Het Land van Heusden en llleim. de Langstraat en de Boninielertvaard. Pascben in Jeruzalem. M 1784. FEUILLETON. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. WOENSDAG 29 MAART 1899. LAND VAN ALTEN^ YOOE Dit blad verschat WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prgsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71j% ot. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Na de reis van Keizer Wilhelm trekt Jeruzalem nog meer de aandacht der chris tenheid dan te vorenhet zal daarom onzen lezers zeker aangenaam zjjn aan de hand van een Dnitsch geleerde, dr. Bernhard Rogge een bezoek te brengen aan dezen gewjjden grond. Wij arriveerden op Donderdag voor Goeden Vrjjdsg, van 't jaar 1895, schrijft dr. Rogge te laat om het feest der voet- wasscbing bjj te wonen, die op dezen avond door den patriarch der Grieksche berk ver richt wordt. Mjjn eerste uitstap op Goeden Vrjjdag gold de evangelische godsdienst oefening in de Muristan. Een Muristan of hospitaal stond op deze plaats in den tjjd der kruistocht'1»thans is het de naam eener kerk. Na het einde der godsdienst oefening bezochten we de in aanbouw zjjmF nieuwe berk en togen daarop naar d>- kerk van het H. Graf. Van Goeden Vrjjdag- stilte was hier niets te bespeuren. Behalve talrijke bedelaars, die eiken voorbijganger toeschreeuwden en afschuwwekkend hun mismaaktheden te pronk stelden, liepen op het voorplein allerhande kooplui rondrozen- kransen en kruzifixen te koop ventende, zoodat men eer den indruk kreeg op een markt dan in den voorhof eener christelijke kerk te vertoeven, en dan nog wel een kerk door de heiligste herinneringen gewjjd Ook daar binnen zoekt men te vergeefs n8ar plechtige feeststemming. De kerk zelve is een heerlijk gebouw. Achttien prachtige pilaren en twee rondloopende galarjjen dragen een hoogen koepel, die 24 M. middel lijn heeft. In het midden dezer groote rotonde ligt als een kerk in 't klein, de kapel van het H. Graf, geheel uit marmer opgetrokken, 8 M. bjj 4 M. Van de voorhal der kerk komt men langs een trap van 22 treden in de kapel der kruisiging, op de plaats waar de Heer aan 't kruis genageld zon zjjn. Aan deze twee hoofdgebouwen sluit zieh nog een tal van andere kapellen aan. waarin de verscbillerde gewijde oorden als 't ware onder één dak gebracht zijn. Men toonde mjj daar den steen, waarop Nieo- demus het lichaam des Heereu gezalfd heeft een kapel, die als Jezus' gevangenis werd aangewezeneen andere, waarin zich een stuk der geeselingszuil bevindt; nog een Verhaald door een oud matroos. 11) »Bid nu den lieven God, mejuffrouw, dat deze wind aanhoudt, en dan zal het mg verwonderen, morgen vroeg nog de masten ven het schip te zien,* sprak ik. »En zullen wjj dan volkomen veilig zjjn?* fluisterde een stem, welke niet van mejaf- frouw Marie was. Toen zjj weder sprak, zag ik dat mejuffrouw Marie haar gelaat zucbteud in den echoot harer zuster drukte, die, hoewel zelf zwakker, Marie nu troostte en geruststelde, welke het zoo moedig uit gehouden had. In dat uur bleef mg echter niet veel tjjd, daarop acht te geven, want ik dacht dat de wind verminderde en nu gevoelde ik kleinmoedig te worden, want het kwam mjj voor, alsof wjj nu nogmaals om het behoud van ons leven zonden moeten worstelen. De wind scheen echter te draaien, want de boot viel op zjjde en nu gingen wjj er weer snel over heen, zoodat ik elk oogen- blik moediger werd. Een poosje later zat mejuffrouw Marie rustig en zwjjgend naast mg. Ik stnnrde zoo, dat de boot met de meest mogelgke snelheid voer. In dien nacht Bprak zjj een zoo eenvoudig har tel yk gebed, dat mg de tranen in de oogen kwamen. Ik heb dikwerf door kapiteins gebeden hooren_ voorlezen en beu ook ia kerken andere met het graf van Jozef van Ari- mathea. In een der kapellen toonde men mjj het graf van Adam en dicht daar'ojj dat van Eva en Abel. Tusschen deze kapellen ligeea allerlei gehouwen, sacristien, keukens, n-fectoriën, bewaarplaatsen enz. 