Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Oominclerwaard.
Fayri@tiJL§ibfi
FEUILLETON.
Uitgever: L. J. VEERMAN. Heusden.
m 1774.
WOENSDAG 22 FEBR.
1899.
land van alteN^
VOOB
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO.
Franco per post zonder prjjsveihooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Met prijzenswaardigen spoed herstelt de
Franscbe Republiek de bres, door den dood
eens presidents in het raderwerk der r<?gee-
ring ontstaan. En dat is maar goed ook.
De vulkanische aard van het Fran-che
volk zou geen pauze dulden. De zenuw
ziekte, die 't heele volk heeft aangegrepen,
zou losbarsten in een revolutiekoorfs, die
ongetwjjfeld aan het zwaard de macht in
handen zou speleD. Frankrijk is door en
door ziek. >De natieis diep gezonken en
bezig al het respect, 't welk Europa eenmaal
voor baar gekoesterd heeft, te verspelen.
Ze tuurt zich blind op haar eeuwenoud
troetelkindhet leger en vergaat inwendi
van baat tegen het jodendom. En sinds
een jood beschuldigd is vau verraad en
veroordeeld tot eenzame opsluiting, een
verachte Jood, die als officier het beminde
leger in opspraak en in schande bracht, is
de liefde voor het leger en de afkeer van
den jood nog toegenomen, zoodat zelfs per
sonen, van wie men dit niet zou durven
aannemen, van geen revisie weten willen.
Deze mocht het leger eens schaden en dm
jood in eer herstellen't Zou een ramp
voor Frankrijk zjjn, indien dit het gevolg
was van de herziening van 'tproces-Dreyfus!
Franferjjk verkeert op 't oogenblik in
den toestand van een zenuwlijder, die be
waakt moet worden, opdat hjj niet de hand
aan zichzelf slaan zou. We kunnen 't zoo
begrjjpen dat tal van mannen in de hooge
kringen niet meer weten hoe of wat. Ze
beven terug voor 't bestendigen van 't on
recht, ze sidderen voor 't herstel van den
veroordeelde. Aan den eenen kant laat het
geweten zjjn waarschuwende stem hooren,
aan den anderen dreigt de jodenhatenle
menigte met dood en verderf. Wanneer
Felix Faure in dezen stroom der harts
tochten, niet meer wetende hoe verder te
gaan, de hand aan zich zeiven geslagen
had, zou ons dat niet verwonderd hebben.
Toch scbjjnt dat niet 't geval te zijn geweest,
althans het rapport omtrent zijn dood luidt
de dood schijnt het gevolg van bloeduit
storting in de hersenen te zijn.* Beroerte
dus, hoewel van een hartkwaal sprake was.
Zou er toch nog iets achter zitten? Dat
»scbjjnt« staat daar zoo vaag. Nog eens,
als er iets niet in den haak was, zou 't
ous niet verwonderen.
Verhaald door een oud matroos.
O
Mjjn naam, sir, luidt: John Grosz, voor
malig matroos op het klipper- en fregatschip
»Ster van het zuiden*, dat met passagiers
en ladingen tusschen Liverpool en Sydney
voer. Ik ben slechts een ruwe zeeman, sir,
wien menige wind in het gezicht gewaaid
en etteljjke stormen op zee doorgestaan heeft.
Nu zit ik hier als een oude kerel die u zijne
lotgevallen woord voor woord verhault,
letterljjk zoo als zjj zich hebben toegedragen.
Vooraf verzeker ik u reeds, geen woord
meer of minder te spreken dan de zuivere
waarheid.
Onze reis naar Australië was tameljjk
voorspoedig geweest. Wjj hadden de lading
geheel en al gelost en lagen in de haven
van Sydney om den volgenden dag weer
nieuwe goederen in te nemen. Eenige ma
trozen waren aan land gegaan, toen mjjn
kameraad Tom Blaek, met wien ik reeds
langen tjjd omging, naast mg stond. Wjj
leunden tegen de verschansing, spraken over
onverschillige zaken en zouden ons nog
langer daarmede bezig gehouden hebben,
indien een heer, vergezeld van twee jonge
dumes, welke ik voor zijne dochters aanzag,
het schip niet genaderd was en geen blik
op ons had geworpen die mg zeide dat hg
gau boord wilde komen.
