Hel Land van ilcusden en Altena, de Lan^siraal en de Bommelenvaard. M 1801. FEUILLETON. ®ne© Patriarchen ZATERDAG 27 MEI 1899. Uitgever: L. J.VEERMAN, Heusdsn. liViiiMihildi LAND VAN ALTEN^ VOOB üit blad verschuilt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00. Franco per post zonder prgsvei hooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels SO ct. Elke meer 71/, et. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdagavond ingewacht. Ten allen Ijjden zijn er menschen geweest, die meenden, dat het leven, zoo rjjk aar rampen en teleurstellingen, dev levens nie* waard was en dat het beter voor den menscb was nooit geboren te zijn, dan een ellendig bestaan voort te sleepen, dat toch met den dood moet eindigen. Men noemt deznlken levenszat, of met den geijksten term levensmoei. Velen, die door die ziekte want het is een ziekte zjjn aanget8sf, maken met eigen hand een einde aan hun bestaan. Ieder onzer herinnert zich wel treffende gevallen van dien aard nit het dageljjksch leven, si ware bet slechts dat tragisch too- neel, zoo roerend en aangrijpend, dat voor eenige jaren in het noorden van ons land tusschen twee uitnemende en begaafde men- sclen, msn en vronw, is afgespeeld. De grondtoon van de leer der levens moeden is, dat het leven jjdelbeid is, jjdel- beid der jjdelheden. In schoone, maar som bere taal wordt zjj reeds verkondigd in het ond-Testamentische boek, »De Prediker* genaamd. De schrjjver daarvan haat het leven en »prjjst de dooden, die reeds ge storven zjjn hoven de levenden, die tot no toe levend zjjn; ja beter dan die beiden is hjj, die nog niet geweest is, die niet gezien heeft het booze werk, dat onder de zon geschiedt* (1) en elders (2) drukt hij de zelfde gedachte uit met deze woorden Beter is de dag des doods, dan de dag, dat iemand geboren wordt.* Voorzeker een troostelooze levensopvat ting en het is zeer begrijpelijk, dat zjj, die haar toegedaan zjjn, tot daden komen als de genoemde. Ieder kent de schoone gravure, waarop een jonge krachtige man en een jeugdig schoon meisje, die elkander liefhebben, staan afgebeeld, aan elkander vastgesnoerd en elkander omstrengelend, gereed te zamen den noodlottigen sprong in den afgrond te doen, die te geljjk een einde aan hun leven zal maken. Zjj zjjn de typen der levensmoeden, die de genoemde theorie in praktjjk brengen. Wat is de oorzaak van die ziekte van den geest en er is geen geneesmiddel tegen? EMMY VON DINCKLAGE (Novelle uit Oost-Friesland 1) Ofschoon boer Alarich Hertog geboren werd op dezelfde werf bjj den Eemsdjjk en onder hetzelfde lange en bouwvallige dak, waar thans nog de goede zestiger zjjn tehuis mocht vinden, toch werd hg sedert ruim dertig jaar, in den geheelen omtrek niet anders genoemd, dan »de butenlandske*. Dat denkbeeld van iets uitheemsch had zich aan zjjn naam gehecht, doordat hjj in zjjne jongelingsjaren naar Holland was getrokken en eerst na langen tjjd van daar terugkeerde, nadat zjjn oudere broeder kinderloos ge storven was en hjj daardoor de vaderlyke bezitting erfde. De wijze, waarop die terug komst uit den vreemde van Alarich Hertog plaats had, bracht de ganscne streek in niet geringe verbazing. Bjj bracht nameljjk niet alleen eene schoone vrouw mee, in den rjjken tooi van hare Hollandsche gouden kap, maar ook knechten en meiden, paard n, koeien en schapen, benevens twee reusachtige honden, uie Newfoundlanders genoemd werden en grooter waren dan een drie- weeksch kalf. Alarich Hertogen zjjne vrouw maakten zeer veel werk van deze honden. Men moet toch iets hebben om van te bonden en kinderen hadden ze niet. Dat aan boer Alarich Hertog en zjjne Hol- De oorzaken daarvan zijn velerlei, deels e°n wilücht ongeneeslijke ziekt-1, die de ziel- knudigen te vergeefs bestrjjden, deels