't Is een echt labyrinth en 't is er zoo donker, dat men er zonder licht den weg niet vinden kan. Juist op dezen dag, waarop men aan leze plaats plechtige stilte zou verwachten, heerschte hier drukte en beweging. Dui zenden bedevaartgangers, meest Rassen, drongen in de ruimten te zamen, en schoven zich van de eene tot de andere kapel voort, voor ieder altaar neerknielende en het met kussen bedekkende. In de om de rotonde inssehen de pilaren rondloopende nissen, zaten en lagen konderden mannen en vrou wen, die bereids daar een plaats innamen tegen den volgenden dag, waarop de cere monie van het H. vuur plaats vinden zou. De aanblik op deze bewegeljjke menigte, die dekens en kussen meegesleept had, henevens proviand en die onder elkaar druk schertste en lachte, was niet zeer schoon. Maar ongehoord was de houding dezer menigte bp genoemde plechtigheid. De over levering voert den oorsprong van dit feest terug tot de belegering van Jeruzalem door de ongeloovigen, toen de christenen op hun gebed licht uit den hemel ontvingen. Anderen verklaren het weer anders, doch hoe het zjj, de pelgrims, die van heinde en ver toestroomen, zjjn in den stelligen waan, dat het heilige vour in den nacht vóór Paschen uit een spleet van het H. graf te voorscbjjn komt en door de grafkapel op- stjjgt, waarnit het door twee openingen, één voor de Grieken, één voor de Armeniërs, zichtbaar wordt. Uren te voren zjjn de hoofdkerk en alle verdere ruimten met duizenden aandachtigen gevuld, die op het licht wachten. Tot eer der Latjjnsehe chris tenen zjj gezegd, dat ze aan dit bedrog niet meedoen. Ook moet de Armenische patriarch reeds jaren lang pogingen doen om het tegen te gaan. Maar het geloof der pelgrims in het fl. vuur is onuitroei baar. Een daar wonend arts verzekerde mjj dat de Grit-ksehe patriarch van zjjn leven niet zeker zou zjjD, wanneer bij de Gr. christenen van deze gewoonte wilde af trekken. Voor vreemden is het dan alleen mogeljjk het feest bij te wonen, wanneer het gelukt van den consul op de galerjj een plaats te krjjgen. De Duitsche consul bezorgde mjj geweest waar aandoenlijk gepreekt werd, doch nooit had ik woorden gehoord, welke het hart zoo bewogen, als toen zjj den lieven God dankte voor de redding uit het aroote gevaar en Hem om vergeving bad voor ons in vertwijfeling genomen besluit. Eindeljjk sloop mejuffrouw Marie naar voren en beschouwde de arme Tom, die nog steeds vast sliep. Vervolgens gaf zij mjj brood en wjjn en gebruikte na eenig aan houden zelf ook wat, waarna zjj verder den geheelen nacht bjj mjj bleef zitten. De wind, voorwaar de vinger Gods, liet ons geen oogenblik in den steek. Ofschoon wjj nu zoo snel vooruitgingen, streek ik toch bij het opkomen der zon het zeil en toen het volkomen dag was geworden, onderzocht ik meermalen opmerkzaam den horizon. Nergens vertoonde zich echter een mast, hetwelk ik eindeljjk aan de beide meisjes mededeelde, die met kloppende harten daar zaten, doch bevend zwegen en de vraag niet over de lippen brachten. »Nergens een zeil in 't zichtc, riep ik, heesch het onze weer en aldus voeren wij in denzelfden koers voort. De verandering, daardoor in mg ontstaan, was zoo groot, dat ik bjj mg zeiven dacht, hoewel ik mg een gek poogde te noemen, hoe gelukkig het zou zjjn, als wjj beiden altgd zoo met elkander zeilen konden. VIII. In den loop van den dag vervaardigde ik een soort dak. De dames sliepen bjj af wisseling en verpleegden den armen Tom, die ieder uur erger werd en voor wien wg, behalve eenige verzorging, niets konden een plaats en die me