Hel Land van lleusden en Altena, de Langstraat en de Bomnielerivaard. Brieven uit Amsterdam. Jto 1821. FEUILLETON. De verloving op St. Domingo. Und van alten^ Uitgever: L. J. YEERMAK, Heu8den. ZATERDAG 5 AUG. 1899. a YOOE Dit blad verschjjnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO. Franco per post zonder prjjsvevhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrjjdagavond ingewacht. In den komkommertijd is er nu eenmaal geen nieuws, dus is de gelegenheid schoon u een en ander te melden omtrent een in stelling, die dit jaar nog haar zilveren feest viert en dit doen zal onder de meest gunstige omstandigen. Ik bedoel onze brandweer waarop ieder Amsterdammer trotsch is en dit ook met recht zjjn mag. In het jaar 1874 heeft de hoofdstad ge broken met de oude manier van brand- blusscben en een corps opgericht, aan 't welk dit werk uitsluitend is opgedragen. Dit, bestaande uit een klein 300-tal wakkere Jantjes van der Heiden, is de meest popu laire instelling onzer gemeente. 't Is een beele geschiedenis, die onzer brandblnschmiddelen en ze klimt zoo boog op als de stad oud is. Van den vroegsten tjjd af heeft de stadsregeering maatregelen moeten nemen tot voorkoming en tegen uitbreiding van brand. Herhaaldelijk is de stad deerljjk geteisterd en dat kon ook wel niet anders, daar de eerste huizen uit hout opgetrokken en met riet gedekt waren. Nog in de 17de eenw was 't noodig bjj verordening het teeren der woningen, be halve de luifels strafbaar te stellen. In 1421 werden de pas gebouwde N. kerk, het Raad huis, de N.-Z. kapel, de Bagjjnenkerk en alle huizen in de asch gelegd en in 1452 trof de stad nog grooter ramp doordat drievierde door de vlammen verteerd werl. Van dien tjjd af werd verboden de huizen met riet of stroo te dekken en in 1521 gelastte Karei V voortaan de huizen uit steen op te trekken. De brandbluschmiadelen, die tot dien tijd en nog lang daarna hoofdzakelijk uit emmers en haken bestonden, ondergingen een enorme verbetering door de uitvinding van Jan van der Hejjden, geboren te Gorknm 1637, overleden te Amsterdam in 1712, die de slangbrand8pniten uitvond, waarvoor hij in 1672 octrooi kreeg. Dientengevolge werd een nieuwe brandkeur noodzakelijk, die tot deze eeuw van kracht is gebleven. Het onderhoud der brandblnschmiddelen was opgedragen aan kerken en kloosters en voor de bediening zorgde de burgerjj, onder toezicht van brandmeesters en officieren der schutterjj. Op deze rustte ook de plicht een maal per jaar de woningen na te gaan. Op de bewoners rustte de plicht bjj brand hun woning te verlaten en te roepeD, de ratelwacht verspreidde het gerucht, de toren- To9n in het begin dezer eeuw de zwarte bevolking van St. Domingo hare vrjjheid trachtte te bevestigen en tevens wraak te nemen over alle ellende, die de slavernjj over het eiland had gebracht, door alle blanken te vermoorden, woonde te Port au Prince, op de plantage van den heer Guil- laume de Villeneuve, een oude neger Congo Hoango genaamd. Hg was geboren op de goudkust van Afrika. In zjjne jeugd reeds wist hij zich den naam te verwerven van een braaf en getrouw dienaar. Op een tocht naar Cuba redde hg zelfs zjjn meester het leven. Deze overlaadde hem van dien tjjd af aan met weldaden. Hg schonk hem niet alleen dadeljjk de vrijheid, maar stelde hem ook bjj zjjne terugkomst op St. Domingo in het bezit van een huis en een stuk grond. Eenige jaren later benoemde hg hem tot opzichter over zgne aanzienlgke bezittingen en gaf hem, daar hg niet meer wilde huwen, in plaats van eene vrouw eene oude mu lattin van zgne plantage, Babekan genaamd, die door zgne eerste vrouw nauw aan hem verwant was. Toen de neger zestig jaar oud was ge worden stelde hg hem door een aanzienlgk