Hel Land van Heusden en Aliens, de Langstraat en de Bonimelerwaard.
Goud en Zilver.
M 1778.
FEUILLETON.
1899.
'^T Land van ALTENk
Uitgever- Lu J. VEERMAN, Heusden.
WOENSDAG 8 MAART
VOOB
Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00.
Franco par post zonder prjjsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Een goudsmid te Amsterdam bad een
broche tentoongesteld, waarop de woorder
»j'accnse« (>ik beschuldig,den titel var
Zola's eerste aanklacht) te lezen stond en
waarin een miniatnnrportret van dezen
schrijver verborgen was. Een Franschman,
dit versiersel ziende, vond het zeer aardig
en sprak zijn voornemen nit het op te
zenden aan mevr. Zola. De winkelier echter
vond dat hg dit zelf wel doen kon en
stnnrde bet deze dame ten geschenke. Mevr.
Zola was er boogeljjk mee ingenomen, be
stelde eenige exemplaren voor vriendinnen
en kennissen en nu tooien de voorname
Dreyfusard-dames zich met een herkennings-
teeken van Nederlandschen oorsprong.
Deze kleine geschiedenis is een sterretje
aan den tegenwoordig niet helderen hemel
der gond- en zilverindustrie, waarop de
jongste aflevering der »V. v. d. D.« ons
een blik doen slaan.
In de geschiedenis ban men bij alle volken
dit feit waarnemen: toeneming der wel
vaart heeft tot onmiddelljjk gevolg toe
neming der weelde. Goud en zilver zjjn
echte weeldeartikelen, de gond- en zilver-
industrie houdt met de volkswelvaart ge
lijken tred.
Warneer men echter hoort dat in onze
dagen deze industrie lijdende is, kan mer
daarnit nog niet het gevolg trekken dat
de welvaart daarom is afgenomen. In onz^
hoogere standen b.v. is het tegenwoordig
mode, zich eenvoudig te kleeden en alle
opzienbarende versierselen te mijden. Een
enkele fonkelende diamant in het haar kan
er door op een galabal maar anders
zjjn de dames, die prjjs stellen op den
naam van welopgevoed en beschaafd, af-
keerig van jjdelen tooi. Velen zjjn dit om
de zeer ernstige reden dat 't, terwjjl om
hen zooveel armoe en ellende heerscht.
minder edel is met hun schatten te pronk
te loopen, anderen omdat eenvoud »ehic«
staat en tegenwoordig de mode eenvoud
voorschrijft. Ook ten plattenlande worden
de versierselen reeds zeldzamer. De schilder
achtige kleeding onzer provinciale schoonen
wjjkt voor »de mode van Parijs* en de
niet schitterende omstandigheden, waarin
de landbouw verkeert, verbiedt onverbid
delijk het aankoopen der vroeger onont-
Verhaald door een oud matroos.
(5
Ongelukkig bedroog ik mjj niet, alles was
louter waarheid en ik begon na te gaan
hoeveel matrozen nog in leven waren. Ib
telde er acht, van welke ik had durven
zweren, dat geen hunner zeeroover zon
worden. Vervolgens dacht ik er over na
wat de muiters met deze acht zouden aan
vangen, daar allen ongetwijfeld opgesloten
waren. Eindelijk viel het mij in dat men
hen, benevens de dames, in eene groote
boot zou plaatsen en hen daarna aan hun
lot overlaten.
Eindelijk brak de morgen aaneerst een
zwakke lichtstreep, daarna een rooden gloed.
Vervolgens kwam de zon onmiddeljjk op
om elke golf tot eene massa edelgesteenten
te maken, welke in een vloed van goud
dansten terwjjl de hemel dit zoo vriendelijk
aanzag, alsof het onmogeljjk ware dat zulk
een bloedige daad in de duisternis had plaats
gegrepen. Elke warme zonnestraal droeg
het hare er toe bjj om mjj te verkwikken
en met nieuwen moed en hoop te vervullen,
totdat ik er weer aan dacht wat van mjj
worden zoumisschien wilde men nj jj dood
schieten of den haaien tot bnit geven, of
verdrinken of wat anders. Een tweede blik
op de warme zon en den lieven hemel schonk
mg weer kracht en ik besloot te wachten
tot men de overige bemanning in een boot
b.-erlijke gouden sieraden. Nog een kleine
wijle tijds en de gouden oorijzers, dito kap,
krullen en spelden behooren tot de ge
schiedenis.
