Het Land van Hensden en illena. de Langstraat en de loimiielerwaard. M 1785. FEUILLETON. T land van alten^ Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. ZATERDAG 1 APRIL 1899. lachen in Jeruzalem. n. VOOB Dit blad versehjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprjjs: per 3 maanden f l.OO. franco per post zonder prjjs vei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Gelukkig zijn er in en om Jeruzalem ook j^aatsen die meer dan de kerk var het H. Graf levendige herinneringen op wekken aan de dagen toen de Heiland daar rondwandelde. Van deze noem ik in de, eerste plaats ien Olijfberg en den tegen zijn helling gelegen Hof van Gethsemané. Het zullen mij onvergetelijke, feestelijke uren blijven, die ik daar door mocht brengen. Welk een uitzicht van het plat achter de Russische kapel, die op den Oljjfberg staat van den hoogen klokkentoren door de Sylbn daar opgericht. Men heeft hier een vrjjen blik op de stad Jeruzalem en haar nog altjjd statige muren. Over de tinnen en torens zweeft de blik naar het gebergte van Juda. In noordwestelijke richting ligt Mispa, bekend uit de geschiedenis van Samuel; in 't zuiden ligt Bethlehem en ookteljjk reikt de blik tot de Jordaanvlakte et den blauwen spiegel der Doode Zee. öp den voorgrond wjj zen eenige hutten ^plaats san van het voormalige Bethphage, ^«qjwaar de Heer zjjn intocht in Jeruzalem """hield en diebtbp ligt het lieve Bethanie. Het viel rne moeiljjk van dez9 plaats te scheiden, doch de ondergaande zon maande tot terugkeer. De zeer sterke helling voerde langs de plaats op welke naar de over levering Jezus moet gestaan hebben, toen Hij over Jeruzalem weende en inderdaad is het begrijpelijk, dat van hier gezien de prachtboHW des tempels en der stad Jezus de bekende woorden op de lippen bracht Aan den voet des bergs werd nog een oogenblik rondgewandeld onder geleide van een Franciskanermonnik in den Hot van Gethsemané, waar de Heer in de handen zjjner vjjanden viel. De monnik stond ons toe tot gedachtenis eenige twjjgen van den oudsten olijfboom te plukken en mee te nemen. Tot de plaatsen in Jeruzalem, waar men het bevredigende gevoel heeft op geschied kundigen bodem te staan, behoort ook het heerlijk groote Tempelplein, dat de heele breedte van oostelijk Jeruzalem inneemt. Geen Christen mag deze plaats, door de Mohammedanen Haram-esch-Sherif gehee- ten, betreden, zonder een speciaal verlof der Turksche overheid. In tegenstelling met de bedompte, aan elkaar geschakelde ruimten der Grafkerk, wandelt men hier onder den vrjjen hemel. Zelfs in de Turksche moskee, V erbaald door een oud matroos. 12) IX. Tom had mjj geraden den koers eenig- zins meer westeljjk te nemen, hetwelk ik deed. Mejuffrouw Marie wisselde mg in het waken af, opdat ik mg van tjjd tot tjjd kon nederleggen en uitrusten, anders had ik het niet kannen uithondeu. Op den twee den dsg na den dood van Tom, lag ik te slapen en droomde van iets, dat werkeljjk het geval was, nameljjk over onzen water voorraad, die dezen dag nitgepnt zou raken eensklaps voelde ik dat iemand mjj aan den arm schudde, ik ontwaakte verschrikt en zag hoe juffrouw Marie den wind nood zaakte het zeil te verlaten, moedeloos op eene bank stond en onthutst een vaartuig beschouwde, dat toevallig onze koers had. >Och, wat zullen wjj doen, wat zal er van ons worden riep zjj uit. »Een fregat, een oorlogschip!