jaargeld in de gelegenheid zgne laatste levensjaren onbezorgd tegen te gaan, en wachters hingen een lantaren uit, de schut terij kwam in de wapens enz. genoeg om te begrjjpen hoe ontzettend groot soms de verwarring was, toen de stad zich uit zette. Geen enkele groote plaats kan op den duur volstaan met een brandweer nit de burgerjj saamgesteld, een burgerjj, die heinde en ver verspreid, op een nur dat de brand uitbreekt, onuiogeljjk bjjtjjds het red- dingwerk kan ter hand nemen. In Rotter dam zal men ook moeten breken met de huidige inrichting, om tooneelen te voor komen als verleden week toen de brand spuitgasten nit jaloerschheid handgemeen raakten. Sedert 1874 dan is het bl asch werk opge dragen aan een vast korps, tellende bg de 300 man, in kranige uniform gestoken. De stad is verdeeld in 4 secties, in iedere sectie zjjn drie brandwachten, waar manschappen en paarden ten allen tjjde gereed zjjn nit te rukken en materialen in voorraad zjjn. Zjj beschikken in 't geheel over 8 stoom spuiten en 39 handspuiten; alle van de beste constructie. Mocht men deze cjjfers laag vinden, men vergete niet dat door de stad verspreid zijn 3579 brandkranen op de Vecht-, 347 op de bron-, 443 op de duinwaterleiding. Die leidingen hebben een druk van circa 30 M., zoodat er in de stad geen woning te vinden is, welke niet door een straal der brandkraan te bereiken is. In de meeste gevallen wordt dan ook de spuit ia 't geheel niet in werking gesteld. Door de stad zjjn verspreid 235 brand schellen in particuliere woningen. Waar die te vinden zjjn werd tot heden op de straat lantarens met transparentletters aangewezen en om 't nu nog duideljjker te doen zien heeft men overal boven de brievenbussen een mooi geëmailleerd bord bevestigd, waarop de naastbjjzjjnde brandschel aangewezen is. Tusschen 't alarmeeren van brand en de komst der brandweer verloopt c. 4y2 minuut. Aan 't hoofd van 't brandbluschmateriaal prjjkt de Jan van der Hegden, een stoom boot, eigenlijk een drjjvende stoomspuit, dis 't werk doet van 6 gewone stoom spuiten. In onze door water bespoelcle stad, eigenljjk een samenstel van eilanden, kan deze voortreffeljjke Jan bjjna overal heen- stoomen en tegen de zee van water, door zjjn zes kelen uitgebraakt, kan geen brand het uithouden. Kosten dezes zjjn c. f 250,000 per jaar. Het verdient hier aangestipt te worden dat 't aantal groote branden sedert de in richting der brandweer aanmerkeljjk gedaald zette eindeljjk de kroon op al deze bewjjzen van liefde en dankbaarheid door hem bg testament een legaat te vermaken. Dit alles was echter niet in staat den heer Villeneuve te beschermen tegen de woede van den wilden neger. Congo Ho ango was onder de eersten, die ten gevolge van de onbezonnen besluiten van de nati onale vergadering naar de wapenen grepen. Naar wraak dorstende over de dwingelandjj, die hem aan zjjn vaderland had ontrukt, joeg hg zijn meester een kogel door het hoofd. Het huis, waarin de gemalin van den heer Villeneuve uaet hare drie kinderen en de overige blanken eene schuilplaats had gezocht, werd in brand gestoken, de gansche plantage, waarop de te Port au Prince woonachtige erfgenamen hunne rechten mis schien zouden doen gelden, verwoest, en toen alle gebouwen, die tot de bezitting behoorden, vernield en met den grond geljjk gemaakt waren, trok Hoango met zgne ge wapende negers rond, om overal zgne stam- genooten in hun strjjd tegen de blanken bjjtestaan. Nu eens lokte hg de reizigers, die ge wapend het land doorkruisten in eene hin derlaag, dan weder overviel hg plotseling de planters, die zich op hunne plantages hadden verschanst. Alles wat leven had werd bg zulke gelegenheden over de kling ge- jaagd. Ook de oude Babekan en hare dochter, eene jonge