Daar komt bij dat in vroeger tijd gouden
en zilveren voorwerpen werden gekocht als
geldbelegging, wat niet af te keuren is,
zoolang men zekerheid beeft dat deze edele
metalen hun waarde behouden. Zekerheid
daarvoor bestaat echter niet. 't Goud houdt
zich tamelijk constant, maar 't zilver is in
de laatste jaren tot ongeveer de helft der
waarde gedaald.
Een en ander is van grooten en wel van
nadeeligen invloed geweest op onze industrie.
Honderden nijvere handen vonden vroeger
brood met de vervaardiging van gouden
versierselsde mode en de achteruitgang
van den landbouwenden stand hebben een
groot deel dezer werkeloos gemaakt of naar
de zilverindnstrie gedreven, di> toegenomen
maar minder loonend is dan de eerste.
Was twintig jaar geleden de hoeveelheid
goud ter stempeling aangeboden ongeveer
2000 K.G., in 1897 was die geslonken tot
even 1000 K.G., tot de helft 4US) wat een
verlies aan arbeidsloon voorstelt van c. 2
millioen gulden.
Het zilver geeft betere cjjfers te zien. Dat
is in twintig jaar gestegen van een jaar-
Iriksehe prodnctie van 11,000 K.G., tot
15,000 K.G.
De oorzaak daarvan is vooreerst de lage
prijs van het zilver, waardoor 't tegen
woordig ook voor den hurgerman hereik-
baar is zijn couvert, lepel en vork, in zilver
te bezitten, ten andere de mode, die het
antiek in gebruik gebracht heeft. Oud zilver
wordt tegenwoordig zoo bedriegelpk nage
bootst, dat Engelschen en Amerikanen in
verrukking geraken over het »01d Dutch*
dat onze zilversmeden fabriceeren.
Hier hebben we nu een artikel, waarin
onze landgenooten het buitenland de loef
kunnen afsteken. Maar ze moeten artisten
zijn in hun vak, anders delven ze 't onder
spit. Beschamend is het feit, dat in '96 een
wedstrijd is uitgeschreven om een gedreven
stuk zilverwerk in oud-Hollandschen stijl,
waarop slechts 4 inzendingen inkwamen,
waarvan bjj bekroning nog 2 van dezelfde
hand bleeben afkomstig te zijn.
Willen we onzen goeden naam in de
smeêkunst der edele metalen handhaven,
dan moet voor alles gezorgd worden dat
zou wegzenden. Dan wilde ik haar, de haaien
trotseerend, nazweiumen.
Aan boord scheen iemand wakker te
worden, want de koers werd veranderd en
het schip ging eenigzins vlugger. Eenige
oogenblikken later ontstond er echter wind
stilte; het schip draaide en ik kreeg de
volle zon in mijn gelaat, welke mjj een
weinig begon te drogen en mjjne verstijfde
ledematen verwarmde. Ik hoorde hoe men
boven water gooide en ijverig het verdek
schrobde.
Ha, ha, dat is om het bloed te doen
verdwjjnen, dacht ik, even daarna vernam
ik een groot geraas van twisten, vloeken
en schreeuwen, op het onverwachts knalde
een schot en even later wierp men iets in
het water waarin ik toen het voorbjj kwam
drijven een mjjner kameraden herkende, een
kloeke, vertrouwde man. In hetzelfde oogen-
blik hoorde ik een flauwe gil, bet fluisteren
van stemmen en het toeslaan vaneen venster.
De klank dezer stem deed mij herleven,
zoo iat ik mijne krachten verzamelde, anders
zou ik tegen wil en dank in het water ge
vallen zijn, zoo ziek en verzwakt was ik,
en de haaien tot een uitmunten ien maaltjjd
verstrekt hebben. Waarschijnlijk moest ik
dit aan het bloedverlies toeschrijven ©n
bovendien had ik voorheen nooit zulke
gruwelen bijgewoond als sedert den vorigen
avond genoegzaam waren voorgevallen om
een eerljjk man het verstand te benemen.
Indien ik mjj niet ingespannen had, zon
ik zeker gezonken zjjn, daar ik mjjn zakdoek
om het hoofd gebonden had, wgl de wonde
mg vreeselgke pgn veroorzaakte.