Faure was, hoewel op de hoogste plaats
gezetea, niet gezien. De aristocratie en het
leger hebben nooit eenig respect getoond
voor dezen man, uit den arbeidend m stand
voortgekomen. Daarvoor is Frankrijk nog
niet rijp, om eerbied te koesteren voor een
bewindsman, die niet uit hooge sferen af
komstig is. Bovendien heeft Faure in zjjn
vierjarig presidentschap geen blijken gegeven
van meer dan ordinaire regeerkunst en blijft
ijjn schitterendst jaar dat, waarin hij bezoek
ontving van den Czaar en dien wederkeerig
bezoek bracht. Zjjn houding in de üreyfus-
zaak is ook niet geschikt hem in de oogen
van 'g neutrale buitenland bjjzonder hoog
te verheffen.
Na Felix Faure Emile Loubet.
't Zou vermetel zjjn uit het feit dat de
laatste met groote meerderheid tot President
gekozen is, de gevolgtrekking te maken dat
Lonbet Frankrijk tot kalmte zal weten te
brengen. Men mag al weer, evenals in 1895
big zjjn dat een man gekozen is, die bljjkens
zijn verleden, een eerljjk man is. Dat zjjn
naam in het Dreyfus-schandaal volstrekt
nooit genoemd is, schijnt een groote aan
beveling voor hem geweest te zjjn.
Toch hebben de Dreytusards gegronde
hoop dat Loubet een der hunnen is. Zjjn
bekende onpartijdigheid wettigt dit ver
moeden. Zonder voorop te stellen dit de
banneling onschuldig is, kan hjj 't zjjne
doen door te eischen dat gerechtigheid ge
schiede, in welken zin die ook moge uit
vallen.
Later deelen we een en ander omtrent
den nieuwen president mede, te dezer plaats
volstaan we met de hoop uit te spreken
lat Loubet blijken mag de rechte man op
de rechte plaats te zjjn.
Geheel gerust zijn we op dit stuk niet.
We herinneren er aan dat ten tjjde der
Panama-geschillen Emile Loubet aan het
hoofd van binnenlandsche zaken stond. Dat
was een uiterst moeilijke tgd en daarin is
Loubet bezweken. Er was toen aan 't hoofd
van 't kabinet een man noodig met een
ijzeren hand, want 't schip van Staat werd
door alle winden her- en derwaarts geslingerd.
Loubet gevoelde zich daartoe niet sterk ge
noeg en trad af. Dat is een bewijs zijner
eerljjkheid en zelfkennis, zeker, maar ook
in den tegenwoordigen tjjd zou 't voor
Frankrjjk niet kwaad zijn als er eens een
man aan 't roer kwam die, behalve een
helder hoofd en eerlijk hart, een vaste hand
»Is de kapitein aan boord vriend
vroeg hjj.
»Neen, sir,< zeide ik en greep naar mgn
hoed, »maar de stuurman is daar.*
De heer leidde nu eene der jonge dames
over de planken, welke wij van het schip
op den wal gelegd hadden en, daar de
andere oogenschjjuljjk bang was om hare
zuster te volgen, ging ik haar te gemoet
en stak haar mjjne hand toe om haar vast
te houden en aan boord te brengenzjj
lachte mjj toe alsof zij wilde zeggen nu
geen gevaar meer behoeven te vreezen
legde haar fijne glacé handschoen in mjjn
groote bruine vuist, zag mjj vriendeljjk aan
en zei met zulk eeue zoete stem >dank u
matroos!* dat het mjj als muziek in de
ooren klonk. Met leedwezen, doch in geen
geringe verlegenheid, bemerkte ik nu dat
mjjne lompe, met teer gevlekte hand, een
vuile plek op haar handschoen had achter
gelaten, hetwelk mij zoodanig in verwarring
bracht, dat ik als een lummel daar stond
en mjjne hand aan mgn broek afveegde.
Ik wist op dat oogenblik waarljjk niet wat
ik doen zou. Tot mjjn geluk bemerkte zjj
mjjne verlegenheid en de oorzaak daarvan.
Lachend knikt zjj mg toe en bjj mijne ziel,
hoe lomp en onhandig ik ook ben, gjj kunt
mg kielhalen, als ik in die minuut niet
meende dat ik haar minnaar was. Zelfs zou
ik mg voor haar nedergelegd hebben opdat
zg haren schoen aan mgn lichaam had
kunnen afvegen!*
»Mas.er Smith is niet aan boord, hij is
aan wal gegaan,* fluisterde Tom mg in het
oor en stiet mg in den rug.
