Het Land van ISeusden en /lliena, de Lanmlraat en de Bominelerwaard.
M 1763.
CAUSEEBEN.
FEUILLETON.
misdadig uit liefde.
Uitgever: L. J, VEEEMAN, Neusden.
ZATERDAG 14 JAN.
18S9
het land van altena
VOOK
O
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco par post zonder prgsvei hooging. Afsondsrlgke
nummers 5 cent.
Advertentièn van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentièn worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
De Fracschen bezitten een gave, die noch
de Duitecbers nceb de Nederlanders schjjneB
te hebben, altlans niet in die mate, de
heerljjke gave van te knnnen canseeren.
Wat verstaan wjj daaronder?
Eigenlijk heeft onze taal daar geen woord
voor't is een gezellig praten over alles en
nog wat, zooals Pierson dat zoo geestig in
zjjne Levensbeschouwing* heeft uitgedrukt:
•veel degeljjker dan gebabbel, veel onschul
diger dan gekonkel, veel opgewekter dan
gekeuvel, veel gepeperder dan kout, dat
noch den ernst beeft van een gesprek,
noch de verveling ot de deftigheid van een
samenspraak, noch, en allerminst, het be
angstigende van een onderhoud.*
Pierson zelf echter was een uitzondering
op den regel, dat de Nederlanders die gave
niet machtig zijn, want volgens Prof. Naber,
dtn schrijver van het prachtige boek, dat
uit innige piëteit aan de nagedachtenis van
den overledene gewjjd is, en naar onze
eigen meening, was hjj een volleerd meester
in het canseeren, van wdke gave velen,
zoowel onderen als jongeren, genoten hebben.
Dit causferon kan tweeërlei zijn, óf in het
publiek öf in een gesprek.
Wanneer bet eerste goed gedaan wordt
en over belangwekkende onderwerpen, is
het voor den hoorder een zeldzaam prettig
en leerrijk genot. Wjj hebben allen wel
eens Franscbe letterkundigen, zoowel dames
als heeren, hooren canseeren over verschil
lende, vooral letterkundige onderwerpen,
met groote losheid en bevalligheid het meer
of minder verdienstelijke hooren bepraten
van dezen of genen dichter, en dan hebben
wjj ervaren welk een onderscheid er is tus-
schen zulk een wjjze van beschouwing en
de zoogenaamde verhandeling,* waaraan
vooral onze voorvaderen zich in den regel
schuldig maakten. Zjj betoogden het nut
van dit en van dat, nu eens van de tegen
spoeden, dan weer van hot reizen, ver
deelden hunne verhandeling in vele, soms
tientallen, onderdeelen, met de itoepassinj;*
ten slotte, hetgeen alleen dit voordeel had
dat de hoorder, evenals die bekende Grieksche
wgsgeer, kon uitroepen»Ik zie land* en
zich eindelijk verheugen kon uit die ruime
zee van omzwervingen weder in een veilige
haven te zjjn teruggekeerd.
Wjj zetten nu onze nasporingen naar do
buks voorteindelijk vonden wjj haar in
een stal onder eenig hooi verborgen. Het
was een oud geweer met een zeer wijden
loop, waarin de gevonden kogel juist paste.
De buks werd aan Claus getoondmjjn
vriend vroeg hem waarom hg ontkend had
in het bezit van een geweer te zgn hg
bleef in dof stilzwijgen verzonken en ant
woordde op geen enkele vraag. Het scheen
hem onverschillig te zgn wat om hem henen
gebeurde, want hoop kon hg niet meer
koesteren. Hjj zag strak voor zich naar den
grond. Alleen toen Geertruide het huis uit
kwam, toen hjj haar aanzag, rukte hjj ge
weldig aan ajjne boeien om ze vaneen te
rukken, zgne lippen knepen zich op elkander
en zgn blik was dreigend en met eene uit
drukking van den grootsten haat op haar
gevestigd.
Knaver merkte dit op.
»Zjj heeft u niet verraden zeide hjj
toen. Zelfs door geen enkel woord heeft
zjj u verdacht zoeken te maken, ofschoon
zg wel scheen te weten wie haar verloofde
vermoord heeft.*
liet Claus door de beide politiebe
ambten naar de stad brengen en beval hun
erg voorzichtig te zgn.
Eerst nu bemerkte ik dat mgn vriend,
die tot heden de meest mogelyke kalmte
kad bewaard inwendig ontroerd was, hg
liep voor het huis op en neder.