Langzamerhand werd eene boot uitgezet
en een poosje daarna, alsof men er proviand
Advertentie» van 16 regels 50 et. Elke regel
meer et. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond
ingewacht.
np dit gebied hier te lande iets geleverd
kan worden dat aan de strenge eischen der
kunst voldoen kan. Wat men ook ons onder
wijs moge verwijten, dit staat boven allen
twijfel, dat de smaak veredeld is en de vraag
naar degelijk, artistiek werk steeds grooter
wordt.
Allervreemdst mag het daarom heeten,
dat in Haarlem en Zwolle cursussen geopend
zijn in djt vak, hoewel d©ze plaatsen in de
zilversmeêkunsfc volstrekt geen hooge plaats
innemen. Zoo ergens dan is de plaats voor
z'oon cursus te Schoonhoven, waar bijna
iedereen op eenigerlei wijze met de bear
beiding van edele metalen in verband staat.
Schoonhoven leverde in 1898 af rnim 70
dnizend gouden en 500 dnizend zilveren
voorwerpen, tot een gewicht van bijna 60
KG. goud en 2801 KG. zilver. Het heeft
op eigen initiatief een leerschool geopend
waarop een 100-tal leerlingen gaan en in
1898 daaraan verbonden een cursus in 't
graveeren. Verder reiken de fondsen niet,
maar zoo ergens dan is deze plaats aange
wezen om met rijkssubsidie te voorzien in
een leemte, die onze kunstnijverheid nog
«deeds aankleeft.
Het geldt hier een groot belangonze
aloude naam op 't gebied der bewerking
van edel metaal en de broodwinning van
honderden werklni. Wanneer we hierop niet
tijdig bedacht zijn, gaat het buitenland met
onze clientèle strijken en hebben we 't ook
in de smeêkunst tegen anderen afgelegd.
Bnitenland.
Een vreeselijke ramp heeft in den nacht
van Zaterdag op Zondag ongeveer half
drie in de nabijheid van Toulon, de groote
oorlogshaven in het Zniden van Frankrijk,
aan de kust der Middellandsehe Zee, plaats
gehad. In het holst van den nacht werd
de bevolking plotseling uit haar slaap op
geschrikt door verschrikkelijk gekraak en
gedreun, dat velen deed denken aan den
vreeselijken Octobernaebt van 1875, toen
het admiraalschip »Magenta« in de haven
van Tonlon in de lucht vloog. Ook thans
gold het een ontploffing, daaromtrent kon
geen twijfel bestaan. Verschrikt snelden vele
bewoners bjjna ongekleed de straat op, niet
anders denkend, dan de huizen zouden in
storten. De gaslantaarns waren uitgedoofd,
glasscherven van gebroken ruiten en ruïnen
van omgevallen schoorsteenen bedekten den
en water in gedaan had, van het schip
afgestoten. Ik hield mij gereed haar na te
zwemmen of haar ten minste toe te roepen.
Tot dat einde boog ik mij zoo ver mogelijk
naar voren totdat ik haar in bet gezicht
kreeg, daar ik het niet durfde wagen mij
aan de schelmen op bet dek te laten zien.
Toen ik eindelijk alles gadesloeg, ontzonk
mij den moed, want er waren slechts zes
man in de boot, de jonge dames daarentegen
niet bij hen. Nadat ik de gezichten nauw
keuriger beschouwd had, ontwaarde ik dat
de kok achtergebleven was.
Arme, arme meisjes!* murmelde ik, ver
school mg weder, begon te morren en gaf
alle hoop op om de boot na te zwemmen,
want ik meende dat ik zulks niet kon, de
matrozen roeiden weg, zonder mij te zien
en hunne boot werd eindelijk slechts e8n
kleine stip.
De heete, verzengende gloed van den dag
brak aan en nog steeds hadden wjj wind
stilte; daarna werd het avond en ik had
niets te eten dan een kl-in stukje pruimtabak.
Ik wist dat de zon spoedig zou ondergaan,
want de hemel prjjkte met een prachtigen
gloed van kleuren. Ik had sedert dien tjjd
niets meer van de jonge dames gehoord
ofschoon ik meende een venster te hebben
hooren opengaan. Op de plaats waarop ik
zat kon ik niet naar boven zien noch op
klimmen en daarom besloot ik te wachten
totdat het donker was om op het dek te
klimmen, daar ik grooten honger had.