vijftienjarige kleurling, Toni genaamd, werden door den woestaard, die is. In 1857 kon van 't aantal branden 23 percent belangrjjk genoemd worden, in 1873 was dit nog 8%, doch in de laatste acht jaren steeds beneden 1 percent. Dat de Brandweer bg zjjn feest rekenen kan op belangstelling van de zjjde van 't publiek, zal te gelegenertjjd uitkomen. De verzekeringmaatschappjjen zullen zeker niet aehterbljjven, gebaat als ze zijn met een uitmuntende inrichting, geljjk dia hier be staat. Het is zoo'n kalmeerende gedachte, dat men zich in een groote stad, waar soms zoo onverstandig en ruw mei vuur gespeeld wordt, kan te rusten leggen, met de woorden van Van Alphen op de lippen: »Onze brandweer houdt de wacht*. Ongelukken kunnen er natuurlijk altjjd plaats vinden, maar die zjjn te wjjten aan den onver- standigen bouw der woningenonze brand weer is zoo goed als men ze redeljjkerwjjza verwachten mag en daarom zal heel Am sterdam deelnemen in het 25-jarig bestaan van ons voortreffelijk korps. Dat een heele Kamer van Koophandel verklaart zeker spiksplinternieuw middel om geld te doen rollen niet kent is wel wat erg, doch dat is hier gepasseerd. Op gevaar af tot navolging op te wekken, moet ik het n toch maedeelen. Een zeer slim koopman buurt een win kelhuis, slaat tal van weelde- en huishou delijke art. in en etalleert die op z'n voor- deeligst, zonder tot verknopen uit te lokken. Vervolgens gaat bij op de fiets of per circulaire rond bij allo winkeliers en houdt deze speech: »M., go zjjt gewoon uw klanten een kleinighei 1 toe te geven, een stukje chocolade, wat biscuitjes, een dubbeltje voor de meid of iets anders in natura; soms ook bons voor paaschbrood, eieren, sigaren en wat niet al. Ik kom u in plaats daarvan mjjn spaarzegels aanbieden. Voor een civiele prjjs koopt ge daarvan eenige duizenden en geeft die aan de koopers present, één op elke 20 ct. besteed geld. Tevens reikt ge ze een van deze boekjes uit, waarin 500 ruitjes gedrukt staan, benevens de adressen van alle aangesloten winkeliers. Is dit boekje vol, dan is f 5 bespaard, men begeeft zich naar mijn magazgn en zoekt voor f 5 waarde uit. De goederen bestaan uit degel jjke voorwerpen.* Tal van winkeliers zjjn daarop ingegaan. Ik tel in een dezer spaarboekjes 17 nauw- gedrnkte bladzjjden vol adressen, en in een ander 15. van elk bloedbad als met nieuwe kracht bezield huiswaarts keerde, gedwongen om aan dezen moordenden krjjg deel te nemen. Zgne woning, een der hoofdgebouwen van de vroegere plantasre, lag in eene eenzame streek aan den hoofdweg. Meer dan eens gebeurde het dat blanke of kreoolsche vluch telingen daarin eene schuilplaats zochten. De beide vrouwen hadden streng bevel, om, wanneer zoo iets in zjjne afwezigheid mocht plaats hebben, de blanke honden vriendeljjk op te nemen en te ondersteunen, opdat ze, geen gevaar vermoedende, hun verbljjf zou den verlengen tot aan zjjne terugkomst. Babekan, die tengevolge van eene vr eseljjke straf, die zjj in bare jeugd ondergaan had, aan toevallen he 1, was niet altjjd even berekend voor dez8 taak. Zjj bediende zich dan ook meestal van de jonge Toni, die door hare gele gelaatekleur niet zoo spoedig achterdocht opwekte als Babekan, en dus zeer geschikt was voor deze grnweljjke list. In hare beste kleederen gedoscht kwam ze den vreemdeling te gemoetdoor hare lief kozingen verdreef ze elke gedachte aan het dreigende gevaar en, wanneer Congo Ho ango met zgne negers terugkeerde van zjjae strooptochten in den omtrek, leverde zjj den ongelukkige, die zich door baar had laten bedriegen, aan een onvermjjdeljjken dood over. Port au Prince was de laatste vesting op het eiland, die in het jaar 1803 nog in het bezit der Franschen was. Viel ook deze, dan waren