het zoeken van het levensgenot in allerlei ver keerde genietingen en uitspattingen, deels verveling. Van de eerste soort spreken wij niet, dit ligt buiten ons gebied. Van de tweede soort herinnert men zich zeker, dat roerend tafe reel bjj een Fransch schrijver, waar twee jonge zusters, van welke de een haar leven in allerlei losbandigheid had doorgebracht, door kolendamp een einde aan haar leven trachten te maken. Voor de beide laatste soorten van levens moeden is, naar onze meening, een afdoend geneesmiddel, en dat is arbeid, onvermoeide arbeid. Laten wij dit mogen staven met een paar citaten. Vooreerst schreef de hooggeachte, thans ont slapen Zwolscbe predikant G. L. van Loon Levensmoeheid is de modekwaal van onzen tjjd; maar uiterst merkwaardig masr het heeten, dat die levensmoeheid juist ia een leven van hard werken, al is het maar jen machinaal trekken van den ploeg voor iet levensonderhoud, het minst voorkomt. Gezegend de menscb, die zijn werk heeft gevondenLaat men geen anderen zegen van het leven vragen.* En de bekende schrjjver A. Weruméus Buning zegt; »Ook in onze dagen komt het voor, dat wjj zeggeneen hoog en edel hart, waar zooveel goeds in was, staat nu voor altjjd stil, wanneer wjj zien, hoe het gezicht en voelen van de vele distelen en doornen in het wereldsche leven een jonge en edele menschen figuur het geloof en het voor hem op dat oogenblik onzichtbaar edele en schoone doet verliezen en vermoeid en »op« doet neerzinken tusschen het vuile onkruid, dat zelfs niet waardig is door hem of haar te worden gezien of gevoeld. Er is genoeg te doen in de wereld, ook voor hem, ai8 beweert niets te doen te kunnen vinden en zich vervelen. Verveling is onnoodig. Dat is niet3 anders dan luibeid of traagheid van begrip en gevoel, waaruit men zich zeiven wakker moet schudden.* En eindelijk diezelfde Prediker, van wien wjj boven spraken, als hij zegt (3): »Ik heb gemerkt, dat er niets beter voor den landsche vrouw, Regina, niettegenstaande hun groot gevolg en al hunne kudden, ont houden werd, 't geen zelfs den armsten bezembinder in dö gemeente ten deel viel, nameljjk »een stamhouder*, daaruit kon ieder lichteljjk opmaken, dat »mjjnheers« groote vroomheid toch niet zooveel te be- teekenen moest hebben, als hjj zelf dit gaarne wilde doen gelooven. En dat hjj dit wilde, toonde hjj, door eiken Zondag met al zjjn volk nauwgezet de kerk te bezoeken, door het houden van morgen- en avondgods dienstoefeningen op zjjne >P)aats« aan den Eemsdjjk en door zijne milde uitdeelingen onder de armen. Dat hjj een schijnheilige was, bleek bovendien spoedig duideljjk ge noeg, toen hij de zeer bouwvallige dorps kerk, wier lage deur de »butenlandske« met zijne hooge gestalte niet dan gebukt kon binnentreden, op eigen kosten liet ver- grooten en vernieuwen, ofschoon inen in 't laatst der vorige eeuw slechte tjjden beleefde. Bij stoorde zich echter daaraan niet en liet zjjn eigen huis, dat in niet veel beter toe stand verkeerde, blijven zooals hjj het ge vonden had. Alleen spoelden en poetsten de Hollandsche meiden daar van den morgen tot den avond, terwjjl de oude Hollandsche knecht, die met vronw en kind tot het huisgezin van den boer werd gerekend, on vermoeid alle maren, die er maar te vinden waren, met witkalk bestreek, waarbjj hjj het eentonige wit aardig wist af te wisselen met helder blauw en geel, door de kalk nu eens met lakmoes eu dan weer met oker te verinengen. Ook met olieverf wist de oude Ko om te gaan, zooals hjj in 't algemeen alles mee aanpakte en op alles het oog hield, wat er tot de instandhouding der vreemde kolonie verricht moest worden. Want mensch is dan zich te verblgfen en goed te doen in zjjn leven.