Van tgd tot tgd kon ik de schurken
hooren zingen, schreeuwen en tieren, waaruit
men duidelgk kou opmaken dat zg meer
dan genoeg grog gedronken hadden. Zulks
deed mg weer aan Hicks en Philipps denken
grond en spoedig werd de hemel verduisterd
door een donkere wolk, die een benauwende
kruitlucht medebracht, terwijl een fijne,
zwarte kruitregen overal vielhet kruit
magazijn der marine te Lagonbran, op
ongeveer drie kilometers afstand van Toulon,
was in de lucht gevlogen.
Onmiddellijk namen de militaire en bur
gerlijke autoriteiten maatregelen, om, zoo
mogelijk, hulp te verleenen. Een treurig
tooneel vertoonde zich, toen de dag aan
brak, aan de oogen der redders. Het bus
bruit magazjjn was geheel verdwenen en op
de plaats, waar het had gestaag Opende
zich een ontzaglijke afgrond, waarvan de
bodem met zeewater was gevuld, want bet
magazijn was in de onmiddellijke nabijheid
van de knst gebouwd. De post, die bij het
gebouw de wacht had een korporaal
en zes soldaten was eveneens verdwenen
twee schildwachts, die vlak bij het magazijn
stonden, schijnen met het gebouw in den
grond te zijn verzwolgen, noch van ben,
noch van hun uitrusting is ook zelfs maar
het geringste spoor ontdekt.
Dertig huizen van het dorpje Lagonbran,
welks bewoners rustig lagen te slapen, zijn
geheel vernield. Op de wegen versperden
groote steenklompen den redders den toe
gang tot de plaats des onheils. Stukken
van granaten en kruitkisten zijn door de
ontploffing verscheidene kilometers ver weg
geslingerd. Een douanen-gebouw op 100
meter afstand van het dorp is veranderd
in een hoop halken en puin. En tussehen
de overblijfselen der geboawen zag men
bloedend»* handen, beenen, hoofden en andere
deelen van menseheljjke lichamen in chao
tische verwarring dooreen. De gekwetsten
werden op ambulance-wagens naar het
marine-hospitaal en naar het ziekenhuis
gebracht, daarna ging men aan het zoeken
der ljjken.
Het aantal personen, die bij de ramp zjjn
omgekomen, wordt op zestig geschat, het
aantal gewonden op 110. Het zoeken midden
in den nacht naar de gewonden was voor
hen, die hulp kwamen verleenen, niet alleen
zeer moeilijk, maar ook zeer gevaarlijk,
daar telkens bij pogingen, om gewonden
onder het puin vandaan te halen, opnieuw
stukkeu van muren ineenvielen. Met groote
voorzichtigheid moest men loopen, want
ieder oogenblik liep men gevaar, op een
menscheljjk lichaam, hetzij dood of levend,
en ik maakte de gevolgtrekking dat zij zich
door niets lieten afschrikken en voor geen
kwaad terugbeefden. Ik stelde eene poging
in het werk om naar het venster te klimmen
waar de dames waren, ofschoon ik zeer
goed wist, dat ik alleen er niet in slagen
zou om haar te redden. Spoedig zag ik in
daar niet te kannen komen en besloot der
halve te wachten tot het donker was, te
trachten mjjn aanwezigheid dan kenbaar te
maken, wanneer zij misschien iets zouden
kannen laten zakken, waaraan ik mg kon
ophijschen.
Toen ik daar nu den nacht zat te ver
beiden, werd eensklaps het vensterglas in
stukken geslagen. De scherven vielen naast
mg in het water en nu herinner ik het mij
nog, dat ik daarover een oogenblik half
waanzinnig werd en het schuim mjj op den
mond kwam. Daarna vernam ik schreeuw
op schreeuw, het geluid van worstelenden,
smeeken om genade en erbarming, roepen
om hulp eu jammeren, alles op hartroeren-
den toon; vervolgens het verbrjjzelen van
meubelen, het kletteren van gebroken glas
en toornige kreten en vloeken van maanen,
in antwoord op dat vertwjjfelend geroep
om hulp. Ook werden er slagen gegeven,
door welke de kreten nog lang aanhielden.
Daarna werd eene deur hard toegeslagen,
en nu beerschte op het verdek een oorver-
doovend geraas vermengd met vreeselgke
godslasteringen. Gedurende al dien tgd drukte
ik mjju hoofd vast tegen het schip, daar
ik vreesde dat mjjn schedel zou bersten.