Elk genre is goed, zegt een Franseh
spreekwoord, behalve het vervelende genre.
Dit gold volkomen van die verhandelingen.
Een onzer prettigste causeurs want
wjj bezaten en bezitten er toch weieenigen
was voorzeker Douwes Dekker, meer bekend
onder den naam van Mnltatuli. Meermalen
hebben wjj hem gehoord en steeds bewon
derden wij den gouden draad, die door de
geheele causerie liep, en den logisehen ge-
dachtengang, die nooit verbroken werd.
Hij nam een uitgangspunt en knoopte
daaraan allerlei merkwaardige en geestige
opmerkingen vast, met talrjjke uitweidingen,
naar het ouderwerp medebracht, hield steeds
den hoorder aangenaam en nuttig bezig,
boeide hem tot den einde toe en deed 't hem
betreuren, wanneer het »uit« was.
Ook onze Dr. E. Laurillard was en i3
een geestig causeur, die over allerlei onder
werpen zgn publiek prettig wist bezig te
houden, zoodat hjj dan ook tot een onzer
meest gavierde sprekers behoor le. Jammer
is het, dat bjj reeds sedert jaren weinig
meer in 't publiek optreedt. Hoe onder
houdend kon hjj b.v. causeeren over de
zwaan en de roos, daaraan menig belangrijk
Listorisch feit vastknoopende en menige
aardige anecdote invlechtende.
Doch ook in 't dageljjksch gesprek is de
;ave, die wjj bespreken, op hoogen prjjs
te stellen en de gencemdea bezaten of be
zitten die ook in meer dan gewone mate.
Veel regelen om zich die kunst eigen te
maken zgn er niet te geven; doch wel
enkele.
Spreek gerust over n zeiven wanneer gjj
iets belangwekkends hebt mede te deelen
hetgeen gjj met sympathie bespreekt
en dit do?t gjj dan zeker doet gjj goed
en gjj zult uw hoorder boeienweet op
uw beurt ook te luisteren. Praten is vooral
een ruilen van gedachten. Neem voorts
onderwerpen, die uwe hoorders en u zeiven
belang inboezemen. Een goed prater, zegt
een Engelsch schrjjver, is hjj, die 't meest
opgewekt is, die steeds gereed staat te
geven en te nemen en die het vervelende
en onbeduidende geheel vermjjdt. Sympathie
en snel begrip, lust te weten hoe een ander
de wereld aanziet, en dat soort van instict,
waardoor de spreker raadt wat de andere
interessant zal vinden ziedaar de ziel
van een gesprek.
Over de zoogenaamde conversatie bjj het
»Wat zullen wjj met Geertruide doen?*
vroeg ik. »Zjj kan toch hier niet alleen
blijven.»
Hjj antwoordde niet.
Mjjne huishoudster zal haar gaarne bij
zich nemen, want die is eene rechtschapene
rronw,* vervolgde ik.
Knaver zag mjj half vragend, half wei
felend aan.
»Neen antwoordde hg toen bepaald.
»Ik zal voor haar zorgen, zg mag hier niet
bljjven, want zij heeft rust noodig. In U.
zal ieder die haar ontmoet haar met vragen
bestormen, zjj mag ook niet in de plaats
blijven waar haar broeder in de gevange
nis zit.*
Gij vergeet dat Claus haar broeder niet
is,bracht ik in het midden.
»Jaren lang heeft zjj hem als zoodanig
beschouwd. Denkt gij nu dat haar hart op
eens zich zjjner zal onttrekken? Gjj kent
mgn oom, den houtvester, bjj hem zal ik
haar brengen, daar zal zjj rust hebben.*
Neemt zjj daarin genoegen?* vroeg ik.
>Ik weet het niet, want ik heb nog niet
met haar daarover gesproken. Ik hoop echter
dat zg er in zal toestemmen, want ook haar
moet het lief zgn van hier weg te komen.
Komaan, ik zal het haar zoo bedaard mo-
geljjk aan het verstand zoeken te brengen.*
Wjj gingen in huis naar Geertruide, die
zich weder in de kamer had teruggetrokken.
Knaver was bljjkbaar onrustig toen bjj haar
naderde, en zgne wangen waren licht ge
kleurd.