* Voorzeker er zouden meerdere dergeljjke uitspraken genoemd kunnen worden, maar ze zijn reeds voldoende. Arbeid geeft moed, kracht en troost, om de rampen vai het leven te dragen en de lichtpunten op te zoeken, die het eveneens aanbiedt. De tel urstellingen worden minder gevoeld, de smart wordt geleenigd, de wonden der doornen doen minder pijn, wanneer men met een edel levensdoel voor oogen, zijn lust zoekt in gesfadigen, ernstigen arbeid. Juist het ontbreken van een levens doel verlamt de vleugelen en maakt mat. De levensmoeheid zal door zulken arbeid allengs van ons wjjken, het gevoel van onvoldaanheid met ons zeiven, de meening van de gdelheid aller dingen plaats maken voor opgewektheid van geest, voor frissehen levenslust en kraehtigen levensmoed. Het Belgische mjjn werkerscongres heeft Donderdag besloten dat de patroons ver antwoordelijk moeten worden gesteld voor alle ongelukken die in de mjjnen voorvallen, en dat de werklui geen enkele wet znllen helpen tot stand brengen die de mogelijk heid openlaat om zich door overeenkomsten tnsschen patroons en werklui aan die ver plichting te onttrekken. Het congres ver langt een wet die de civiele aansprakelijk heid bjj ongelukken in de mjjn altjjd ten laste van den werkgever brengt. De »Ind. Beige* zegt, dat particuliere inlichtingen haar veroorloven, op de meest besliste wjjze te beweren, dat Ballot-Beaupré in zjjn rapport zich voor de rivisie verklaart. Hg moet zelfs in zijn rapport verklaren, dat indien de vernietiging gevraagd was, hg aan 't Hof voorgesteld zon hebben, deze uit te spreken. De begrootingscommissie uit de Franscbe Kamer heeft de verhooging van het budget der posterjjen met twee millioen francs, welker schrapping door den Senaat de werk staking der brievenbestellers ten gevolge had, met 15 tegen 5 stemmen gehandhaafd. De »Star van Johannesburg bevat een interview met generaal Joubert. Volgens dat blad zou de gene aal het volgende ge zegd hebben: Hij betwjjfelde de echtheid van de handteekeningen van de 21.000 uitlanders op de petitie aan koningin Vic- vreemd bleef deze kolonie voor allen in den omtrek, al waren er ook sedert hare ves tiging reeds tientallen van jaren verloopen. In kleeding, huishouding en landbouw bleef ze hare eigene, bjjzondere gewoonten volgen en door ds streng godsdienstige tncht van het op zichzelf zoo strakke en weinig toe schietelijke calvinisme, kwam er zelfs geene toenadering met de geloofsgenooten tot stand. Men hield mijnheer en juffrouw Hertog voor trotseb, al waren ze ook nog zoo gemeen zaam met allen, die hunne hulp kwamen inroepen en al behoefde niemand ooit on getroost hun huis te verlaten. Zjj en hun volk lieten toch al te duideljjk merken, dat Z9 geen andere menschen noodig hadden. In alles wat geld en goed betrof, zegende de goede God boer Hertog op bjjna in 't oog vallende wjjze, want wat bjj niemand goed uitviel, dat gelakte den grjjskop met den grooten, driekanten hoed, die alleen voor God en de hooge overheid werd afgenomen. Toen men, na ongeveer tien jaar, lang zamerhand aan »de butenlandsken* en hunne manier van doen gewoon was geraakt, trok de nog altjjd schoone en statige vrouw Regina opnieuw de oogen der geheele ge meente tot zich, toen ze eens in de kerk verscheen, wel als altjjd met de sluiermuts over het gouden oorjjzer, op het voorhoofd door twee juweelen korenaren bevestigd, uaaar dezen keer met een bruinlokkig, aller liefst knaapje van omstreeks vier jaar aan de hand. Eerst keek hg met zjjne schran dere kg kers nieuwsgierig rond, maar bleef daarna, met eene voor zyn leeftjjd bewon derenswaardige zelfbeheersehing, bedaard en behoorlijk op zijne eereplaats tusschen boer en boerin zitten, ofschoon, zooals gewoonlgk 'b morgens de predikatie twee volle uren tori», maar gaf het rechtmatige van hun eischen toe; alleen behoorde zjj zich te