* ant woordde ik na een onderzoekenden blik op het vaartuig geworpen te hebben. »Hoe, het is >de ster van het zuiden* nietfc vroeg zij verbaasd en sloeg de handen ineen. •Neen, zeker niet,* zeide ik, nam het roer een prachtig bouwwerk op de plaats waar vroeger de tempel van Salomo stond, onder vindt men niet dat beklemmende gevoel, dat in de eerstgenoemde kerk neerdrukt. Gelijk vanzelf spreekt, moesten wjj voor de intrede van dit heiligdom, dat den Moham medaan na Mekka de heiligste plaats is, onze voeten ontschoeien en pantoffds aan trekken. Maar zelfs een Christen komt onder den heerlijken koepel van dit gebouw, dat tot voorbeeld gediend beeft voor de schoone Sophiakerk te Konstantinopel, onder den indruk. In het midden der moskee bevindt zich de beroemde rotssteen Sachra, vroeger de spits van den berg Moria. Een tweede, op het tempelplein gelegen moskee, El Aksa, is op het eerste gezicht a's een voormalige Christenkerk te her kennen. Ook boven deze welft zich een machtige koepel, met koranspreuken be schilderd. Deze moskee rustoponderaardsehe gewelven, die naar de overlevering afkom stig zijn uit Salomo's tjjd, en tot onder bouw van den tempel gediend hebben. Aan de naar de stad gekeerde zjj, bevindt zich de beroemde klaagmuur, bjj welken zich de in Jeruzalem wonende Israëlieten verzamelen en over den ondergang van Jeruzalem klaagliederen zingen. Bjjzonder talrijk komen ze daar op Vrijdagavond; dan ziet men hoe ze het voorhoofd tegen den muur drukken en hoort men een door den voor bidder begonnen litanie zingen. Doch keeren we nog eenmaal op de voor malige tempelplaats terng. Nergens komt men zoozeer onder den indruk van den tij 1 der joodsche oudheid als hier. Daar ligt aan onze voeten het dal Kidron, heden Mariadal geheeten en over deze de Oljjf'oerg met den hof van Gethsemané. Daaraan sluit zich het dal Josahpat aan, maar van dien heelen schoonen omtrek is het vooral de berg die het oog aantrekt en ons in de verbeelding de pelgrims doet zien, den Oljjf berg afdalend om dan door de thans ge sloten gouden poort den hof des tempels te bestggen. Op den terugweg bezochten we nog de St. Annakerk. Dicht hierbjj begint de Vis dolorosa, d9 weg, langs welken den Heiland van het rechthuis van Pilatns ter kruisiging geleid is. Met welk een aandacht zon men daze straat doorloopen, als men de zeker heid had dat ze werkelijk de lijdenswer des Heeren geweest was. Daartoe echter zon men zekerheid moeten hebben waar het rechthuis van Pilatns stond. Eerst sedert den tjjd der kruistochten is de op de noord en stuurde op het schip toe. Ofschoon wjj nu gered waren, roeide ik toch onwillekeurig met een beklemd hart naar het vaartuig, want ik wist dat er na eene verandering met mij zou plaats hebben. Het teedere zusterpaar was in elkanders armen gezonken en toen ik haar bidden zag, hield ik mijne oogen op het fregat gericht opdat zjj niet zouden zieD, wat in mjjn binnenste omging. Na eenige uren waren wjj aan de zjjde van het fregat; onze boot werd naar boven geheschen en de beide dumea eene kajnit aangewezen. Ik was bestemd, het verhaal van ons ljjden en onze lotgevallen aan den kapitein en eenige officieren mede te deelen, want het was een fregat van hare Engel- sche Majesteit. Gedurende mjjn schets zag ik het voorhoofd van den kapitein meer malen rimpelen, eindelijk sprong hg ver toornd van zjjn stoel op, liep met haastige schreden de kajuit op en neer, totdat ik mjjn verhaal geëindigd had. »Wg hebben u noodig, man! Wilt gij bjj ons bljjven?* vroeg hg vervolgens, en ik nam huur voor de terugreis. Een paar dagen later bereikten wjj Kaap de Goede Hoop en liepen de haven van Kaapstad binnen, ten einde de jonge dames aan land te brengen, van welke ik zeer weinig gezien had, sedert wjj ons aan boord bevonden. Zjj verlieten nanwelgk baar kajnit, hoewel het verwonderend was, welk een eerbied de officieren voor haar aan den dag legden. Ieder was vriendeljjk jegens hen. Als zjj mg zagen ijlden zjj aanstonds naar mg toe en drukten mg de hand. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regel meer 7ys et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. zijde van den tempelhof gelegen Turksche kazerne, de voormalige burcht Antouia, als het pretorium van Pilatns beschouwd. Van daar af telt men acht plaatsen, stations op den kruisweg, van welke de vijf laatste in de k» rk van het H. Graf gevonden worden. Bij het doorwandolen der Via clobrosa kreeg ik den indruk dat de enge stegen en de bouworde der woningen nog wel dezelfde zullen zjjn als ten tjjde van Jezus. Dit hielp me beter den ljjdensweg voor den geest te roepen dan de marmeren tafels met gouden letters, waarin de Ijjdensgeschiedenis be schreven stond. Midden uit het Paascbfeest verplaatste mjj een uitstapje naar Bethlehem in kerst stemming. Langs een schoonen weg bracht een met drie paarden bespannen wagen ons in een nnr daarheen. In de nabijheid van het statige klooster Elias werd ons de plaats gewezen, waar den wijzen uit het oosten de ster verschenen is, die hen naar Jeru zalem leidde. Enkele minnten later zagen we de op twee heuvelruggen liggende Da- vidstad Bethlehem voor ons uitgebreid. Tameljjk steil gaat het naar boven tot aan de Mariakerk, de geboorteplaats des Hei- lands, in gebruik zoowel vaa de Griekscbe en Roomsch-Katholieken. De naastliggende Katharinakerk behoort uitsluitend aan de laatsten. De plaats, wear Jezns geboren is, bevindt z:cb onder het koor der Mariakerk. In den vloer is een marmeren zerk gelegd met het opschrift: Hie ex virgine natus est Christus. Uit deze grot voert een nauwe rotsgang in andere kapellen, waar toepas selijke beeldhouwwerken de plaatsen aan duiden, waar de engel verscheen aan Jozef om hem tot de vlocht aan te sporen, waar de wjjzen hebben aangebeden enz. Bethlehem maakt een goeden indruk op den bezoeker. Alles duidt hier op meer wel vaart dan te Jeruzalem. Op onzen weg door de stad ontmoetten we vrouwen en meisjes, schoon van gelaat, met heldere donkere o ogen, als we er nog niet in 't oosten ont moet hadden. Velen konden een schilder tot model voor een madonna dienen. Gaarne had ik op den tweeden Paasch- dag een bezoek gebracht aan Emmaus, doch de tjjd was te kort. Rijk aan talrijke her inneringen en door diepe indrukken bewo gen, ben ik den volgenden dag van Jeru zalem gescheiden en nog lang zullen in mijn hart de woorden van Psalm 122 na klinken, met welke de pelgrims de treden des tempels bestegen: »ik verblijd mij, dat tot mjj gezegd is, wjj zullen in het huis Ik overdacht dit alles, benevens datgene wat de kapitein mjj gezegd had en vormde daarna mjjne gelachten. Op hare eigene nitnoodiging bezocht ik de dames eens aan land, toen zjj ia het huis van een hoogge plaatst heer logeerden. Ik werd pjjnljjk aan gedaan toen ik haar in zulke zware rouw kleederen zag, want zjj brachten mjj al de afschnweljjke tooneelen van dien vreeseljjken nacht te binnen. Ik trachtte mjj echter weer te vermannen, want hoewel geen geleerde, maar slechts een ruwen matroos zjjnde, wist ik evenwel, dat het tjjd was, uit die soort van wilden droom te ontwaken, waarin ik tot hiertoe gedompeld was. Tot dit einde zeide ik haar vaarwel. Beiden weeaden bjj het afscheid en ik moest beloven haar op te zoeken, als ik weer in Engeland kwam en, opdat zjj nopens het vaartuig, waarop ik nu diende, niet in het onzekere zouden big ven, zeide ik haar op het fregat dienst genomen te hebben. Niet tegenstaande was het een treurigen middag, het ging ben aan het hart mg vaarwel te moeten zeggen en mg evenzeer. Zjj gaven mg elk een kleine ring die ik om haren't wil dragen zou, en toen ik aanstalten maakte om te vertrekken, lag eerst mej. Madeline hare beide banden in de mjjnen, stak mjj haar lief gezichtje zoo liefljjk toe als een kind, en kuste mjj. Daarna reikte mej. Marie mjj baar handen, en zeide mg met kinderljjke onschuld vaarwel. De tranen vloeiden haar over de