daar bracht, moest somwjjlen met de sabel zich een weg banen. De rotonde was met duizenden gevuld om het graf, dat omgeven was door een dubbel cordon Grieksche soldaten, die om het graf een gang vrjj hielden voor de processie der hoogere geestelijkheid. In de ruimte heerschte een helscb alarm. Eindeljjk gaf een kerkslag het teeken tot den aanvang der processie en toen deze zich driemaal om het graf bewogen had, ontstond aan de zijde der kerk, waar de Armeniërs zich verzameld hadden, een ontzettend ge drang. De processie werd doorbroken, enkele Grieksche geesteljjken werd de kleeding van 't Ijjf gescheurd en de patriarch de mitra van 't hoofd geworpen. Krijgsgeschreeuw klonk door de ruimte en eerst na veel moeite gelukte bet de Grieksche soldaten de strijdende menigte tot bedaren te brengen. De nitdeeliDg van het licht werd door dit intermezzo vertraagd. Toen eindeljjk de lang verwachte vlammen uit de opening stegen en de patriarch met een bundel brandende kaarsen uit het H. Graf naar buiten trad, ontstond weer een vreeseljjk dringen en stooten; ieder wilde de eerste zjjn om zijn gereed gehouden kaars aan het H. vuur te ontsteken. Dit voorrecht wordt door de pelgrims met hooge sommen be taald. Als waanzinnig liepen zjj die zoo gelukkig geweest waren hun kaarsen aan te steken, naar achter, om tegen goede be taling hun licht over te doen. Terwjjl tot nu toe in de kerk geen licht gebrand had, was nu alles als met tooverslag hel ver licht, men applaudiseerde als iu een circus en zong in koor een eentoonig lied op deze woordenHeer, gjj hebt ons verlost door uw bloeddaarom zjjn wjj vrooljjk en zalig, de Joden echter zjjn ongelukkig en onte vreden Na deze plechtigheid, welker getuige ik op den Zaterdagnacht in de Grafkerk ge weest was, had de eenvoudige godsdienst oefening in de evang. kerk op den eersten paaschdag iets ongemeen weldadigs en het zal mjj een dierbare herinnering bljjven dien morgen te hebben mogen spreken over den tekst swat zoekt gjj den levende bij de dooden?* welke mjj aanleiding gaf mjjn talrjjke hoorders te vermanen onder het vorschen en zoeken naar de plaatsen, met het leven en lijden des heeren in betrekking staande, toch den opgestanen Heer zelf niet uit het oog te verliezen. doen. Wjj behandelden hem echter zoo liefderjjk mogeljjk, doch alles scheen te ver geefs; de arme man werd bewusteloos en kwam geen oogenblik meer bij. Ook ik was geheel afgemat en mejuffrouw Marie, die dit zeker zag, nam mjj het roer uit de hand en beval mij uit te rusten. Hoewel mjj dit tegen de horst stiet, wist ik dat, wilde ik mjj niet ziek maken, ik moest slapen, gaf haar een kort onderricht en deed haar belooven, dat zjj mij zoo noodig zou wekken, waarna ik mij neerlag. Toen ik mjjn oogen weer opende en zag dat de boot nog flink voor de wind liep, meende ik maar kort geslapen te hebben. Ik sprong op, want ik schaamde mjj en vroeg waarom zjj mjj niet gewekt had. »Ik was al te verheugd een handje te kunnen helpen,zeide zjj lachend en ruimde mjjn plaats in. Nadat mejuffrouw Madeline een klein ontbijt had gebruikt, lagen beiden zich neder en sliepen weldra. Ofschoon wjj den goeden Tom zoo zorg vuldig mogeljjk verpleegden, werd hjj steeds erger en toen bjj voor korten tjjd zjjn be- wustzjjn herkreeg, zeide hjj, zelf zeer goed te weten dat zjjn einde nabij was. >Ik ben u niet nattig geweest, sprak hjj op zekeren avond tot mejuffrouw Marie, die weeuend naast hem zat, >ik ben slechts een nuttelooze ballast geweest, doch ik deed wat in mjjn macht was; richt den koers een weinig westwaarts, John,< vervolgde hjj en het gelukte hem de hand van mej. Marie te nemen en aan zjjn lippen te brengen. »Jotra!