Waar kunnen wg den stuurman vinden?*
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77. et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrgdagavoad
ingewacht.
bezat en met die hand de teugels gre°p,
zoodat Frankrjjk weer eens tot kalmte kwam
en tot inkeer. Laten we er nu maar 't beste
van hopen en Loubet alks goeds toowenschen
op zjjn hoogen Z9tel.
Bniitenl&hd.
De trein die Zaterdagmorgen om 5 uur
uit Doornik vertrok en te 8 uur 14 te Vorst
bij Brussel stilhield, is met de expres-trein
van Hall in botsing gekomen. Door den
mist kon msn vanaf den exprestrein de
lichtsignalen niet zien, welke bevel gaven
tot stoppen en kwam deze met volle kracht
op den stilstaanden trein botsen.
Verschrikkelijk was de schok.
De locomotief van den exprestrein sprong
boven op den laatsten waggon van den
trein uit Doornik, en het was vooral deze
trein, die te ljjden had.
Onmiddelljjk na het onheil leverde de
omgeving van bet station een hartverscheu
rend schouwspal op.
Juist aan den voet van de ladingsplaats
van 't station staat de locomotief recht op
met geheel haar gewicht steunend op de
overbljjfselpn der verbrjjzelde waggons.
En te midden van die waggons ziet men,
zegt een berichtgever, acht ljjken, bleek en
bloedend, met de krampen der geleden pjjnen
nog op de gelaatstrekken.
Onder de brokstnkken van een der wag
gons ziet men het Igk eener oude vrouw,
met het gelaat tegen den vloer van het
rijtuig geplet; onder een der wielen van
de locomotief het geheel verwrongen ljjk
van eene jonge blonde vrouwen te midden
van het jjzerwerk dat van een klein meisje.
Afgerukte armen en handen steken aller-
wege tusschen de puinhopen uit.
Om drie uur lagen nog verscheidene
dooden onder de locomotief en tusschen die
dooden en gewonden, mej. De Greef uit Hall.
Men verdubbelde de pogingen om mej.
De Greef onder de locomotief uit te halen.
Volgens hetgeen zjj aan de werklieden zeide,
heeft zjj slechts eenige schrammen.
Zjj gaf den mannen moed en zette hen
tot spoed aan.
Ten half een gelukte men er in, haar
los te makende dokter verzekerde dat vier
harer ribben gebroken zjjn.
Onder de gekwetsten is ook een mej. De
Rycke wier been ter plaatste werd afgezet.
De bevolking van Vorst is bewonderens-
vroeg de heer in het zelfde oogenblik, een
stram oud man, schier zoo bruin als Tom,
met bliksemende oogen, een haviksneus en
een grooten witten baard, welke zijn ge
laat ten halve bedekte. Wat echter de
dames betreft, die, zooals ik reeds zeide,
zijne dochters schenen te zjjn, zoo kan ik
haar met niets anders en beter vergeljjken
dan met een paar engelen. De heer herhaalde
zjjne vraagwaar hjj den stuurman vinden
kon, en door mgn dom, ondoordacht ant
woord, moest ik nu bekennen, mjj vergist
te hebben en dat de bedoelde persoon ook
aan den wal was.
»Nu, dat beteekent niets, man,* hernam
de oude heer. »Ik heb op dit schip drie
passagiersplaatsen ter terugkeer naar het
vaderland genomen en mjjne dochters willen
eerst het schip en de kajuiten bezichtigen.
Gjj en d e man daar behooren immers tot
de bemanning niet?* voegde hij er
daarna op afgemeten, barsGhen toon bjj.
»Om n te dienen, sirzeide ik en greep
nogmaals naar mgn hoed, want bjj sprak
juist als eeu kapitein.
»Dat verheugt uaij,« verzekerde hjj. »Gjj
Britsche zeebonken hebt een eerlijk en op
recht gezicht. Daar, drink op de gezondheid
Ier jonge dames als ge weder aan land
komt,* sprak hg, en drukte mg een shilling
in de hand. »Nu, ik hoop dat gjj ons be
houden over zalt brengen niet?*
»Ja, dat willen wg, sir, op mgn eer, want
beter vaartuig dan ons sehip doorkliefde
nimmer de baren.*
Bravo!* ri-p de oude heer en klopte
mg op den schouder, »ik heb gaarne dat
een matroos trotsch op zjjn scaip is.«
waardig in het verleenen van hulp.