Na verloop van een half uur drong een
hevig zuchten en zulk een bitter geween
tot mjjn oor door, dat mg warme tranen
van deelneming en medeljjden over de wan-
te trappen. Om het reddingswerk te verge-
makkelen werden groote vuren ontstoken,
die 't groote tooneel van ellende, huivering-
wekkend-somber met hnn rooden schijn
verlichten. Overal hoorde men het gejammer,
gesteun en doodsgerochel van de slachtoffers
van het kruit.
Roerende bijzonderheden van wonderda
dige redding worden door de overlevenden
verhaald.
Een kanonnier, die met vrouw en kind
in hetzelfde bed sliep, werd door den hevi-
gen slag gewekt en onmiddellijk daarna
werd het bed in de hoogte geslingerd, bet
plafond zakte in en vulde de kamer met
puin, dat ook het kind bedolf. De wanhopige
vader, die zelf vrij ernstig aan het hoofd ge-
kwefst was, kon slechts met groote moeite
zijn kind uit het puin graven en met zijn
bewustelooze en gewonde vrouw in veilig
heid brengen.
Van een gezin van 6 personen, werden
er drie in den slaap gedood, van een ander
van 5 personen, werd alleen een 20-jarige
zoon gespaard.
Hoe hevig de ontploffing is geweest, blgkt
wel hieruit, dat alles op twee kilometer in
het rond is vernieldde huizen zijn ingestort,
de hoornen zijn ontworteld en geveld, de
velden zjjn bedekt met steenen uit een na
bijgelegen steengroeve. Een steen van 50
kilogram is twee kilometer weggeslingerd.
Ook te Tonlon zijn vele huizen beschadigd
te Saint- Jean-du-Var, op 7 kilometer afstand
van de plaats van de ramp, zjjn alle ruiten
verbrjjzeld. De slag werd zelfs te Nice ge
hoord.
De korporaal, die de wacht van het kruit-
magazjjn commandeerde, is gevonden: hg
is letterlijk gescalpeerd, maar zal vermoe
delijk in leven bljjven. De behaarde hoofd
huid was van het achterhoofd afgerukt en
lag, toen men hem vond, op zjjn gelaat als
een sluier.
In Toulon en de omstreken worden overal
rouwvlaggen uitgestoken; de pnblieke ver
makelijkheden zijn gesloten en het gemeente
bestuur heeft officieel den rouw afgekondigd.
In het ontplofte magazjjn waren 50000
K.G. zwart kruit geborgen. De oorzaak van
de ramp is onbekend, maar men vermoedt,
dat het kruit ontploft is, tengevolge van
een scheikundige werking, die steeds op
treedt, als zwart kruit iu groote hoeveel
heden wordt opgehoopt.
gen vloeiden. Dit, ik gevoelde het, deed mg
goed en ik beproefde nu de weenenden mjjn
tegenwoordigheid kenbaar te maken, hetgeen
mij tot mijn leedwezen niet gelukte. Ik
luisterde weder aandachtig toe en hoorde
eene door tranen gesmoorde stem zeggen:
»Ach God, hemelsche Vader, vergeef ons,
want zoo kannen wjj niet leven!* In de
stilte des nachts hoorde ik de beide zusters
op zulke liefderijke, aandoenlijke wjjze vaar
wel zeggen dat mjjn hart dreigde te breken.
In de volgende minuut werd ik tot in het
binnenste mgner ziel ontroerd, een siddering
voer mjj door de leden, want ik vermoedde
dat zjj in zee wilden springen. >Halt, haltic
riep ik met bevende stem.
>Wie sprak daar?* vroeg men.
»Stilfluisterde ik en boog mjj zoo ver
mogeljjk naar voren, »stil, ik ben het, John
Gro8z.« Daarna hoorde ik een geluid alsof
iemand op den grond viel en eenige minuten
later sprak de stem weer:
>Ik bid u, red ons, in 's hemels naam,
help onsl*
»Dat wil ik wel,* antwoordde ik, »maar
spreek zacht, anders hoort men ons zjjt
gjj mejuffrouw Marie?*
>Juist,< bevestigde zjj haastig.
>Hebt gjj niet een stuk zeil of touw
bjj u?«
Zjj zweeg gedurende eeue minuut daarna
ontkende zjj het treurig.
Hoort gjj mjj?« vroeg ik.
>Ja wel,* luidde het antwoord.
>Nu, neem dan de beddelakens uit de
kajuit, biud ze stevig aaneen en knoop het
eene einde aan ie tafel.*
Wordt vervolgd, j
ut