« ging hjj voort, »gjj hebt alles alleen moeten doen en zult het ook tot een gewen acht einde brengen. Gjj belooft Buitenland. De >Intransigeant« beweert, dat er we derom een geval van spionnage is ontdekt, niet ongel jjk aan de Dreyfus-zaak. Het verraad is door een toeval ODtdekt. Er is nog niemand gevangen genomen, doch de verdachte officier wordt nauwkeurig gade geslagen. De Fransche bladen bevatten een schrij ven van den heer Gabriel Monod, waarin deze weergeeft een onderhoud, dat dr. Gibert moet gehad hebben met dea heer Faure over de Dreyfuszaak. De heer Faure moet toen erkend hebben, dat Dreyfus is veroordeeld op een stuk, hetwelk men noch aan den beschuldigde, noch aan diens vertegenwoor diger heeft durven toonen, uit vrees voor een diplomatiek conflict. Wegens een twist over de Dreyfus-zaak heeft te Petersburg een duel plaats gehad tusschen den advocaat KortchiBsky en den gewezen Franschen officier Fabri. De officier kreeg een revolverkogel in de knie, waarvan waarsch jjnljjk amputatie van het been een gevolg zal zjjn. De Keizer van Rusland heeft een nieuw wapen in handen gekregen om den Sultan van Turkjje in bedwang te houden. Eene op Malta geboren prinses Eugenie Paléo- logue, gehuwd met een Engelsch officier, beweert in rechte ljjn af te stammen van den laatsten keizer Constaatjjn van Byzan tium en mitsdien recht te hebben op den Turk8cben troon. Haar stamboom is door deskundigen voor echt erkend en thans heeft ook de Russische Heilige Synode hare aanspraken geldig verklaard, haar den titel van keizerljjke hoogheid toegekend en haren zoon als toekomstig beschermer der roem- rjjke overlevering van het orthodoxe Byzan- tjjnsche rjjk betitel!. De Russische regee ring zal aan de prinses thans een jaargeld toeleggen. Op bevel van den Czaar heeft Moerawjóf den 23eu dezer aan de Russische vertegen woordigers in het buitenland een circulaire gezonden, waarin hjj hun opdraagt harteljjk dank te betuigen aan allen, die door brieven, telegrammen of anderszins den Keizer hun instemming met zjjn vredesboodschap hebben betuigd. De Keizer ziet in de eensgezind heid van de gevoelens en de bereidwillige toestemming van de regeeringen om de conferentie in Den Haag bjj te wonen, een mjj echter, niet waar, met de meisjes recht vaardig te zullen handelen?* »Ja, mjjn jongen*, antwoordde ik. De tranen schoten mij in de oogen, want hjj sprak zoo hol, dat ik meende dat zjjn einde nabjj was. >Dan kan ik gerust sterven John, want ik gevoel nu van het aardsche te moeten scheiden, om voor den grooten Rechter daar boven te verschgnen* zeide hjj en zweeg vervolgens zoo lang, tot mej. Marie begon te snikken en verklaarde in hem een lieven, dierbaren vriend te zullen verliezen. »Neen, slechts een arm matroos, die zjjn plicht trachtte te volbrengen,* hernam Tom en lachte weemoedig, »doeh John zal in mjjne plaats over u waken en God zegene u allen, want ik geloof dat ik de zon niet meer zal zien ondergaan.* Dat meent gjj niet TomHoud het hoofd fier in de hoogte, het is nog zoo ver niet!* sprak ik, doch op een hopeloozen toon. »Die schurkachtige Hicks heeft mjj mjjn deel gegeven, John, ik heb genoeg,* voegde h0 er fluisterend bjj en zag mjj scherp aan. Wjj verstonden elkander, want hjj staarde mjj jaist op dezelfde wjjze aan, als op dien morgen, toen hjj mjj zeide het bloed van mjjn gezicht te wasschen. Ik gevoelde op dat oogenblik toch iets van voldoening, dat ik dien ellendeling, welke den schedel van mjjn kameraad verbrijzelde, het licht had uitgeblazen. Gedurende den geheelen nacht lag de arme Tom half sluimerend, half wakend, terwgl ik bjj hem zat, tot de zon opkwam, toen hg geheel scheen te ontwaken, zjjn hoofd gmdraaide en naar het oosten keek. onderpand te meer voor het welslagen van de pogingen om in het bewustzijn van de volkeren vruchtbare vredesgedaehten te laten opkiemen. In zeker deel van Rusland heerscht, een verschrikkelijke hongersnood, »nng ver schrikkelijker dan die van 189192.