»Geertruide« zeide hjj »ik kon u dit ver
driet niet sparen, ik ben politiebeambte en
was hierhenen gezonden om den moordenaar
van Bertram op te sporen. Mgn plicht ver
oorloofde mjj niet om anders te handelen.
maken van visites spreken wij niet. Deze
is de vervelendste, die men zich denken
kan, en wjj kunnen ons niet begrjjpen,
waarom het menschdom elkaar zoo noode-
loos plaagt. Bovendien bederft het den
smaak voor goede en degelijke conversatie;
men praat om te praten en niet om onder
houdend te zgn of zich te vermaken.
Het bekende voorschrift, dat men niet
over anderen mag spreken, is zeer dwaas,
tenzjj men liefhebberij hebbe van hen alleen
kwaad te sprekenwant juist het met
waardeering spreken over anderen boezemt
belangstelling in. Kennis en een goede op
voeding zjjn noodzakelijke vereischten voor
een gosd causeur. Een gastvrouw, die den
aard en het karakter barer gasten kent en
hen daarnaar plaatst, is zeker van het
slagen der partij of van het middagmaal.
Doch wjj moeten onze causerie eindi
gen ze wordt anders te lang en
laten we dit mogen doen met de volgende
woorden, die van iemand zgn, di9 er wel
over kan oordeelen:
»Meester in het praten is hjj, wie schjjnt
te ontvangen, terwijl hg geeft; wie zjjn
toehoorders niet alleen onderhoudt, maar
hen zelfs in de verbeelding brengt, dat zij
vermakelijk zjjn. Een hartige lach helpt
vaak veel. Niet jnist een luide. De mond
en oogspieren kunnen stil lachenkan
daarbij nog een aangenaam geluil voort
gebracht worden, des te beter. Een prettige
lach is het beste bewjjs van goede gezond
heid en opgewektheid, en werkt aanstekelijk.
Maar zoo een goede lach een zegen is, is
een leelijke een vloek. Het is de meest
volkomen uitdrukking van vulgariteit, die
de menschelgke organen kunnen teweeg
brengen, en is hij al niet vulgair, hjj maakt
toch altjjd kregelig. Een zenuwachtige lach
is bjjna erger dan een gelaatsverwringing
en de man, die lacht vóór zgn grap, be
hoorde een cnrsas in 't praten door te
maken. Men moet kunnen zwjjgen op zgn
tjjdmaar veel onheil kan voorkomen
worden en wordt verhoed door een woordje
op zgn pas. De Goden, heet het, gaven
den mensch de taal om zjjne gedachten te
verbergenmaar met die taal zgn gedachten
en voelen het schoonst en volkomenst te
uiten, is een hooger ideaal, dat weinigen
bereiken.*
Weet gjj wsl, dat Claus uw broeder niet is?<
Zjj knikte bevestigend met het hoofd.
•Gjj hebt vermoed dat hg Bertram ver
moord heett* vervolgde bjj »ik wil u niet
met vragen lastig vallen, want ik eerbiedig
het gevoel dat u tot zwijgen dwingt, omdat
gjj in zjjns vaders huis zijt opgevoed. Gjj
hebt hem jaren lang voor uw broeder ge
houden, ik begrjjp derhalve dat gjj met den
moordenaar van uw verloofde nog mede-
Ijjden gevoelt, dat gjj niet wilt medehelpen
om hem in handen van het gerecht over te
leveren, waaraan hg zich echter toch niet
meer onttrekken kan.*
Geertruide bedekte het gelaat met beide
handen en begon hevig te schreien.
>Gjj hebt veel geleden, gjj staat thans
alleen op de wereld, hier in dit huis kunt
gjj niet bljjven, ik zal voor u zorgen en
hoop dat ge mg zult vertrouwen. Gjj hebt
rast noodig, ik zal n daarom naar Z. brengen,
naar mijn oom die daar houtvester is; gjj
kunt, bjj zgne familie bljjven en als gjj in
staat zjjt op het gebeurde bedaard terug te
zien, kunt gjj over uw verder leven zelve
beschikken. Nu kunt gjj nog geen besluit
nemen, omdat gjj nog niet in staat zjjt
bedaard te overleggen. Wilt gjj mgn
voorstel aannemen?*
Geertruide zweeg.
»Spreek!« zei le Knaver dringend.
Ik verlang dood te zjjn,« riep zjj zuch
tende uit.
Knaver wierp een smeekende blik op haar.
»Sbel vertrouwen in mgn vriend* zeide
ik. »Hjj meent het goed en eerljjk met u en
gjj kunt hier niet bljjven.*
Geertruide antwoordde nog steeds niet.