wangen, toen zjj mg een zusterljjken kus gaf. Ik was evenwel te moede, alsof mjj iets in de keel stak, toen ik de laatste woorden des Heeren gaan en dat onze voeten zffilen staan in nwe poorten, Jeruzalem Buitenland. Naar het heet, moet de te Parjjs gearres teerde Belgische spion Claeys uitvoerige mededeelingen hebben gedaan over het be staan van e°n georganiseerd net van spi onnen, die in Frankrjjk voor Engeland en Duitschland werkzaam zjjn, en moeten in verband daarmede reeds eenige arrestatieën in de provincie hebben plaats gehad. De Fransche Senaat heeft deze week een ontwerp om een erediet van 500.000 franes te verleenen tot ondersteuning van de slacht offers der ramp van Tonlon aangenomen, nadat de rapporteur, op eene opmerking van den heer Berry, dat het gevraagde bedrag lang niet voldoende is en de Staat alle verantwoordelijkheid moet dragen, zonder daarbij rekening te honden met de openbare liefdadigheid, geantwoord had dat het onderzoek naar de oorzaak der ont ploffing nog niet is afgeloopen en de ver antwoordelijkheid daarvoor dus nog niet vaststaat. De rapporteur van den raaritiemen krjjgs- raad te Tonlon heeft zijn verslag over de oorzaken van de ontploffing van het kruit magazijn te Lagonbran geëindigd. Er wordt in verklaard, dat de bewaking der maga zijnen veel te wenschen overliet en niet geschiedde volgens de voorschriften. De gemeenteraad van Havre heeft met bjjna eenparige stemmen een voorstel ver worpen, om eene inschrijving te openen voor de oprichting van een gedenkteeken voor Félix Faure. Tjjdens het banket van het >Syndicaat de la pre8se militaire* te Parijs zeide de minister van oorlog de Freycinet, die voor zitter van de vergadering was geweet, o.m.: Frankrjjk heeft moeiljjke crisissen door staan. »Een fijn vergift verbreidde zich door het bloed van de natie en weinig Franschen bleven er van verschoondde symptomen van deze ziekte waren overal 't zelfde: een on weerstreef bare neiging om zich met zjjn beste vrienden kwade vrienden te maken. Het leger zelf is niet aan dezö soort van epidemie kunnen ontsnappen; een hard nekkige campagne is tegen het leger ge opend en zoo deze nog langer zon duren, zou zjj ten slotte onze nationale krachten oplossen. poogde uit te brengen, want nn ontwaakte ik uit dien liefeljjken droom, waarin ik in den laatsten tgd geleefd had en spoedde mjj weg. Twee jaar later keerden wjj naar Engeland terng. Alvorens ik mjj echter aan wal be gaf bjjna onmiddelljjk nadat wjj de haven waren binnengeloopen zeide men mjj, dat er iemand aan boord was, die mjj wenschte te spreken, en spoedig daarna stond ik voor een dettigen heer, met een militair voorkomen, die zich met den naam van kapitein Horton aan mjj bekend maakte. Hij schudde mjj krachtig de hand en dankte mjj harteljjk voor datgene, wat hjj mjjne edelmoedige, vastberaden handelwjjze jegens zjjne zusters geliefde te noemen. Hjj ver langde dat ik de dames zon bezoeken en liet haar adres achter. Bjj zjjn vertrek zeide hg mij dat in een zekere bank vijftig pond sterling voor mjj stonden, welke ik naar goedvinden kon opvorderen. Hg meende, dat het mjj nooit aan trouwe vrienden zon ontbreken, zoolang hg en zjjne zusters leefden. Ten laatste gat hg mg de hand, liet mg staan en aan vervlogen tjjden denken en op het pakje staren, dat hg mg in de hand gedrukt had. Onmiddellijk opende ik het. Ik vond een zilveren horloge en een banknoot van vjjf pond sterling. Het briefje was door juffrouw Marie geschreven en onderteekender stond echter ook veel in wat van hare zuster kwam. Wat ik las, ontroerde mg zoodanig, dat ik mg niet schaamde daarop een paar tranen te laten vallen, want het was juist als de kus een briefje dat een lieve zuster slechts Deze crisis is thans op 't pnnt om te eindigen. Een vonnis waarbjj allen zich znllen neerleggen, zal binnenkort de zaken weder op hun plaats brengen.