Al de zalen van het station zijn in zieken
zalen herschapen. De terrassen zjjn hedekt
met bloedige menseheljjke overbljjfsels.
En een talrjjke groep werklieden is nog
altijd bezig met het opruimen der puin-
hoopen en het opzoeken der dooden, die er
onder liggen.
Een ooggetuige heeft een verslaggever
het volgende verhaal gedaan
»Ik had ten 7 ure 37 den trein genomen,
en bevond mjj in een compartiment der
derde klasse, in een der eerste rjjtuigen.
Ter oorzake van den mist hal de trein
meermalen moeten stoppen. In bet station
van Vorst voelde ik een hevig schudden en
ik zeide tot mjjn gezel: »Wat is dat?*
Op 't zelfde oogenblik voelden wjj een
vreeselijk-n schok en ik werd midden op
den weg geworpen.
Naast mij lag mjjn gezel, de heer Bor-
remans, van Hal, licht aan het hoofd
gek wetst.
Verdoofd, bedwelmd, zagen wjj niets;
overigens de mist belette het ons. Zoo zeer
waren wjj versuft, dat wg er zelfs niet aan
dachten, onze reisgezellen te helpen, en dat
wjj vluchtten als zinneloozen.*
Een ander reiziger, Van Diest, in dienst
bjj notaris Heremans, was ook in een rjjtuig
der 3 de klasse met verscheidene vrouwen-
Op het oogenblik van den schok sprongen
allen naar het portier maar het was niet
mogefjjk dat te openen.
Na lange pogingen gelukten zjj er toch
in en het eerste wat zjj te zien kregen waren
de ljjken van twee personen, die in tweeën
gesneden waren.
Onder de gedooden bevinden zich ver-
gcheiden personen uit Ruysbroeck. Dit komt,
omdat de trein door den mist het station
van Ruysbroeck was voorbjjgeredenalle
voor dat dorp bestemde reizigers hadden
plaats genomen in de achterste rjjtuigen
en deze hebben juist het meest te ljjden
gehad.
Mevrouw Faure heeft van alle regeerende
hoofden der Europeesehe staten telegrammen
van rouwbeklag ontvangen. Het telegram
van keizer Wilhelm was een der eerste, zoo
niet het eerste, dat de weduwe ontving.
Het is trouwens bekend, dat Keizer Wil
helm in zulke gevallen een zeldzame op
merkzaamheid toont, welke zjjn karakter
alle eer aandoet.
Bjj dit gezegde zag ik de jonge dames
lachen en meende dat ik hiervan de oorzaak
was. Tengevolge daarvan werd ik nog on
handiger dan te vorm. Het dunkt rag, dat
toen ik hen op het schip rondleidde, hen
alle kajuiten toonde en van de voorspoedige
reis sprak, ik vele dubbelzinnigheden ge
zegd heb; nochtbans dankten zjj mjj, en
zoodra de heer de eene jonge dame bjj de
hand nam en weder naar den wal braeht
nameljjk die, welke ik aan boord ge
bracht had, met het lange donkere haar,
gaf mjj de andere, die met de goudgele
lokken, welke tot op haren rug hingen, on
middelljjk de hand en zeide daarna ten
tweeden male, »dank n, matroosToen zg
reeds lang vertrokken waren, stood ik daar
nog en staarde haar nain die oogenblikken
verbeeldde ik mjj dat donkere wolken aan
den hemel kwamen en de dag een treurig
aanzien verkreeg. Nog steeds voelde ik den
druk dier kleine hand aan mjjne plompe
vingers, tusschen welke een tweede shilling
lag dezelfde dien ik hier in een lederen
zakje op mgn borst zal laten hangen, als
ik in mgn hangmat genaaid ben en een
viar-en-twintig ponder aan mgn voeten mg
naar den bodem der zee trekt.
II.