Knaver's gelaat nam een smarteljjke uit
drukking aan.
Buitenland.
Bljjkens te Brussel ontvangen nadere
berichten omtrent de nederlaag der Congo-
troepen bjj Kabambarre, zjjn daar 14 blanken,
twee kanonnen en een aanzienljjke hoeveel
heid munitie en bagage in handen der op
standelingen gevallen. Kabambarre werd
door 800 man inlandsche troepen verdedigd,
die echter naar den vjjand zgn overgeloopen.
Vijf blanken zijn in den strjjd gesneuveld,
terwjjl het heel wat moeite kostte om de
gewonden in veiligheid te brengen.
Nabjj h^t station Charleroi is nog tjjlig
een poging ontdekt en verij leid om den
sneltrein KeulenParjjs te doen ontsporen.
Men had een groot blok jjzer op de rails
gezet. Een blokwachter bemerkte, dat een
der seinlichten was nitgedcofd. Toen hjj er
heen ging, werd hjj aangevallen door twee
kerels, die hem vrjj ernstig wondden en
daarna aan het loopen «ingen. Ook op hulp
geroep van den wachter schoten anderen
toe. Door tjjdige verandering der seinen
stopte de sneltrein kort vóór de plaats waar
het jjzer op de rails lag.
Het laster-proces, door Jadet ingesteld
tegen Zola, is afgeloopen. Emile Zola is bjj
verstek veroordeeld tot 100 frs. boete, 500
frs. schadevergoeding en plaatsing van het
vonnis in twee dagbladen. De advocaat van
Jadet had 10,000 frs. schadevergoeding en
10 plaatsingen geëischt.
Eindeljjk hebben de beraadslagingen in
den Dnitschen Rjjksdag over het al of niet
bestaan van vleeschgebrek haar beslag ge
kregen. Alles is bjj het oude gebleven en
zal vooreerst ook wel bjj het oude big ven.
De grenzen blijven gesloten. Dientengevolge
is, zooals de regeering zelve erkend heeft,
b.v. d9 prjjs van het varkensvleesch, dat
een voornaam voedsel is voor de volksklasse,
aanmerkeljjk gestegen. Maar dat komt,
redeneert de regeering, omdat vóór de slui
ting van de grens de prjjs van dat vleesch
zoo abnormaal laag was.
De agrariërs zgn er rond voor uit gekomen,
dat zjj de sluiting van de grenzen slechts
verlangden tot bescherming van de binnen-
landsche veeteelt tegen de concurrentie van
het buitenland. »Niet alleen, zeide b.v. het
lid van den Boerenbond, Niszier, de groote
grondbezitter, maar juist de kleine grond
eigenaar en de boer van de middelklasse
»Ja, ik meen het goed* zeide hg toen.
»Als gjj hier bljjft zult ge misschien reeds
morgen genoodzaakt worden als getuige
tegeu Claus op te treden, ik wilde dit ver
schuiven totdat gjj bedaarder zjjt geworden.
Daarom wil ik u naar mjjn oom in Z.
brengen. Kunt gjj geen vertrouwen in mg
stellen?*
»Ja, ja!« riep zjj nu »ik zal mjj naar
alles schikken.*
»Ik dank ut zeide Knaver terwjjl hjj de
hand van het meisje vatte. »Het is voor u
het beste.*
Bjj die woorden had zich eene eigenaar
dige aandoening van hem meester gemaakt,
want zgne stem beefde zacht. Hjj nam mjj
nu ter zjjde.
Gg kunt mjj een dienst bewjjzen,*
zeide hjj. Breng gjj Geertruide naar mjjn
oom. Ik kan in de eerstvolgende dagen niet
weg, mjjne aanwezigheid is hier bepaald
noodzakeljjk, en zjj moet nog heden van
hier.*
Van mjjne jeugd af was het mgn zwak
dat ik geen verzoek kon weigeren. Ik be
loofde derhalve aan het verlangen van mgn
vriend te voldoen.
•Wanneer zal ik met haar daarhenen
gaan?* vroeg ik.
»Nog heden. Ik ga haastig naar de stad
en zal een rjjtaig zenden. Gjj kunt morgen
reeds terug zgn, als gjj tenminste niet een
dag rust bjj mgn oom wilt genieten.*
»En wat zal ik hem zeggen als ik met
het meisje bjj hem kom?*
Die vraag scheen Knaver in verlegenheid
te brengen.
