm, twee stoombooten en twaalf kleinere vaartuigen gezonken. In een fabriek te Alexandrowskaja in het gouvernement Petersburg heeft ten gevolge van de onvoorzichtigheid van een werkman bg het ledigen van twee waggons met naphta, een ontploffing plaats gegrepen. De onvoor zichtige werkman en elf kameraden van hem werden op de plaats gedood, dertien arbei ders werden meer of minder zwaar gewond. De fabriek brandde voor een groot deel af. De Turksche regeering heeft aan die van Bulgarije verlof verleend om eene te Bordeaux gebouwde kanonneerboot de Dar- danellen te laten passeeren, nadat de Bul- weg bevonden en ik hield een oogenblik stil om te overleggen wat te doen. Ik wist niet of de goede weg reehts of links lag, ik wist tevens niet meer of ik op de heide was of niet. In dat geval kwam het mij voor dat mjjn paard beter den weg zou vinden dan ik en dreef hem opnieuw aan, vast besloten hem verantwoordelijk te stellen om mjj naar mjjn woning te brengen. Het dier draafde langzaam verder en verder. Uur op uur verliep ik trachtte de lichten van de stad te zien, ik luisterde of ik niet een of ander geluid, het blaffen van een hond of het rjjden van een wagen kon hoorenik hoorde echter niets dan het huilen van den wind en het snuiven van mjjn paard. Naar mijne berekening moest ik reeds sedert een uur mjjn doel bereikt hebben als bet dier het spoor niet bjjster was geraakt. De hemel mocht weten waarheen het dier mjj bracht, daar hjj er evenmin iets van wist als ik. Wellicht waren wij reeds voor lang de stad voorbjjgereden, wellicht was ook de wind gelraaid, zoodat wij juist de tegenovergestelde richting volgden wie zou het zeggen! Ik liet het paard daarom langzamer en naar willekeur zgn weg ver volgen. Goed in mjjn mantel gehuld trachtte ik mg geduldig in mjjn lot te schikken de regen drong ook eindeljjk door mjjn mantel heen. De stap van mjjn paard werd steeds hoe langer hoe langzamer. Mjjne eenige hoop had ik gevestigd op het aanbreken van den dag, om te kannen zien waar ik mjj be vond. Eensklaps ontwaarde ik dat het paard den kop ophief, snoof en toen stil bleef staan. Wordt vervolgd. WIIIIWSBIAB n—aEt—B—Ml UWIH 11II I i|

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1898 | | pagina 1