Heisa, lustig jongens, ho, johol* klonk
het, en langzamerhand kwam vat voor vat
naar boven en werd vervolgens in de diepe
ruimte van het schip neergelaten, waar
eenige onzer mannen het eene vat talk na
het andere naar zjjne plaats rolden. Wg
werkten op dien dag buitengewoon hard,
De Czaar zond het volgende telegram:
»Diep bedroefd door het bericht van het
overljjden van uwen illus'ren echtgenoot,
haast ik mjj u uitdrukking te geven van
mgn levendige eu oprechte deelneming,
welke wjj, d«s keizerin en ik, nemen in uw
smart en die van uwe familie.
Wij deelen met gansch ons hart in den
diepen rouw, welke gansch Frankrjjk ge
troffen heeft.*
Het telegram van keizer Franz Jozef:
»Diep geroerd door het ongeluk, hetwelk
u heeft getroffen, verzoek ik u, mevrouw,
te gelooven aan het zeer levendige en zeer
oprechte aandeel, dat ik neem aan uw
groote smart.
Van den koning van Italië: >Diep geroerd
door het ongeluk dat u op zulk een wreede
wijze en zoo ©nverwaeht heeft getroffen,
bied ik u mgn rouwbeklag aan en dat van
de koningin, met de meest innige gevoelens
van sympathie. Gansch Italië deelt in den
rouw uwer familie en van Frankrjjk, wegens
den dood van president Faure, en sluit zich
aan bij de huldebetooningen aan de groote
deugden van den betreurden grooten man.*
Van koningin Wilhelmina: »Ik bied u,
mevrouw, ook uit naam mijner moeder,
mgn levendige en oprechte sympathie aan
in het vreeselijk verlies, dat n door het
overljjden van den president hebt geleden.*
Van den Khedive: Diep getroffen door
den dood van uw beminden echtgenoot,
den betreurden president der Republiek, ver
zoek ik u de uitdrukking mjjner deelnemende
en eerbiedige sympathie te aanvaarden.*
Van den koning van Siam»Met diep
leedwezen verneem ik het overljjden van den
president. Ik verzoek u de betuiging van
mjjn innige deelname te aanvaarden.*
Dit zjjn sleehts enkele aanhalingen van
het twintigtal telegrammen, welke de Temps
bevatte.
De Parjjzenaars hebben Zaterdag ruim
schoots gebruik gemaakt van de gelegen
heid, om een laatsten blik te werpen op
het ljjk van Felix Faure, dat in het Elysèa
ligt tentoongesteld. Van 9 nar 's morgens
tot 6 uur in den namiddag trokken 60.000
personen langzaam en stil voorbjj het ljjk.
Op last der doctoren werd te halftwaalf
begonnen met het kisten van het stoffeljjk
overschot, nadat de familie van den over
ledene en de minister-president Dupny hem
een laatst vaarwel hadden toegeroepen. Het
doch pakten de zaak met jjver aan en deden
het schip spoedig dieper in het water zinken.
Wg kregen zoolang talk aan boord, totdat
het geheele ruim daarmede volgepropt was.
Behalve den talk, moesten wjj nog andere
goederen innemen, namelijk eene groote
menigte wol en eene lading koper. Het werk
was zeer vlug van de hand gegaan, toen
de kapitein op zekeren dag aan boord kwam
en met den heer Smit over de geschikste
wjjze beraadslaagde om nog, voor ik weet
niet hoeveel duizend oneen goud, welke wjj
naar Engeland zouden overbrengen, plaats
te maken.
Den volgenden morgen kwam het goud.
De kisten, waarin het zich bevond waren
omringd door eene wacht der politie. Aan
stonds beval de kapitein ons het aantal
kleine kisten, van jjzeren banden voorzien,
aan boord te dragen. Zg waren genommerd
en buitengewoon zwaar: ik zou niet kunnen
zeggen hoeveel elke kist wel waard was;
toen zjj echter in de kleine kajuit stonden
welke men tot dat doel had opgeruimd,
schenen zjj niet veel plaats te beslaan. Daar
om merkten wjj spoedig op dat twee man
nen, waarschjjnljjk agenten van politie,
zoolang bjj ons aan boord bleven totdat wjj
onder zeil gingen.
»Nu,« zeide ik op zekeren dag tot Tom,
toen wg daarover spraken, »het kan zjjn
dat het in orde is en wg eene rgke lading
aan boord hebben, raaar ik weet niet hoe
het komt, ik zag liever dat wjj slechts talk
en wol in hadden.*
HIIVWSKUI
mmmja
Wordt vervolgd.)