»Ik zal hem schrjjven,* antwoordde hg
toen. >Zeg hem, dat hg haar zacht be
handelen moet deel hem alles mede wat
hebben een groot belang bij d«n bloei van
de veeteelt. Niet alleen de arbeiders in de
steden mogen bescherming (lees: openstel
ling van de grenzen, opdat het vleesch
goedkooper worde) verlangen, ook de Duit-
8cbe boer is een arbeider in den volsten zin
des woords en moet beschermd worden
Ik verheug mjj dat thans voor het eerst
sedert lang van de regeeringstafel weer eens
woorden gehoord zjjn, waarover de land
bouw tevreden kan zgn. Een staat, dis den
landbouw beschermt, is onoverwinnelijk.*
Minister Von Haramersiein vond deze
taal misschien wat al te innig. Hg vond
het ten minste noodig om nog eren tegen
het einde van de vergadering op te merken
dat bjj meende dat de eisohen van den
Bond der Landwirte ook nu nog te ver
gingen.
Tegenover de naieve erkenning van som
mige agrariërs, die de sluiting van de gren
zen enkel als protectioaistischen maatregel
wilden gehandhaafd hebbeD, staken vreemd
af bjj de pogingen van anderen, zooals
Paasche, om het gevaar voor besmetting
als »buitengewoon ernstig* voor te stellen,
niettegenstaande gebleken is dat de ziekte
zich even goed uitbreidt als de grenzen
gesloten zijn.
Alles te zamen genomen, is uit de twee-
daagscbe beraadslagingen gebleken, dat de
agrariërs nog altjjd een hoogen toon kunnen
aanslaan en dat de tegenwoordige minister
van landbouw bedenkeljjk veel neiging toont
om hun ter wille te zjjn.
De Afrika-reiziger Gottlob Krause heeft
een adres aan den Dnitschen Rjjksdag ge
zonden, waarin hjj zich beklaagt dat, in
strjjd met de officieele verklaringen der kolo
niale overheid van Togoland, te Kete eene
slavenmarkt wordt gehouden, welke zich tot
de grootste van geheel westeljjk Soedan
heeft ontwikkeld, en waarom hjj dringend
verzoekt dat de regeering aan dien schan
delijken toestand een eind zal maken en de
ambtenaren, die haar valsche rapporten
zonden en het kwaad lieten voortwoekeren,
ter verantwoording roepen.
In Canada en het oosteljjke gedeelte van
Noord-Amerika heerscht ontzettende koude.
Dwars over de Niagara is tusschen den
Canadeeschen en den Amerikaanschen oever
een brug van jjs gevormd.
De heer Sagasta heeft een langdurige
hier geschied is meer zal niet noodig zjjn.«
Hg doorzocht nog een kast en stak ver
scheidene papieren die hjj daar vond bjj zich,
toen reikte hjj mjj de hand tot afscheid.
»Zal dit huis geheel ledig bljjven?*
vroeg ik.
•Neen, ik zal een politie-beambte zenden
om het te bewaken.*
Met een vlachtigen groet nam bjj van
Geertruide afscheid.
Ik was thans met het jonge meisje alleen.
Zjj zette zich aan het venster en zag naar
buiten, naar hek woeste eentonige veen. Wat
zou er in baar omgaan Zjj stond alleen in
de wereld, van dit huis waarin zjj was op
gevoed, zou zjj scheiden en een toekomst
tegemoet gaan, die voor haar nog geheel
verborgen was. Zou zjj daaraan denken?
Zouden de gebeurtenissen van den laatsten
tjjd hare gedachten bezig honden? Een
groote droefheid sprak uit hare trekken,
zjj zag er ellendig uit en toch scheen haar
gelaat daardoor nog schooner te zgn ge
worden, het was in die oogenblikken ver-
rukkeljjk.
Geruimen tjjd waagde ik het niet haar
te storen.
•Geertrnide,* zeide ik eindeljjk, >hebt
gjj geweten dat Claus nw verloofde heeft
vermoord
Zjj kromp bjj die vraag ineen, smeekend
vestigde zjj hare groote oogen op mjj.
•Vraag mg niets!* zeide zjj. »Ik weet
niets nietsIk was ontroostbaar toen
mgn vader stierf, en toch is het goed dat
hg dood is en en dit niet beleefd heeft. Zgn
verstand was zwak, dit zon hg echter be
grepen hebbent*
HWSBUD
Wordt vervolgd.