* Deze hongersnood gaat gepaard met een typhus- epidemie, welke veel slachtoffers eischt; het Roode Kruis doet alles om de ellende te verzachten, doch wegens gebrek aan raid- delen kan dit niet zóóveel doen als het wel zou wenschen. Thans worden verdere bijzonderheden bekend gemaakt, welke ontleend zijn aan de >Novosti.< Ook dit blad erkent ten volle het vele goede, dat door het Roode kruis ter bestrijding van den nood wordt gedaan. Maar »het heeft zieh genoodzaakt gezien hulp en bjjstand te vragen, zoo groot is de taak, welke het op zich heeft genomen.* Tot aan 17 Maart heeft da verseniging aan giften ontvangen een bedrag van 1,812,862 roebels. Hiervoor heeft de Czaar een bijdrage geleverd van 1 millioen roebels, de Czarewitch van 25,000 roebels. De som men, welke in handen waren van de pro vinciale afdeelingen, brachten 't beschikbare kapitaal op 2,233,577 roebels, waarvan reeds 1,770,950 roebels is uitgegeven, verdeeld als volgt: in de provincie Ufa 405.000 r., in Kazan 269.000 r., in Samara 329,000 r., in Simbirsk 305,000 r., in Saratof 161,000 r., in Perm 114,950 r., in Vyatka 107,000 r. en in Tula 20,000 r. Ter bestrjjding van den typhus en andere epidemiën, welke thans onder de boeren bevolking woeden, aldus gaat het aange haalde bericht verder, heeft het Roode Kruis nog vjjf doctoren uitgezonden, benevens 16 studenten en meer dan 40 verpleegsters. Er zjjn nu 150 verpleegsters bjj de ver schillende afdeelingen van het Roode Kruis in de provincies in dienst. Bovendien heeft de afdeeling Vyatka drie volkomen uitge ruste ambulances gereed, om die te kunnen afzenden zoodra zulks mocht worden ver langd. Doch deze staf van geneesheeren en ver pleegsters is nog lang niet voldoende. Voort durend komen er van de plaatselijke aato- riteiten verzoeken in om meer geneeskundige hulp, vooral uit Samara, Ufa, Kazan eu Simbirsk, waar de hongersnood het ergst is geweest en de bevolking het meest voor epidemiën vatbaar is. In plaats van brood »Wat is er, kameraad?* vroeg ik, tilde hem zoover op, dat hij het hoofd op zjjn arm kon leggen en reikte hem de hand. Zeide ik u voor de goddeljjke vierschaar te moeten verschgnen, John,* fluisterde mjjn arme makker, sloot daarna met een verblijdenden lach op de lippen zjjn oogen en scheen te slapen. De opkomende zon scheen hem juist in het gezicht, hetwelk zulk een vreedzame en kalme uitdrukking had, dat ik niet bevroedde wat met hem gebeurd was, voor ik de jonge dames achter mg hoorde snikken. Na legde ik zjjn hoofd zacht neder en bleef langen tjjd naast hem zitten, bedekte mjjn gezicht met de handen en weende in stilte. Het was een zware slag die ons zoo plotseling trof, doch ik deed alles, wat naar mjjn beste weten hem aangenaam geweest was en wat hg, hiervan was ik verzekerd, voor mg zou gedaan hebben. Ik wikkelde en bond hem in een der lakens, met een stuk jjzer, dat toevallig in de boot lag, aan zjjne voeten. Bjj het ondergaan der zon sprak mej. Marie een gebed en daarna wierp ik hem, met een troosteloos hart, overboord. Ik plaatste mg vervolgens aan de boegspriet en werd zoo treurig, dat het mg gelukkig zou gemaakt hebben te kunnen sterreu. Ik herinnerde mg echter de belofte aan den armen Tom en welken plicht ik ten op zichte der beide meisjes op mg genomen had. Zjj stonden nu onder mjjne bescher ming. Beschaamd verzamelde ik al mjjne krachten en maakte de boot weer zeilvaardig. Dien ganschen nacht zeilden wg weer on ophoudelijk door. (Stol wty.) NIEUWSBLAD Verleden jaar door den Keizer ingewijd. (Slot volgt.) II Iir II Mil B cao—MCMWB—BBMBMg—fBHBB—M—ematwuwBHs

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1