alle blanken, die zich nog op San Domingo bevonden, reddeloos verloren. Toen De magazjjnen, waarin de te verkrijgen heerlijkheden zjjn uitgestald, een in de Spui straat, een in de Raadhuisstraat, zien er aanlokkeljjk uit en zoolang dergeljjke zaken gedreven worden door eerlijke lui, zie ik in dat z.g. sparen geen kwaad. Maar maar! Er zjjn al zooveel van die slimme lui met de noorderzon of andere reisgelegenheid verdwenen, na uit tal van zakken de centjes geklopt te hebben, dat de h.h. oprichters me wel niet kwaljjk nemen zullen, wanneer ik al dergelijke nienwigheden met een dosis wantrouwen begroet. A., Angnstn8 '99. J. L. Buitenland. De ministercrisis in Belgie is nog niet opgelost. De Smet de Nayer, aan wien de vorming van een nieuw kabinet is opge dragen, ondervindt nog al moeieljjkheden omdat enkele politici, op wie hjj beslist rekende, o. a. Beernaert, een portefeuille weigeren. Ook voor de portefeuille van oorlog is geen titularis te vindenalle generaals stellen d>n eisch van persoonlijken dienst plicht en daar wil De Smet niet aanDe Smet hoopt niettemin heden gereed te komen. Hjj zal als beginselkwestie van zjjn te vormen kabinet vóóropstellen het proportioneele kies recht over het het geheele rjjk. De Brussel8ehe schutter, die in eene open bare vergadering gezegl heeft: »Meu heeft ons 10 patronen gegeven; dat zjjn er drie te veel, want er zjjn maar 7 ministers,* is deswege door den schuttersraad tot 15 francs boete veroordeeld. Te Parijs is weer een afschuwelijke moord gepleegd. Ongeveer een jaar geleden trouwde zekere Couderc, vertegenwoordiger van een huis in spiritualiën, met de 23-jarige dochter van den grooten hoadenfabrikant Roecz. Het gezin beschikte over circa 20.000 francs inkomen 's jaars en kon onbezorgd leven, daar de vrouw nog een aanzienljjke erfenis te wachten had van haar grootmoeder. Er bestond echter ook nog een nichtje, de 14-jarige Marie Saintenoy, wier moeder voor de tweede maal gehuwd was met een brigadier der gardes de paix. Beide gezinnen hadden, wegens het ver schil in stand, geen omgang met elkaar, maar dikwjjls als Marie nit school kwam, ontmoette zjj haar nicht Coulerc, di9 haar cadeautjes gaf en liefkoosde. Toen het meisje weer met een paar kame raadjes uit school kwam, werden zjj staande de generaal Dessalines dan ook aan het hoofd van 30.000 negers oprukte, om haar te belegeren, snelden de blanken van alle zjjden toe om haar te verdedigen. Ook de oude Hoango vereenigde weder zgne zwarte krjjgslibden en nam de taak op zich om midden door de liniën der Franschen een transport kruid en lood aan generaal Des salines te brengen. Evenals vroeger hadden Babekan en Toni de zorg voor zgne eenzame woning op zich genomen. 't Was een donkere stormachtige nacht. De regen viel met stroonaen neder. Babekan lag reeds te bed, toen zjj iemand aan de achterdeur hoorde kloppen. Zjj stond oogen- blikkeljjk op, sloeg zich een doek los over de schouders, opende het venster en vroeg wie er klopte. Onder haar venster stond een ombekende, die baar zacht toeriep»ik zal het u zeggen, maar beantwoord mg eerst ééne vraag 1* Tegeljjk strekts hg zgne hand uit, zocht in de duisternis naar de hand der onde vrouw en vroeg eindeljjk»zjjt gjj eene negerin?* »Nu,« antwoordde Babekan, »ik behoef niet te vragen of gjj een blanke zjjt, want ge schijnt nog liever met den stikdonkeren nacht dan met eene negerin te doen te hebben. Maar kom binnen, maak u niet ongerust; hier woont eene mulattin en be halve mjj is hier niemand dan mjjne eenige dochter, een kleurlinge.