* De »Sièele« gaat voort met haar aan vallen op Dn Pafy de Clam. Niet alleen houdt het blad vol, dat Dupuy en Lebret dezen officier in bescherming genomen heb ben, toen de Freycinet hem wilde vervolgen, maar het voegt er bjj: >Dn Paty de Clam is de medeplichtige van Esterhazy en Marguerite Pays. *Du Paty de Clam is de officier die Esterhazy gewaarschuwd heeft; die, om den verrader te redden, het geheim van het onderzoek tegen Dreyfus heeft geschon den, die Esterhazy heeft ingelicht, raad gegeven, hem in alles geleid. »De >geslnierde dame,* de uitvinder van zooveel schandelijke bedrijven, is niemand anders dan Dn Paty de Clam. Dn Paty heeft Esterhazy het document libérateur« verschaft, dat wederrechtelijk nit de geheime laden van het ministerie van oorlog te voorschijn is gebracht. >De telegrammen >Blanche< en »Spe- ranza* zjjn door Dn Paty de Clam uit gedacht. >Maar mijnheer de markies dn Paty kent de geheimen van generaal de Boisdeffre, die de geheimen van Mercier kent, en deze kent op zjjn beurt de geheimen van Dnpny. Eu daarom durft men Dn Paty niet in hechtenis nemen.* Uit Washington wordt gemeld, dat het vertrouwen der Philippjjners in Aguinaldo ten zeerste geschokt is. Aguinaldo moet zich gereed maken om met zjjn familie uit Ma- lolos te vluchten. Met snccès is thans tnsschen Frankrijk en Engeland getelegrafeerd zonder draad, volgens de vinding van den Italiaan Marconi. Het station op de Engelsche kust was de vuurtoren te South Foreland nabg Dover en dat op de Fransche zijde te Wimereux nabg Boulogne. De instrumenten waren reeds een week te voren naar Engeland gezonden en daar met bjjzondare zorg op gesteld. Woensdagmorgen te vjjf uur werd de eerste telegrafische gemeenschap tnsschen de twee punten verkregen. In tegenwoor digheid van een commissie, benoemd door de Fransche regeering, werd de eerste tgding per Ijjnlooze telegraaf, door den uitvinder Marconie zelf van Frankrjjk naar Engeland gezonden en het antwoord werd prompt aan haren broeder kan schrjjven. Ik moest haar dikwerf komen bezoeken, meldde zjj. Zij sprak veel van het treurige verleden en van mijne dappere belanglooze handelwjjze, wat eigenlijk niets meer of minder was dan mjjn plicht. Beiden zonden voor mjjn welzjja bidden en wensehten dat ik het horloge ter harer herinnering zou dragen en het niet minder achten dan dat het van goud was, omdat haar broeder meende, dat een zilver een beter geschenk voor een zeeman was. De banknoot van vjjf pond, het horloge zoomede de brief, liggen naast elkander in rajjn kist en telkens als ik hen er uit haal en beschouw, raak ik weer in de drootnerige stemming van voorheen. In de lange wacht- uren op zee, word ik te moede als zweeft ean lief, vriendeljjk gezicht met het kron kelende gouden haar, om mij heen en schjjnt mjj toe te lachen, zoowel in windstilte als in storm. Dikwjjls als ik over de verschan sing lig, mjj in stille gedachten verdiep en al de lotgevallen dier treurige zeereis iH het geheugen roep, komt het mg voor, dat, wanneer ik iets meer dan een gemeen ma troos geweest ware, het 1 i e f d e had kannen zjjn, wat ik destgds gevoeld heb. En nn heb ik u alles verhaald, mjjnheer, ofschoon ik u niet zeggen kan wat van mjjn geliefkoosd schip >de ster van het zuiden* geworden is, ofschoon ik het steeds voor zeker houd, dat het tengevolge der onge schikte behandeling en geringe bemanning, aan den grond gevaren is. j (Slot). -J IIKHWSBIAD li liHl' MHWniil'IIITlimi 'ÜVMiliUI 1 b I ■lllilnli— WHHHH 'i II f I Ii IH m •"■lillilMTBTIïïTT^IIgtllMilliXIIBMgnrTrWrTfnWgHTglIiTrK'ITTTMnrrTITrwi 1,1$ m ,1-nrnrrrT|-|—

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1