wenden tot Transvaal's souvereine volk, niet tot een buitenlandsche vorstin. Joubert zou anders de pet'tie gaarne mede geteekend hebben, want hjj wenscht ook 's lands regeering te verbeteren, wetende dat zjj ge brekkig is. Joubert verklaarde niet te ge looven aan een oorlog met Engeland, of schoon bereid dien in het uiterste geval aan te bindenmaar geen geschilpunten bestaan er die niet minneljjk te vereffenen zjjn. Hjj weigerde zich over de vredesconferentie uit te laten. Nopens het kiesrecht zeide hij, genegen te zgn de uitlanders het kiesrecht toe te geven na twee- of drie- of vierjarig domicilie, mits zjj tevoren den eed aan de Republiek afleggen. Hjj bepleitte vervanging van den bestaanden eed door een belofte van getrouwheid en gehoorzaamheid jegens de Republiek met afschaffiing van de afzwe ring van de vroegere nationaliteit, welke, zeide Joubert, indertjjd opgenomen is om zekere gemoederen te kwetsen. Hjj brand merkte dat als enghartig. In Denemarken is een ernstige arbeids- strjjd uitgebroken. De vereenigde patroons in het bouwvak hebben aan hun ruim 30.000 werklieden gedaan gegeven. De aan leiding is van geringe beteekenis, maar de oorzaak is, dat de patroons, naar zjj zeggen, hoe langer hoe hooger loonen hebben moeten geven en hnn gezag over hun werkvolk verloren. Zjj willen het nu uitvechten. Volgens de New-Yorksche »Globe« heeft de ministerraad der Vereenigde Staten be sloten dat nog deze week een besluit zal worden uitgevaardigd, waarbjj aan de Phi- lippjjnen eene grondwet wordt verleend onder Amerikaansch protectoraat. De voornaamste bepalingen daarvan zgn, dat de President der Vereenigde Staten een gouverneur-generaal benoemt, die zelf zgn kabinet kiest. Leden van dat kabinet kunnen zgn Amerikanen of Philipjjijners, evenals de door den President te benoemen rechters. Naast den gouverneur-generaal zal een alge- meene adviseerende raad staan, die door de Philippjjners zeiven wordt verkozen. Te Manila is er een erstig geschil ge rezen tnsschen generaal Otis en dr. Schür- man, den Amerikaanschen eivielen commis saris die aan Agninaldo's afgezanten pre sident Mc. Kinley's vredesvoorwaarden heeft duurde, terwjjl in de gewone middagbeurt slechts eene rede van vjjf kwartier tot anderhalf uur ten beste werd gegeven. Naast Alarich Hertog had Ko, die door zgn heer meer als gehoorzaam vriend, dan als knecht werd behandeld, zjjne vaste plaatsdaarnaast Ko's vrouw, de oude Bine, en vervolgens de bovenmeid Mietje. Op de tweede en derde rjj zat het overige dienstpersoneel, elk naar zjjn rang, tot den koejongen, Ko's jongste spruit, toe. Op dienzelfden dag nam eene bekoorljjke, jonge persoon plaats tusschen de dienst maagden op de tweede rjj. Zonder twjjfel was ze de moeder van het knaapje en even als hij, nam ze met de donkere oogen, van onder de lange wimpers, de nieuws om geving nauwkeurig op. Zjj alleen droeg niet de Hollandsche kleedij, maar een meer nieuwmodisch kos tuum, dat er echter eenvoudig, ja bjjna armoedig uitzag. Nog in den loop van dat zelfde jaar kwam men door een boterhan- delaar, die bjj de landlieden in den omtrek zjjne inkoopen deed, te weten, dat een jongere broeder van vronw Regina deze mooie vrouw uit Indië, waarheen hare voor vaders geëmigreerd waren, had meegebracht dat echter deze broeder onlangs gestorven was en dat juffrouw Hertog er toen op gestaan had, het zoontje des overledenen als kind aan te nemen. Zjj had den boter- handelaar haar jongen getoond en daarbjj met trots gezegd: >Hjj houdt nu al meer van mg, dan van zjjne echte moeder.