* Met deze woorden sloot zjj het venster, als om de deur voor hem te openen. Onder voorwendsel dat zjj den sleutel niet vinden kon, liet ze hem gehouden door eèn dame met een dikke witte voile voor, die zich als nicht Couderc voorstelde en aan elk eenige bonbons en chocolaadjes gaf. Aan Marie gaf zjj boven dien een tablet, met de woordenLiefje, je ziet er wat bleek uit, eet dat op, dat zal je kracht geven.* Eenigzins aarzelend deed het meisje dat en tovn zjj daarbjj een leeljjk gezicht trok begon de gesluierde dame te lachen en herhaalde: >je zult zien, dat het je goed doet. De gewaande nicht ging toen haar weg en ook de meisjes keerden hniswaaris. Marie vertelde daar aan haar stiefvader dat zjj haar nicht had ontmoet en dat die haar lekkernijen had gegeven, maar opeens werd zjj door hevige buikkrampen aangetast en viel op den grond. Terstond werd genees kundige hulp ingeroepen en werden bet meisje braakmiddelen toegediend, maar ver geefs. Enkele oogenblikken daarna was zjj een Ijjk. Wanhopig van smart snelde de stiefvader naar het politiebureau, waar hjj mededeelde, dat men zjjn lie reling vergiftigd had, wat door de geneesheeren bevestigd werd. Op last der justitie werd mevr. Couderc als de vermoedeljjke sehuldige gearresteerd en eene huiszoeking in hare woning gedaan, waar wel blaadjes ouwel maar geen vergif ge vonden werd. Ook houdt zjj hardnekkig hare onschuld vol, terwijl geen der getuigen in staat is haar te herkennen. Omtrent een typhus-epidemie, welke te Parjjs schjjnt uitgebroken, meldt de heer Defrance, directeur der publieke werken te Parjjs, in »Le Journal*Het is onbilljjk de ziekte toe te schrjjven aan het water van de Vanne. De analyses van verschei den maanden hebben geen bacil van typhns- koorts geconstateerd in dat water. In 1894 echter was een der bronnen van de Vanne, de bron van Coehepies, onvoldoende zuiver Men isoleerde haar door onderaardsche muren en de epidemie hield op. Sedert eenigen tjjd ligt het water van de Avre onder verdenking. Vervolgens sprak men over de werken van den Metropolitaan, maar het water van de Avre werd zuiger bevondsn en geen der werklieden aan den Metropolitaan had typheuse koorts. Men moet dus elders da oorzaak zoeken, indien er van een epidemie sprake is. Het aantal zieken is in werke lijkheid niet grooter dan het gewone we- keljjksche tjjdens groote hitte. Er is dus niets onrustbarends tot op hedea. eenige oogenblikken wachten en zocht spoe dig eenige kleederen bij elkander, waarmede ze naar de kamer van hare dochter snelde. »Toni!« riep ze, >Toni »Wat is er, moeder?* »Spoedig,« sprak ze, »sta op en kleed u aan! Hier zjjn uwe kleederen. Er staat een blanke voor de deur die vervolgd wordt en hier eene schuilplaats vraagt!* Toni richtte zich op in haar bed en vroeg, »een blanke Is hjj alleen Hebben we niets te vreezen, wanneer we hem binnenlaten?* ♦Niets hoegenaamd,* antwoordde de oude, terwjjl zjj licht aanstak. »Hjj is ongewapend en alleen en siddert van vrees, dat iemand hem zon kunnen overvallen.* Toni nam de kleedoren, dia hare moeder nog altjjd in de hand hield. Deze stak een grooten lantaarn aan, die in een hoek van de kamer stond, bond het haar van het jonge meisje op het hoofd bjjeen, snoerde haar keurslgf vast, zette haar een hoed op, gaf haar den lantaarn en gelastte haar nu naar beneden te gaan en den vreemdeling binnen te laten. Beneden in een der nevengebouwen slie pen twee knapen, Nanky en Seppy, kin deren van Hoango en eene negerin. Nanky ontwaakte door het geblaf van eenige honden en toen hg-" in den maneschgn een man zag staan op den trap van het huis, haastte hg zich te doen wat hem voor zoodanige gevallen bevolen was: hjj liep spoedig naar het voorplein, om de deur te sluiten waar door de vreemdeling was binnen gekomen. IIEtWSBLAD tÊK—mm—m—mmm-mBÊmmmmmmmmmmmmmmmmi u m K'waumr.iwMwniagM—MMxao—a— Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1899 | | pagina 1