* Toen de boterkooper zag, dat Alarich een zeer ernstig gezicht zette bjj 't geen zjjne vrouw deed en sprak en dat hij daarbjj nadenkend den kop des ouden Newfoundlanders streelde, die intusschea den jongen Newfoundlander, aangeboden. Ofschoon de president in deze als hoofd van het leger heette te handelen, kan het militaire gezag te Manila het niet met het civiele gezag, dat met de Filippjjners onderhandelde, vinden. Volgens een bericht nit Manilla aan de •New-York Herald* hebben de Philippijn- sche vredes-onderhandelaars alle voorstellen der Amerikanen verworpen en zullen zjj naar Agninaldo teragkeeren om hem verslag te doen van hunne zending. De >Temps< bevat een correspondentie uit Manila, waarin wordt beweerd, dat de Amerikaansche vrjjwilligers dikwjjls meer optreden als bandieten dan als soldaten. •Onder voorwendsel, dat zij naar verborgen wapenen zoeken, worden huizen geplunderd, vrouwen onteerd, edelgesteenten gestolen, gansche dorpen aan de vlammen prjjs ge geven. Naar Pandacan, een heerljjk groen eilandje, hebben de Amerikanen zich begeven om naar verdachten te zoekenzjj hebben de huizen en de kerk van deze bekoorljjke oase verbrand; en aan ontstelde vronwen, die met haar aan de pokken ljjdende kinderen in de armen de vlucht namen, hebben zjj de kinderen ontrokt en deze in de vlammen geworpen. Het zeilschip Daisy* lead schipbreak bjj de Kanarische Eilanden en de bemanning wist zieh met moeite te redden in een kleine boot. Acht dagen en nachten zwalkten de negen opvarenden op zee rond, terwjjl om beurten werd geroeid. Weldra begonnen honger en dorst te njjpen en het ljjden werd vreeseljjk. Den derden nacht regende het. Het water werd zorgvuldig opgevangen en de dorst voor een wjjle gelescht. Doch de honger kwelde te meer. Sommigen tracht ten hun laarzen op te eten en één werd zinneloos en knaagde zijn handen tot op het been af. Den achtsten dag kwam een mailboot in 't zicht en liep bjjna over hun sloep heen. Gelukkig werden de ongelukkigen opgemerkt. Men nam ze aan boord en mocht het voorrecht smaken allen in het leven te behouden. Zjj zjju te Southampton geland. Na de Daily Mail* heeft thans ook de Daily Telegraph* gevolg gegeven aan den aandrang van het Engelsche publiek en haar 'Zondagsnummer afgeschaft. zgn kind, grimmig aanbromd1, maakte deze daaruit op, dat hier in hnis niet alles was, zooals 't behoorde. Daarom antwoordde hjj •Juffrouw Regina, leg dien kleine daar, niet midden op 't hoofdkussen, 't Zon kunnen zgn, dat hjj plaats moest maken voor een meer rechtmatigen erfgenaam en verdrongen te worden zet kwaad bloed 1* Toen was er een glimlach heengegleden over vrouw R9- gina's blozend gelaat, ze had den jongen, die tegen haar knie leunde, gekust en gezegd •Ge zjjt anders zulk een verstandig man, meester Dirk, en moest toch ook weten, dat eene vrouw, die, zooals ik, twee en twintig jaar tevergeefs gewacht heeft, wel eene openbare zottin mocht heeten, als ze nog twee en twintig jaar bleef wachten!* Jans, de kleine veroveraar, beheerschte spoedig de geheele Plaats zonder 't den bewoners ook maar eenigszins lastig te maken. Hg gebood en eischte nooit, hjj bad, hg vleide. Hg was zulk een aanvallig, ge dwee en volgzaam schepseltje, dat hjj, als zonnescbjjn en jeugd, alle harten onweer staanbaar tot zich trok en zelfs de oude onomkoopbare Alarich het brave, leerzame kind een »zegeu Gods* noemde. Alleen Ko en de honden lieten zich niet door den in dringer inpakken en deze wachtte zich dan ook wel, zjjne plagerjjen tot deze drie tegen standers uit te strekken. Er waren er niet meer dan drie, want de Newfoundlandsche moeder, die eens met ros en rand, pot en pan, pak en zak, knecht en meid, in 't kort met den geheelen paradestoet de hoeve was binnengetrokken, leefde reeds niet meer. IIIIIWSIUI (1) Hoofdstalc IV vers 2 en 3. (2) Hoofdstak VII vers 1. DOOR Hoogte waarop_mea een huis bouwt* (3) Hoofdstak III vers 12. Buitenland. fS Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1